Slokdarmkanker is een kwaadaardige aandoening van de slokdarm. Om slokdarmkanker te behandelen, is vaak een operatie nodig om de slokdarm (deels) te verwijderen. U kunt hier meer informatie vinden over deze operatie.
Wat we gaan doen
Bij de operatie voor slokdarmkanker verwijderen we de tumor samen met de omliggende lymfeklieren. Vaak is het nodig om het grootste gedeelte van de slokdarm te verwijderen, vanwege de complexe ligging van het orgaan.
Om het spijsverteringskanaal weer te verbinden, maken we van de maag een buis. Dit maakt de maag kleiner, maar ook langer. Deze buismaag wordt in de borstholte of helemaal in de nek gebracht. De buismaag sluiten we aan op het overgebleven stuk slokdarm. Het aanleggen van deze nieuwe aansluiting (anastomose) doen we met een speciaal nietapparaat of met de hand.
Verschillende typen operaties
Er bestaan verschillende typen slokdarmkankeroperaties. De keuze voor het type operatie hangt af van de ligging van de tumor en de lymfeklieren en van andere factoren zoals de longfunctie van de patiënt.
Transhiatale operatie
Bij een transhiatale operatie verwijderen we de slokdarm door het middenrif (transhiataal), via de buik en de hals. In de hals sluiten we de buismaag aan op het overgebleven stuk slokdarm.
Transthoracale operatie
Bij een transthoracale operatie verwijderen we de tumor en lymfeklieren niet alleen via de buik en hals, maar ook via de borstholte (transthoracaal). In de hals sluiten we de buismaag aan op het overgebleven stuk slokdarm. Soms het is het niet nodig om de slokdarm helemaal tot de hals weg te nemen. In dat geval maken we de nieuwe aansluiting in de borstholte.
Manier van opereren
Vaak is het mogelijk om de operatie minimaal invasief uit te voeren, via kleine sneetjes (sleutelgatoperatie). De wonden zijn dan kleiner, omdat de operatie uitgevoerd wordt met verlengd instrumentarium en een camera. Soms is een klassieke operatie via een grote snee in de buik en borstholte de beste keuze. We kiezen ook weleens voor een combinatie van methoden. De keuze voor de manier van opereren verschilt per patiënt en hangt af van het stadium van de kanker, van patiëntfactoren en van de voorkeur van de chirurg. De operatie is van binnen hetzelfde; alleen de toegang is anders.
Gevolgen voor de toekomst
Vaak kunt u pas na de slokdarmoperatie stilstaan bij de gevolgen op lange termijn. Het leven met een buismaag vergt aanpassingen, maar gedurende de maanden na de operatie gaat het meestal steeds beter. Sommige gevolgen zijn niet te voorkomen en hangen samen met de aard van de operatie. Soms kunnen klachten met medicatie verholpen of verminderd worden. Hieronder vindt u de meest voorkomende klachten en gevolgen. Niet iedere patiënt heeft evenveel last van klachten.
In het Erasmus MC
Soms vinden patiënten of naasten het fijn om te praten met iemand die ook slokdarmkanker heeft gehad. In dat geval is het altijd mogelijk om met een medepatiënt te praten die het behandeltraject al achter de rug heeft. Onze verpleegkundig specialist kan u in contact brengen met een medepatiënt als u daar behoefte aan heeft.
Patiëntenvereniging SPKS
U kunt ook terecht bij de patiëntenvereniging SPKS (Stichting voor Patiënten met Kanker aan het Spijsverteringskanaal). SPKS is een netwerkorganisatie voor kankerpatiënten, hun partners en hun naaste omgeving. Zij brengt deze met elkaar in contact en behartigt hun belangen. Daarnaast geeft SPKS voorlichting en bevordert zij wetenschappelijk onderzoek. Meer informatie kunt u vinden op de website www.spks.nl. Telefoon: (088) 002 97 37. Mail: secretariaat@spks.nl.
Het patiëntinformatiecentrum is er voor iedereen die met kanker te maken krijgt, als patiënt of naaste. Het informatiecentrum bevindt zich aan de Zimmermanweg en is geopend van maandag t/m vrijdag van 8.00 - 16.30 uur. Telefoon: (010) 704 12 02. Mail: patio@erasmusmc.nl. Voor alle mogelijkheden en activiteiten: www.erasmusmcpatio.nl. Kijkt u ook eens naar het ervaringsverhaal van Joris:
.
In het Familiehuis kunnen partners en familieleden van patiënten logeren gedurende de periode van behandeling. In het Familiehuis beschikken zij (voor een relatief kleine eigen bijdrage) over een eigen gastenkamer met badkamer. Ook kunnen ze gebruikmaken van de gemeenschappelijke faciliteiten zoals als een keuken, eetkamer en woonkamer. Het huis geeft zowel de zieke als logerende familieleden de rust van het dichtbij elkaar kunnen zijn.
Meer informatie over het Familiehuis kunt u vinden op de website www.familiehuis.nl.
Telefoon: (010) 704 11 05.
Mail: familiehuis@erasmusmc.nl
Over de slokdarm en de maag
De slokdarm is een holle buis die het voedsel van de mond naar de maag transporteert. De slokdarm bestaat uit spierweefsel om het voedsel richting de maag te masseren (peristaltiek). Er worden geen voedingsstoffen opgenomen in de slokdarm. Als het voedsel in de maag komt, begint de vertering. De maagsappen zijn erg zuur en bevatten ook enzymen om eiwitten af te breken. Daarnaast wordt het eten in de maag tot een soort pap gekneed, waardoor verdere vertering in de dunne darm makkelijker plaats kan vinden. De slokdarm bevindt zich in de hals, borstholte en een klein deel in de buik. De maag is doorgaans gelegen in de buik.
![]() | ![]() |
Over de operatie
Wat we gaan doen
Bij de operatie voor slokdarmkanker verwijderen we de tumor samen met de omliggende lymfeklieren. Vaak is het nodig om het grootste gedeelte van de slokdarm te verwijderen, vanwege de complexe ligging van het orgaan. Om het spijsverteringskanaal weer te verbinden, maken we van de maag een buis. Dit maakt de maag kleiner, maar ook langer. Deze buismaag wordt in de borstholte of helemaal in de nek gebracht. De buismaag sluiten we aan op het overgebleven stuk slokdarm. Het aanleggen van deze nieuwe aansluiting (anastomose) doen we met een speciaal nietapparaat of met de hand.
Verschillende typen operaties
Er bestaan verschillende typen slokdarmkankeroperaties. De keuze voor het type operatie hangt af van de ligging van de tumor en de lymfeklieren en van andere factoren zoals de longfunctie van de patiënt. Transhiatale operatie
Bij een transhiatale operatie verwijderen we de slokdarm door het middenrif (transhiataal), via de buik en de hals. In de hals sluiten we de buismaag aan op het overgebleven stuk slokdarm.
Transthoracale operatie
Bij een transthoracale operatie verwijderen we de tumor en lymfeklieren niet alleen via de buik en hals, maar ook via de borstholte (transthoracaal). In de hals sluiten we de buismaag aan op het overgebleven stuk slokdarm. Soms het is het niet nodig om de slokdarm helemaal tot de hals weg te nemen. In dat geval maken we de nieuwe aansluiting in de borstholte.
![]() | ![]() |
Manier van opereren
Vaak is het mogelijk om de operatie minimaal invasief uit te voeren, via kleine sneetjes (sleutelgatoperatie). De wonden zijn dan kleiner, omdat de operatie uitgevoerd wordt met verlengd instrumentarium en een camera. Soms is een klassieke operatie via een grote snee in de buik en borstholte de beste keuze. We kiezen ook weleens voor een combinatie van methoden. De keuze voor de manier van opereren verschilt per patiënt en hangt af van het stadium van de kanker, van patiëntfactoren en van de voorkeur van de chirurg. De operatie is van binnen hetzelfde; alleen de toegang is anders.Na de operatie
Uw lichaam moet eerst de tijd krijgen om te herstellen van deze grote operatie. Ook moet u wennen aan de nieuwe situatie.
Nazorg en controles
Na de operatie heeft u veel drains (slangen) en katheters (buisjes) in uw lichaam. Deze helpen u met vochttoediening, vochtafdrijving en voeding. Hieronder vindt u een plaatje met de meestgebruikte drains en katheters. In de dagen na de operatie zullen de meeste van deze drains en katheters verwijderd worden. U wordt verder verzorgd volgens het versneld herstelprogramma. Lees hierover in de speciale folder.
Eten en drinken
Na de operatie mag u zeker 5 dagen niet eten om de nieuwe verbindingen rustig te laten genezen. Tijdens de operatie leggen we meestal een speciale voedingssonde aan in het begin van de dunne darm (de jejunumsonde). Via deze sonde krijgt u voedingstoffen toegediend.
Een slokdarmkankeroperatie heeft ook op langere termijn gevolgen voor eten en drinken (zie ook de tekst onder ‘gevolgen voor de toekomst’). Na operatie is uw maag verkleind tot een buis en helemaal tot in de hals of in de borstholte opgetrokken. Doordat uw maag kleiner is, is de opslag ook kleiner. Dat betekent dat u vaker kleine beetjes moet eten. Van de diëtist krijgt u een aparte folder over eten en drinken na een slokdarmoperatie. Lees deze folder goed door.
Pijnmedicatie
Het is voor uw herstel belangrijk dat de pijn draaglijk is. Neem daarom de pijnstillers in op vaste tijden volgens voorschrift, ook als u geen pijn heeft. Vanaf een week na de operatie (of zo nodig enkele dagen later) kunt u de pijnstillers afbouwen: eerst de morfine, dan de diclofenac en dan de paracetamol. Heeft u ondanks de pijnstillers nog (veel) pijn? Neem dan contact met ons op.
Leefregels
Uit onderzoek weten we dat het volledige herstel na een slokdarmoperatie 6 tot 12 maanden in beslag neemt. Met kleine stapjes gaat het steeds iets beter. Hieronder vindt u een aantal leefregels voor thuis. Het zijn algemene regels. Bij de een verloopt het herstel sneller dan bij de ander.
Nazorg en controles
Na de operatie heeft u veel drains (slangen) en katheters (buisjes) in uw lichaam. Deze helpen u met vochttoediening, vochtafdrijving en voeding. Hieronder vindt u een plaatje met de meestgebruikte drains en katheters. In de dagen na de operatie zullen de meeste van deze drains en katheters verwijderd worden. U wordt verder verzorgd volgens het versneld herstelprogramma. Lees hierover in de speciale folder. Type drain/katheter | Functie | Hoelang nodig? |
1: Neusmaagsonde | Om maagsappen op te vangen | Tenminste 5 dagen |
2: Centrale lijn | Groot infuus voor vocht en medicatie | Tenminste 2 dagen |
3: Thoraxdrain | Drain om vocht uit de borst op te vangen | Tenminste 3 dagen |
4: Epiduraal | Voor pijnstilling via de rug | Tenminste 4 dagen |
5: Jejenumsonde | Voor voeding in de dunne darm | Tenminste 6 weken |
6: Arterielijn | Om bloeddruk te meten | Tenminste 1 dag |
7: Infuus | Voor vocht en medicatie | Tenminste 5 dagen |
8: Katheter | Om urine op te vangen | Tenminste 4 dagen |
Eten en drinken
Na de operatie mag u zeker 5 dagen niet eten om de nieuwe verbindingen rustig te laten genezen. Tijdens de operatie leggen we meestal een speciale voedingssonde aan in het begin van de dunne darm (de jejunumsonde). Via deze sonde krijgt u voedingstoffen toegediend. Een slokdarmkankeroperatie heeft ook op langere termijn gevolgen voor eten en drinken (zie ook de tekst onder ‘gevolgen voor de toekomst’). Na operatie is uw maag verkleind tot een buis en helemaal tot in de hals of in de borstholte opgetrokken. Doordat uw maag kleiner is, is de opslag ook kleiner. Dat betekent dat u vaker kleine beetjes moet eten. Van de diëtist krijgt u een aparte folder over eten en drinken na een slokdarmoperatie. Lees deze folder goed door.
Pijnmedicatie
Het is voor uw herstel belangrijk dat de pijn draaglijk is. Neem daarom de pijnstillers in op vaste tijden volgens voorschrift, ook als u geen pijn heeft. Vanaf een week na de operatie (of zo nodig enkele dagen later) kunt u de pijnstillers afbouwen: eerst de morfine, dan de diclofenac en dan de paracetamol. Heeft u ondanks de pijnstillers nog (veel) pijn? Neem dan contact met ons op. Leefregels
Uit onderzoek weten we dat het volledige herstel na een slokdarmoperatie 6 tot 12 maanden in beslag neemt. Met kleine stapjes gaat het steeds iets beter. Hieronder vindt u een aantal leefregels voor thuis. Het zijn algemene regels. Bij de een verloopt het herstel sneller dan bij de ander.- Ondersteun de wond met uw handen, een handdoek of een kussen als u moet hoesten, lachen, niezen of persen.
- Hechtingen lossen vanzelf op of worden na 10 tot 14 dagen verwijderd. Dit hoort u van de verpleegkundige bij ontslag. De wijkverpleegkundige of de huisarts kan de hechtingen verwijderen.
- Wissel de eerste dagen lopen en rusten goed af.
- Wandelen en lopen zijn goed voor de opbouw van uw conditie. U mag dat naar kunnen zoveel mogelijk doen. Het is niet erg dat u spierpijn krijgt. Wel is het belangrijk dat dit na een nacht slapen weer afneemt. Gaat dit goed? Dan mag u rustig starten met sporten.
- Bouw uw gebruikelijke activiteiten geleidelijk weer op, tenminste als uw klachten daardoor niet toenemen. Dat geldt ook voor fietsen en autorijden. Luister goed naar uw lichaam en forceer niets. Autorijden mag pas weer als u fit bent, een noodstop kunt maken en goed om u heen kunt kijken.
- U mag de eerste 6 weken niet zwaar tillen. Bouw dit daarna langzaam op.
- Matig gebruik van alcohol is niet bezwaarlijk voor goede genezing, maar neem het niet voor het slapen. Roken is niet goed voor herstel van de wond en de operatie. U kunt daarom beter niet roken.
- Als de wond na zo’n 6 weken helemaal gesloten en genezen is, mag u naar de sauna of zwembad. Bij een eventuele open wond pas later. Overleg dan altijd eerst met uw chirurg.
- Heeft u geen andere instructies gekregen van uw chirurg, dan mag u na de operatie gewoon vrijen zoals u gewend was. Maar luister net als bij andere lichamelijke inspanningen goed naar uw lichaam. Het is na alles wat u heeft meegemaakt normaal dat u weinig of geen behoefte heeft om te vrijen, of dat het fysiek simpelweg nog niet gaat.
- Wanneer u weer kunt werken, hangt af onder andere af van de grootte en het verloop van de operatie én uw herstel. Een bedrijfsarts begeleidt u bij uw terugkeer naar werk.
Bijwerkingen en complicaties
Bij alle operaties bestaat er een kans dat u complicaties krijgt. Een slokdarmoperatie is een zeer grote ingreep en gaat helaas gepaard met een grotere kans op complicaties dan andere operaties. 40% tot 50% van de patiënten krijgt een complicatie. Zo'n complicatie kan mild verlopen (bijvoorbeeld een blaasontsteking), maar ook een ernstig beloop hebben. Zo ernstig dat u aan de gevolgen kunt overlijden (circa 5% kans). Het kan ook nodig zijn om u voor langere tijd op de intensive care op te nemen. Het is belangrijk dat u weet wat u te wachten staat. De meest voorkomende of meest ernstige complicaties staan hieronder beschreven.
- Blaasontsteking
- Bloedende milt
- Hartritmestoornis
- Klaplong
- Beschadiging luchtwegen
- Littekenbreuk
- Longontsteking
- Lymfelekkage
- Naadlekkage
- Schade aan de stembandzenuw
- Trombose
- Vertraagde maag- of darmontlediging
- Wondinfectie
Lange termijn
Gevolgen voor de toekomst
Vaak kunt u pas na de slokdarmoperatie stilstaan bij de gevolgen op lange termijn. Het leven met een buismaag vergt aanpassingen, maar gedurende de maanden na de operatie gaat het meestal steeds beter. Sommige gevolgen zijn niet te voorkomen en hangen samen met de aard van de operatie. Soms kunnen klachten met medicatie verholpen of verminderd worden. Hieronder vindt u de meest voorkomende klachten en gevolgen. Niet iedere patiënt heeft evenveel last van klachten.- Verminderd hongergevoel en sneller vol
- Gewichtsverlies
- Reflux
- Passageklachten
- Vermoeidheid
- Hoesten
- Vitamine B12-tekort
- Dumping
- Vertraagde passage
- Diarree
- Psychosociale veranderingen
Overige informatie
Lotgenotencontact
In het Erasmus MC
Soms vinden patiënten of naasten het fijn om te praten met iemand die ook slokdarmkanker heeft gehad. In dat geval is het altijd mogelijk om met een medepatiënt te praten die het behandeltraject al achter de rug heeft. Onze verpleegkundig specialist kan u in contact brengen met een medepatiënt als u daar behoefte aan heeft.
Patiëntenvereniging SPKS
U kunt ook terecht bij de patiëntenvereniging SPKS (Stichting voor Patiënten met Kanker aan het Spijsverteringskanaal). SPKS is een netwerkorganisatie voor kankerpatiënten, hun partners en hun naaste omgeving. Zij brengt deze met elkaar in contact en behartigt hun belangen. Daarnaast geeft SPKS voorlichting en bevordert zij wetenschappelijk onderzoek. Meer informatie kunt u vinden op de website www.spks.nl. Telefoon: (088) 002 97 37. Mail: secretariaat@spks.nl.
Patiëntinformatiecentrum Oncologie (PATIO)
Het patiëntinformatiecentrum is er voor iedereen die met kanker te maken krijgt, als patiënt of naaste. Het informatiecentrum bevindt zich aan de Zimmermanweg en is geopend van maandag t/m vrijdag van 8.00 - 16.30 uur. Telefoon: (010) 704 12 02. Mail: patio@erasmusmc.nl. Voor alle mogelijkheden en activiteiten: www.erasmusmcpatio.nl. Kijkt u ook eens naar het ervaringsverhaal van Joris:
.
Familiehuis
In het Familiehuis kunnen partners en familieleden van patiënten logeren gedurende de periode van behandeling. In het Familiehuis beschikken zij (voor een relatief kleine eigen bijdrage) over een eigen gastenkamer met badkamer. Ook kunnen ze gebruikmaken van de gemeenschappelijke faciliteiten zoals als een keuken, eetkamer en woonkamer. Het huis geeft zowel de zieke als logerende familieleden de rust van het dichtbij elkaar kunnen zijn.
Meer informatie over het Familiehuis kunt u vinden op de website www.familiehuis.nl.
Telefoon: (010) 704 11 05.
Mail: familiehuis@erasmusmc.nl
Heeft u nog vragen?
Met al uw vragen kunt u terecht bij onze verpleegkundig specialist. Deze verpleegkundig specialist begeleidt u tijdens het hele traject, zowel op de polikliniek als in de kliniek. Neemt u gerust contact met hem of haar op als iets niet duidelijk is of als u vragen heeft.
Contact
- Polikliniek OES (010) 704 0590
- Erasmus MC: (010) 704 0 704