Jump to top menu Jump to main menu Jump to content

Toetsen om ontwikkeling te stimuleren

March 20, 2023

Programmatisch toetsen is onderdeel van Erasmusarts 2030, het nieuwe geneeskunde curriculum dat start in september 2024. De masteropleiding geneeskunde, waarin studenten coschappen lopen, begint vanaf komend studiejaar al met deze vorm van toetsen. Tijdens de jaarlijkse Onderwijsmiddag kregen docenten een kijkje in de keuken van Maastricht UMC, waar programmatisch toetsen al de praktijk is.

Bij summatief toetsen draait het vooral om slagen of zakken, terwijl het bij programmatisch of formatief toetsen gaat om de feedback die de student na de toets ontvangt om verder te kunnen groeien. Binnen programmatisch toetsen kun je niet zakken op één toets. Het gaat om de informatie die de toets oplevert voor de student en de docent. Elke toets(vorm) levert datapunten op over het beheersingsniveau van de student op de verschillende kennisdomeinen en deelcompetenties. Over de tijd tellen al deze datapunten op en kan er een goed afgewogen oordeel worden gemaakt over het beheersingsniveau en de voortgang.

Even goed

Marjan Govaerts, universitair hoofddocent in het Maastricht UMC, onderzoekt de effectiviteit van programmatisch toetsen in de coschappen. “Als het gaat om de betrouwbaarheid van toetsen zijn subjectieve methoden, zoals directe observaties op de werkvloer, even goed als objectieve methoden, zoals meerkeuzetoetsen.” Deze onderbouwing is belangrijk omdat alle geneeskundeopleidingen uiteindelijk moeten voldoen aan de leerdoelen gesteld in het landelijke Raamplan Artsopleiding.     

Om programmatisch toetsen in te zetten voor persoonlijke ontwikkeling en verdieping heeft Govaerts wel een aantal tips. “Stel hoge eisen aan studenten in combinatie met een veilige leeromgeving. De mind-set moet zijn: Ik leer van mijn fouten, in plaats van: Ik mag mijn fouten niet laten zien. Investeer daarom in langdurige relaties tussen student en docent.”

Centrale visie

“Maar maakt subjectief toetsen de omgeving niet juist onveiliger?” vraagt iemand in de zaal. “De opvattingen van de docent spelen immers ook mee.” Govaerts: “Subjectiviteit hoeft geen probleem te zijn. Bias wel. Focus daarom op het narratief: Waarom krijgt de student deze feedback? En baseer beslissingen over de voortgang niet op de beoordeling op één werkplek, maar op meerdere beoordelingen.”

 

Voordelen van Programmatisch toetsen

Programmatisch toetsen is een vorm van toetsen waarbij het doel is om niet alleen te beoordelen wat een student weet, maar ook hoe hij of zij informatie toepast in nieuwe situaties en hoe hij of zij denkt en redeneert. Deze aanpak kan voordelen hebben bij simulatieonderwijs, waarbij studenten complexe, realistische scenario's moeten oplossen en waarbij hun beslissingen en acties worden geëvalueerd.

Argumenten voor het gebruik van programmatisch toetsen bij simulatieonderwijs:

 

  • Realistische beoordeling: Programmatisch toetsen biedt de mogelijkheid om de prestaties van studenten te evalueren in realistische situaties die overeenkomen met de praktijk. Dit geeft een beter beeld dan bijvoorbeeld meerkeuzevragen die niet altijd overeenkomen met de praktijk.
  • Inzicht in het denkproces: Programmatisch toetsen beoordeelt niet alleen wat de student weet, maar ook hoe hij of zij denkt en redeneert. Dit geeft docenten inzicht in het denkproces van de student, waardoor ze gerichter feedback kunnen geven.
  • Geïntegreerd leren: Programmatisch toetsen kan worden geïntegreerd in het leerproces, waardoor het een krachtige leermethode wordt. Door de integratie kunnen studenten reflecteren op hun eigen leerproces en krijgen ze gerichte feedback. Hierdoor zijn ze beter in staat hun prestaties te verbeteren.
  • Motivatie: Programmatisch toetsen kan de motivatie van studenten vergroten. Ze worden actief betrokken bij het leerproces, wat hun interesse vergroot. Het gebruik van realistische scenario’s laat studenten zien hoe ze hun kennis in de praktijk kunnen toepassen.
  • Beoordeling van vaardigheden: Programmatisch toetsen biedt de mogelijkheid om vaardigheden te beoordelen die niet makkelijk kunnen worden beoordeeld met traditionele toetsmethoden. Denk aan sociale vaardigheden, communicatieve vaardigheden en leiderschap. Door deze vaardigheden te beoordelen in realistische situaties, krijgen docenten een beter beeld van de vaardigheden van de student en kunnen ze gericht feedback geven.