Voorbereiding
Eten en drinken
Op de dag van het onderzoek mag u alleen:
Voor vrouwen (zwangerschap en borstvoeding)
Röntgenonderzoek kan beter niet worden gedaan als (de kans bestaat dat) u zwanger bent. Bij twijfel moet het onderzoek binnen 10 dagen na de eerste dag van de menstruatie plaatsvinden. Verander zo nodig uw afspraak.
Tijdens de behandeling wordt (jodiumhoudend) contrastmiddel toegediend. Zeer kleine hoeveelheden kunnen in de moedermelk komen, maar deze kleine hoeveelheden worden niet opgenomen door het maagdarmkanaal van de baby. U kunt daarom borstvoeding blijven geven. Wilt u blootstelling helemaal voorkomen, stop dan na de toediening van het contrastmiddel 24 uur met het geven van borstvoeding.
Contrastvloeistof
In de contrastvloeistof zit jodium. Jodium kan een allergische reactie veroorzaken bij mensen die hiervoor overgevoelig zijn. Bent u overgevoelig voor jodium? Bespreek dit dan met uw behandelend specialist. De behandelend specialist zal u vertellen of voorbereiding met medicatie nodig zal zijn. Wilt u het ook voor het onderzoek of de behandeling zeggen tegen de laborant(e) of radioloog?
Bloedverdunners
Als u bloedverdunnende middelen gebruikt (bijvoorbeeld Marcoumar of Sintrom), kan het zijn dat u hiermee tijdelijk moet stoppen. Vertel het uw arts als u deze middelen gebruikt.
Kleding
Het onderzoek of de behandeling vindt plaats in een steriele omgeving. Daarom moet u in schone (gewassen) kleding naar de onderzoekskamer komen. Ook is het handig als de kleding comfortabel en niet te strak zit. Soms krijgt u op de afdeling een operatiehemd aan van de verpleegkundigen.
Op de dag van het onderzoek mag u alleen:
- Als het onderzoek ‘s ochtends is: een kopje thee met een beschuitje.
- Als het onderzoek ‘s middags is: een ontbijt en een lichte lunch.
Voor vrouwen (zwangerschap en borstvoeding)
Röntgenonderzoek kan beter niet worden gedaan als (de kans bestaat dat) u zwanger bent. Bij twijfel moet het onderzoek binnen 10 dagen na de eerste dag van de menstruatie plaatsvinden. Verander zo nodig uw afspraak.
Tijdens de behandeling wordt (jodiumhoudend) contrastmiddel toegediend. Zeer kleine hoeveelheden kunnen in de moedermelk komen, maar deze kleine hoeveelheden worden niet opgenomen door het maagdarmkanaal van de baby. U kunt daarom borstvoeding blijven geven. Wilt u blootstelling helemaal voorkomen, stop dan na de toediening van het contrastmiddel 24 uur met het geven van borstvoeding.
Contrastvloeistof
In de contrastvloeistof zit jodium. Jodium kan een allergische reactie veroorzaken bij mensen die hiervoor overgevoelig zijn. Bent u overgevoelig voor jodium? Bespreek dit dan met uw behandelend specialist. De behandelend specialist zal u vertellen of voorbereiding met medicatie nodig zal zijn. Wilt u het ook voor het onderzoek of de behandeling zeggen tegen de laborant(e) of radioloog?
Bloedverdunners
Als u bloedverdunnende middelen gebruikt (bijvoorbeeld Marcoumar of Sintrom), kan het zijn dat u hiermee tijdelijk moet stoppen. Vertel het uw arts als u deze middelen gebruikt.
Kleding
Het onderzoek of de behandeling vindt plaats in een steriele omgeving. Daarom moet u in schone (gewassen) kleding naar de onderzoekskamer komen. Ook is het handig als de kleding comfortabel en niet te strak zit. Soms krijgt u op de afdeling een operatiehemd aan van de verpleegkundigen.
Over het onderzoek
Wat we gaan doen
Dit is een röntgenonderzoek van de bloedvaten in de hersenen. Om de bloedvaten zichtbaar te maken, krijgt u contrastvloeistof toegediend en worden er uitgebreid "röntgenfilmpjes" gemaakt. Na het onderzoek kan de radioloog met de röntgenbeelden bekijken of u eventuele afwijkingen heeft. Dit zijn afwijkingen zoals een aneurysma (een ballonvormige uitstulping of verwijding van de wand van een slagader) of aterio-veneuze malformatie (een verkeerde verbinding tussen aders en slagaders).Verloop van het onderzoek
Het Erasmus MC is een universitair medisch centrum, waarin personeel wordt opgeleid. Het kan daarom voorkomen dat het onderzoek of de behandeling uitgevoerd wordt door één van onze arts-assistenten, gesuperviseerd door een staf-arts. Ook kan het voorkomen dat de arts die het onderzoek of de behandeling van tevoren met u heeft doorgesproken niet degene is die het onderzoek of de behandeling uitvoert.Een neuro-angiografie kunnen we doen via de lies of de pols. Bij u hebben we besloten om het onderzoek via de pols te doen. Deze keuze hangt af van welke bloedvaten we moeten bekijken.
U moet op de afgesproken tijd naar de afdeling Radiologie komen. Daar zullen we u naar de wachtruimte of naar de beddenwacht van de interventieradiologie sturen.
Als u in de onderzoekskamer bent, gaan we eerst met een echo en een zuurstofmeter controleren of we veilig het bloedvat in uw pols kunnen prikken. Het gebeurt heel zelden dat het prikken van het vat in uw pols risico's heeft. Als dat zo is, moeten we de neuro-angiografie via uw lies doen. Dan gaat u naar huis en plannen we een nieuwe afspraak. Als het veilig is om het bloedvat in uw pols te prikken, gaan we verder met het onderzoek.
Daarna krijgt u een steriel laken over u heen, vanaf uw kin tot en met uw voeten. Hier moet u rustig onder blijven liggen. Dit is om infectie te voorkomen. Met een echo-apparaat zoeken we naar het bloedvat in uw pols. U krijgt daar een plaatselijke verdoving met een prik. Daarna plaatsen we daar een klein buisje in uw bloedvat. Dit buisje blijft gedurende het onderzoek zitten. Via dit buisje schuiven we een dun slangetje (katheter) door uw bloedvaten tot ongeveer in uw hals. U zult misschien de handen van de radioloog ter hoogte van de pols voelen. Verder zult u weinig tot niets merken van het opschuiven van de katheter.

Foto’s maken
Als de katheter in het juiste bloedvat ligt in de hals, maken we foto’s waarbij contrastvloeistof wordt ingespoten via het uiteinde van de katheter. Het is belangrijk dat u heel stil blijft liggen. Soms moet u uw adem inhouden. De laborant legt dit aan u uit. U kunt het door de contrastvloeistof even warm krijgen of een vieze smaak in uw mond krijgen. Dit trekt direct weer weg. Meestal moeten we van meerdere bloedvaten een foto maken. De radioloog zal u vertellen bij welke foto u misschien ook duizelingen of lichtflitsen kan ervaren. Ook dit trekt direct weer weg. Na het maken van de foto’s bekijken we direct of de foto gelukt is. Als het nodig is maken we nog meer foto's. Dit kan bijvoorbeeld een 3D-foto zijn. Tijdens een 3D-foto draait het röntgenapparaat om uw hoofd heen.

Na afloop
Als het onderzoek is afgelopen, halen we het buisje uit uw pols. We leggen een armband met een ballon over het wondje. De ballon wordt met lucht opgeblazen om het gaatje in het bloedvat te dichten. De ballon moet minstens 2 uur opgeblazen blijven. Zolang het duurt, moet u in de beddenwacht van de interventieradiologie blijven. Er is altijd een doktersassistent die u kan helpen als er problemen zijn. De doktersassistent zal ook vaak controleren of alles goed met u gaat. U mag bewegen, zolang u zichtbaar blijft voor de doktersassistent. Als u naar het toilet wilt, moet u dit even bespreken met de doktersassistent.
Op de Radiologie afdeling is geen eten. Het is daarom slim om wat eten mee te nemen. Na 2 uur controleert de radioloog of het bandje weggehaald kan worden. Pas als de radioloog de armband verwijdert, kunt u naar huis gaan.
De uitslag
De radioloog kan u de uitslag meestal niet gelijk geven. Later op de dag bestuderen we de foto’s en vergelijken we ze met eventuele vorige onderzoeken. De radioloog maakt vervolgens een verslag voor uw behandelend arts. Hij of zij bespreekt de uitslag met u.
Duur van het onderzoek
Het onderzoek duurt ongeveer één uur.
Na het onderzoek
Naar huis
Voor een neuro-angiografie via de pols hoeft u niet in het ziekenhuis te blijven. U moet wel na het onderzoek nog 3 uur blijven zodat we u goed in de gaten kunnen houden.
U mag niet zelf naar huis rijden. Zorg ervoor dat iemand u ophaalt, of ga met een taxi of het openbaar vervoer.
Leefregels
Het is belangrijk dat u de eerste 24 uur rustig aan doet. U mag geen zware dingen tillen en niet sporten.
Voor een neuro-angiografie via de pols hoeft u niet in het ziekenhuis te blijven. U moet wel na het onderzoek nog 3 uur blijven zodat we u goed in de gaten kunnen houden.
U mag niet zelf naar huis rijden. Zorg ervoor dat iemand u ophaalt, of ga met een taxi of het openbaar vervoer.
Leefregels
Het is belangrijk dat u de eerste 24 uur rustig aan doet. U mag geen zware dingen tillen en niet sporten.
Bijwerkingen en complicaties
Onderzoeken waarbij katheters in de bloedvaten worden gebracht, verlopen meestal zonder problemen. Een enkele keer treden er bijwerkingen op, zoals een infectie of bloeduitstorting op de plaats waar het tijdelijke buisje werd ingebracht.
Complicaties
Een onderzoek of behandeling brengt altijd risico’s op complicaties met zich mee. Maar het team wat het onderzoek uitvoert is gespecialiseerd in het voorkomen van complicaties. De volgende complicaties kunnen optreden:- Bloeding, 2%
- Vaatschade, dissectie, perforatie, 2%
- Infectie, 2%
- Herseninfarct, minder dan 1%
Wanneer contact opnemen?
Krijgt u thuis toch last van een complicatie of bijwerking? Belt u dan naar de polikliniek radiologie. Vraag dan vervolgens of u doorverbonden kunt worden met de physician assistent van de interventie radiologie. Bij spoed buiten kantooruren belt u naar het algemene nummer van het Erasmus MC. Vraag dan of u doorverbonden kunt worden met de dienstdoende assistent van de radiologie.
Contact
- Polikliniek radiologie (van 08.00 - 16.30 uur): (010) 704 20 06.
- Algemeen nummer Erasmus MC: (010) 704 0 704