Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Reguliere schouderprothese

Binnenkort wordt u geopereerd aan uw schouder. We vervangen uw schoudergewricht door een kunstgewricht. Dit noemen we een schouderprothese. Dit doen we omdat u een ‘versleten’ schouder heeft en pijnstilling en fysiotherapie niet meer genoeg helpen. We noemen dit artrose van de schouder. Hier leest u alles over de voorbereiding, de operatie, de opname in het ziekenhuis en de nabehandeling.

Download PDF

Over artrose aan het schoudergewricht

Over het schoudergewricht

Het schoudergewricht bestaat uit het schouderblad en de kop van de bovenarm. Het schouderblad heeft een kleine kom. Daar past de kop van de bovenarm in. Om de kom en de kop zit kraakbeen. Hiertussen zit een laag gewrichtsvocht. Dit zorgt ervoor dat het gewricht soepel kan draaien. Om het schoudergewricht heen zit een gewrichtskapsel.

afbeelding

Het versleten schoudergewricht

Bij artrose beschadigt het kraakbeen in het gewricht. Als het kraakbeen dunner wordt of helemaal verdwijnt, bewegen de botuiteinden in een gewricht niet meer soepel langs elkaar. De ruwe botdelen schuren langs elkaar. Hierdoor krijgt u pijn en stijfheid. Ook kan u door artrose zwelling krijgen. We weten niet waardoor artrose ontstaat. Het kraakbeen herstelt niet vanzelf.

Over de behandeling

Wanneer een schouderprothese?

In het begin van de artrose is het nog mogelijk om de klachten te verminderen met pijnstillers, rust te nemen of door spierversterkende oefeningen. Als dit niet meer helpt, kan een schouder vervanging (oftewel: een schouderprothese) helpen.

Wat gaan we doen?

We gaan het versleten gewricht vervangen door een kunstgewricht. Dit noemen we een schouderprothese. We kunnen de alleen de schouderkop vervangen of de schouderkop én en de schouderkom. Wat we doen, hangt af van hoe erg uw artrose is.

35

Wat is het doel?

De belangrijkste reden voor de operatie is pijn. Na de operatie is de pijn bijna helemaal weg. Na de operatie heeft u tijdelijk een ander soort pijn. Deze pijn wordt steeds minder. Dit duurt tot maximaal 1 jaar na de operatie. Ook kan uw arm beter gaan werken. Maar uw schouder wordt niet meer zo goed als deze was voor de artrose.

Voorbereiding

Pre-operatief spreekuur

Een paar dagen voor de operatie heeft u een afspraak op het pre-operatief spreekuur. Hier spreekt u de zaalarts. De arts bespreekt de operatie en opname met u. U kunt uw vragen stellen. De verpleegkundige geeft u daarna alle informatie. Informatie over de tijd en plaats waar u zich mag melden voor de operatie.

Moet ik nuchter zijn?

Voor uw operatie moet u nuchter zijn. U mag dan niet eten, drinken of roken.
6 uur voordat u in het ziekenhuis moet zijn, mag u niet meer eten en roken. U mag dan nog wel heldere dranken drinken. Bijvoorbeeld water, thee en aanmaaklimonade. 2 uur voordat u in het ziekenhuis moet zijn, mag u ook niets meer drinken.

Ligt u de dag voor de operatie al in het ziekenhuis? Dan vertelt de verpleegkundige hoe laat u nuchter moet zijn.

Gebruikt u medicijnen? Bespreek dit altijd met uw arts. Sommige medicijnen mag u rond de operatie niet innemen. Moet u de medicijnen innemen? Dit mag altijd met een slokje water. Ook in de tijden dat u nuchter moet zijn.

Meer informatie over nuchter zijn bij een operatie leest u in de folder “Nuchter rondom een operatie

Medicijnen

Met sommige medicijnen (bijvoorbeeld antistolling) moet u tijdelijk stoppen voor de operatie. Dit bespreekt de anesthesist met u. Als u medicijnen moet innemen op de dag van operatie, mag dit met een klein beetje water.

Ontstekingen

Als u tijdens de operatie een ontsteking in uw lichaam heeft, kunnen de bacteriën op de prothese gaan zitten. Hierdoor kunt u een infectie in uw schouder krijgen. Deze infectie is moeilijk te behandelen. Daarom zorgen we er liever voor om een mogelijke ontsteking of infectie in uw in lichaam eerst te behandelen. Bezoek eventueel eerst een tandarts als u gebitsontstekingen hebt. Laat andere ontstekingen of infecties ook eerst behandelen door de huisarts voordat u een schouderprothese krijgt.

Stoppen met roken

Door roken heeft u een veel grotere kans dat er iets misgaat rondom de operatie. Zo is er bijvoorbeeld meer kans op infecties. Daarom raden we u aan om minimaal 6 weken voor de operatie te stoppen met roken. Uw huisarts kan u eventueel daarbij adviseren of begeleiden.

Kleding

Het is handig om makkelijk zittende kleding en veterschoenen mee te nemen. U krijgt voor de operatiekleding van het ziekenhuis.

Wat mag u niet meenemen of opdoen?

U mag geen crèmes, make-up of nagellak opdoen. Sieraden en horloges mogen ook niet om. Daarnaast mag u geen contactlenzen of een gebitsprothese dragen tijdens de operatie. Het is verstandig om waardevolle spullen thuis te laten.

Fysiotherapie

Wij geloven in een actief herstel. Dat betekent dat u meteen na de operatie weer in beweging mag komen. De dagen van de opname wordt u hierin begeleid door de fysiotherapeut.

Verloop van de operatie

Dag van de opame

Op de operatiedag mag u zich melden bij 1 van de aanmeldzuilen. Dit doet u met een geldig identiteitskaart. U krijgt dan een dagticket. Hierop staat waar u zich mag melden.

Op de afdeling krijgt u een operatiejas en een operatiemuts. Soms prikken we alvast een infuus en nemen we bloed af. Dan brengen we u met uw bed naar de wachtruimte van de operatieafdeling. Daarna brengen we u naar de operatiekamer.

Op de operatiekamer

Voor de operatie, nemen we nog één keer samen met uw gegevens door. Daarna krijgt u de narcose en starten we de operatie.

Tijdens de operatie halen we de beschadigde gewrichtsvlakken weg. We maken de botten passend voor de prothese. Daarna plaatsen we de prothese en sluiten we de wond.

Na de operatie

Direct na de operatie

U wordt wakker op de uitslaapkamer. Wij houden u hier goed in de gaten. We controleren regelmatig uw bloeddruk, polsslag en ademhaling. We bellen uw contactpersoon om hem/haar te vertellen hoe de operatie is gegaan. Als alles goed gaat en de controles in orde zijn, wordt u teruggebracht naar uw eigen kamer of naar de post anesthesie care unit (PACU).

De verpleegkundige komt regelmatig uw bloeddruk, hartslag, ademhaling en temperatuur controleren. U krijgt van de verpleging ook medicijnen tegen de pijn. Heeft u pijn? Waarschuw dan de verpleegkundige. Ook als u pijn krijgt op een andere plek dan waar u bent geopereerd, moet u dit melden.

Als u niet misselijk bent, mag u weer eten en drinken. Als u wel misselijk bent, kan de verpleegkundige u medicijnen geven om de misselijkheid te verminderen.

U krijgt een infuus voor vocht en medicijnen. Het infuus blijft in ieder geval zitten tot u weer goed kunt eten en drinken en geen medicijnen via het infuus nodig heeft.

Na de operatie kan uw arm gevoelloos zijn door de verdoving. De verdoving werkt in de nacht uit. Het is belangrijk dat u het op tijd aangeeft als u pijn heeft. U krijgt dan een medicijn tegen de pijn. U krijgt een tablet of vloeibaar medicijn via het infuus.

Uw arm gaat na de operatie in een draagband. De wond kan nog nalekken. Dit komt doordat uw lichaam wondvocht aanmaakt. Hierdoor zijn uw schouder en arm opgezwollen.

afbeelding

De eerste dagen na de operatie

Na de operatie begint u aan uw herstel. De eerste dag is het belangrijk dat u uw arm en elleboog goed omhooghoudt. De zwelling bij uw wond wordt dan snel minder. De verpleging helpt u met wassen en aankleden. U mag deze dag vaak uit bed. De fysiotherapeut geeft u uitleg over uw oefeningen.

‘s Ochtends komt ook de zaalarts bij u langs. De zaalarts controleert het gevoel en de kracht van uw arm. Als het nodig is, komt de pijnconsulente langs. De pijnconsulente controleert uw pijn en past uw pijnstilling aan. We maken de eerste dag ook een controlefoto van uw schouder. U blijft waarschijnlijk 1 dag in het ziekenhuis.

Fysiotherapie

U start de eerste dag na de operatie met een oefenprogramma. Dit doet u onder leiding van een fysiotherapeut. De fysiotherapeut geeft aan hoe en welke oefeningen u mag doen. De chirurg bekijkt welke oefeningen mogelijk zijn na de operatie. U doet de oefeningen 4x per dag. Het is ook belangrijk dat u de elleboog en hand oefent.

Als u naar huis mag krijgt u een verwijzing naar een fysiotherapeut bij u in de buurt. Ook schrijft de fysiotherapeut van het ziekenhuis een overdracht voor de fysiotherapeut bij u in de buurt. U kunt zelf een afspraak maken met de fysiotherapeut.

Naar huis

U krijgt een ontslaggesprek met de verpleegkundige. Tijdens dit gesprek bespreekt de verpleegkundige de leefregels met u. U mag met ontslag als:
  • de wond er netjes uitziet
  • u geen koorts heeft
  • de arts en de fysiotherapeut akkoord gaan
  • er nazorg is geregeld (als dat nodig is)
U krijgt adviezen mee voor thuis en voor het afbouwen van de pijnstillers. U krijgt de ontslagbrief en uitleg van de verpleegkundige.

Controles

Als u naar huis gaat maken we een afspraak voor de controle. Deze is ongeveer 6 weken na de operatie.

Thuis

Zodra u thuis bent is het belangrijk dat u uw lichamelijke grenzen kent en herkent. Let hier op:
  • u gaat te ver als:
    • u moe wordt
    • de pijn in uw schouder erger wordt
    • uw gehele arm opzwelt
  • probeer beweging en rust zoveel mogelijk af te wisselen
  • ga niet door tot u moe bent:
    • het duurt dan veel langer om te herstellen
    • de pijn of zwelling komt meestal een dag later
  • doe zo min mogelijk huishoudelijke activiteiten:
    • laat zware klussen door anderen doen: stofzuigen, bed verschonen en ramen zemen
    • ga niet op trapjes staan
  • werk zoveel mogelijk zittend

Douchen en wondverzorging

  • Het is beter om zittend te douchen. Of uzelf zittend aan de wastafel te wassen.
    • U kunt een douchestoel of douchekruk lenen bij een thuiszorgwinkel.
  • Na het douchen de wond droogdeppen.
  • U mag de eerste week niet baden en zwemmen.
  • Drooghouden van de wond zorgt ervoor dat het sneller geneest.
  • De huidhechting is oplosbaar en verdwijnt dus vanzelf.

Slapen

Slaap de eerste 6 weken met een kussen onder uw arm. Na 6 weken mag u weer op de geopereerde schouder liggen.

Wat mag u de eerste 6 weken niet?

  • (Brom)fietsen en autorijden (u mag wel als passagier meerijden in de auto).
  • Sporten.
    • Zoals tennissen en badminton
    • Bespreek met de orthopedisch chirurg wanneer u mag beginnen met sporten en welke sporten geschikt zijn.
  • Zwemmen.
  • Zwaar huishoudelijk werk doen.
  • Zwaar tillen.

Werk

Wanneer u weer kunt gaan werken, hangt af van uw werk. Dit kunt u bespreken met uw arts op de polikliniek.

Het resultaat

Leven met een schouderprothese

Het doel van de operatie is dat u minder pijn heeft aan uw schouder. Als u minder pijn heeft, kunt u beter bewegen en is de kwaliteit van uw leven beter. Soms doet de schouder nog pijn in de eerste maanden na de operatie. Na een jaar is meer dan 90% van alle patiënten tevreden over het resultaat. Het is belangrijk om te weten dat de kunstschouder nooit zo goed zal worden als uw eigen schouder, voordat u artrose klachten had.

Levensduur van een schouderprothese

Uw schouderprothese is een kunstgewricht. Daarom is het kwetsbaarder dan een natuurlijk gewricht. De prothese blijft ongeveer 15 jaar goed. De prothese slijt langzaam en zal uiteindelijk los gaat zitten.

Zware lichamelijke inspanning en intensief sporten kunnen ervoor zorgen dat uw kunstschouder sneller slijt. Bespreek daarom met uw chirurg of de verpleegkundige welke sporten u kunt gaan doen.

Bijwerkingen complicaties

Wat zijn mogelijke bijwerkingen en complicaties?

Gelukkig komt het bijna nooit voor dat er na een operatie aan de schouder problemen zijn. Maar bij elke operatie kunnen er altijd dingen misgaan. Dit kunnen algemene problemen zijn, maar ook problemen die alleen bij deze operatie kunnen gebeuren.

Algemene complicaties

  • Beschadiging van de huidzenuw. Omdat er sneden in de huid worden gemaakt, kan een huidzenuw beschadigd raken. Dit geeft een doof gevoel in een gedeelte van de huid. Meestal verdwijnen deze klachten vanzelf. Soms zijn ze blijvend.
  • Nabloeding in het operatiegebied.
  • Wondinfectie in het gebied van de operatie.

Complicaties bij een schouderprothese

  • Stijve schouder. Na een schouderprothese kan de schouder door littekenweefsel stijf worden. Het is belangrijk dat u dagelijks de oefeningen doet die u krijgt van de fysiotherapeut.
  • Op langer termijn het loslaten van de prothese.
  • Aanhouden van pijnklachten.
  • Oppervlakkige of diepe infectie. De kans op een diepe infectie is een ernstige complicatie die gelukkig slechts bij 1% van de patiënten voorkomt.

Contact

Wanneer moet u contact opnemen?

Het is belangrijk dat u contact opneemt met de polikliniek orthopedie of uw huisarts:
  • als de operatiewond gaat lekken
  • als de wond steeds dikker wordt
  • als de wond steeds meer pijn gaat doen, ook al bent u minder gaan bewegen
  • als u koorts krijgt hoger dan 38,5º Celsius
Vertel altijd aan de huisarts dat u geopereerd bent en hoe lang dit geleden is.

Hoe kunt u contact opnemen?

Tijdens kantooruren, maandag t/m vrijdag van 8:00-16:30:
  • Polikliniek orthopedie (010) 704 01 36
Buiten kantooruren, bij spoed:
  • Afdeling orthopedie (NC10): (010) 703 75 63

Meer informatie

Zorgwinkel

Aan de Zimmermanweg 3 (naast de hoofdingang) vindt u de zorgwinkel van het Erasmus MC. Hier kunt u terecht voor het kosteloos lenen of huren van zorghulpmiddelen. Ook kunt u hier gezondheid- en verzorgingsartikelen of andere handige hulpmiddelen kopen. Voor meer informatie: bel (010) 704 11 76 of kijk op https://www.zorgwinkelerasmusmc.nl.

Klachten

Voor zover uw omstandigheden het toelaten, hopen wij dat u een prettig verblijf heeft in het Erasmus MC. Bent u niet tevreden over uw verzorging of behandeling? Bespreek dit dan met de verpleegkundige of de arts.

Bent u niet tevreden met het resultaat of ziet u er tegenop om dit met de arts of verpleegkundige te bespreken? Dan kunt u dit doorgeven bij de receptie van het ziekenhuis. Als u wilt, kan een medewerker de klachtenfunctionaris inschakelen.

Lees meer over klachten in 'klachtenopvang voor patiënten'.

Overige informatie