Over het onderzoek
Waarom krijgt u dit onderzoek?
U heeft een uitstrijkje gehad bij de huisarts of bij ons in het Erasmus MC. In uw uitstrijkje zijn afwijkende cellen gevonden. Afwijkende cellen zien er anders uit dan normale cellen. Daarom is verder onderzoek nodig.
Kanker?
De kans op baarmoederhalskanker is heel klein. Mogelijk heeft u een voorstadium van baarmoederhalskanker. Dat betekent dat u afwijkende cellen in de baarmoedermond heeft. Deze zouden zich kunnen ontwikkelen tot kankercellen. Vaak ruimt het lichaam deze cellen vanzelf op. Zo niet, dan kunnen we dit goed behandelen.Wat gaan we doen?
Bij een colposcopie bekijken we uw baarmoedermond via uw vagina. Dit doen we met een instrument dat werkt als een vergrootglas. Zo kunnen we afwijkingen zien die met het blote oog niet te zien zijn.
Als het nodig is, nemen we een heel klein stukje van de baarmoedermond af. Dit heet een biopt. Dit gaan we dan verder onderzoeken.
.png)
Afbeelding 1. De baarmoeder en baarmoedermond.
Als het nodig is, nemen we een heel klein stukje van de baarmoedermond af. Dit heet een biopt. Dit gaan we dan verder onderzoeken.
.png)
Afbeelding 1. De baarmoeder en baarmoedermond.
Afbeelding(en) gemaakt met BioRender.com
Voorbereiding
Hoe bereidt u zich voor op het onderzoek?
- U kunt een broek of rok dragen die u makkelijk aan en uit kunt trekken. Dit kan fijn zijn tijdens uw afspraak.
- U mag iemand meenemen naar het onderzoek.
Meedoen aan wetenschappelijk onderzoek
Voor het onderzoek krijgt u informatie over een wetenschappelijk onderzoek thuis gestuurd. We vragen of u mee wil doen aan dit onderzoek.
De colposcopie gaat precies hetzelfde, of u nu wel of niet meedoet aan wetenschappelijk onderzoek.
De colposcopie gaat precies hetzelfde, of u nu wel of niet meedoet aan wetenschappelijk onderzoek.
Tijdens het onderzoek
Hoelang duurt de afspraak?
Uw afspraak duurt ongeveer een half uur.
Uw zorgverleners
Een arts in opleiding tot gynaecoloog voert het onderzoek bij u uit. Dit gaat onder begeleiding van een gynaecoloog-oncoloog. Mogelijk is er ook een co-assistent aanwezig.
Gesprek vooraf
We stellen eerst wat vragen over uw gezondheid en mogelijke eerdere ziektes.
Vindt u het onderzoek spannend of bent u ongerust? Vertel dit dan gerust aan ons. We proberen u hier zo goed mogelijk in te begeleiden.
Vindt u het onderzoek spannend of bent u ongerust? Vertel dit dan gerust aan ons. We proberen u hier zo goed mogelijk in te begeleiden.
Het onderzoek
Daarna beginnen we met het onderzoek. U kunt tijdens het onderzoek meekijken op een scherm.
- U neemt plaats op een gynaecologische stoel. Uw benen liggen gespreid op beensteunen.
- We plaatsen een spreider in uw vagina. Dit kan een drukkend gevoel geven, maar het hoort geen pijn te doen.
- We kijken met een microscoop naar uw baarmoedermond.
- We brengen een zwak azijnzuur of jodium op de baarmoedermond. Door deze vloeistoffen kunnen we afwijkende cellen beter herkennen. Dit kan een beetje prikken, maar doet geen pijn.
- We bekijken of er afwijkende cellen te zien zijn op de baarmoedermond.
- We zien geen of weinig afwijkende cellen. Het onderzoek is dan klaar.
- We zien afwijkende cellen. Deze moeten we verder onderzoeken in het laboratorium. Daarom nemen we een biopt af. Hieronder leest u hier meer over.
- We zien afwijkende cellen. Deze kunnen we, in overleg met u, gelijk behandelen als we dat nodig vinden. Deze behandeling heet een lisexcisie. Informatie over deze behandeling vindt u in ‘Lisexcisie’.
Biopt
Bij een biopt nemen we een heel klein stukje van het afwijkende deel van uw baarmoedermond af. Dit doen we met een kleine tang. Dit voelt aan als een prik. Het stukje gaan we onderzoeken in het laboratorium.
Meestal geeft een biopt geen klachten, maar soms hebben mensen last van menstruatiekrampen na het onderzoek.
Bij het nemen van een biopt ontstaat een klein wondje. Dit kan een beetje bloeden. U krijgt daarom een maandverband van ons. Meestal stopt het bloeden snel.
Verliest u na 2 weken nog steeds bloed? Of maakt u zich zorgen over uw bloedverlies? Neem dan contact met ons op.
Meestal geeft een biopt geen klachten, maar soms hebben mensen last van menstruatiekrampen na het onderzoek.
Bij het nemen van een biopt ontstaat een klein wondje. Dit kan een beetje bloeden. U krijgt daarom een maandverband van ons. Meestal stopt het bloeden snel.
Verliest u na 2 weken nog steeds bloed? Of maakt u zich zorgen over uw bloedverlies? Neem dan contact met ons op.
Na het onderzoek
De uitslag
Afspraak
We hebben de uitslag van het onderzoek binnen 1 tot 2 weken. U krijgt een telefonische afspraak met uw gynaecoloog. We bespreken dan de uitslag en mogelijk uw verdere behandeling.Mogelijk uitslagen
In de baarmoedermond zitten 2 soorten cellen: plaveiselcellen en cilindercellen. De uitslag hangt af van welke van deze 2 cellen afwijkend zijn.De mogelijke uitslagen:
- Geen afwijkende cellen. U heeft geen behandeling nodig. U blijft wel onder controle. Dit zal met een uitstrijkje gebeuren.
- CIN (cervicale intra-epitheliale neoplasie): een voorstadium van baarmoederhalskanker, in de plaveiselcellen.
- CIN1: de cellen zijn een klein beetje afwijkend. Deze cellen verdwijnen meestal vanzelf. U heeft daarom waarschijnlijk geen behandeling nodig. U blijft wel onder controle. Dit zal met een uitstrijkje gebeuren.
- CIN2: de cellen zijn afwijkend. Bij deze uitslag kiezen we samen met u voor afwachten of een behandeling. Dit kan een lastige keuze zijn. Deze keuzekaart kan u helpen bij uw keuze.
- CIN3: de cellen zijn erg afwijkend. Deze cellen verdwijnen meestal niet vanzelf. U heeft daarom een behandeling nodig.
- AIS (adenocarcinoma in situ): een voorstadium van baarmoederhalskanker, in de cilindercellen. U heeft dan een behandeling nodig.
- Baarmoederhalskanker. De kans op deze uitslag is heel klein. Uiteraard moet dit ook behandeld worden.
Wat is een voorstadium?
Bij een CIN- of AIS-uitslag heeft u een voorstadium van kanker. Dat betekent dat u geen kanker heeft. De afwijkende cellen zouden zich wel kunnen ontwikkelen tot kanker. Maar vaak gebeurt dit niet. Zelfs bij de uitslag CIN3 ontwikkelen de cellen zich waarschijnlijk niet tot kanker..png)
Afbeelding(en) gemaakt met BioRender.com
Mogelijke behandelingen bij voorstadium
Er zijn 3 mogelijke behandelingen bij een voorstadium:- lisexcisie
- conisatie
- crème op de baarmoedermond, hier leest u meer over op thuisarts.nl
- Welke uitslag u heeft.
- Hoe groot de afwijking is.
- De uitslag van uw uitstrijkje.
- Eerdere behandelingen.
- Uw leeftijd. Hoe ouder u bent, hoe kleiner de kans dat de afwijkende cellen vanzelf verdwijnen.
- Of u het HPV-virus heeft en welk type.
- Of u een kinderwens heeft.
Wat is het HPV-virus?
HPV is de afkorting van ‘Humaan Papilloma Virus’. Dit virus kan baarmoederhalskanker veroorzaken. Er zijn veel soorten HPV’s. De meeste soorten zijn absoluut niet gevaarlijk, maar een paar soorten wel. Deze soorten HPV kunnen baarmoederhalskanker veroorzaken. De HPV-soorten 16 en 18 zijn het gevaarlijkst. Zij zijn verantwoordelijk voor 75% van de gevallen van baarmoederhalskanker.Controles
Na de uitslag of na een behandeling is het advies om regelmatig een uitstrijkje te laten maken. Dit bespreken we met u.
De kans is groot dat uw uitstrijkje de volgende keer weer normaal is. Dit geldt bij 9 op de 10 vrouwen met een afwijkend uitstrijkje. Het lichaam heeft de afwijkende cellen dan zelf opgeruimd. Of we hebben ze weggehaald bij een behandeling.
Bij sommige vrouwen is het uitstrijkje de volgende keer weer afwijkend. Dit geldt bij 1 op de 10 vrouwen. Dit kan ook na een behandeling zijn. Bij de helft van deze vrouwen wordt het uitstrijkje na langere tijd alsnog normaal. Bij de andere helft niet. Dan adviseren we om opnieuw een colposcopie te doen.
De kans is groot dat uw uitstrijkje de volgende keer weer normaal is. Dit geldt bij 9 op de 10 vrouwen met een afwijkend uitstrijkje. Het lichaam heeft de afwijkende cellen dan zelf opgeruimd. Of we hebben ze weggehaald bij een behandeling.
Bij sommige vrouwen is het uitstrijkje de volgende keer weer afwijkend. Dit geldt bij 1 op de 10 vrouwen. Dit kan ook na een behandeling zijn. Bij de helft van deze vrouwen wordt het uitstrijkje na langere tijd alsnog normaal. Bij de andere helft niet. Dan adviseren we om opnieuw een colposcopie te doen.
Contact
Hoe kunt u contact opnemen?
Heeft u vragen? Neem dan gerust contact met ons op.
Polikliniek Gynaecologische oncologie:
Polikliniek Gynaecologische oncologie:
- (010) 704 02 51
- gyn.oncologie@erasmusmc.nl