Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Uw kind krijgt een ablatie

Behandeling bij hartritmestoornissen

Uw kind heeft een hartritmestoornis. Dit behandelen we met een ablatie. Hier leest u wat een hartritmestoornis is en wat we doen bij een ablatie.

Download PDF

Het hartritme

Een normaal hartritme

Het hart knijpt elke minuut ongeveer 60 tot 100 keer samen. Daarmee pompt het hart bloed rond in het lichaam, om voedingsstoffen en zuurstof te vervoeren.

Het samenknijpen van het hart begint in een klein groepje cellen. We noemen dit pacemakercellen. Dit groepje cellen vormt de SA-knoop (sinusknoop). Deze ligt in de rechterboezem van het hart. In dit groepje cellen ontstaan kleine elektrische prikkels. Door deze prikkels knijpen de spieren van het hart samen.

De prikkels uit de SA-knoop zorgen eerst dat de twee boezems van het hart samentrekken. Dit duwt het bloed uit de boezems naar de kamers van het hart. Daarna gaan de prikkels via het geleidingssysteem in het hart naar de AV-knoop. De AV-knoop ligt op de grens tussen de boezems en kamers.

De prikkels nemen een korte pauze in de AV-knoop. Hierdoor hebben de kamers de tijd om te vullen met bloed. Daarna gaan de prikkels via de bundel van His naar de kamers. Daardoor knijpen de kamers samen.

afb


Hartritmestoornis

Bij een hartritmestoornis is er een afwijking in het ontstaan van de elektrische prikkels.
De prikkels ontstaan op verkeerde plaatsen of ze volgen de verkeerde route door het hart. Een ritmestoornis kan op elke plaats in het hart ontstaan.

Door een hartritmestoornis knijpen de boezems en de kamers niet meer op de goede manier samen. Het samenknijpen kan:
  • in de verkeerde volgorde gebeuren
  • onregelmatig zijn
  • te langzaam gaan
  • te snel gaan

Over de ablatie

Een ablatie is een behandeling bij hartritmestoornissen. Hierbij beschadigen we het stukje hartweefsel dat de ritmestoornis veroorzaakt. Op die plek ontstaan littekens. Hierdoor lopen er geen verkeerde prikkels meer door het hart. Het hartritme wordt dan meestal weer normaal.

We kunnen littekens maken door:
  • het stukje hartweefsel weg te branden
  • het stukje hartweefsel te bevriezen

Komt mijn kind in aanmerking?

Uw kind kan een ablatie krijgen als:
  • uw kind veel klachten heeft
  • uw kind een ritmestoornis heeft die later ernstige gevolgen kan hebben
  • andere behandelingen niet goed genoeg werken
  • de medicijnen van uw kind vervelende bijwerkingen hebben
De kindercardioloog bespreekt dit met u en uw kind.

Het doel

Het doel van de ablatie is dat de hartritmestoornis weg gaat. Dit lukt niet altijd. De kindercardioloog bespreekt dit met u.

Toestemming

Is uw kind jonger dan 12 jaar? Dan geeft u toestemming voor de ablatie.

Is uw kind tussen de 12 en 16 jaar? Dan geeft u samen met uw kind toestemming.

Is uw kind 16 jaar of ouder? Dan geeft uw kind zelf toestemming.


Voorbereiding op de behandeling

Om u en uw kind voor te bereiden op de ablatie, krijg u:
  • deze informatie folder
  • inloggegevens voor de app kindercardiologie
  • een uitnodiging voor het pre-operatieve spreekuur

Pre-operatieve spreekuur

Op het pre-operatieve spreekuur praten u en uw kind met:
  • de interventie-cardioloog
  • de anesthesioloog
  • de verpleegkundig consulent kindercardiologie
Daarnaast doen we een aantal onderzoeken. Dit kan zijn:
  • een hartfilmpje
  • een röntgenfoto van het hart en longen
  • een bloedafname
Een vrijwilliger begeleidt u en uw kind naar de gesprekken en onderzoeken.

Tikkies

Uw kind krijgt ook de TikkieRing. Tikkies zijn stoere bedels die uw kind kan verzamelen aan de TikkieRing. Er zijn bedels voor onderzoeken, behandelingen en ingrepen. Meer informatie hierover vindt u in de app kindercardiologie of op de site www.hartekind.nl/tikkiering

Voorbereiding op de opname

Een week voor de ablatie bellen wij u over de datum en tijd van de ingreep.

Medicijnen

Uw kind moet 5 dagen voor de ablatie stoppen met de medicijnen tegen de hartritmestoornis. Krijgt uw kind in deze 5 dagen een hartritmestoornis die niet vanzelf overgaat? Neem dan contact op met het ziekenhuis. De verpleegkundig consulent maakt hierover afspraken met u.

Ontharen, sieraden en nagellak
  • Heeft uw kind haargroei in de liezen? Onthaar deze dan voor u naar het ziekenhuis komt. Dat kan een dag voor de opname.
  • Uw kind mag geen nagellak ophebben. '
  • Uw kind mag geen sieraden of piercings dragen.

Verdovende zalf

U heeft van ons verdovende zalf meegekregen. De dag van de ingreep smeert u dit op beide handen van uw kind voor u naar het ziekenhuis komt. Hierdoor is het aanbrengen van het infuus minder gevoelig.

Moet mijn kind nuchter zijn?

Voor deze ingreep moet uw kind nuchter zijn.

Dit betekent dat 6 uur voor u in het ziekenhuis moet zijn, uw kind niet meer mag eten. Uw kind mag dan nog wel heldere dranken drinken. Bijvoorbeeld water, thee en aanmaaklimonade. 1 uur voor de ingreep mag uw kind ook niets meer drinken.

Opname in het ziekenhuis

Uw kind wordt opgenomen op de afdeling Kinderthoraxcentrum. Uw kind blijft voor de ablatie een dag en een nacht in het ziekenhuis. 1 ouder mag bij het kind blijven slapen.

Kleding

Uw kind krijgt een pyjamajas van het ziekenhuis aan. Uw kind mag een onderbroek en sokken aanhouden.

Op de hartkatheterisatie-kamer

Een verpleegkundige brengt uw kind naar de hartkatheterisatie-kamer. Er mag 1 ouder mee. Deze kamer is niet in het Sophia Kinderziekenhuis, maar in een ander deel van het Erasmus MC.

Hier krijgt uw kind een infuus in de hand. We sluiten uw kind ook aan op een monitor. Hiermee meten we de hartslag, bloeddruk en zuurstof in het bloed. Daarna brengen we uw kind onder narcose via een kapje over de mond of via het infuus. U mag blijven tot uw kind in slaap is. Wij bellen u zodra de ablatie klaar is.

Wat gaan we doen?

We doen een ablatie via een hartkatheterisatie. We gebruiken hiervoor een dun buisje. Dit heet een hartkatheter. De kindercardioloog brengt het buisje binnen in de lies van uw kind. Vanaf hier gaat het buisje via een bloedvat naar de juiste plek in het hart.

afb

We gebruiken röntgenstraling om te zien waar het buisje is. Zo weten we zeker dat we op de juiste plek zijn. Hier beschadigen we het weefsel door het heel koud of heel heet te maken. Daardoor ontstaat een litteken. Het litteken laat de verkeerde prikkels niet meer door. Zo wordt het hartritme meestal weer normaal.

De ablatie duurt ongeveer 4 uur.

Na de ablatie

Na de ablatie brengen wij uw kind naar de uitslaapkamer. De kindercardioloog belt u als de ablatie klaar is. Er mag 1 ouder naar de uitslaapkamer. Een verpleeghulp brengt u hier naartoe.

Zodra uw kind goed wakker is, brengen we uw kind naar het Kinderthoraxcentrum. Uw kind mag dan weer eten en drinken. Uw kind moet 4 uur plat in bed blijven liggen. Om de lies van uw kind zit een drukverband. Het drukverband houdt de wond dichtgedrukt.

Voelt uw kind een warm, nat gevoel of zwelling in de lies? Vertel dit dan direct aan de verpleegkundige. Dit kan een bloeding zijn.

Naar huis

De volgende ochtend maken we een echo van het hart en een hartfilmpje bij uw kind. U heeft ook een ontslaggesprek met de kindercardioloog en met de verpleegkundig consulent kindercardiologie.

Van de afdelingssecretaresse krijgt u een afspraak mee voor controle op de polikliniek. U kunt deze ook via e-mail krijgen.

Als uw kind uit het Radboudumc naar ons is gekomen, gaat de zorg weer terug naar het Radboudumc. Dan krijgt u daar een poli controle.

Weer thuis

Genezing van de wond in de lies

In de lies van uw kind zit een wondje. Er zal een korstje op de wond komen. Laat dit zitten. Dit beschermt de wond. Het korstje gaat weg als de wond genezen is. Soms komt er nog vocht uit de wond. U kunt er dan een gaas of een pleister op doen.

De wond kan gaan bloeden. Druk dan met uw vinger 1 cm boven het wondje, voor 10 minuten. Is het bloeden gestopt? Doe er dan een gaas of pleister op.

Uw kind kan nog een onprettig gevoel hebben aan de lies. U kunt uw kind dan paracetamol geven.

Antistolling

Heeft uw kind een ablatie gehad aan de linkerkant van het hart? Dan moet uw kind voor 6 weken 1 keer per dag een tablet acetylsalicylzuur(aspirine) nemen. Dit medicijn zorgt dat er geen bloedstolsels komen op de littekens van de ablatie. U krijgt een recept van de afdelingsarts. Door dit medicijn kan uw kind sneller blauwe plekken krijgen. Ook bloedt uw kind wat langer na bij verwonding.

Douchen of in bad

Uw kind mag thuis weer kort douchen. Als het korstje van het wondje vanzelf verdwenen is, mag uw kind weer in bad en langer douchen.

Bewegen

Uw kind mag de eerste week niet sporten en niet zwaar te tillen.

Complicaties

De kans op complicaties na een ablatie is klein. Uw kind kan een bloeduitstorting in de lies krijgen. Dit ziet eruit als een donkerrode of paarse vlek. Deze bloeduitstorting gaat na een aantal dagen weer weg.

Wanneer contact opnemen?

Neem contact met ons op als:
  • de wond rood, of gezwollen is, of als er geel/groen vocht uitkomt. Dit kunnen tekenen van een ontsteking zijn.
  • uw kind een bobbel in de lies heeft.
  • er een grote bloeduitstorting is in de lies, die niet weggaat, groter wordt of pijnlijk blijft
  • uw kind koorts krijgt boven 38,5 graden.
  • uw kind niet opknapt.


Contact

Heeft uw kind klachten of heeft u nog vragen? Neem dan contact op met de verpleegkundig consulent kindercardiologie via:
  • De BeterDichtbij app
  • Telefonisch: 06 24 85 13 57 (maandag t/m vrijdag van 8.00 – 16.00 uur)
  • Email: vc.kindercardiologie@erasmusmc.nl
De BeterDichtbij app is een gratis app waarmee u op een veilige manier kunt appen met de verpleegkundig consulent. De verpleegkundig consulent stuurt u een uitnodiging voor deze app. Op werkdagen krijgt u zo snel mogelijk een reactie op uw bericht.

Voor vragen buiten kantooruren, die niet kunnen wachten, belt u met de Spoedeisende Hulp Erasmus MC 010-7040145.