Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Blaasaugmentatie

het vergroten van de blaas

Een blaasaugmentatie is een operatie waarbij de arts de blaas vergroot met een stukje dikke of dunne darm.

Download PDF

Voorbereiding

Anesthesie
De operatie vindt plaats onder anesthesie (narcose). Leest u daarom ook de informatie ‘Anesthesie en de begeleiding van uw kind’ op www.erasmusmc.nl.

Opname
De duur van de opname is per kind verschillend, maar ligt gemiddeld rond de 2 weken.

Lege darmen
Soms is het nodig om de darmen vóór de operatie goed schoon te maken met klysma's of speciale medicijnen.

U kunt uw kind vertellen dat hij
  • ongeveer 14 dagen naar het ziekenhuis gaat voor een operatie en dat u er zo vaak mogelijk bent om voor hem te zorgen
  • niets merkt van de operatie omdat de dokter hem op een speciale manier laat slapen
  • na de operatie dunne plastic buisjes (slangetjes) uit zijn buik ziet steken
  • misschien buikpijn heeft na de operatie, maar dat de dokter daar wel een medicijn tegen heeft
Kinderen kunnen gaan fantaseren bij het woord ‘slangetje’ en denken dat het om een levende slang of tuinslang gaat. U kunt dit voorkomen door uit te leggen dat het om een dun, hol plastic buisje gaat.

Over de operatie

Bekijk hier de animatie over de operatie:




Wat is het doel?
Het doel van de operatie is om de druk in de blaas te verlagen en op die manier de nieren te beschermen.

Waarom een blaasaugmentatie?
Voordat de arts deze operatie adviseert is er meestal al geprobeerd om het probleem op een andere manier op te lossen, bijvoorbeeld met medicijnen. De redenen voor een blaasaugmentatie kunnen zijn:

  • de blaascapaciteit is te klein
  • er zit geen rek in de blaas waardoor deze niet of te weinig kan uitzetten
  • een te hoge druk in de blaas.

Verloop van de operatie

Een verpleegkundige brengt u en uw kind naar de voorbereidingsruimte waar de anesthesioloog uw kind in slaap brengt. U mag mee totdat uw kind slaapt. Tijdens de operatie kunt u gerust even naar buiten, u hoeft niet de hele tijd in het ziekenhuis te blijven.

In het Erasmus MC Sophia gebruiken wij meestal de dunne darm voor het vergroten van de blaas. De arts maakt een snede van de navel tot het schaambeen, soms is het mogelijk om dit binnen de bikinilijn te doen. U hoort dit van tevoren. Bij het wegnemen van het stukje darm blijft de bloedvoorziening van dit stukje intact. De arts hecht de 2 uiteinden van de darm weer aan elkaar, zodat deze weer doorgankelijk is. Hij knipt het stukje weggehaalde darm (van ± 15 centimeter) over de lengte door en hecht deze met de zijkanten aan elkaar. Zo ontstaat een soort bolvormig kapje (een pouch) om de blaas mee te vergroten. Vervolgens wordt de blaas opengemaakt en het kapje op de blaas vastgehecht. Soms is het nodig om eerst een stukje van de blaas of littekenweefsel weg te halen.

Sommige kinderen krijgen een katheteriseerbaar stoma aangelegd. Zie de informatie over ‘Katheteriseren continent urinestoma’ op www.erasmusmc.nl.

Duur van de operatie
De operatie duurt 3 tot 5 uur.

Na de operatie


Zodra uw kind wakker is brengen wij u naar hem toe. Soms is het nodig dat een kind een nacht op de high care verblijft vanwege de lange anesthesie. Meestal kan hij dan de volgende dag terug naar de kliniek.

Nazorg en controle


Suprapubische katheter

Na de operatie is de blaas niet meteen waterdicht. Uw kind heeft daarom een aparte katheter via de buikwand in de blaas: een suprapubische katheter. Deze katheter mag er ongeveer na 4-6 weken uit.

Katheteriseren en spoelen van de blaas
Het stukje darm scheidt slijm af. Om dit uit de blaas te verwijderen, moet de blaas van uw kind 2 keer per dag worden gespoeld. Tijdens de opname in het ziekenhuis krijgen u en uw kind uitleg over het zelf katheteriseren van de blaas. U leert ook hoe u de blaas moet spoelen.

Na ongeveer 4 à 5 weken wordt uw kind een dag en soms ook een nacht opgenomen om te kijken of het katheteriseren goed gaat. Als dit zo is, mag de suprapubische katheter er na ongeveer 1 week uit. De blaas moet nu 4 tot 5 keer per dag worden gekatheteriseerd en dagelijks gespoeld.

Blaaskrampen
Het is goed mogelijk dat uw kind na de operatie last heeft van blaaskrampen. Hij krijgt hiertegen medicijnen.

Naar huis

Na ongeveer 2 weken mag uw kind naar huis met de suprapubische katheter.

Leefregels


Sporten
Totdat de wond enigszins is genezen, mag uw kind niet sporten. Vanaf 3 maanden na de operatie zijn bijna alle sporten toegestaan, maar overleg dit van tevoren op de polikliniek. Het is wel belangrijk om vóór een sportieve activiteit de blaas te katheteriseren.

SOS-plaatje

Wij raden u aan een SOS-plaatje te laten maken met de nodige informatie, www.alarmpenning.nl/nl-nl.

Bijwerkingen en complicaties

Een blaasaugmentatie is een grote en ingewikkelde ingreep. De uitgebreidheid hangt onder andere af van de ernst van de blaasproblemen en eerder uitgevoerde operaties.

Na de operatie kunnen verschillende complicaties ontstaan:

  • Infecties of nabloedingen in de buik in de eerste dagen na de ingreep waardoor een nieuwe operatie nodig is. Gelukkig komt dit niet vaak voor.
  • Het kan enige tijd duren voordat de darmen weer ‘goed op gang komen’. Als dit de eerste dagen niet goed lukt, is een tijdelijke maagsonde (slangetje) nodig om maagvocht via de sonde naar buiten af te voeren. De sonde gaat via de neus naar de maag.
  • Blaasinfecties of blaasstenen op lange termijn door slijmvorming van het stukje darm (op de blaas) samen met het verkeerd katheteriseren van de blaas en/of op verkeerde manier blaasspoelen.
  • Urine-incontinentie.
  • Lichte verzuring van het bloed, maanden of jaren na de operatie. Uw kind krijgt hiervoor dan (tijdelijk) medicijnen.

Het regelmatig spoelen van de blaas en regelmatig katheteriseren is heel belangrijk om complicaties te voorkomen.

Heeft u nog vragen?

Wanneer een kind een tijdje in het ziekenhuis moet doorbrengen is dat een spannende, meestal nieuwe ervaring. Wij houden hiermee zoveel mogelijk rekening. We doen ons best uw kind op zijn gemak te stellen en het verblijf in het Erasmus MC Sophia zo kort en aangenaam mogelijk te maken.

Wij kunnen ons goed voorstellen dat u nog vragen heeft voordat uw kind wordt opgenomen. U kunt hiervoor terecht bij de behandelend arts.

Contact

  • Secretaresse urologie (010) 703 65 59
  • E-mail: kinderurologie@erasmusmc.nl