Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

CT-colografie

Virtuele coloscopie

U komt binnenkort naar het ziekenhuis voor een CT-scan. Hier leest u over dit onderzoek, de voorbereiding en wat u na het onderzoek kunt verwachten.

Download PDF

Over het onderzoek

Wat is een CT-scan?

Een CT-scan is een onderzoek met röntgenstraling. Tijdens het onderzoek ligt u op een onderzoekstafel. Er draait een röntgenbuis om u heen. De CT-scanner maakt veel foto's van een bepaald deel van uw lichaam. Alle foto's samen geven een goed beeld van de binnenkant van uw lichaam. Zo kunnen we zien of er iets mis is met een orgaan of lichaamsdeel.

afb

Afbeelding 1. Een CT-scanner.

Risico's van röntgenstraling

Röntgenstraling brengt risico's met zich mee. Daarom gebruiken we zo weinig mogelijk straling. U krijgt alleen een CT-scan als dat echt nodig is. U leest meer over de risico's in ‘Straling’.


Wat is een CT-colografie?

Een CT-colografie is een CT-scan van de dikke darm. We onderzoeken of u poliepen of andere afwijkingen in de dikke darm heeft.

Mogelijk heeft u eerder een coloscopie gehad. Daarbij bekijken we de dunne darm met een slang met een camera. Deze brengen we naar binnen via de anus. Bij een CT-colografie hoeft dat niet. Daarom vinden de meeste patiënten een CT-colografie minder vervelend dat een coloscopie.

Voor dit onderzoek is een speciale voorbereiding nodig. Dit leest u verderop.

Bent u zwanger of geeft u borstvoeding? Overleg dan met uw behandelend arts.

Contrastmiddel

Contrastmiddel is een vloeistof. De vloeistof zorgt dat we een beter beeld krijgen. In de vloeistof zit jodium. Daarom noemen we dit ook wel een jodiumhoudend contrastmiddel. Er zijn 2 soorten contrastmiddelen die we bij dit onderzoek mogelijk gebruiken:
  1. Telebrix. Dit contrastmiddel drinkt u thuis voor het onderzoek. Het kleurt uw ontlasting. Hier leest u meer over onder ‘Dieet schema 1 (standaard)’.
  2. Contrastmiddel dat u in het ziekenhuis via een infuus krijgt. Via het infuus komt het contrastmiddel in uw bloed. In veel gevallen is een CT-colografie zonder dit soort contrastmiddel. De radioloog bepaalt een paar dagen voor het onderzoek of u dit contrastmiddel krijgt. Daarom kan het zijn dat u een brief heeft gekregen voor een CT zonder contrast, terwijl u tijdens de CT-scan toch een contrastmiddel krijgt. Dit hoort u op de dag van het onderzoek in het ziekenhuis.

Voorbereiding

Video

Bekijk deze video om een indruk te krijgen van de CT-colografie:

  • Nederlands:

  • English:

Genoeg drinken

Drink genoeg op:
  • de dag vóór het onderzoek
  • de dag van het onderzoek zelf
  • de dag na het onderzoek
Drink op deze dagen 1,5 tot 2 liter water, thee of limonade. Dit is belangrijk als u contrastmiddel krijgt. Genoeg drinken zorgt dat u contrastmiddel snel uit plast. Zo beschermt u uw nieren.

Heeft u last van hartfalen? En mag u daardoor een maximale hoeveelheid vocht drinken? Dan moet u zich daaraan blijven houden.


Medicijnen

Slikt u medicijnen? Deze mag u gewoon innemen.

Dieet

Als voorbereiding op de CT-colografie moet u een dieet volgen. Dit doet u 2 dagen: op de dag voor het onderzoek en op de dag van het onderzoek. Dit is nodig om uw dikke darm goed te kunnen beoordelen.

U volgt het ‘Dieet schema 1 (standaard)’. Behalve als u allergisch bent voor contrastmiddel, of als uw schildklier te snel werkt (hyperthyreoïdie). Dan volgt u het ‘Dieet schema 2’.

Dieet schema 1 (standaard)

Het dieet bestaat uit 2 onderdelen:
  • U eet zo min mogelijk vezels. Dit zorgt dat uw darmen zo leeg mogelijk zijn.
  • U neemt het contrastmiddel Telebrix. Dit is een contrastmiddel met jodium. Deze vloeistof kleurt de ontlasting op de CT-beelden, zodat deze goed zichtbaar is. U haalt Telebrix op bij de balie van Radiologie.

De dag voor de CT-colografie

Op de dag voor de CT-colografie:
  • Tot en met het avondeten: volg het ‘Dieet met weinig vezels’ hieronder.
    • Bij de lunch: neem 50 ml Telebrix.
    • Bij het avondeten: neem 50 ml Telebrix.
  • Na het avondeten: u mag niks meer eten. U mag alleen nog drinken. U mag alleen water, limonade, sap (appelsap, heldere vruchtenmixdranken), frisdrank, bouillon, koffie, thee.
  • Zorg ervoor dat u genoeg drinkt (minimaal 10 tot 12 glazen per dag).
Dieet met weinig vezels
Graanproducten

Dit mag u niet eten (veel vezels) Dit mag u wel eten (weinig vezels)
  • bruin brood, volkoren brood, roggebrood
    tarwe- of maiszemelen
  • muesli
  • volkoren pasta of meergranenpasta
  • havermoutpap
  • zilvervliesrijst
  • wit brood, beschuit, toast
  • witte rijst
  • pasta (spaghetti, macaroni)
  • pannenkoeken
  • custardpap, lammetjespap (rijstebloempap)



Groenten

Dit mag u niet eten (veel vezels) Dit mag u wel eten (weinig vezels)
asperges, bleekselderij, zuurkool, snijbonen, sperziebonen, prei, doperwten, peulvruchten, taugé, maïs, champignons, tomaten, rauwkost, uit, knoflook
  • gaar gekookte wortelen, bloemkool, lof, andijvie, spinazie
  • aardappelen


Fruit

Dit mag u niet eten (veel vezels) Dit mag u wel eten (weinig vezels)
  • onrijp fruit
  • bosvruchten (aardbeien, bessen, bramen)
  • sinaasappel, grapefruit, mandarijn, ananas, mango, kiwi
  • gedroogde vruchten. Bijvoorbeeld dadels, vijgen, pruimen, krenten, rozijnen, kokos
  • appel, banaan, peer
    • alleen vers, rijp, zonder schil en zonder pitten


Noten, pinda’s en zaden

U mag geen noten, pinda’s en zaden eten. Bij zaden kunt u denken aan sesamzaad, maanzaad, zonnebloempitten.

Vlees en vis

U mag alle soorten vlees, kip en vis eten.

Soep

U mag alle soorten soep eten. Bijvoorbeeld bouillon, soep met stukjes vlees en soep van gepureerde groenten.

Beleg

Dit mag u niet eten (veel vezels) Dit mag u wel eten (weinig vezels)
  • pindakaas
  • marmelade
  • jam met stukjes fruit
  • kaas
  • vleeswaren
  • zoet beleg
  • eieren
  • suiker



Dranken en vloeibare voeding

Dit mag u niet drinken (veel vezels) Dit mag u wel drinken (weinig vezels)
  • vruchtensap met vruchtvlees
  • vruchtensap zonder vruchtvlees
  • limonade of frisdrank
  • thee en koffie
  • water
  • melk
  • melkproducten (vla, yoghurt, kwark) zonder stukjes
  • alcoholische dranken


Tussendoortjes

Dit mag u niet eten (veel vezels) Dit mag u wel eten (weinig vezels)
  • popcorn
  • koekjes
  • chocolade met nootjes
  • chocolade zonder nootjes
  • snoep
  • ijs
  • cake


Kruiden

Dit mag u niet eten (veel vezels) Dit mag u wel eten (weinig vezels)
  • scherpe kruiden (chilipeper, cayennepeper)
  • zout, peper
  • paprikapoeder, nootmuskaat, kaneel, peterselie
  • mosterd, ketchup


De dag van de CT-colografie

Op de dag van de CT-colografie:
  • Is uw afspraak in de ochtend? Dan mag u niet ontbijten. U mag alleen drinken.
  • Is uw afspraak in de middag? Dan mag u ontbijten met vloeibare voeding tot ... uur. Bijvoorbeeld met vla, yoghurt of kwark (zonder stukjes). Daarna mag u alleen nog drinken.
  • 1,5 uur voor uw afspraak: neem 50 ml Telebrix.
  • Ga voor uw afspraak een paar keer naar het toilet voor ontlasting.
  • Zorg dat u genoeg drinkt (minimaal 10 tot 12 glazen per dag).
  • Sommige mensen krijgen last van dunne ontlasting door de combinatie van het dieet en het contrastmiddel.


Dieet schema 2

Bent u allergisch bent voor contrastmiddel? Of werkt uw schildklier te snel (hyperthyreoïdie)? Dan mag u het contrastmiddel Telebrix niet nemen. In plaats daarvan neemt u het laxeermiddel Moviprep en mag u niet eten voor het onderzoek. Zo zorgen we dat er geen ontlasting in de dikke darm zit tijdens het onderzoek. Daardoor kunnen we uw darm toch goed beoordelen, zonder contrastmiddel te gebruiken.

Door het dieet moet u waarschijnlijk veel naar het toilet.

Moviprep is een laxeermiddel met citroensmaak. Het is verpakt in 4 zakjes: 2 grote zakjes (sachet A) en 2 kleine zakjes (sachet B). U heeft al deze 4 zakjes nodig voor het onderzoek. U kunt het laxeermiddel afhalen bij de balie van Radiologie.

Voorbereiding

Heeft u diabetes, naar uw contrastallergie of schildklieraandoening? U moet dan misschien tijdelijk minder insuline gebruiken. Bespreek dit met uw behandelend arts.

De dag voor de CT-colografie

Op de dag voor de CT-colografie:
  • Vanaf 12.00 uur: u mag niks meer eten. U mag nog wel drinken. Hieronder leest u welke dranken u mag drinken.
  • Om 14.00 uur: neem 1 liter Moviprep. Hoe u dit precies doet, leest u onder ‘Hoe neemt u Moviprep?’.
  • Om 19.00 uur: neem weer 1 liter Moviprep.
  • Vanaf 00.00 uur in de nacht: u mag nog steeds niks eten. Ook mag u niks meer drinken.
Hoe neemt u Moviprep?
  1. Los 1 grote sachet A en 1 kleine sachet B samen op in 1 liter water.
  2. Roer net zo lang tot het poeder helemaal is opgelost. Dit kan 5 minuten duren.
  3. Drink elke 10 minuten een glas met 200 ml van de Moviprep in water.
  4. Drink daarna minstens 1 liter van de dranken uit de lijst onder ‘Wat mag u drinken?’.
Let op: maak de 2e liter pas klaar op het tijdstip dat u deze moet innemen.

Wat mag u drinken?

U mag alleen deze dranken drinken:
  • water
  • thee (dit mag met suiker)
  • koffie (dit mag met suiker, maar niet met melk)
  • appelsap, druivensap, bessensap
  • limonadesiroop
  • gezeefde sinaasappelsap
  • gezeefde bouillon
U mag geen dranken met prik drinken.

De dag van de CT-colografie

Op de dag van het onderzoek mag u niks eten en drinken tot na het onderzoek. Neem wel iets te eten mee naar uw afspraak. Dit kunt u dan direct na het onderzoek eten.

Kunt u niet komen?

Kunt u niet op uw afspraak komen? Laat dit dan minstens 2 dagen van tevoren aan ons weten. Bel hiervoor naar het planbureau Radiologie (zie ‘Contact’ onderaan). We maken dan een nieuwe afspraak met u.

Op tijd aanwezig

Wij verwachten u 30 minuten voor uw afspraaktijd.

Kleding en sieraden

  • Sieraden moeten vaak af voor het onderzoek. U kunt ze daarom beter thuis laten.
  • U kunt het beste geen beha dragen naar uw afspraak. Of een beha zonder beugel en metalen haakjes. Anders moet u uw beha uittrekken voor het onderzoek.

Zwanger en borstvoeding

Zwanger

Bent u zwanger? Of denk u dat u misschien zwanger bent? Dan raden we een CT-scan af. De röntgenstraling is mogelijk schadelijk voor het kind. Neem contact op met uw behandelend arts.

Twijfelt u? Of heeft u vragen? Neem dan contact op met uw behandelend arts.

Borstvoeding

U kunt gewoon borstvoeding blijven geven na dit onderzoek. U krijgt mogelijk contrastmiddel voor het onderzoek. Dit is contrastmiddel met jodium. Er komt maar heel weinig jodium in de moedermelk terecht. Daarnaast nemen baby's deze stof niet goed op via hun maag en darmen. U hoeft daarom niet te stoppen met het geven van borstvoeding. Meer informatie vindt u op lareb.nl.

Wilt u toch niet dat uw baby met het contrastmiddel in aanraking komt? Kolf uw melk dan af in de 24 uur na het onderzoek. Gooi deze melk weg.


Wat moet u melden?

In een aantal gevallen zijn voorzorgsmaatregelen voor het onderzoek nodig. Dat geldt in de 6 gevallen hieronder. Geldt één van de 6 dingen voor u? Meld dit dan aan uw behandelend arts vóór het onderzoek.

Dingen die u moet melden:
  • Uw nieren werken niet goed en u gebruikt metformine (een medicijn bij suikerziekte/diabetes). U mag metformine niet innemen op de dag van het onderzoek en de dagen daarna. Voor u uw medicijnen weer in mag nemen, moet u een paar dagen na het onderzoek weer bloed laten prikken. Neem voor meer uitleg contact op met uw behandelend arts.
  • Uw nieren werken niet goed en u gebruikt NSAID's (pijnstillers zoals ibuprofen, naproxen en diclofenac). Het kan zijn dat u tijdelijk met deze medicijnen moet stoppen. Let op: neem altijd contact op met uw behandelend arts voordat u met medicijnen stopt.
  • Uw schildklier werkt te snel en u gebruikt hiervoor medicijnen. U mag misschien geen contrastmiddel krijgen.
  • U heeft eerder een allergische reactie op CT-contrastmiddel gehad. Het is belangrijk dat dit ruim voor het CT-onderzoek bekend is. Misschien zijn maatregelen nodig voor het CT-onderzoek. Bijvoorbeeld een afspraak bij de allergoloog. Of het toedienen van een ander soort contrastmiddel.
  • U bent allergisch voor het medicijn Buscopan.
  • U heeft glaucoom (verhoogde oogboldruk), prostaathypertrofie (een vergrote prostaat) of tachycardie (een te snel hartritme). U mag het medicijn Buscopan dan niet krijgen.

Niet rijden na het onderzoek bij allergie-medicijn

Heeft u eerder een allergische reactie gehad op CT-contrastmiddel? En heeft u een afspraak gehad met de allergoloog? Dan kan het zijn dat u van ons het medicijn Tavegyl/clemastine krijgt voor het onderzoek.

U mag dan niet zelf autorijden na het onderzoek. Dit geldt tot 24 na toediening van het medicijn. U kunt namelijk suf worden van dit medicijn. Houdt u hier rekening mee.


Bloed prikken

Bij sommige mensen is er een risico dat de nieren tijdelijk slechter gaan werken door het contrastmiddel. Daarom moeten we voor het onderzoek weten hoe goed uw nieren werken. Hiervoor moet u misschien bloed laten prikken.

Is de werking van uw nieren niet bekend? Of is de laatste uitslag te lang geleden? Dan moet u voor het onderzoek bloed laten prikken. Dit hoort u dan van uw behandelend arts.

Als uw nieren slecht werken

Blijkt uit het bloedonderzoek dat uw nieren niet goed genoeg werken? Dan verzetten we het onderzoek naar een andere dag. We bekijken of het veilig is om contrastmiddel bij u toe te dienen. Mogelijk zijn voorzorgsmaatregelen nodig. Hiervoor zijn 2 mogelijkheden:
  • Uw behandelend arts bekijkt of er andere onderzoeken of behandelingen mogelijk zijn, zonder contrastmiddel met jodium.
  • U krijgt 1 uur voor het CT-onderzoek extra vocht via een infuus. Zo beschermen we uw nieren.
Als er voorzorgsmaatregelen nodig zijn, neemt uw arts contact met u op.

Tijdens het onderzoek

Infuus

Voor het onderzoek krijgt u een infuus. Dit is een dun slangetje. Deze prikken we in een bloedvat in uw elleboog.

Na het onderzoek halen we het infuus er weer uit.

In de CT-kamer

We halen u op om naar de CT-kamer te gaan. Heeft u nog sieraden om, of een beha met metaal aan? Dan moet u deze mogelijk eerst in de kleedkamer afdoen en uittrekken.

In de CT-kamer krijgt u een korte uitleg over het onderzoek. U gaat op de tafel liggen.
  1. U krijgt het medicijn Buscopan via het infuus. Dit medicijn legt de bewegingen van uw dikke darm tijdelijk stil. Dit helpt om onbewogen beelden te krijgen.
  2. We brengen een slangetje in uw anus. Via dit slangetje brengen we lucht in uw darmen tijdens het onderzoek. Daardoor zet uw darm uit en kunnen we uw deze goed beoordelen. Het uitzetten van uw darmen geeft een vol gevoel.
    1. Terwijl de lucht in uw darmen stroomt, vragen we u om afwisselend op uw rechterzij, rug en linkerzij te draaien.
  3. We schuiven u in de ronde opening van de CT-scanner.
  4. Misschien krijgt u contrastmiddel via het infuus. Veel mensen krijgen kort een warm gevoel tijdens het inspuiten van de vloeistof. Dit is normaal en kan geen kwaad.
  5. Blijf tijdens het onderzoek goed stil liggen. Anders worden de beelden minder goed. Dan kunnen we het onderzoek niet goed beoordelen.
  6. We maken 2 scans. 1 scan terwijl u op uw buik ligt en 1 scan terwijl u op uw rug ligt. Tijdens beide scans vragen we u 10 tot 15 seconden uw adem in te houden.
Duur van het onderzoek
Het onderzoek duurt ongeveer 30 tot 45 minuten.

Einde van het onderzoek
Als het onderzoek klaar is, helpen we u van tafel. Daarna kunt u de ruimte verlaten. In het toilet kunt u zich wat opfrissen. U kunt naar huis of naar uw volgende afspraak. U krijgt niet meteen een uitslag mee.

Let op: het eerste half uur na het onderzoek mag u geen auto besturen. Dit omdat u tijdelijk wazig kunt zien door het medicijn Buscopan.

Bent u in het ziekenhuis opgenomen? Dan brengen we u terug naar uw kamer.

Na het onderzoek

Eten en drinken

Na het onderzoek kunt u gewoon eten en drinken.

De uitslag

De radioloog gaat het onderzoek beoordelen en maakt een verslag voor uw behandelend arts. Uw behandelend arts bespreekt de uitslag met u. Ongeveer 2 tot 3 werkdagen na het onderzoek staat de uitslag in uw dossier. Deze kan uw behandelend arts bekijken.

Als u contrastmiddel heeft gehad

Controle

Heeft u medicijnen tegen allergie voor contrastmiddelen gekregen? Dan blijft u na het onderzoek nog een half uur op de afdeling. Dit is ter controle.

Plassen na het onderzoek

Na een onderzoek met contrastmiddel krijgt u plaszakken mee naar huis.







Waarom gebruikt u de plaszak?
U krijgt tijdens uw onderzoek in het ziekenhuis contrastmiddel in uw bloedvat gespoten. Dit middel gaat uw lichaam ook weer uit als u plast. Het is moeilijk om de contrastvloeistof weer uit het rioolwater te zuiveren. Daarom willen we voorkomen dat het middel in het rioolwater terecht komt. Door te plassen in de plaszak komt de contrastvloeistof niet in het rioolwater terecht.

Thuis plassen in een plaszak
U krijgt 4 plaszakken mee naar huis. We vragen u om na het onderzoek thuis niet in de toiletpot te plassen. Plas in plaats daarvan in een plaszak. Gooi de plaszak niet in de toiletpot, maar bij het restafval.

Doe dit de eerste 4 keer dat u na het onderzoek gaat plassen. Daarna kunt u weer gewoon in de toilet plassen. Het contrastmiddel is dan voor het grootste deel uit uw lichaam.

In de plaszak zitten hele kleine korrels die van uw plas een soort gel maken. Het wordt hierdoor geen rommel.

Heeft u nog vragen over de plaszak? Ga dan naar www.plaszakziekenhuis.nl of neem contact op met de polikliniek Radiologie (zie 'Contact' onderaan de tekst).

Bijwerkingen en complicaties

Complicatie

Een CT-colografie is een veilig onderzoek. Maar heel soms ontstaat er een gaatje in de darmwand. Dit gebeurt ongeveer 1 op de 11.000 keer. Uw behandelend arts en de radioloog wegen dit risico af tegen de informatie die het onderzoek kan opleveren.

Allergie voor contrastmiddel

Heeft u contrastmiddel gekregen? Dan kunt u mogelijk een late allergische reactie krijgen. Dit is een reactie na meer dan 1 uur na toediening. Meestal gaat het om een rode huid of jeuk.

Heeft u een late allergische reactie?

  • Dit gaat vanzelf over.
  • Heeft u erg veel last? Neem dan contact op met uw huisarts.
  • Meld de reactie bij uw behandelend arts.
  • Krijgt u later nog een keer een CT-scan? Meld deze late reactie dan bij de laborant in het ziekenhuis. U krijgt dan misschien een ander contrastmiddel bij het onderzoek.


Bijwerkingen Buscopan

Tijdens het onderzoek krijgt u het medicijn Buscopan. Hierdoor kunt u last krijgen van wazig zien. Ook kunt u mogelijk urine vasthouden. Deze bijwerkingen zijn meestal niet ernstig en gaan snel weer over. Kunt u 6 uur na toediening van het medicijn nog niet plassen? Neem dan contact op met uw huisarts.

Contact

Heeft u nog vragen?

Vragen kunt u altijd stellen aan uw behandelend arts of aan de radiologisch laborant die het onderzoek uitvoert.

Hoe kunt u contact opnemen?

Wilt u uw afspraak verzetten? Bel dan naar het planbureau Radiologie:
  • (010) 704 02 65, keuze 1
  • bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 8.00 tot 16.30 uur
Heeft u een andere vraag? Bel dan naar de polikliniek Radiologie:
  • (010) 704 20 06, keuze 1
  • bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 8.00 t/m 16.30 uur
Op andere dagen en tijden belt u naar het algemene nummer van het Erasmus MC:
  • (010) 704 0 704