Wat is bloedsuiker?
Normaal gesproken zorgt het lichaam ervoor dat er precies genoeg insuline gemaakt wordt om de bloedsuiker tussen de 4 en de 8 mmol te houden. Bloedsuiker is de hoeveelheid glucose die in uw bloed zit. Deze glucose is voornamelijk afkomstig uit de verschillende suikers die u eet.
Bij een insulinoom wordt er extra insuline aangemaakt, waardoor er snel een te lage bloedsuiker optreedt.
Het advies bij een insulinoom is dan ook om regelmatig, bv om de 2 uur, iets te nuttigen met koolhydraten, liefst in combinatie met eiwit, vet en vezels (zie voor meer informatie hieronder bij welke rol speelt voeding)
Bij een insulinoom wordt er extra insuline aangemaakt, waardoor er snel een te lage bloedsuiker optreedt.
Het advies bij een insulinoom is dan ook om regelmatig, bv om de 2 uur, iets te nuttigen met koolhydraten, liefst in combinatie met eiwit, vet en vezels (zie voor meer informatie hieronder bij welke rol speelt voeding)
Welke rol speelt voeding?
Hoe hoog uw bloedsuiker wordt, hangt onder andere af van hoeveel suikers u eet. Suikers, ook wel koolhydraten genoemd, komen in verschillende vormen in ons eten voor. Voorbeelden hiervan zijn:
Al die koolhydraten worden tijdens de spijsvertering afgebroken tot glucose. Via de darm komt de glucose in het bloed, waarna het bloedsuiker wordt genoemd.
Het is voor uw bloedsuiker gunstig als u vezelrijke producten kiest zoals zilvervliesrijst, volkorenbrood en peulvruchten. Deze vertragen namelijk de vertering, zodat de suikers uit het eten langzamer opgenomen worden en uw bloedsuiker zodoende langer gelijkmatig blijft. Ook eiwitten en vetten vertragen de vertering, zoals aanwezig in hartig beleg, vlees, vis, eieren. Het is bij een neiging tot snel een te lage bloedsuiker dus het beste om hetgeen u eet te combineren met vezels, vetten en eiwitten.
Pas op voor (veel) koffie en thee met suiker, gewone limonade (met suiker) en limonadesiroop; doordat de kristalsuiker opgelost is in een heldere drank, komt deze vrij snel in grote hoeveelheden in het bloed, waardoor het lichaam reageert met de aanmaak van een extra stoot insuline. Na even een verhoogde bloedsuiker gehad te hebben, kunt u als tegenreactie van het lichaam juist snel een te lage bloedsuiker (hypo) verwachten.
Neemt u, om dit probleem te voorkomen, altijd iets met langzamere koolhydraten liefst gecombineerd met vezels, eiwit en vet tijdens of na het drinken van suikerhoudende, heldere dranken. Voorbeelden hiervan zijn volkorenbrood, roggebrood, krentenbol, volkorencrackers, ontbijtkoek. Alle hiervoor genoemde voorbeelden besmeren met boter en beleggen met bij voorkeur hartig beleg zoals kaas, ei, vleeswaren, vis (vers of uit blik).
Wilt u toch graag zoet beleg, dan zoveel mogelijk het hartige beleg combineren met zoetbeleg, zoals kaas met appelstroop, ham met jam, kaas met pindakaas, pindakaas met banaan.
- zetmeel:
- in aardappelen, rijst, brood, tarwebloem (koek, gebak)
- vruchtensuiker:
- in fruit, vruchtensap
- melksuiker:
- in melk, vla, yoghurt
- (kristal)suiker:
- in snoep, zoet beleg, gebak, frisdranken
Al die koolhydraten worden tijdens de spijsvertering afgebroken tot glucose. Via de darm komt de glucose in het bloed, waarna het bloedsuiker wordt genoemd.
Het is voor uw bloedsuiker gunstig als u vezelrijke producten kiest zoals zilvervliesrijst, volkorenbrood en peulvruchten. Deze vertragen namelijk de vertering, zodat de suikers uit het eten langzamer opgenomen worden en uw bloedsuiker zodoende langer gelijkmatig blijft. Ook eiwitten en vetten vertragen de vertering, zoals aanwezig in hartig beleg, vlees, vis, eieren. Het is bij een neiging tot snel een te lage bloedsuiker dus het beste om hetgeen u eet te combineren met vezels, vetten en eiwitten.
Pas op voor (veel) koffie en thee met suiker, gewone limonade (met suiker) en limonadesiroop; doordat de kristalsuiker opgelost is in een heldere drank, komt deze vrij snel in grote hoeveelheden in het bloed, waardoor het lichaam reageert met de aanmaak van een extra stoot insuline. Na even een verhoogde bloedsuiker gehad te hebben, kunt u als tegenreactie van het lichaam juist snel een te lage bloedsuiker (hypo) verwachten.
Neemt u, om dit probleem te voorkomen, altijd iets met langzamere koolhydraten liefst gecombineerd met vezels, eiwit en vet tijdens of na het drinken van suikerhoudende, heldere dranken. Voorbeelden hiervan zijn volkorenbrood, roggebrood, krentenbol, volkorencrackers, ontbijtkoek. Alle hiervoor genoemde voorbeelden besmeren met boter en beleggen met bij voorkeur hartig beleg zoals kaas, ei, vleeswaren, vis (vers of uit blik).
Wilt u toch graag zoet beleg, dan zoveel mogelijk het hartige beleg combineren met zoetbeleg, zoals kaas met appelstroop, ham met jam, kaas met pindakaas, pindakaas met banaan.
Wat is een hypo? Wat is een hyper?
Een hypoglycaemie, kortweg hypo is een te lage bloedsuiker (lager dan 4 mmol). U merkt dit aan verschijnselen zoals transpireren, verwardheid, wazig zien en een wisselend humeur. U kunt een hypo opheffen door snel extra glucose te nemen. Dit bereikt u het best door een paar druivensuikertabletten te eten. Heeft u dit niet bij de hand, dan kunt u ook kiezen voor frisdrank (géén light), koffie of thee met veel suiker, zuurtjes of suikerklontjes. Zorg ervoor dat u altijd iets bij u heeft onderweg waar snelle en langzame koolhydraten inzitten, zoals respectievelijk druivensuiker of een rol snoep (bv pepermunt) en een krentenbol, evergreen of rol volkorenbiscuit.
Als de volgende maaltijd nog lang op zich laat wachten (zo'n 1½ uur of langer) is het verstandig om nog iets extra's met koolhydraten te gebruiken, bv. 1 snee volkorenbrood met boter en hartig beleg, 1 portie fruit gecombineerd met volle yoghurt/kwark, of een grote koek. Probeer te achterhalen waardoor de hypo is ontstaan, om een volgende hypo te voorkomen. Flinke lichamelijke activiteit zoals sporten of tuinieren en het drinken van alcohol verlagen de bloedsuiker extra (dus nog meer kans op een hypo!). Het eten van extra koolhydraten tijdens het sporten, tuinieren of drinken van alcohol kan dan nodig zijn.
Een hyperglycaemie, kortweg hyper is een te hoge bloedsuiker (boven de 8 a 10 mmol). U merkt dit aan verschijnselen zoals dorst, droge tong, veel plassen (door het vele drinken tgv de dorst), moeheid, slaperigheid en jeuk. Een hyper kan ontstaan door ziekte zoals griep of door de speciale medicatie die u krijgt bij uw insulinoom. Heeft u een hyper, dan kunt u het beste veel (mineraal)water, thee zonder suiker, koffie zonder suiker drinken.
Als de volgende maaltijd nog lang op zich laat wachten (zo'n 1½ uur of langer) is het verstandig om nog iets extra's met koolhydraten te gebruiken, bv. 1 snee volkorenbrood met boter en hartig beleg, 1 portie fruit gecombineerd met volle yoghurt/kwark, of een grote koek. Probeer te achterhalen waardoor de hypo is ontstaan, om een volgende hypo te voorkomen. Flinke lichamelijke activiteit zoals sporten of tuinieren en het drinken van alcohol verlagen de bloedsuiker extra (dus nog meer kans op een hypo!). Het eten van extra koolhydraten tijdens het sporten, tuinieren of drinken van alcohol kan dan nodig zijn.
Een hyperglycaemie, kortweg hyper is een te hoge bloedsuiker (boven de 8 a 10 mmol). U merkt dit aan verschijnselen zoals dorst, droge tong, veel plassen (door het vele drinken tgv de dorst), moeheid, slaperigheid en jeuk. Een hyper kan ontstaan door ziekte zoals griep of door de speciale medicatie die u krijgt bij uw insulinoom. Heeft u een hyper, dan kunt u het beste veel (mineraal)water, thee zonder suiker, koffie zonder suiker drinken.
Wat te doen bij ziekte?
Wanneer u ziek bent, kan uw bloedsuiker sterk wisselen. Raadpleeg daarom bij koorts, diarree of braken uw arts.
Zorg ervoor dat u voldoende drinkt. Genoeg vocht is van extra belang bij ziekte. Vervang bij slechte eetlust brood, aardappelen en dergelijke door vloeibare voedingsmiddelen, zoals pap, vla of gebonden soep. Vloeibare voedingsmiddelen worden vaak gemakkelijker gegeten dan vaste voedingsmiddelen
Zorg ervoor dat u voldoende drinkt. Genoeg vocht is van extra belang bij ziekte. Vervang bij slechte eetlust brood, aardappelen en dergelijke door vloeibare voedingsmiddelen, zoals pap, vla of gebonden soep. Vloeibare voedingsmiddelen worden vaak gemakkelijker gegeten dan vaste voedingsmiddelen
Wat is de rol van eiwitten, vetten en voedingsvezels?
Zowel eiwitten, vetten als voedingsvezels vertragen de vertering van de maaltijd. Hierdoor worden de suikers uit het eten langzamer opgenomen door de darm het bloed in. Uw bloedsuiker blijft daardoor langer en gelijkmatiger op een goed peil.
Waar zitten koolhydraten, voedingsvezels, eiwitten en vetten in?
Brood, broodvariaties en ontbijtproducten
In alle broodsoorten zitten veel langzame koolhydraten. De meeste broodsoorten bevatten weinig vet en weinig eiwit. Alleen bij de bereiding van een aantal luxe broodsoorten zoals croissants wordt extra vet toegevoegd.
Het is voor uw bloedsuikers gunstig als u vezelrijke producten kiest zoals volkorenbrood, meergranenbrood, bruinbrood en roggebrood. Neem bij slechte eetlust liever bruinbrood dan volkorenbrood.
Het is voor uw bloedsuikers gunstig als u vezelrijke producten kiest zoals volkorenbrood, meergranenbrood, bruinbrood en roggebrood. Neem bij slechte eetlust liever bruinbrood dan volkorenbrood.
Halvarine-, margarine- en roomboterproducten
Alle botersoorten bevatten vet, waarbij roomboter en (dieet)margarine 80% vet bevatten en (dieet)halvarine maar 40% vet. Botersoorten bevatten geen eiwit en geen koolhydraten. Naast vet bevatten botersoorten ook vitamine A en D. Gebruik het daarom op elke boterham. Neem bij slechte eetlust dik roomboter op brood!
Kaasbeleg
Kaasbeleg bevat geen koolhydraten, maar de meeste kaassoorten bevatten wel veel eiwit en vrij veel vet. Het vetgehalte wordt aangegeven met een getal. Hoe lager dit getal hoe minder vet de kaas bevat. Dus 20+ kaas bevat veel minder vet dan 48+ kaas. Hoe magerder de kaas, des te meer eiwit bevat deze. “Gewone” kaas is 48+ kaas. Deze wordt ook wel volvet genoemd. De aanduiding jong, belegen en oud geeft de leeftijd aan van de kaas, maar zegt niets over de hoeveelheid vet. Neem bij slechte eetlust dik kaasbeleg op brood!
Vleesbeleg
Net als kaas bevat vleesbeleg weinig tot geen koolhydraten, maar wel veel eiwit en vaak veel vet.
Worstsoorten zoals berliner zijn veel vetter dan fijne vleeswaren zoals rookvlees; ook bevatten worstsoorten vaak wel een beetje bindmiddel (koolhydraten) zoals bloem, maar deze helpen niet echt om de bloedglucose op peil te houden.
Hoe magerder het vleesbeleg, hoe hoger het eiwitgehalte. Neem bij slechte eetlust dik vleesbeleg op brood!
Worstsoorten zoals berliner zijn veel vetter dan fijne vleeswaren zoals rookvlees; ook bevatten worstsoorten vaak wel een beetje bindmiddel (koolhydraten) zoals bloem, maar deze helpen niet echt om de bloedglucose op peil te houden.
Hoe magerder het vleesbeleg, hoe hoger het eiwitgehalte. Neem bij slechte eetlust dik vleesbeleg op brood!
Zoet en overig beleg
Zoet beleg bevat veel koolhydraten en soms eiwit en vet. Voorbeelden van zoetbeleg met alleen koolhydraten zijn jam, honing, vruchtenhagel, stroop. Voorbeelden van zoetbeleg met koolhydraten, eiwit en vet zijn chocoladebeleg, hazelnootpasta, pindakaas.
Dranken
Er zijn koolhydraatrijke en koolhydraatarme dranken.
Melkproducten bevatten melksuiker, veel eiwit en hebben een wisselend gehalte aan vet. Zo hebben volle melkproducten het meeste vet, terwijl magere melkproducten geen of nauwelijks vet bevatten. Magere melkproducten bevatten meer eiwit dan de volle melkproducten.
Dranken zonder koolhydraten, eiwit en vet zijn: thee en koffie zonder suiker, (mineraal)water, light frisdranken en limonadesiroop zonder suiker. Deze kunt u het beste alleen drinken als u een te hoge bloedsuiker heeft.
Als u koffie, thee en limonade met suiker gebruikt, dan bij voorkeur een voedingsmiddel met langzamere koolhydraten tijdens of na het drinken nuttigen om uw bloedsuiker beter op peil te houden (leest u ook het stukje “welke rol speelt voeding”).
Alcohol gaat niet altijd samen met uw medicatie, raadpleeg uw arts! Het gebruik van alcohol beïnvloedt de bloedsuiker (verlagend effect), maar het effect verschilt van mens tot mens. Houdt u hiermee rekening als u alcohol drinkt. Natuurlijk hangt het ook af van welke alcoholische drank u drinkt. Dranken met alleen alcohol zoals jenever en wodka hebben een ander effect dan dranken waarin naast alcohol ook suiker zit (zoals bier en wijn) of naast alcohol ook suiker, eiwit en vet zit (zoals advocaat en likeuren op basis van room).
Melkproducten bevatten melksuiker, veel eiwit en hebben een wisselend gehalte aan vet. Zo hebben volle melkproducten het meeste vet, terwijl magere melkproducten geen of nauwelijks vet bevatten. Magere melkproducten bevatten meer eiwit dan de volle melkproducten.
Dranken zonder koolhydraten, eiwit en vet zijn: thee en koffie zonder suiker, (mineraal)water, light frisdranken en limonadesiroop zonder suiker. Deze kunt u het beste alleen drinken als u een te hoge bloedsuiker heeft.
Als u koffie, thee en limonade met suiker gebruikt, dan bij voorkeur een voedingsmiddel met langzamere koolhydraten tijdens of na het drinken nuttigen om uw bloedsuiker beter op peil te houden (leest u ook het stukje “welke rol speelt voeding”).
Alcohol gaat niet altijd samen met uw medicatie, raadpleeg uw arts! Het gebruik van alcohol beïnvloedt de bloedsuiker (verlagend effect), maar het effect verschilt van mens tot mens. Houdt u hiermee rekening als u alcohol drinkt. Natuurlijk hangt het ook af van welke alcoholische drank u drinkt. Dranken met alleen alcohol zoals jenever en wodka hebben een ander effect dan dranken waarin naast alcohol ook suiker zit (zoals bier en wijn) of naast alcohol ook suiker, eiwit en vet zit (zoals advocaat en likeuren op basis van room).
Soep
Soep kan heel verschillend zijn in samenstelling zowel wat betreft koolhydraten als wat betreft eiwit en vet. Denk hierbij aan het verschil tussen bouillon en een stevige erwtensoep met worst.
Koolhydraatbronnen in de soep zijn o.a. peulvruchten, aardappelen, (zilvervlies)rijst, (volkoren)macaroni, vermicelli en bloem.
Koolhydraatbronnen in de soep zijn o.a. peulvruchten, aardappelen, (zilvervlies)rijst, (volkoren)macaroni, vermicelli en bloem.
Aardappelen, deegwaren, rijst
Aardappelen, deegwaren en rijst zijn koolhydraatrijke producten. Het koolhydraatgehalte van rijst is 2 x zoveel als dat van aardappelen en deegwaren. Peulvruchten bevatten evenveel koolhydraten als aardappelen en deegwaren. U kunt ze daarom prima als vervanging van elkaar gebruiken. Deze producten bevatten geen vet en weinig eiwit (peulvruchten uitgezonderd, deze zijn juist eiwitrijk en bevatten ook nog eens veel vezels). Het is voor uw bloedsuiker gunstig als u vezelrijke producten kiest zoals zilvervliesrijst, volkoren macaroni en peulvruchten.
Groenten
Groenten bevatten geen vet, weinig eiwit en weinig koolhydraten, met uitzondering van de peulvruchten.
Peulvruchten zijn koolhydraat-, eiwit- en vezelrijk. Het is voor uw bloedsuikers gunstig als u een ruime hoeveelheid voedingsvezel gebruikt. Neem daarom regelmatig peulvruchten of rauwkost. Alleen als u een slechte eetlust heeft is het gebruik van rauwkost af te raden, omdat het weinig calorieën levert, en lang een vol gevoel geeft.
Peulvruchten zijn koolhydraat-, eiwit- en vezelrijk. Het is voor uw bloedsuikers gunstig als u een ruime hoeveelheid voedingsvezel gebruikt. Neem daarom regelmatig peulvruchten of rauwkost. Alleen als u een slechte eetlust heeft is het gebruik van rauwkost af te raden, omdat het weinig calorieën levert, en lang een vol gevoel geeft.
Vlees
In vlees zitten geen koolhydraten, tenzij er bij de bereiding beschuit of bindmiddel is toegevoegd. Denk hierbij aan bijvoorbeeld wiener schnitzel, ragout en bal gehakt. Vlees bevat wel eiwit en wisselend vet. Gepaneerd vlees neemt veel vet op bij het bakken.
Vis
Vis kent zowel magere als vette soorten, waardoor ook een wisselend eiwitgehalte. Vis bevat geen koolhydraten, tenzij er bij de bereiding paneermeel of ander bindmiddel is toegevoegd. Denk hierbij aan vissticks, kibbeling en lekkerbek.
Bak- en braadproducten
Bak- en braadproducten bevatten geen koolhydraten en geen eiwit. Bak- en braadproducten op basis van boter bevatten vooral vitamine A en D, terwijl bak- en braadproducten op basis van olie vooral vitamine E bevatten.
Saus en jus
Het koolhydraatgehalte en het vetgehalte van sauzen zijn sterk wisselend. Jus bevat in principe alleen vet (een goede jus maakt u door na het braden van het vlees water toe te voegen aan het braadvet), tenzij u een bindmiddel toevoegt. Een bindmiddel bij jus kan zijn bloem, aardappelmeel, maizena. Dit zijn allen langzame koolhydraten.
Nagerechten
Het koolhydraatgehalte van nagerechten is sterk wisselend. Hetzelfde geldt voor het eiwit- en vetgehalte. Leest u hiervoor op het etiket.
Pap en pudding die u kant en klaar in de winkel koopt is meestal van volle melk gemaakt.
Pap en pudding die u kant en klaar in de winkel koopt is meestal van volle melk gemaakt.
Fruit
Fruit is koolhydraatrijk, maar bevat geen eiwit en géén vet (met uitzondering van avocado). Gedroogd fruit en vruchtenconserven bevatten méér koolhydraten dan vers fruit. Eet vers en gedroogd fruit dus zoveel mogelijk gecombineerd met bv volle yoghurt, volle kwark, extra op het hartige broodbeleg of verwerkt in de warme maaltijd.
Koek en gebak
Alle soorten koek en gebak zijn koolhydraatrijk. Naast veel koolhydraten bevatten ze vaak ook veel vet en meestal weinig eiwit.
Hartige hapjes
De meeste hartige versnaperingen bevatten veel vet. Het koolhydraatgehalte en eiwitgehalte is heel wisselend. Denk hierbij bijvoorbeeld aan knakworst (laag in koolhydraten) of een saucijzenbroodje (hoog in koolhydraten).
Zoete versnaperingen
Alle zoete versnaperingen bevatten veel koolhydraten. Het vetgehalte is zeer wisselend, het eiwitgehalte meestal laag.
Wat als er niet tegen de hypo’s op te eten is?
Soms lukt het niet om met frequente maaltijden het ontstaan van hypo’s tegen te gaan.
Dan is er nog de mogelijkheid om naast het eten en drinken van gewone voedingsmiddelen drinkvoeding te nuttigen met alleen koolhydraten (bv Nutrical van Nutricia). Een dietist kan hiervoor een machtiging regelen, zodat het vergoed wordt door uw ziektekostenverzekering. Soms wordt er een voedingssonde geplaatst waarmee s nachts opgeloste koolhydraten (bv de hierboven al genoemde Nutrical of rauwe, opgeloste maizena) toegediend worden, zodat s nachts de wekker niet gezet hoeft te worden om te eten en men dus een betere nachtrust heeft.
Het is wenselijk om een verwijzing voor een dietist te vragen, zodat zij/hij kan meedenken bij de voor u meest geschikte frequente maaltijden, het regelen van de machtiging voor bv de Nutrical en advies geven over welke voeding het beste via een voedingssonde gegeven kan worden.
Dan is er nog de mogelijkheid om naast het eten en drinken van gewone voedingsmiddelen drinkvoeding te nuttigen met alleen koolhydraten (bv Nutrical van Nutricia). Een dietist kan hiervoor een machtiging regelen, zodat het vergoed wordt door uw ziektekostenverzekering. Soms wordt er een voedingssonde geplaatst waarmee s nachts opgeloste koolhydraten (bv de hierboven al genoemde Nutrical of rauwe, opgeloste maizena) toegediend worden, zodat s nachts de wekker niet gezet hoeft te worden om te eten en men dus een betere nachtrust heeft.
Het is wenselijk om een verwijzing voor een dietist te vragen, zodat zij/hij kan meedenken bij de voor u meest geschikte frequente maaltijden, het regelen van de machtiging voor bv de Nutrical en advies geven over welke voeding het beste via een voedingssonde gegeven kan worden.
Overige informatie
Medische voeding
Het kan zijn dat uw diëtist het gebruik van (aanvullende) medische voeding met u bespreekt: de diëtist bespreekt de verschillende opties en geeft advies op maat.
Medische voeding kan vergoed worden door uw verzekeringsmaatschappij. De diëtist dient hiervoor een aanvraagformulier in bij een facilitair bedrijf dat met uw verzekeringsmaatschappij samenwerkt. Als u voor vergoeding in aanmerking komt, wordt de medische voeding bij u thuis bezorgd. Tijdens de looptijd van uw vergoeding moet u zelf contact opnemen met het facilitair bedrijf voor het leveren van nieuwe medische voeding.
Medische voeding kan vergoed worden door uw verzekeringsmaatschappij. De diëtist dient hiervoor een aanvraagformulier in bij een facilitair bedrijf dat met uw verzekeringsmaatschappij samenwerkt. Als u voor vergoeding in aanmerking komt, wordt de medische voeding bij u thuis bezorgd. Tijdens de looptijd van uw vergoeding moet u zelf contact opnemen met het facilitair bedrijf voor het leveren van nieuwe medische voeding.
Contact
Heeft u vragen? Of heeft u meer informatie nodig? Of wilt u een afspraak maken met een diëtist? Dan kunt u ons bereiken via:
- (010) 7033055 van maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 12.30 uur
- dietetiek@erasmusmc.nl