Facetgewrichtspijn

Pijn van de wervelkolom kan komen uit de facetgewrichten. Dit zijn gewrichtjes aan de achterkant van de wervel. Dit kan de volgende klachten geven:

• Pijn in de nek met of zonder uitstraling in de schouder.
• Pijn in het achterhoofd.
• Pijn in de rug of bekken, vaak uitstralend in één of beide benen.

De rugwervels staan als blokken op elkaar gestapeld. Daartussen zit een tussenwervelschijf. Dit is zo bij de borstwervels en de nekwervels. Aan de achterkant scharnieren deze blokken ten opzichte van elkaar. Deze scharnieren zijn de facetgewrichten.

Door slijtage of soms door een ongeval kunnen er kleine veranderingen ontstaan die voor pijn zorgen. Bij een blokkade van de facetgewrichten behandelen we de zenuw die naar het gewricht loopt. Deze zenuw zit aan de achterkant van de wervelkolom.
We kunnen de behandeling doen in de nek, borstkas of de lage rug. Waar we het doen, hangt af van uw klachten.

We doen de behandeling meestal in twee fasen. Eerst doen we een proefblokkade. Als u bij de proefblokkade 50% minder pijn heeft, beginnen we met de 'echte' behandeling. Deze behandeling doen we met warmte. We warmen de zenuw op met stroom. Hierdoor ontstaat de blokkade.

Het secretariaat van het Centrum voor Pijngeneeskunde zal met u een datum en tijdstip afspreken voor de behandeling. Bent u verhinderd voor de afspraak? Dan vragen we u om zo snel mogelijk contact op te nemen.

De specialisten van het centrum voor pijngeneeskunde doen deze behandeling op twee plekken. Lees goed in uw afsprakenbrief waar u moet zijn. Daarin staat of u naar de polikliniek in het Erasmus MC komt, of naar onze locatie ‘Oude Haven’. Deze locaties liggen op verschillende plekken in Rotterdam. Het adres vindt u in de brief.

Voor deze ingreep hoeft u niet nuchter te zijn, u mag normaal eten en drinken.

Op de dag van opname neemt u uw medicijnen die u normaal gebruikt in.

Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Dan kan het zijn dat u voor de behandeling tijdelijk moet stoppen met deze medicijnen.

Het gaat om de volgende medicijnen:
Carbasalaatcalcium (Ascal®) of acetylsalicylzuur, acenocoumarol (Sintrom®), fenprocoumon (Marcoumar®), clopidogrel (o.a. Plavix®, Grepid®, Iscover®), ticagrelor (o.a. Brilique®), pasugrel(Efient ®), dabigatran (Pradaxa®), apixaban (Eliquis®), rivaroxaban (Xarelto®), edoxaban(Lixiana ®) of een combinatie van deze medicatie.

Gebruikt u één van deze medicijnen? Bespreek dan voor de behandeling met uw arts hoeveel dagen voor de behandeling u hiermee moet stoppen.

Als het nodig is vraagt de arts een extra laboratoriumonderzoek aan op de dag van de behandeling. De uitslag bepaalt dan of de behandeling wel of niet kan doorgaan.

De dag na de behandeling kunt u weer met de bloedverdunners beginnen, tenzij uw arts iets anders zegt.

Bent u zwanger? Dan raden we u aan om contact op te nemen met het pijnbehandelcentrum. U hoort dan of de behandeling wel of niet kan doorgaan.

Bent u allergisch voor bepaalde medicijnen, pleisters, röntgencontrast en/of huidontsmettingsmiddelen zoals jodium? Waarschuw ons dan voor de behandeling.

Uw arts is in de kamer tijdens de behandeling. Er is ook een team van andere zorgverleners in de kamer. Iedereen heeft een eigen taak. Het Erasmus MC is een opleidingsinstituut. Daarom kunnen er ook mensen meekijken om te leren. Dit kan bijvoorbeeld een medisch student zijn, een arts in opleiding of een röntgenlaborant. Zij kijken alleen mee als u dat goed vindt.

In de kamer helpt de verpleegkundige u om goed te gaan liggen op de behandeltafel.

• Voor behandeling van de gewrichten in uw nek ligt u meestal op uw rug.
• Voor behandeling van de gewrichten in uw borst of onderrug ligt u op uw buik.

De arts bepaalt de plek van de behandeling met behulp van röntgendoorlichting en echografie. Hiermee kan de arts de wervelkolom en de facetgewrichten zien. Daarna verdooft de arts uw huid. Daarna plaatst hij/zij de naald(en) op de juiste plek. Het is belangrijk dat u stil blijft liggen.

De arts controleert nu of de naald goed ligt. Dit kan op 2 manieren:

• Met contrastvloeistof. Hierdoor kan de arts op de röntgendoorlichting zien waar de naald zit.
• Met een kleine stroom die uw zenuw prikkelt. De arts vraagt dan of u iets voelt.

Welke manier de arts gebruikt, hangt af van het doel van de behandeling. Als de naald goed ligt, beginnen we de behandeling.

Eerst doen we een proefbehandeling. Alleen bij nekklachten slaan we de proefblokkade meestal over. Bij de proefblokkade spuiten we een kleine hoeveelheid lokale verdoving in. Dit is een verdoving die de tandarts ook gebruikt. Deze verdoving werkt maar een paar uur. De arts kijkt of de behandeling goed werkt. Dit gebeurt meestal op dezelfde dag en anders binnen een paar dagen via de telefoon. Heeft u bij de proefblokkade 50% minder pijn? Dan beginnen we met de 'echte' behandeling.

Bij de echte behandeling testen we eerst of de naald goed ligt. Dit gebeurt met kleine stroompjes via de naald. Deze stroom voelt als een druk of een tikje. Dit hoort geen pijn te doen. We vragen u of u de tikkende of drukkende stroom voelt. U vertelt ons wat u voelt. U mag het niet aanwijzen. Dit leggen we op de dag van behandeling nog een keer uit.

Als de naald goed ligt, beginnen we met de behandeling met warmte aan de punt van de naald. De behandeling duurt 15-30 minuten. Na de behandeling brengen we u in een rolstoel naar het wachtgebied (op de centrumlocatie) of de opvangruimte (locatie oude haven)

U blijft na de behandeling nog 15 tot 60 minuten in de wachtruimte. We geven u daar iets te drinken. Voelt u zich goed? Dan mag u met iemand mee naar huis.

U mag niet alleen naar huis. Zorg dus dat iemand u ophaalt en met u meegaat. Komt u met de auto? Dan mag u niet zelf rijden.
Uw begeleider mag niet mee naar de behandelkamer. Dit is voor de privacy van andere patiënten.

Uw arts bespreekt met u wanneer u terugkomt voor controle. De arts heeft een samenvatting van de behandeling opgeschreven in uw elektronisch patiëntendossier. U kunt deze samenvatting terugvinden in Mijn Erasmus MC.

U merkt het resultaat van de 'echte' behandeling pas goed na een paar weken of maanden. Maar soms voelt u al eerder minder pijn.

Gebruikte u pijnstillers? Dan kijkt u samen met de arts of u hiermee kunt stoppen of minder gebruiken.

Veel mensen hebben na de behandeling napijn. Deze pijn komt doordat de zenuwen even geprikkeld zijn. De pijn kan een paar dagen tot weken blijven, maar gaat vanzelf weer over. Een paracetamol of uw eigen pijnstillers werken meestal goed tegen de pijn.

Uw arts zal de behandeling heel zorgvuldig uitvoeren. Toch bestaat er altijd een kleine kans op complicaties. Complicaties zijn:

• Minder gevoel van de huid: na de behandeling kunt u minder gevoel hebben in de huid bij het behandelde gewricht. Dit komt omdat er vanuit de behandelde zenuw ook een zenuw naar de huid loopt. Het gevoel komt naar een paar weken vanzelf weer terug.
• Blauwe plek: als we een bloedvaatje hebben geraakt, kunt u een blauwe plek en pijn krijgen. Dit gaat ook vanzelf weer weg.
• Spierpijn: op de plaats waar geprikt is.
• Minder kracht: u kunt tijdelijk minder kracht hebben. Dit komt door de verdoving. Het duurt meestal maar een paar uur.
• Kleine kans op longklachten: als u een blokkade heeft gekregen op de hoogte van uw borstkas, is er een kleine kans dat de long wordt geraakt. Krijgt u last van kortademigheid? Bel dan meteen met het pijncentrum. Bel buiten de kantooruren met de spoedeisende hulp.

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen aan uw arts of verpleegkundige? Neem dan gerust contact met ons op.

Secretariaat van het Centrum voor Pijngeneeskunde: (010) 704 01 40 (bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 08.30 tot 16.00 uur).

• Centrumlocatie: kies optie 1
  
• Locatie Oude Haven: kies optie 2