Kijkoperatie van de elleboog

De elleboog bestaat uit 3 botdelen:

• de bovenarm (humerus)
• het kopje van het spaakbeen (radius)
• de ellepijp (ulna)

Om het gewricht heen zit een gewrichtskapsel. Om de elleboog zitten ook banden die zorgen voor stabiliteit. Deze banden noemen we ook wel ligamenten. Op de plek waar de twee botten elkaar raken, zit kraakbeen.

Afwijkingen van de elleboog

Er zijn verschillende afwijkingen waarbij we een kijkoperatie doen:

• 'Gewrichtsmuizen' (losse afgeronde stukjes kraakbeen): deze veroorzaken slot- en blokkadeklachten.
• Kraakbeenbeschadiging: als het kraakbeen in de elleboog is beschadigd, kan dat meestal niet hersteld worden. We kunnen de losse stukjes wel verwijderen en een nettoyage verrichten. Hierbij maken we de elleboog 'schoon', zodat u minder last heeft van het loszittende kraakbeen.
• Slijmvlieszwelling
• Functiebeperking door een afwijking in het gewricht: hierdoor is uw elleboog stijf. Met een kijkoperatie kunnen we ervoor zorgen dat u uw elleboog weer beter kan bewegen.

De arts stelt de diagnose met uw klachten, het lichamelijk onderzoek, röntgenfoto's en eventueel een MRI-scan of een CT-scan van de elleboog.

Nuchter zijn

Voor uw operatie moet u nuchter zijn. U mag dan niet eten, drinken of roken.
6 uur voordat u in het ziekenhuis moet zijn, mag u niet meer eten en roken. U mag dan nog wel heldere dranken drinken. Bijvoorbeeld water, thee en aanmaaklimonade. 2 uur voordat u in het ziekenhuis moet zijn, mag u ook niets meer drinken.

Ligt u de dag voor de operatie al in het ziekenhuis? Dan vertelt de verpleegkundige hoe laat u nuchter moet zijn.

Gebruikt u medicijnen? Bespreek dit altijd met uw arts. Sommige medicijnen mag u rond de operatie niet innemen. Moet u de medicijnen innemen? Dit mag altijd met een slokje water. Ook in de tijden dat u nuchter moet zijn.

Meer informatie over nuchter zijn bij een operatie leest u in de folder “Nuchter rondom een operatie”

Medicijnen

Soms moet u voor de operatie stoppen met medicijnen, bijvoorbeeld met bloedverdunners. De anesthesist heeft dit met u besproken. Moet u op de dag van de operatie toch medicijnen innemen? Doe dit dan met een klein slokje water.

Roken

Door roken heeft u een veel grotere kans dat er iets mis gaat rondom de operatie. Zo is er bijvoorbeeld meer kans op infecties of dat het bot niet goed vastgroeit. Daarom raden we u aan om minimaal 6 weken voor de operatie te stoppen met roken. Uw huisarts kan u daarbij helpen.

Wat mag u niet meenemen of opdoen?

U mag geen crèmes, make-up of nagellak opdoen. Sieraden en horloges mogen ook niet om. Daarnaast mag u geen contactlenzen of een gebitsprothese dragen tijdens de operatie. Het is verstandig om waardevolle spullen thuis te laten.

Wat gaan we doen?

Bij een arthroscopie kijken we met een buis (scoop) naar de elleboog. We kunnen de elleboog bekijken via een camera in de scoop op een scherm. Voor de kijkoperatie maken we een aantal (meestal 4) kleine steekgaatjes van ongeveer 1 centimeter. Via 1 sneetje gaat de scoop met spoelvloeistof naar binnen en via een ander steekgaatje kunnen de instrumenten in de elleboog worden gebracht om de afwijking te behandelen. De andere steekgaatjes gebruiken we om de elleboog van de andere kant te bekijken.


Duur van de operatie
De arthroscopie duurt ongeveer 30 tot 60 minuten. Hoe lang het precies duurt, hangt af van de gevonden afwijking en de behandeling.

Verdoving
Een goede verdoving bij een operatie is belangrijk. De operatie wordt meestal uitgevoerd onder algehele anesthesie (narcose).

Na de operatie blijft u nog een aantal uren en soms een aantal dagen in het ziekenhuis. Dit is afhankelijk van het type operatie.

U kunt na de operatie nog een tijdje last houden van uw elleboog.

• Na de operatie krijgt u voor 48 uur drukverband. Na 48 uur kunt het drukverband zelf weghalen. Als het verband vast zit aan uw huis, kunt u het onder de douche losweken. Zorg er dan voor dat u na het douchen de wondjes goed droogdept.
• Nadat u het drukverband heeft weggehaald, kunt u de elleboog rustig gaan bewegen. Zorg ervoor dat u niet te veel pijn heeft bij het bewegen.
• U mag de elleboog de eerste paar weken na de operatie niet te zwaar belasten. Dit betekent dat u niet mag tillen.
• De kleine steekgaatjes zijn gehecht met oplosbare hechtingen. Deze hechtingen hoeven niet verwijderd te worden. De hechtingen laten vanzelf los na 2-3 weken.
• U mag de eerste week niet baden en zwemmen. Uw wond geneest beter als u deze droog houdt. Daarom kunt u ook beter geen afsluitende pleisters op de wondjes gebruiken.
• Als u pijnstillers nodig heeft, is paracetamol (500 mg) vaak genoeg. Goede pijnstilling is belangrijk voor het genezingsproces. Als het nodig is, kunt u de eerste 2 dagen na de operatie de pijn met pijnstillers onderdrukken en dit daarna langzaam afbouwen. Als dit niet genoeg helpt en u nog steeds pijn heeft, neem dan contact op met de polikliniek orthopedie. U vindt de contactgegevens onder het kopje 'contact'.
• U kunt uw dagelijkse activiteiten meestal weer snel oppakken. Als u pijn of zwelling krijgt, dan moet u rustiger aan doen. Of u weer kan gaan werken, is afhankelijk van het soort werk en van de klachten die u houdt na de ingreep. Bespreek dit met uw orthopeed.

Oefeningen voor thuis
U kunt zelf thuis oefenen met buigen en strekken. Voornamelijk strekken is belangrijk om dagelijks te oefenen. Tijdens de poliklinische controle kijken we naar de vooruitgang. De orthopeed kan u adviseren om naar de fysiotherapeut te gaan.

Bij uw ontslag uit het ziekenhuis maken we met u een afspraak voor de controle op de polikliniek orthopedie.

Gelukkig treden er na een arthroscopie niet vaak complicaties op. Mogelijke complicaties zijn:

• Omdat we in uw huid snijden, kunnen we een huidzenuw raken. Dit geeft een doof gevoel in een deel van de huid. Meestal verdwijnt dit vanzelf. Maar soms is het dove gevoel blijvend.
• Er kan een wondinfectie optreden. Bij een wondinfectie wordt de wond rood, pijnlijk en soms heeft u last van koorts. Heeft u deze klachten? Neem dan contact op met de polikliniek orthopedie. U vindt de contactgegevens onder het kopje 'contact'.
• Nalekken van een van de steekgaatjes.
• Verkleving van het kapsel. Hierdoor kunt u moeite krijgen met het gebruiken van uw elleboog.
• Zenuwletsel.

U neemt contact op met uw huisarts of de verpleegkundige wanneer:

• De wond rood of dik wordt.
• De wond gaat lekken.
• U koorts krijgt.
• U plotseling meer pijn krijgt.

Vragen kunt u altijd stellen aan uw behandelend arts of de verpleegkundige. Zij helpen en adviseren u graag.

Tijdens kantooruren:

• Polikliniek orthopedie (010) 704 01 36

Buiten kantooruren, bij spoed:

• Algemeen nummer Erasmus MC (010) 704 0 704

Álle patiënten met elleboogklachten die op de polikliniek orthopedie van het Erasmus MC gezien worden, moeten voorafgaand aan het 1^e consult digitaal vragenlijsten invullen. Dit is om vast inzicht te krijgen in uw klachten en om het consult daardoor efficiënter en patiëntgerichter te laten verlopen. Om het beloop van uw klachten na start van niet-operatieve of operatieve behandeling te vervolgen én de kwaliteit van de zorg te verbeteren, worden deze vragenlijsten ook na 8 weken, 6 maanden en 1 jaar, en in het geval van een operatie ook na 2, 3, 5, 7 en 10 jaar, naar u verzonden.

Wetenschappelijk onderzoek

In het Erasmus MC wordt regelmatig wetenschappelijk onderzoek gedaan om meer kennis op te doen en nieuwe en betere behandelmethoden te ontwikkelen voor aandoeningen van de elleboog. U kunt door uw behandelaar gevraagd worden om deel te nemen aan een onderzoek. Uw gegevens zullen altijd anoniem worden geanalyseerd en uw naam en persoonsgegevens zullen nooit gepubliceerd zullen worden.