Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Operatie aan de elleboog: een nieuwe gewrichtsband

Ligamentaire reconstructie van de elleboog

Uw ellebooggewricht is beschadigd en daardoor instabiel. Dit gebeurt als de banden zijn overbelast of door een ongeluk. U wordt geopereerd om het onstabiele gewricht van uw elleboog te herstellen. Dit noemen we een ligamentaire reconstructie van de elleboog. U leest hier meer over de operatie, zodat u zich goed kunt voorbereiden.

Download PDF

Over de elleboog

De elleboog bestaat uit 3 botdelen:
  • de bovenarm (humerus)
  • het kopje van het spaakbeen (radius)
  • de ellepijp (ulna)
ellebooggewricht
Om het gewricht heen zit een gewrichtskapsel. Om de elleboog zitten ook banden die zorgen voor stabiliteit. Deze banden noemen we ook wel ligamenten. Op de plek waar de twee botten elkaar raken, zit kraakbeen.

Oorzaken van een instabiel ellebooggewricht

ligamenten van de elleboog
De de banden van uw elleboog kunnen beschadigen. Dit gebeurt als de banden overbelast zijn of door een ongeval. Hierdoor komen de botuiteinden 'los' te zitten (het gewricht is instabiel). De botuiteinden kunnen verschuiven ten opzichte van elkaar. Dit noemen we (sub)luxeren.
Met een operatie kan een arts de instabiele ellebooggewrichten herstellen. Dit noemen we een ligamentaire reconstructie van de elleboog.

Over de operatie

Wat gaan we doen?

Tijdens deze operatie halen we uw beschadigde gewrichtsband weg. We maken een nieuwe gewrichtsband met een stukje van de grote pees in de bovenarm (tricepspees). Deze nieuwe band zetten we vast in uw elleboog.

Wat is het doel?

Door de nieuwe gewrichtsband wordt uw elleboog stabieler.

Voorbereiding

Na de operatie moet u beginnen met fysiotherapie. Wij raden u aan om voor de operatie alvast een afspraak te maken bij de fysiotherapeut. Plan de afspraak ongeveer tien dagen na de operatie in.

Verloop van de operatie

Op de dag van de operatie nemen wij u op in het ziekenhuis. De verpleegkundige bereidt u voor op de operatie:
  1. U heeft eerst een gesprek met de verpleegkundige. U krijgt informatie over de afdeling en de operatie.
  2. Het kan zijn dat de verpleegkundige het haar op uw elleboog moet weghalen.
  3. De verpleegkundige brengt u naar de operatie-afdeling.
In de voorbereidingsruimte verdoven we de elleboog plaatselijk, of bereiden we u voor op de narcose. Daarna brengen we u naar de operatiekamer.

De operatie aan uw elleboog verloopt als volgt:
  1. Op de operatie-afdeling verdoven wij uw elleboog of bereiden wij u voor op de narcose.
  2. We brengen u naar de operatiekamer.
  3. De orthopeed onderzoekt de beschadigde gewrichtsband (ligament). Als de gewrichtsband niet meer goed is, verwijdert de orthopeed deze.
  4. De orthopeed maakt een nieuw bandje. Dit bandje maakt de orthopeed van een klein stukje peesweefsel van een grote pees in de bovenarm (tricepspees).
  5. De orthopeed zet het nieuwe bandje vast met twee oplosbare schroefjes.
  6. De wond hecht de orthopeed weer dicht. Meestal zijn dit oplosbare hechtingen.

Na de operatie

Na de operatie krijgt u een gipsspalk. Het is belangrijk dat u de eerste dagen na de operatie uw arm goed hooghoudt en uw vingers regelmatig beweegt. Zo wordt uw arm minder dik.

U mag dezelfde dag van de operatie weer naar huis, tenzij de arts aangeeft dat u toch moet blijven.

De wond is meestal gehecht met oplosbare hechtingen, die niet hoeven te worden verwijderd.

Oefeningen voor thuis

Na uw eerste controle begint u met oefentherapie bij de fysiotherapeut. De fysiotherapeut legt u uit hoe u de elleboog kunt gebruiken zonder een verkeerde beweging te maken. De oefeningen maken de elleboog ook weer soepel.

Regieverpleegkundige

Binnen 5 werkdagen na uw ontslag neemt de regieverpleegkundige contact met u op. Eventuele vragen kunt u stellen tijdens dit telefoongesprek. Het is handig om vragen op te schrijven en vast klaar te leggen bij de telefoon.

Controles

Na de operatie moet u een paar keer op controle komen op de polikliniek orthopedie. Als u naar huis mag, moet u meteen een afspraak maken voor de eerste controle.
  • De eerste controle: de gipsverbandmeester verwijdert de gipsspalk en controleert de wond. De arts bespreekt met u welke bewegingen u niet mag maken met de elleboog. Het nieuwe gewrichtsbandje mag niet te veel onder spanning staan.
  • Zes tot acht weken na de operatie: u komt op vervolgcontrole bij de orthopedisch chirurg.

Complicaties

Er treden weinig complicaties op na deze operatie. Mogelijke complicaties zijn:
  • Nabloeding of zenuwletsel. De kans dat dit gebeurt, is erg klein.
  • Een stijve elleboog. De kans dat u weer een stijve elleboog krijgt, is erg klein.
  • U kunt de elleboog moeilijk strekken. Dit kom regelmatig voor. U hoeft hier weinig last van te hebben.

Wanneer contact opnemen?

U neemt contact op met uw huisarts of de verpleegkundige wanneer:
  • De wond rood of dik wordt.
  • De wond gaat lekken.
  • U koorts krijgt.
  • U plotseling meer pijn krijgt.
Vragen kunt u altijd stellen aan uw behandelend arts of de verpleegkundige. Zij helpen en adviseren u graag.

Contact

Tijdens kantooruren:
  • Polikliniek kinderorthopedie (010) 703 66 57 of kinderothopedie@erasmusmc.nl
Buiten kantooruren, bij spoed:
  • Algemeen nummer Erasmus MC (010) 704 0 704