Voorbereiding
Snor
Als u een snor heeft, moet u deze (laten) afscheren.Medicatie
- Bloedverdunners: De endocrinoloog, neurochirurg, anesthesist en/of verpleegkundig specialist vertelt u vóór de operatie of u hiermee tijdelijk moet stoppen.
Wat neemt u mee?
Let op: Het is niet verstandig om waardevolle spullen mee te nemen naar de kliniek.U neemt in elk geval mee:
- Medicatie voor 24 uur
- Een actueel medicatieoverzicht (niet ouder dan 6 weken), verkrijgbaar bij uw apotheek.
- Kleding, toiletspullen en dergelijke die u tijdens de opname nodig denkt te hebben.
De dag van de opname
U wordt opgenomen in de kliniek systeemziekten (interne geneeskunde). Eén van de specialismen van deze kliniek is endocrinologie.
- De verpleegkundige voert het opnamegesprek met u en controleert uw bloeddruk, hartslag en lichaamstemperatuur.
- U krijgt een rondleiding en informatie over de gang van zaken in de kliniek en het verloop van de opname en operatie.
- We leggen uit hoe u het belsysteem gebruikt en hoe u het bed kunt instellen.
- De co-assistent en/of de arts komt langs voor een medisch opnamegesprek en een lichamelijk onderzoek.
- De arts bepaalt het beleid en controleert uw medicatie.
Onderzoeken, afspraken, bloedafname
De volgende acties vinden (indien nodig) vandaag plaats:- U krijgt een infuusnaald, voor de CT-scan en het geven van medicatie.
- We nemen bloed bij u af, onder andere voor de aanvraag van zakjes bloed, mocht het nodig zijn om u tijdens de operatie bloed te geven (bloedtransfusie).
- Er wordt een CT-scan gemaakt. Deze beelden gebruiken we tijdens de operatie.
- Eventueel komen de neurochirurg en/of de anesthesist nog een laatste pre-operatief gesprek met u voeren op de kliniek.
- Indien nodig gaat u langs bij de kno-arts op de polikliniek.
De kliniek neurochirurgie en de PACU
In principe blijft u de gehele opname opgenomen bij kliniek systeemziekten. Om verschillende redenen kunnen we echter besluiten dat we u de eerste nacht na de operatie niet opnemen bij systeemziekten maar bij de neurochirurgie of de PACU (Post Anesthesia Care Unit). U verzamelt de spullen die u op één van deze afdelingen denkt nodig te hebben in een tas. Indien er sprake is van complicaties, dan verblijft u de gehele opname bij kliniek neurochirurgie.Als u dat wilt, kunt u vooraf vast een kijkje nemen bij de kliniek neurochirurgie of bij de PACU.
Nuchter zijn
Voor uw operatie moet u nuchter zijn. U mag dan niet eten, drinken of roken.U moet nuchter zijn vanaf 00.00 uur 's nachts.
Gebruikt u medicijnen? Bespreek dit altijd met uw arts. Sommige medicijnen mag u rond de operatie niet innemen. Moet u de medicijnen innemen? Dit mag altijd met een slokje water. Ook in de tijden dat u nuchter moet zijn.
De dag van de operatie (vóór de operatie)
Hoe laat wij u wekken op de dag van de operatie, is afhankelijk van het tijdstip van de operatie.
Mogelijke bijwerkingen van Hydrocortison en Dexamethason
Hydrocortison en Dexamethason kunnen bijwerkingen geven, zoals stemmingsstoornissen en een opgejaagd gevoel. Ook kan de bloedsuiker ervan omhoog gaan.
Controles
Direct na de operatie kunt u wat bloed in de keel hebben, maar dat verdwijnt weer. We controleren regelmatig uw bloeddruk, hartslag en temperatuur en we overleggen dagelijks met u welke pijnmedicatie u nodig heeft en hoeveel.
Drain
Het kan zijn dat bij u een externe lumbale drain is ingebracht om drukverlichting op de wond te bieden als u hersenvochtlekkage (liquorlekkage) heeft. In dat geval heeft u 5 dagen bedrust nodig. U blijft dan deze dagen bij de kliniek neurochirurgie. Hersenvochtlekkage is te herkennen aan doorzichtig vocht, dat uit de neus lekt. Het vocht kan ook via de neus in de keel lekken en geeft dan een vieze, bittere, metaalachtige smaak. Waarschuwt u de verpleegkundige als u merkt dat u deze klachten heeft.
Hechting buik
Het kan zijn dat u een hechting bij de buik heeft gekregen. Soms haalt de chirurg namelijk een klein stukje onderhuids vetweefsel weg om een hersenvochtlekkage te dichten. De hechting is meestal oplosbaar.
Fraxiparine
Indien er geen complicaties zijn opgetreden beginnen we met Fraxiparine injecties. Omdat u na de operatie minder in beweging bent, loopt u namelijk risico op trombose. Fraxiparine zorgt ervoor dat uw bloed minder snel stolt, zodat het risico hierop veel kleiner wordt. De Fraxiparine wordt 1 x per dag geïnjecteerd, vlak onder uw huid.
- Als u dat wilt, mag u douchen.
- Wij meten uw bloeddruk, hartslag en temperatuur.
- Denkt u eraan dat u sieraden, piercings en eventuele protheses moet uitdoen.
- U neemt de voorgeschreven medicatie in met een slokje water.
- De verpleegkundige brengt u in uw bed naar de operatiekamer.
Mogelijke bijwerkingen van Hydrocortison en Dexamethason
Hydrocortison en Dexamethason kunnen bijwerkingen geven, zoals stemmingsstoornissen en een opgejaagd gevoel. Ook kan de bloedsuiker ervan omhoog gaan.
De dag van de operatie (na de operatie)
Waarschijnlijk wordt u wakker met neustampons. Deze worden in principe na 2 dagen verwijderd. Ook kan het zijn dat u een urinekatheter heeft gekregen. Deze wordt in principe na 1 dag verwijderd. Als u weer helemaal bij bent, brengen wij u naar de kliniek systeemziekten, neurochirurgie of PACU. Zodra u daar bent, kunt u zelf uw contactpersoon bellen of de verpleegkundige vragen dit te doen.Controles
Direct na de operatie kunt u wat bloed in de keel hebben, maar dat verdwijnt weer. We controleren regelmatig uw bloeddruk, hartslag en temperatuur en we overleggen dagelijks met u welke pijnmedicatie u nodig heeft en hoeveel.
Drain
Het kan zijn dat bij u een externe lumbale drain is ingebracht om drukverlichting op de wond te bieden als u hersenvochtlekkage (liquorlekkage) heeft. In dat geval heeft u 5 dagen bedrust nodig. U blijft dan deze dagen bij de kliniek neurochirurgie. Hersenvochtlekkage is te herkennen aan doorzichtig vocht, dat uit de neus lekt. Het vocht kan ook via de neus in de keel lekken en geeft dan een vieze, bittere, metaalachtige smaak. Waarschuwt u de verpleegkundige als u merkt dat u deze klachten heeft.
Hechting buik
Het kan zijn dat u een hechting bij de buik heeft gekregen. Soms haalt de chirurg namelijk een klein stukje onderhuids vetweefsel weg om een hersenvochtlekkage te dichten. De hechting is meestal oplosbaar.
Fraxiparine
Indien er geen complicaties zijn opgetreden beginnen we met Fraxiparine injecties. Omdat u na de operatie minder in beweging bent, loopt u namelijk risico op trombose. Fraxiparine zorgt ervoor dat uw bloed minder snel stolt, zodat het risico hierop veel kleiner wordt. De Fraxiparine wordt 1 x per dag geïnjecteerd, vlak onder uw huid.
Dag 1 en 2 na de operatie
De eerste dagen na de operatie houden we uw 'vochtbalans' (alles wat u drinkt en uit plast) goed bij. Hiervoor wordt alle urine opgevangen in een urinaal of po. Het kan namelijk voorkomen dat de hypofyse het hormoon antidiuretisch hormoon (ADH) na de operatie niet, onvoldoende of te veel aanmaakt. Hierdoor kunt u een te hoog of te laag zoutgehalte (natrium) in het bloed krijgen. Dit herstelt meestal weer. Als het zoutgehalte te hoog is, krijgt u soms een tabletje Minrin, dat heeft de functie van het hormoon ADH.
- We verwijderen de urinekatheter en stoppen uw infuus.
- We controleren uw bloeddruk, hartslag en temperatuur.
- We informeren naar en controleren op eventuele hersenvochtlekkage.
- We beginnen met het afbouwen van het medicijn Hydrocortison of Dexamethason. Deze medicijnen kunnen uw bloedsuiker verhogen, daarom krijgt u op deze eerste dagen een paar keer dag een vingerprikje om uw bloedsuiker te controleren.
- Vanaf de eerste dag mag u gaan bewegen (mobiliseren).
- Indien u op de neurochirurgie of PACU bent opgenomen na de operatie: wanneer uw bloeddruk, hartslag en temperatuur stabiel blijven en er zijn geen complicaties opgetreden, wordt u overgeplaatst naar de kliniek systeemziekten op dag 1.
- De kno-arts verwijdert op dag 2 de neustampons.
Dag 3 en 4 na de operatie
- We controleren uw bloeddruk, hartslag en temperatuur.
- Als u volledig gemobiliseerd bent, stoppen we met het toedienen van Fraxiparine. Als u geopereerd bent vanwege de ziekte van Cushing, dan zal de Fraxiparine niet gestopt worden. U dient dit in totaal 6 weken na de operatie te blijven gebruiken. Het is daarom belangrijk dat u dit tijdens de opname met de verpleegkundige oefent.
- U start op dag 3 met neusspoelen. De kno-arts geeft u hier uitleg over en de verpleegkundige oefent dit met u. Daarnaast wordt geadviseerd de folder ‘Neus spoelen met zout water’ door te nemen. Door het spoelen houdt u de neus van binnen schoon en soepel. In principe spoelt u 2 keer per dag gedurende 4 weken, tenzij de kno-arts anders heeft aangegeven. U mag ook vaker dan 2 keer per dag spoelen indien u dit zelf prettig vindt.
Dag 5 na de operatie
- We controleren uw bloeddruk, hartslag en temperatuur,
- De Hydrocortison of Dexamethason is nu in principe afgebouwd,
Dag 6 na de operatie
- We controleren uw bloeddruk, hartslag en temperatuur.
- U gaat u met ontslag (lees verder vanaf het kopje Dag van het ontslag), tenzij we nog de metopirontest moeten uitvoeren.
Er zijn verschillende redenen om geen metopirontest te doen:
- Als u voor de operatie al langdurig Hydrocortison gebruikte.
- Als de metopirontest al voor de operatie is uitgevoerd en u toen bent begonnen met het innemen van Hydrocortison.
- Als na de operatie tijdens het afbouwen van de Hydrocortison of Dexamethason complicaties zijn opgetreden. U blijft dan de voorgeschreven medicatie gebruiken.
- Als u een drain gekregen heeft. De test zal dan in een later stadium gedaan worden. U zult dan waarschijnlijk opnieuw (kortdurend) opgenomen worden. Omdat we geen test kunnen doen, krijgt u voor de zekerheid het medicijn Hydrocortison wel mee naar huis.
Dag 7 na de operatie
Op zevende dag na de operatie nemen we een metopirontest of een synacthentest af.
Metopirontest
We voeren deze test uit om vast te stellen of de hypofyse de bijnieren nog voldoende aanstuurt tot het aanmaken van cortisol.
We voeren deze test uit om te bekijken of uw bijnieren voldoende cortisol kunnen maken. De test vindt meestal plaats in de ochtend. U hoeft hiervoor niet nuchter te zijn. Deze test wordt alleen uitgevoerd indien er sprake is van de ziekte van Cushing. U krijgt een folder met verdere uitleg over de test.
Metopirontest
We voeren deze test uit om vast te stellen of de hypofyse de bijnieren nog voldoende aanstuurt tot het aanmaken van cortisol.
- Als u tijdens de test klachten krijgt zoals vermoeidheid, duizeligheid, misselijkheid en/of braken dan moet u de verpleegkundige waarschuwen.
- Het infuusnaaldje kan dan dienen om bloed af te nemen en om eventueel medicatie te geven.
- Bij deze test krijgt u eenmalig tabletten Metopiron in capsule vorm.
- We controleren uw bloeddruk, hartslag en temperatuur.
- U krijgt een folder met verdere uitleg over de test.
We voeren deze test uit om te bekijken of uw bijnieren voldoende cortisol kunnen maken. De test vindt meestal plaats in de ochtend. U hoeft hiervoor niet nuchter te zijn. Deze test wordt alleen uitgevoerd indien er sprake is van de ziekte van Cushing. U krijgt een folder met verdere uitleg over de test.
Dag 8 na de operatie
- We controleren uw bloeddruk, hartslag en temperatuur.
- Na het afronden van de metopirontest begint u met het innemen van Hydrocortison. Binnen 1 tot 3 weken krijgt u op de belafspraak met de arts(-assistent) of verpleegkundig specialist de uitslag van de test. Hij/zij vertelt u dan of u moet doorgaan met de Hydrocortison, de dosering moet aanpassen, of dat u ermee kunt stoppen.
- Als alles goed gaat, mag u vandaag naar huis.
De dag van ontslag
U mag met ontslag als:
De volgende polikliniekafspraken worden voor u gemaakt:
- u een medicatie-ontslaggesprek heeft gehad met de apotheek of de arts, en u de medicatie of de recepten heeft gekregen;
- de leefregels en alarmsymptomen aan u zijn uitgelegd (zie hieronder);
- u, indien van toepassing, stressinstructies heeft gekregen bij het gebruik van Hydrocortison;
- de verpleegkundige een ontslaggesprek met u heeft gevoerd.
De volgende polikliniekafspraken worden voor u gemaakt:
- belafspraak bij het Hypofyse Centrum Rotterdam bij de endocrinoloog (in opleiding) of verpleegkundig specialist binnen 1 tot 3 weken;
- indien nodig een poli-afspraak bij de kno-arts na ongeveer 6 weken;
- MRI-afspraak en bloedcontrole na ongeveer 3 maanden;
- indien nodig een poli-afspraak bij de oogarts na ongeveer 3 maanden (eventueel in een ander ziekenhuis), indien u voor de operatie minder goed zag;
- poli-afspraak bij het Hypofyse Centrum Rotterdam, bij zowel de endocrinoloog (in opleiding) of verpleegkundig specialist als bij de neurochirurg, na ongeveer 3 maanden.
Leefregels
Als u eenmaal thuis bent, is het belangrijk dat u zich houdt aan de volgende leefregels.
- U gaat ongeveer 4 weken door met het spoelen van uw neus, tenzij de kno-arts anders heeft aangegeven. Indien u nog klachten heeft van de neus, mag u eventueel nog langer spoelen.
- U mag de eerste 4 weken na de operatie uw neus niet snuiten omdat hierdoor te veel druk in/op het hoofd ontstaat.
- U moet de eerste 4 weken na de operatie het niezen juist niet inhouden omdat er dan druk in/op het hoofd ontstaat.
- U mag de eerste 4 weken na de operatie niet zwaar tillen of diep voorover buigen.
- De ontlasting moet soepel gaan. Te hard persen geeft te veel druk in/op het hoofd.
- Het hervatten van uw werk overlegt u met uw behandelend arts en de arbo-arts van uw werk.
- U mag de eerste 4 weken na ontslag geen reis per vliegtuig maken.
- Na ontslag zijn er geen beperkingen wat betreft het hebben van seks.
- U mag de eerste 6 maanden niet (diepzee) duiken met masker en luchtflessen. U mag wel gewoon onder water zwemmen.
- U mag geen CPAP op, totdat u hiervoor toestemming heeft van de kno-arts.
Alarmsymptomen
Bij de volgende klachten moet u direct contact opnemen met de polikliniek endocrinologie of buiten kantoortijden met de spoedeisende hulp:
Als er te veel ADH wordt gemaakt, houdt uw lichaam te veel water vast. Het zout (natrium) in uw bloed kan dan te laag worden. Dit heet hyponatriëmie. Hyponatriëmie kan klachten geven en in ernstige gevallen gevaarlijk zijn. Vaak treedt dit op in de eerste dagen tot weken na de operatie. Let daarom in deze periode (naast bovengenoemde klachten) op de volgende klachten:
- wazig (onscherp) zien
- lekkage uit de neus en/of metaalsmaak in de mond en/of lekken achterin de keel
- dorst en/of vaak plassen
- koorts
- nekstijfheid
Als er te veel ADH wordt gemaakt, houdt uw lichaam te veel water vast. Het zout (natrium) in uw bloed kan dan te laag worden. Dit heet hyponatriëmie. Hyponatriëmie kan klachten geven en in ernstige gevallen gevaarlijk zijn. Vaak treedt dit op in de eerste dagen tot weken na de operatie. Let daarom in deze periode (naast bovengenoemde klachten) op de volgende klachten:
- (ernstige) hoofdpijn
- misselijkheid en/of overgeven
- spierzwakte en/of krampen
- moeite met concentreren en/of verwardheid
- onzeker lopen en/of evenwichtsproblemen
- sufheid en/of extreme slaperigheid
Tot slot
Uw operatiedatum is zorgvuldig gepland. Ondanks deze planning kan uw operatie uitgesteld worden omdat er een spoedoperatie tussenkomt of omdat er te weinig opnamecapaciteit is. Dit kan zelfs nog voorkomen als u al opgenomen bent in het ziekenhuis. Houdt u hier rekening mee.
Heeft u nog vragen?
Met vragen of opmerkingen kunt u altijd terecht bij uw behandelend arts of verpleegkundig specialist. U kunt hiervoor bellen met de polikliniek endocrinologie.
Contact
Polikliniek endocrinologie: (010) 704 05 70 binnen kantooruren van 08:30 tot 16:15 uur
Spoedeisende hulp Erasmus MC: (010) 704 01 45 buiten kantooruren
Polikliniek kno: (010) 704 01 20
Kliniek systeemziekten: (010) 703 31 46
Kliniek neurochirurgie: (010) 703 32 36
PACU: (010) 703 33 29S
Spoedeisende hulp Erasmus MC: (010) 704 01 45 buiten kantooruren
Polikliniek kno: (010) 704 01 20
Kliniek systeemziekten: (010) 703 31 46
Kliniek neurochirurgie: (010) 703 32 36
PACU: (010) 703 33 29S