Operatie neustussenschot - septumcorrectie

Het neustussenschot (neusseptum of kortweg septum) zit in het midden van de neus. Het verdeelt de doorgang in 2 helften. De bovenkant grenst aan de neusrug, de onderkant aan het gehemelte, de voorkant aan de neuspunt en de achterkant aan de neus- en keelholte. De lengte van het neustussenschot is van voor naar achter 7 tot 10 cm. Het bestaat voor een deel uit kraakbeen en voor een deel uit bot. Het kraakbeen zit aan de voorkant, daar is de neus beweeglijk. Het biedt steun aan de neuspunt en de neusrug. Het neustussenschot is helemaal bedekt met slijmvlies dat vochtig is door de productie van neusslijm. Dit slijm wordt door trilhaartjes op het neusslijmvlies naar achteren (neus-keelholte) gebracht en daar ingeslikt.

Sommige mensen zijn geboren met een scheef tussenschot. Bij anderen ontstaat een scheef tussenschot door een klap tegen de neus. Een scheef tussenschot kan de doorgang van de neus belemmeren. Dit kan problemen met de neusademhaling veroorzaken.

Soms is een scheef neustussenschot aan de buitenkant duidelijk te zien. De neus staat scheef of de neuspunt en/of de neusrug is onvoldoende gesteund. Dat het tussenschot scheef staat, is meestal pas duidelijk nadat de behandelend arts er goed naar heeft gekeken. De arts bekijkt uw neus met een neusspeculum of een neusendoscoop.

Bij een septumcorrectie opereren we inwendig. U krijgt aan de buitenkant van uw neus dus geen litteken. De operatie vindt altijd plaats onder anesthesie (narcose). De meeste mensen gaan na een septumcorrectie dezelfde dag weer naar huis.

Wat we gaan doen

In de neus maken we het slijmvlies van het neustussenschot los. Dit gebeurt met een klein sneetje in het slijmvlies. Hierna kan het scheefstaande kraakbenige en benige deel worden bereikt en rechtgezet. We verwijderen de delen die uitsteken en corrigeren de kromme delen. Het neustussenschot wordt daarna (tijdelijk) op de goede plek gehouden door in de neus ingebrachte gazen (tampons). Zo kunnen het slijmvlies, kraakbeen en bot weer aan elkaar vastgroeien. Vaak worden er aan de buitenkant van de neus pleisters geplakt ter ondersteuning.

Combinatie met andere operaties

Soms combineren we een septumcorrectie met een andere operatie aan de neus of neusbijholten. Bijvoorbeeld een operatie waarbij we nauwste plaats van de neus verruimen (een zogenaamde spreader graft) of waarbij een gat in het neustussenschot wordt gesloten. Het kan ook nodig zijn om de vorm van de neus te veranderen, bijvoorbeeld na een trauma of als onderdeel van een aangeboren afwijking, zoals schisis. Informatie hierover staat in de folder 'Septorhinoplastiek'.

De dagen na de operatie lekt er bloederig vocht door het pleisterverband. Dit is normaal, u hoeft zich niet ongerust te maken.
U kunt last hebben van niezen of niesbuien door de tampons in uw neus. Deze prikkelen het neusslijmvlies. U kunt het beste met open mond niezen. Eventueel kan de behandelend arts medicijnen voorschrijven om het niezen tegen te gaan.
Het sneetje in uw neus hebben we gesloten met oplosbare hechtingen. Het kan zijn dat u deze hechtingen aan de binnenkant van uw neus kunt zien. De hechtingen lossen vanzelf op: na uiterlijk 10 weken. Als u het gevoel heeft dat de hechtingen irriteren, kunt u het gebied rondom de hechtingen insmeren met een vettige zalf (bijvoorbeeld vaseline).

Controleafspraak op de polikliniek

Na enkele dagen verwijderen we op de polikliniek de pleisters en tampons. Tijdens de 6 weken daarna spoelt u 3 tot 4 keer per dag uw neus met zout water. Neem daarvoor 1 afgestreken theelepel zout op 1 glas lauw water. Meer hierover leest u in de folder 'Neus spoelen met zout water'. Tijdens deze periode mag u uw neus niet snuiten, maar wel ophalen.

Nog vragen?
Als u na de operatie vragen heeft, neem dan gerust contact op met de polikliniek keel-, neus- en oorheelkunde. Wij helpen u graag.

Hoe goed een operatie ook is uitgevoerd, er kunnen altijd complicaties ontstaan. Denk aan bloedingen, een infectie of een gestoorde wondgenezing. De kans dat complicaties optreden is heel klein. Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt (zoals bijvoorbeeld Ascal, clopidogrel, Sintrom, apixaban of dabigatran), is de kans op een bloeding groter. Sommige mensen hebben een doof gevoel van de boventanden. Dan zijn er kleine gevoelszenuwen beschadigd. Dit verdwijnt vanzelf, het normale gevoel komt meestal binnen een paar weken terug.

Wanneer contact opnemen?

Als u pijn heeft in de neus in combinatie met koorts, neemt u contact op met de polikliniek keel- neus- en oorheelkunde.

Polikliniek Keel-, neus- en oorheelkunde (KNO):

• (010) 704 01 20. Bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 08.00 uur tot 16.30 uur.
• afsprakenkno@erasmusmc.nl