Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Pazopanib

Geselecteerde behandeling met doelgerichte therapie

Binnenkort start u met een behandeling met doelgerichte therapie. Met deze informatie willen wij u zo goed mogelijk informeren over de behandeling die u in het Erasmus MC gaat krijgen. Tijdens de gesprekken met uw zorgverleners zult u ook veel informatie krijgen. Daarnaast kunt u deze folder ook zien als een hulpmiddel bij uw gesprekken met de zorgverleners.

Download PDF

Een voorlichtingsgesprek over doelgerichte therapie

Wat kunt u verwachten van het voorlichtingsgesprek?

De oncologieverpleegkundige zal u vragen wat u al weet over de behandeling en welke informatie u nog nodig heeft. Samen met de verpleegkundige stelt u vast welke onderwerpen in ieder geval worden besproken.

De oncologieverpleegkundige vertelt u:
  • welke behandeling u krijgt en hoe deze werkt
  • over bijwerkingen die kunnen optreden als gevolg van de behandeling
  • wat u kunt doen of wat het ziekenhuis kan doen aan de bijwerkingen
Aan het einde van het gesprek vat de verpleegkundige de belangrijkste informatie samen. U kunt dan aangeven of alles duidelijk is. De verpleegkundige controleert uw gemaakte vervolgafspraken, bijvoorbeeld over de start van de behandeling of een volgend bezoek aan de polikliniek.

Wat neemt u mee naar het gesprek

  • deze informatie (online op uw telefoon of op papier)
  • de medicijnen die de internist-oncoloog heeft voorgeschreven
Wij adviseren u iemand mee te nemen naar het gesprek (twee horen meer dan één).

Tijdens het voorlichtingsgesprek

Tijdens het gesprek worden de volgende dingen zeker besproken:
  • De naam van de kuur
  • de werking van de therapie
  • wijze van toedienen:
    • via tabletten
  • Het toedieningsschema:
    • aantal kuren
    • duur van de kuur
    • om de hoeveel weken u een kuur krijgt
  • Als u medicijnen moet innemen:
    • hoe vaak per dag u medicijnen moet innemen
    • hoeveel dagen
    • mogelijke rustperiode
    • gebruik van medicijnen samen met voeding
    • gebruik medicijnen samen met andere medicijnen
    • wat te doen als u een dosering heeft gemist
    • en/of hoe lang u de tabletten moet slikken

Kruis aan wat u zelf nog wilt bespreken:

Ziet u dit op een webpagina? Dan kunt u de folder uitprinten door op de 'download PDF' knop te klikken.

  • Medische informatie over de doelgerichte therapie die ik krijg (bijvoorbeeld de werking in het lichaam).
  • Het doel van de behandeling.
  • De bijwerkingen die kunnen voorkomen bij deze behandeling.
  • Hoe waarschijnlijk is het dat ik bepaalde bijwerkingen krijg.
  • Wat kan de specialist of verpleegkundige doen om bijwerkingen te voorkomen of te verminderen.
  • Wat kan ik zelf aan de bijwerkingen doen.
  • Wanneer ik contact op moet nemen met het ziekenhuis.
  • Hoe moet ik contact opnemen met het ziekenhuis.
  • Wat zijn de praktische gevolgen van de behandeling voor mijn dagelijkse leven (bijvoorbeeld huishouden of hobby's).
  • Welke gevoelens kan de behandeling losmaken (bijvoorbeeld angst, somberheid, hoop, sneller emotioneel).
  • Hoe kan ik en mijn naasten (bijvoorbeeld partner, kinderen) met de ziekte en/of behandeling omgaan.
  • Wat mijn naasten kunnen doen om mij te (onder)steunen.
  • Wat de invloed is van de behandeling op seksualiteit.
  • Hoe ik in contact kan komen met lotgenoten.
  • Of ik thuis extra hulp nodig heb en hoe ik dat kan regelen.
  • Ondersteuning van maatschappelijk werk of een psycholoog.
  • De gang van zaken in het ziekenhuis.
  • Wat gebeurt er als ik afzie van de behandeling (twijfel over keuze, vooruitzichten, verdere begeleiding).
Schrijf op wat u nog eer wilt bespreken over de aangekruiste onderwerpen:







Contact

Wanneer u doelgerichte therapie krijgt, zijn er situaties waarin het belangrijk is dat u contact opneemt met het ziekenhuis. De oncologieverpleegkundige vertelt u welke situaties dit zijn.

  • Bij niet-spoedeisende klachten 010-7041948 (maandag t/m vrijdag tijdens telefonisch spreekuur van 8.00-16.00)
  • Bij spoedeisende klachten binnen kantoortijden 010-7041948 (maandag t/m vrijdag 8.00-16.00 uur)
  • Bij spoedeisende klachten buiten kantoortijden 06-33342086 (maandag t/m vrijdag van 16.00-8.00 uur, zaterdag, zondag en feestdagen)


Behandelschema voor pazopanib

Deze kuur bestaat uit één medicijn. Ook kunt nog andere medicijnen krijgen. Deze andere medicijnen krijgt u als ondersteuning van de behandeling, bijvoorbeeld om uw bijwerkingen te beperken.

Cytostatica/ medicijnenDagelijksWijze van toediening
Pazopanib X Tablet á 200mg. Dosering wordt vastgesteld door uw behandelteam.

Wijze van innemen:
  • Neem de voorgeschreven dosis iedere dag rond dezelfde tijd in. Kies hierbij een tijd ten minste één uur voor of twee na een maaltijd.
  • Neem de te tabletten één voor één in met water.
  • Indien een tablet gebroken of stuk is, neemt u deze niet in en brengt u deze terug naar de apotheek.
  • Eet geen grapefruits en drink geen grapefruitsap zolang u pazopanib inneemt. Dit kan de werking beïnvloeden.
  • Indien u een dosis bent vergeten, wacht dan tot de volgende dag met het innemen van de volgende dosis.
  • Als u per ongeluk een hele dag overslaat, neem dan de volgende dag niet 2 doses in, maar gewoon de voorgeschreven dosis.
  • Als u moet braken neem dan niet opnieuw een dosis in, maar wacht tot dat het tijd is voor uw volgende dosis.
  • Het is belangrijk dat u de pazopanib dagelijks inneemt. Stop niet met de behandeling zonder overleg met uw behandelteam.

Medicatie tegen misselijkheid

De doelgerichte therapie die u krijgt, hoort tot de medicatie die weinig tot geen misselijkheid veroorzaakt. Indien u toch misselijk wordt dient u contact op te nemen met het behandelteam via het verpleegkundig spreekuur.

Bijwerkingen

We geven tegenwoordig naast chemotherapie ook doelgerichte therapie (targeted therapy) voor kanker. Bij tumorcellen zijn signalen in de cel ontregeld, waardoor een cel onbeperkt gaat groeien. Hierdoor wordt een normale cel een kankercel. Doelgerichte therapie maakt deze signalen weer normaal, waardoor een cel minder hard gaat groeien.
Doelgerichte therapie is gericht op het beschadigen van de kankercellen, maar kan helaas ook schade veroorzaken aan gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunt u bijwerkingen krijgen. Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, terwijl anderen er weinig van merken. De ernst van de bijwerkingen heeft niets te maken met het resultaat van de behandeling.

Pazopanib voorkomt dat er nieuwe bloedvaten worden gemaakt. Als er minder bloedvaten zijn, gaat er minder bloed en dus ook minder zuurstof en voedingsstoffen naar de tumor. Zo groeit de tumor minder hard en stopt hij met groeien.

Vaak voorkomende bijwerkingen bij pazopanib kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met:
  • Bloeddruk: hoge bloeddruk
  • Buikpijn
  • Darmen: diarree
  • Gewicht: afvallen
  • Haar(verlies) en haarverkleuring
  • Hand-voet syndroom
  • Hoofdpijn
  • Huid en nagels: huiduitslag
  • Leverfunctiestoornissen
  • Misselijkheid en braken
Algemene bijwerkingen/ invloed op:
  • Concentratie/geheugenproblemen
  • Menstruatiestoornissen
  • Psychische gevolgen
  • Reuk- en smaakveranderingen
  • Seksueel verlangen
  • Vermoeidheid
  • Vruchtbaarheidsproblemen
  • Zwangerschap, kans op aangeboren afwijkingen

Vaak voorkomende bijwerkingen en adviezen

Bloeddruk

De behandeling kan uw bloeddruk verhogen.

Hoge bloeddruk

Een hoge bloeddruk voelt u meestal niet.
Is uw bloeddruk extreem hoog, dan kunt u de volgende klachten hebben:
  • hoofdpijn
  • kortademigheid
  • problemen met zien
  • duizeligheid
  • overmatig blozen
Advies
  • Heeft u één van bovengenoemde klachten? Neem dan contact op met uw behandelteam. Het behandelteam schrijft u medicijnen voor als dat nodig is. Ook zullen we uw bloeddruk regelmatig controleren.
  • Beperk zoutinname, maak gebruik van ongezouten (dieet-)halvarine of (dieet-)margarine op het brood. Beleg maximaal 2 boterhammen met licht gezouten vleeswaren per dag.
  • Voeg geen keukenzout of zeezout toe aan de maaltijden.


Buikpijn

Door de behandeling kunt u buikpijn krijgen. Dat kan variëren van pijn in de maagstreek tot pijn in de onderbuik.

Darmen

Door de behandeling kunt u last krijgen van uw darmen. Iedereen heeft een ander ontlastingspatroon. Het is belangrijk dat uw stoelgang regelmatig is en niet te veel afwijkt van het patroon dat u voor de behandeling had.

De behandeling die u krijgt kan de beweeglijkheid in uw darmen verminderen, waardoor de darmwerking vermindert. De behandeling kan ook inwerken op de cellen van uw darmen en zo een ontstekingsreactie veroorzaken. Hierdoor kunt u obstipatie of diarree krijgen.

Diarree

Diarree is een waterige dunne ontlasting waarvoor u meer dan 4 keer per dag naar het toilet moet. Bij diarree is de opname van vocht en voedingsstoffen in uw darmen verstoord. Dat komt door irritatie van het slijmvlies van de darm en door een verandering in de stofwisseling van de dunne darm. Bij diarree worden voedingsstoffen in de darmen minder goed opgenomen.

Klachten kunnen zijn:
  • buikpijn/buikkrampen
  • vaak aandrang om het toilet te bezoeken
  • zachte tot vloeibare stoelgang, verlies van stoelgang
  • slijm of bloed bij de ontlasting
  • soms tekenen van uitdroging: dorstgevoel, een droge mond, een droge tong, een droge of gerimpelde huid en donkere urine
  • gewichtsverlies
Voedingsadvies bij diarree
  • Drink veel om het vochtverlies aan te vullen en uitdroging te voorkomen. Drink ongeveer 2 liter water per dag (16 kopjes of 10 bekers)
  • Drink veel water, thee, bouillon (vooral zout) en tomatensap. Zo vult u de tekorten aan, die diarree veroorzaakt.
  • Spreid de maaltijden over de dag (5-6 keer per dag) en sla geen maaltijden over.
  • Kauw goed.
  • Kies voor voedingsmiddelen met oplosbare vezels zoals witte rijst, wit brood, havermout, bananen, appelmoes of fruit in blik.
  • Schil en ontpit fruit. Eet geen druiven, abrikozen, perziken, pruimen, kiwi, ananas en gedroogd fruit.
  • Gebruik niet te veel suiker.
  • Probeer prikkelende of scherpe voeding te vermijden.
  • Eet geen grote maaltijden.
  • Eet geen vet.
  • Eet geen grove vezels, zoals donker roggebrood en grof volkorenbrood.
  • Eet geen gasvormende producten, zoals ui, knoflook, kool, prei.
  • Drink geen koolzuurhoudende drank (met prik), geen koffie en geen alcohol.
  • Eet eiwitrijk: vlees, vis, eieren, kaas en volle melkproducten.
Algemeen advies bij diarree
  • Het slijmvlies van de sluitspier kan geïrriteerd raken door de diarree; gebruik daarom zacht toiletpapier of een washandje. Zorg voor een goede lichaamshygiëne en breng een niet geparfumeerde zalf of vaseline aan ter hoogte van de sluitspier om de huid te beschermen.
  • Kijk regelmatig na of uw urine niet te donker is. Donkere urine kan op uitdroging wijzen.
  • Weeg u 1 keer per week om uw gewicht te volgen.
  • Bespreek met uw behandelteam of u medicatie mag nemen bij diarree.
  • Heeft u langer dan 24 uur hevige diarree (meer dan 4 keer per dag), overlegt u dan met uw behandelteam, zie het kopje Wanneer contact opnemen?


Gewicht

Door de behandeling kunt u lichter worden (gewichtsafname).

Afvallen

Tijdens de behandeling kunt u gewicht verliezen. Afvallen kan het gevolg zijn van:
  • Een pijnlijke mond (ontstekingen van mondslijmvlies) waardoor eten moeilijker wordt.
  • Sterk verminderde eetlust, door misselijkheid of veranderde reuk- en smaak.
  • Maagdarmproblemen: buikpijn, verstopping, diarree of vertraagde maagontlediging (uw eten verteert slecht of kan niet goed door de maag passeren).
  • Eten niet binnen kunnen houden door braken.
  • De ziekte zelf.
Advies
Overleg met uw behandelteam welke van de onderstaande adviezen bruikbaar zijn voor u:
  • Neem eten wat u lekker vindt en waarvan u kunt genieten. Want het genot van eten en drinken is minstens zo belangrijk.
  • Drink voldoende: minstens 2 liter per dag. Dit zijn 16 kopjes of 10 bekers; Neem dranken die calorieën bevatten.
  • Gebruik volle producten, zoals volle melk, volle yoghurt, smoothies.
  • Neem niet ineens grote maaltijden, maar vaak kleine en voedzame beetjes.
U kunt met uw behandelteam bespreken of een doorverwijzing naar een diëtist voor u nuttig is.
Voor diëtisten bij u in de buurt, raadpleeg hier de Verwijsgids Kanker.

Haar(verlies)

Door de behandeling kan uw haar uitvallen. Meestal gaat het bij pazopanib om het geleidelijk dunner worden van het haar.

Haarveranderingen

Uw behandeling kan ervoor zorgen dat uw haar verandert. Het hoofdhaar kan bijvoorbeeld dunner worden en/of gaan krullen. Maar ook op andere plekken op uw lichaam kunnen er haarveranderingen optreden. Zo kan er donshaar groeien in het gezicht. Soms gaan de haren van de wimpers of wenkbrauwen extreem groeien.

Advies
Krijgt u door de behandeling dunner haar? Dan kunt u zelf tijdens de behandeling maatregelen nemen:
  • Verzorg het haar voorzichtig.
  • Gebruik een milde shampoo.
  • Droog het haar voorzichtig, föhn niet te heet en niet te vaak.
  • Laat geen permanent zetten.
  • Verf het haar niet.
  • Soms is het prettiger om het haar kort te laten knippen.
  • Ga voor meer informatie naar de website www.lookgoodfeelbetter.nl.


Haarverkleuring

Door de behandeling kan uw haar verkleuren. Soms komt er een witte gloed over uw haar.

Advies

U kunt hier niets aan doen. Als de behandeling gestopt is, zal de verkleuring ook stoppen.

Hand-voetsyndroom

Tijdens de behandeling kunt u last krijgen van het hand-voet syndroom. Handen en voeten zijn dan pijnlijk, rood en gezwollen en kunnen tintelen of dood aanvoelen. Ook kan de huid schilferen en kunnen er zweren, kloven of blaren op de huid ontstaan.

Bij de meeste mensen zijn de klachten mild en verdwijnen deze binnen 1 of 2 twee weken. Zijn de klachten ernstiger? Dan zijn medicijnen nodig.

Advies
Voor het voorkomen of verzorgen van huidproblemen op uw handen of voeten:
  • Gebruik 4 x per dag bodylotion of vette handcrème of 2 x per dag 10% ureum-zalf.
  • Vermijd knellende schoenen.
  • Neem contact op met het behandelteam als u te veel last heeft van één van de bovengenoemde bijwerkingen. Soms is het nodig om de dosis van het medicijn aan te passen, zodat de bijwerkingen verminderen.


Hoofdpijn

Door de behandeling kunt u last krijgen van hoofdpijn. Dit kan samengaan met overgevoeligheid voor licht en geluid.

Advies
Overleg met uw behandelteam welke van de onderstaande adviezen bruikbaar zijn voor u.
  • Vermijd een prikkelende omgeving: zorg voor een rustige ruimte, eventueel donker.
  • Probeer met koude kompressen op het hoofd de pijn te verlichten.
  • Overleg met uw behandelteam over het gebruik van pijnstillers.


Huid en nagels

Door de behandeling kan de huid als ook de nagels geïrriteerd raken.

Huiduitslag

Door de behandeling kunt u huiduitslag krijgen. We spreken van uitslag als u last heeft van roodheid, vlekken, puisten, pukkels of blaasjes op uw huid. Dit kan optreden over de gehele huid of in de vorm van een plaatselijke uitslag.

Een veel voorkomende vorm van huiduitslag is een allergische reactie op medicijnen. Netelroos is daar een voorbeeld van. Een ander woord voor netelroos is galbulten. De allergische reactie uit zich door een jeukende, rode uitslag. Deze huiduitslag lijkt op de huiduitslag, die u heeft na het aanraken van een brandnetel.

Klachten kunnen zijn:
  • roodheid van de huid
  • jeuk
  • bultjes
  • verdikte huid
  • overgevoeligheidsreactie/allergische reactie (in de vorm van netelroos)
Advies
  • Huidreacties kunnen verergeren door zonlicht. Vermijd daarom fel licht op de huid en bescherm de huid met kleren en zonnebrandcrème.
  • Bij sommige medicijnen kunt u al verbranden door indirect zonlicht. Dit is zonlicht achter glas.
    • Bedek uw armen en benen
    • Ga niet achter het glas in de zon zitten
  • Verzachtende en beschermende crèmes en zalven bevatten geen werkzame bestanddelen, maar houden de huid wel soepel en voorkomen verdere uitdroging van de huid. Klachten als jeuk, schilfering, kloven en branderige plekken verminderen door deze middelen. De middelen zijn zonder recept verkrijgbaar.
    • Crèmes voor een niet al te droge huid: lanettecrème en cetomacrogolcrème
    • Crèmes voor een erg droge huid: vaseline lanettecrème en vaseline cetomacrogolcrème
  • Mentholgel kan de huid verkoeling geven.
  • Bescherm uw lippen met lippenbalsem met UV filter.


Leverfunctiestoornissen

Door de behandeling kan de leverfunctie verstoord raken. Als u een stoornis van de leverfunctie heeft, kunnen we dat zien door afwijkingen in uw bloed. In het begin zult u niet veel merken van de leverfunctiestoornis.. Pas bij ernstige leverfunctiestoornissen kunt u zich ziek voelen. U heeft dan geen specifieke klachten, maar u bent vermoeid of uw huid en ogen worden wat gelig (dit noemen we geelzucht).

Advies
  • Heeft u klachten die (kunnen) wijzen op leverfunctiestoornissen, zoals gele verkleuring van het oogwit, donkere theekleurige urine, of ontkleurde (witte) ontlasting? Meldt dit dan aan uw behandelteam.


Misselijkheid en braken

Door de behandeling kunt u last krijgen van misselijkheid en braken. Afhankelijk van de soort therapie krijgt u medicijnen om misselijkheid en braken te verminderen. De klachten verschillen sterk van persoon tot persoon.

U kunt de volgende klachten krijgen:
  • oprispingen
  • kokhalzen en braken
  • weinig of geen eetlust
  • zwaar of opgeblazen gevoel in de maag
Advies
  • Neem uw voorgeschreven medicatie stipt in. Zo kunt u de misselijkheid voorkomen.
  • Zorg voor goede mond hygiëne zoals tanden poetsen na iedere maaltijd, maak gebruik van een zachte tandenborstel en tandpasta met fluoride.
  • Zorg voor een fris gevoel in de mond: bv kauwgom of pepermunt.
  • Eet traag en kauw goed.
  • Eet waar u zin in heeft.
  • Eet wanneer de misselijkheid het minst is.
  • Stop met eten als uw misselijkheid erger wordt en probeer het op een later tijdstip.
  • Zorg voor voldoende frisse lucht.
  • Zorg voor afleiding.
Voedingsadvies
  • Eet vaker een kleine maaltijd. Probeer een lege maag te voorkomen door regelmatig een kleinigheidje te eten, zoals een cracker, beschuit of een schaaltje yoghurt.
  • Ochtendmisselijkheid vermindert soms na het eten van een toastje of beschuit voor het opstaan. Leg in de avond bijvoorbeeld een pakje toastjes klaar naast het bed of een pakje met soepstengels en smeerkaas.
  • Pas de maaltijden aan, neem kleinere porties per dag.
  • Probeer genoeg te drinken. Als u te weinig drinkt en te veel vocht verliest door het braken moet u contact opnemen met het ziekenhuis. Te weinig drinken kan het gevoel van misselijkheid erger maken.
  • Probeer of het drinken van koolzuurhoudende dranken helpt. De koolzuur kan helpen om overtollige lucht uit de maag op te boeren en zo een vol gevoel te verlichten. Neem de koolzuurhoudende drank niet te koud, dit kan weer maagklachten geven.
  • Probeer gerechten die koud of op kamertemperatuur zijn, deze worden vaak beter verdragen. Laat warme voedingsmiddelen en dranken afkoelen tot ze lauwwarm zijn.
  • Combineer geen koude en warme gerechten tijdens een maaltijd.
Belangrijk
  • Drink niet vlak voor of vlak na de maaltijd. Drink pas 30 minuten tot een uur na de maaltijd.
  • Vermijd sterke geuren die uw misselijkheid kunnen verergeren: etensgeuren, kruiden, specerijen, parfums, bloemengeuren of schoonmaakmiddelen.
  • Ga niet onmiddellijk na de maaltijd liggen: een halfzittende houding is beter.
(Kijk voor meer informatie op: www.voedingenkankerinfo.nl).

Algemene bijwerkingen/invloeden op

Concentratie/geheugenproblemen

We horen vaak van mensen dat ze last hebben van een slechter geheugen, dat ze zich minder goed kunnen concentreren en dat ze problemen hebben met plannen. We noemen dit cognitieve problemen. Deze problemen zijn bij de meeste mensen tijdelijk, ook al blijven ze soms langer aanwezig na de behandeling.

Advies
  • U kunt gebruik maken van een agenda of dagplanner.
  • Zorg ervoor dat u orde en structuur in uw dag aanbrengt.
  • Geef uw lichaam tijd om te herstellen.
  • Zoek naar manieren om uw hoofd leeg te maken met ontspannende activiteiten.
  • Ontspanningsoefeningen, yoga, mindfulness en haptotherapie kunnen helpen.


Menstruatiestoornissen

Door de behandeling kan uw menstruatie veranderen. U kunt bijvoorbeeld last krijgen van:
  • de menstruatie komt onregelmatig
  • de menstruatie duurt langer of korter dan normaal
  • u verliest minder of juist meer bloed dan normaal
  • de menstruatie blijft weg
  • als u veel bloed verliest, kan dit bloedarmoede geven
Advies
  • Heeft u last van te veel bloedverlies? Overleg dat dan met uw behandelteam. Die kan medicijnen voorschrijven om de bloedingen te verminderen.


Psychische gevolgen

De diagnose kanker zorgt bij veel mensen voor gevoelens van angst en onzekerheid. Maar ook de medicijnen kunnen soms psychische reacties geven.
Klachten kunnen zijn:
  • verwardheid
  • angst
  • onrust
  • depressieve gevoelens
  • stemmingswisselingen
  • snel geïrriteerd zijn
Advies
Loop vrijblijvend binnen bij de PATIO (Patientinformatiecentrum Oncologie). Dit is een plek in het Erasmus MC voor iedereen die met kanker te maken krijgt, voor zowel patiënten
als naasten.

Wat?
  • Ontspannen: met een kopje koffie of thee. Bladeren door een tijdschrift aan de leestafel. Of meedoen aan een workshop, zoals bloemschikken of mozaïeken.
  • Ontmoeten: lotgenoten ontmoeten of een praatje maken.
  • Ontdekken: op zoek gaan naar betrouwbare informatie. Een gastvrouw kan u hierbij helpen. Aanwezig zijn bij een themabijeenkomst.
  • Ontzorgen: de juiste zorg of ondersteuning vinden met hulp van een ondersteuningsconsulent.
Waar en wanneer?
Locatie: Erasmus MC, Zimmermanweg
Openingstijden: maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur – 17.00 uur. U kunt gewoon binnenlopen. Er zijn geen kosten aan verbonden.

PATIO aan bed: voor klinische patiënten
Muziektherapie of kunstzinnige therapie volgen. Meedoen aan creatieve activiteiten. Een laptop, spelcomputer, e-reader of tijdschrift lenen. Een praatje maken met een vrijwilliger.

Meer informatie
Kijk voor alle mogelijkheden en activiteiten op: www.erasmusmcpatio.nl
Meer informatie leest u ook in de patiëntenfolder van PATIO.

Advies
  • Op het internet bestaan veel van pagina’s over kanker. Maar niet elke pagina heeft de juiste informatie. Ons advies is dan ook om zoveel mogelijk gebruik te maken van pagina’s van officiële instituten. Op deze pagina’s is de informatie het meest betrouwbaar.
  • Meer informatie over patiëntenverenigingen, alternatieve geneeswijzen, vakantiemogelijkheden, voeding en klachtenmogelijkheden kunt u vinden bij de PATIO.


Reuk- en smaakveranderingen

Door de behandeling kan uw smaak veranderen. Wat u proeft of hoe iets smaakt verandert door verhoging of verlaging van de zogenoemde ‘smaakdrempels’:
  • De uitgesproken smaken zoals zoet, zout, zuur of bitter proeven anders.
  • Een bittere smaak (‘metalig, gallig’) kan overheersen.
  • Uw smaak kan ook verminderen Ook uw reuk kan veranderen:
  • U kunt ongevoelig voor geuren worden. (u ruikt veel minder of niks)
  • Of juist een overgevoeligheid voor geuren (u ruikt alles sterker).
  • Beiden hoeven niet overeen te komen met de smaak.
Advies
Uw reuk- en smaakvermogen kan elke dag wisselen. Om toch met plezier te kunnen blijven eten, kunt u de volgende dingen doen:
  • Het is mogelijk om een ‘proef’ middag bij te wonen. Vanuit het Erasmus MC wordt 2 keer per jaar een middag georganiseerd. Tijdens deze middag geven we u achtergrondinformatie over hoe u met een kleine aanpassingen, zoals het gebruiken van verschillende kruiden en specerijen, inspiratie kunt op doen om het eten lekkerder te maken. Voor informatie kunt u terecht bij de Patio; www.erasmusmcpatio.nl.
  • Een goede mondhygiëne is belangrijk. Poets na iedere maaltijd uw tanden of maak uw gebitsprothese dagelijks schoon.
  • Spoel voor en na de maaltijd uw mond met water.
  • Kauwen op een snoepje of suikervrije kauwgom kan de vieze smaak verminderen.
  • Soms verdwijnt een vieze smaak even door iets met een sterke of pikante smaak te eten, bijvoorbeeld basilicum, rozemarijn, oregano, dragon, munt, curry, citroen, nasi of bami. Een saus toevoegen kan ook (o.a. zoetzure saus).
  • Drink minimaal 1,5 liter per dag. Drink water, bouillon, soep, melk, thee en vruchtensappen (geen citrus). Het is belangrijk om voor dranken te kiezen die u energie geven, zeker als u gewicht verliest.
  • Producten waar u echt een afkeer van heeft gekregen, kunt u beter niet eten/drinken. Vaak zijn dat gerechten met een sterke geur zoals gebraden/gebakken vlees, koffie, gefrituurde gerechten, broccoli, bloemkool, ui en spruitjes. Vervang vlees door vis, (koude) kip, vleeswaren, kaas, een eiergerecht of vegetarische producten of verwerk vlees in sauzen, zoals spaghettisaus.
  • Als klassieke warme maaltijden (aardappelen, groenten, vlees/vis) u niet meer smaken, kunt u de warme maaltijd vervangen door een broodmaaltijd met hartig beleg, melk en fruit.
  • Als gekookte groenten u niet smaken, probeer dan een rauwkostsalade of drink een extra glas groente-of vruchtensap.
  • Veel mensen krijgen een afkeer voor cosmetica, bloemen, tabaksrook en schoonmaakmiddelen.
  • Zorg voor genoeg frisse lucht tijdens het koken als u last heeft van reukveranderingen.
  • Kijk op: www.beleefjesmaak.nl voor tips bij reuk- en smaakveranderingen en recepten.


Seksueel verlangen

Door de behandeling kunt u minder zin hebben om te vrijen. Dat betekent niet automatisch dat u minder behoefte heeft aan intimiteit. Ook uw partner kan het soms moeilijk vinden om lichamelijk contact te hebben, bijvoorbeeld omdat hij/zij denkt dat u daar nog niet aan toe bent. Voor u beiden is het belangrijk dat er aandacht is voor de verschillende gevoelens en behoeften. Neem samen de tijd om weer vertrouwd te raken met uw lichaam en te verwerken wat er veranderd is door de ziekte en de behandeling. Het is een situatie waar u en uw partner zelf een oplossing voor kunnen zoeken, eventueel met behulp van een therapeut.
Meer informatie over seksualiteit en intimiteit

Advies

  • Door ziekte, vermoeidheid en angst kunt u minder zin krijgen in seks. Dit kan voor u en uw partner ongerustheid en spanningen veroorzaken. U zult beiden de veranderingen moeten leren accepteren. Een eerlijke en open communicatie is erg belangrijk. Praat met uw partner over uw gevoelens.
  • Medicatie kan invloed hebben op de beleving van seksualiteit.
  • Maak gebruik van een glijmiddel bij droge vaginale slijmvliezen.
  • Speelt vermoeidheid voor u mee bij het vrijen? Probeer bijvoorbeeld het op een ander tijdstip, bijvoorbeeld ’s ochtends. Misschien heeft u er dan meer energie voor.
  • Seksuele problemen zijn soms moeilijk bespreekbaar. Het is voor u goed om te weten dat het heel normaal is om seksuele klachten met uw behandelteam te bespreken.
  • Als het nodig is, kan uw behandelteam u doorverwijzen naar een seksuoloog.
  • Klik hier voor een seksuoloog bij u in de buurt.


Vermoeidheid

Door de behandeling kunt u vermoeid worden. De meest voorkomende klachten zijn:
  • voortdurend een gevoel van algemene zwakte en psychische uitputting
  • concentratieproblemen
  • lichamelijke en/of geestelijke inspanning kost meer moeite
  • een (groot) gebrek aan energie, u denkt niets meer te kunnen
  • prikkelbaarheid
  • emotionele labiliteit, stemmingswisselingen
  • gebrek aan aandacht voor de omgeving
  • slaperigheid en lusteloosheid
  • geheugenproblemen
De vermoeidheidsklachten kunnen na de behandeling nog lang aanhouden. Soms enkele maanden, soms zelfs jaren. De vermoeidheid kan veroorzaakt worden door lichamelijke, psychische en emotionele omstandigheden.

Advies
  • Beweeg zoveel mogelijk, want als u minder doet, gaat uw conditie achteruit.
  • Overweeg te sporten met een fysiotherapeut die gespecialiseerd is in oncologie.
  • Als u graag zwemt, overleg dat dan met uw behandelteam. Zij kunnen u vertellen of u mag gaan zwemmen of niet.
  • Overweeg om gebruik te maken van mindfulness of yoga.
  • Uw energie is kostbaar, ga er zorgvuldig mee om. Plan niet teveel activiteiten op één dag. Verdeel dingen die u wilt doen over de week.
  • Bepaal zelf waaraan u energie wilt besteden. Wissel dingen die u móet doen af met leuke dingen waar u energie van krijgt.
  • Wees duidelijk over wat u wel en niet kunt en wilt doen, stel daarin uw grenzen.
  • Vraag zo nodig hulp van familie of vrienden of schakel de thuiszorg in.
  • Zorg dat u genoeg uren kunt slapen, houd u aan vaste tijden om naar bed te gaan en op te staan. Probeer op vaste tijden op te staan en naar bed te gaan, ook in het weekend.
  • Neem tijd voor leuke en ontspannende dingen.
  • Eet gezond en eiwitrijk, dit is belangrijk voor een goede conditie.
  • Drink liever geen alcohol.
Zie ook de website www.kanker.nl voor meer informatie over vermoeidheid.
Raadpleeg de Verwijsgids Kanker welke zorgverleners bij u in de buurt u kunnen helpen met klachten van vermoeidheid.
Fysiotherapeut (Oncologie-) - IKNL | Verwijsgids Kanker

Vruchtbaarheidsproblemen

Zowel bij mannen als bij vrouwen kan de behandeling (tijdelijk) verminderde vruchtbaarheid of onvruchtbaarheid veroorzaken. Of u onvruchtbaar wordt, hangt af van:
  • het soort medicijn
  • de combinatie van medicijnen
  • de hoeveelheid medicijnen
  • de aard van de ziekte
  • uw leeftijd
Advies
  • Meestal is het belangrijk dat u of uw partner niet zwanger wordt tijdens de behandeling, bespreek dit met uw behandelteam.
  • Vraag uw behandelteam wat uw vooruitzichten zijn.
  • Bent u een man, bespreek dan met uw behandelteam de mogelijkheid van invriezen van sperma vóór het starten van de behandeling.
  • Bent u een vrouw, bespreek dan met uw behandelend specialist de mogelijkheid van vruchtbaarheidsbehoud en laat u, als u dat wilt, doorverwijzen naar een gespecialiseerde gynaecoloog.


Zwangerschap, kans op aangeboren afwijkingen

De medicijnen die u krijgt kunnen schadelijk zijn voor het erfelijk materiaal (DNA) van voortplantingscellen (eicellen en sperma). Daarom moet u tijdens de behandeling een zwangerschap voorkomen. Overleg dit met uw behandelteam. Uw lichaam moet na de behandeling eerst goed herstellen, voordat u of uw partner weer zwanger wordt. Bij mannen kan het soms 4 tot 5 jaar duren voordat de aanmaak en kwaliteit van het sperma weer normaal is.

Advies
  • Meestal is het belangrijk dat u of uw partner niet zwanger wordt tijdens de behandeling, bespreek dit met uw behandelteam.
  • Afhankelijk van uw diagnose, moet u ervoor zorgen dat u of uw partner 3 tot 12 maanden ná de behandeling ook niet zwanger wordt.
  • Bespreek uw kinderwens met uw behandelteam.
  • Mocht u onverhoopt toch zwanger raken, geef dit dan onmiddellijk door aan uw behandelteam. Dit is van groot belang voor het vaststellen/ aanpassen van de (vervolg)behandeling.


Extra info over veilig omgaan met uitscheidingsproducten

U hoeft tijdens en gedurende de therapie geen beschermende maatregelen te treffen.

Praktische informatie

Rondom de toediening van de kuur
  • Maak gebruik van anticonceptie, zie kopje ‘zwangerschap, kans op aangeboren afwijkingen’.
  • Overleg met uw behandelteam of uw anticonceptiepil veilig is en gebruikt mag worden.


Medicijnen
  • Geef aan uw behandelteam door welke medicijnen u gebruikt.
  • Geef niet alleen eenvoudige medicijnen door die u gebruikt zoals aspirine, paracetamol, maar ook de door u gebruikte voedingssupplementen, visoliecapsules, vitamines of homeopathische- en kruidengeneesmiddelen.
  • Geef toestemming aan uw eigen apotheek om uw medicijndossier open te zetten via het Landelijk Schakelpunt, zodat het dossier beschikbaar is. Zo kunnen we uw dossier inzien als dat nodig is voor uw behandeling.


Voeding en advies
  • Soms is het eten of drinken van vette vis, grapefruit(sap) of grapefruitkruisingen (o.a. pomelo, mineola), niet toegestaan. Bespreek dit met uw behandelteam. https://www.voedingenkankerinfo.nl/mag-ik-vis-eten-en-visolie-gebruiken-bij-chemotherapie/
  • Als u een bepaald dieet volgt of wilt volgen, is het belangrijk dat u in goede conditie bent en op gewicht blijft. Ook tijdens uw eventuele opname is het meestal mogelijk om het door u gewenste dieet te volgen (binnen de mogelijkheden van de keuken). U kunt dit bespreken met de verpleegkundige of zorgassistente.


Alcohol en doelgerichte therapie
  • Het drinken van alcohol tijdens een behandeling is niet in alle situaties 'verboden'. Drink altijd met mate en houd er rekening mee dat alles wat u drinkt anders kan smaken en anders kan 'vallen'.
  • Vraag uw behandelteam of er in uw situatie een reden is om helemaal geen alcohol te drinken.


Andere zorgverleners
  • Uw huisarts wordt door uw behandelteam geïnformeerd. We adviseren u om ook zelf contact op te nemen met uw huisarts.
  • Als u een oproep krijgt voor een griep/covid prik of andere vaccinatie, bv pneumococcen, adviseren we u om deze te gaan halen. We krijgen vaak de vraag wanneer de griep/covid prik gehaald moet worden tijdens de behandeling met chemotherapie of radiotherapie. Het is gebleken dat het niet uitmaakt op welk moment u tijdens de behandeling de vaccinatie krijgt.
Let op:
    • Patiënten die het afgelopen jaar een stamceltransplantatie hebben ondergaan moeten eerst met hun behandelend Hematoloog overleggen of ze gevaccineerd mogen worden.
    • Patiënten die deelnemen aan een studie moeten ook eerst overleggen met hun behandelteam.
    • Patiënten die volgens reisadvies het gele koorts vaccin moeten krijgen, moeten eerst overleggen met hun behandelteam.
  • Zorg voor aanvang van uw behandeling dat uw gebit gecontroleerd is en dat eventuele behandelingen aan het gebit zijn gedaan


Autorijden
  • Sommige medicijnen kunnen uw rijvaardigheid beïnvloeden, bijvoorbeeld clemastine. Clemastine is een middel dat de rijvaardigheid beïnvloed. Het is een middel om een allergische reactie op medicatie te voorkomen of te bestrijden (antihistaminicum). Het gebruik van clemastine kan voor slaperigheid en/of duizeligheid zorgen en heeft een ernstige en gevaarlijke invloed op de rijvaardigheid. Daarom is het wettelijk verboden om de eerste 24 uur na toediening auto te rijden.
  • Vraag bij twijfel om advies bij het behandelteam.


Vervoersregeling
  • In de basisverzekering is een regeling opgenomen voor vergoeding van vervoer.
  • Neem contact op met uw zorgverzekeraar om te vragen hoe u deze vergoeding aan kunt vragen.
  • U kunt gebruik maken van eigen vervoer of taxivervoer.


Werken
  • Blijft u doorwerken of stopt u (tijdelijk)? Het is belangrijk om goed met uw werkgever of opdrachtgevers te overleggen en in contact te blijven met collega’s.
  • Neem contact op met de bedrijfsarts.
  • Zie hiervoor de website: https://nfk.nl/kanker-en-werk/werken-met-of-na-kanker


Zwemmen en saunabezoek
Er zijn verschillende redenen waarom we u adviseren om niet naar de sauna of het zwembad te gaan:
  • U kunt meer last kunt hebben van de warmte dan u gewend bent, waardoor uw bloeddruk zakt.
  • Als u nog rekening moet houden met uw uitscheidingsproducten mag u niet naar de sauna of naar het zwembad.
  • Als u een centrale lijn heeft, bijvoorbeeld een Hickman of een PICC lijn, mag u ook niet naar het zwembad of de sauna.


Disclaimer

De informatie in deze folder is zorgvuldig samengesteld en is gebaseerd op de teksten die te vinden zijn op www.bijwerkingenbijkanker.nl. Middelen bij kwaadaardige aandoeningen zijn doorgaans sterk werkzame geneesmiddelen die veel bijwerkingen kunnen veroorzaken. Het optreden van bijwerkingen is onder andere afhankelijk van de dosering, de duur van de behandeling, de combinatie met andere geneesmiddelen, het onderliggend ziektebeeld en eventueel aanwezige orgaanfunctiestoornissen. Daarnaast is er een verschil in het optreden van bijwerkingen tussen verschillende patiënten. Bijwerkingen kunnen onmiddellijk na het toedienen, maar ook veel later optreden.

Ondanks de onvoorspelbaarheid van het optreden en de ernst van bijwerkingen hebben we ernaar gestreefd veel gerapporteerde bijwerkingen in het systeem op te nemen. Op de informatie voor de patiënt zijn slechts de bijwerkingen gemeld die bij meer dan 10% van de patiënten voorkomen.

Auteursrecht

De informatie op deze site mag worden gebruikt, op voorwaarde dat de bron vermeld wordt.
Referenties naar deze website:


Wanneer contact opnemen?

Matige en niet-spoedeisende klachtenErnstige en spoedeisende klachten
Graag contact opnemen bij de volgende klachten:
  • Als u langer dan 3 dagen geen ontlasting heeft
    3 tot 4 keer per dag diarree
  • Meer dan 2 keer per dag braken a Pijn of branderig gevoel bij het plassen
    Duizeligheid of ernstige moeheid, waarbij u meer dan de helft van de dag op bed/bank ligt
  • Pijn in de mond, waardoor u problemen of pijn heeft met slikken
  • Temperatuur van 38.0 – 38.4 °C en u zich niet lekker voelt
  • Jeuk en / of huiduitslag
  • Pijnklachten die niet onder controle zijn met de huidige pijnstilling
  • Als u niet zeker weet of de klachten die u heeft ‘normaal’ zijn
Bellen bij niet spoedeisende klachten
Maandag t/m vrijdag tijdens telefonische spreekuren van 8.00-16.00 uur.
010 - 704 19 48

Indien u acuut hulp nodig heeft belt u dan met spoednummer huisarts of 112

Graag contact opnemen bij de volgende klachten:

  • Koorts (temperatuur boven 38,5°C) a Koude rillingen
    Bij ernstig aanhoudend braken (meer dan 5 keer per dag)
  • Ernstige (water) dunne ontlasting (meer dan 4 keer per dag)
  • Bloed in urine of ontlasting
  • Bloedneuzen
  • Bij blauwe plekken zonder dat u zich heeft gestoten
  • Plotselinge veranderingen in conditie, kortademigheid, hoofdpijn, uitvalverschijnselen of als u het niet vertrouwt
Bellen bij spoedeisende klachten
Binnen kantooruren
(maandag t/m vrijdag van 8.00-16.00 uur).
010 - 704 19 48

Buiten kantooruren (16.00-8.00 uur) zaterdag, zondag en feestdagen.
06 - 33 34 20 86