Over artrose
U heeft artrose in het gewricht in uw pols. Artrose noemen we ook wel slijtage. Een gewricht is een scharnier tussen botten. Tussen botten zit een laagje kraakbeen. Dit zorgt dat de botten soepel en zonder pijn kunnen bewegen. Als dit laagje kraakbeen slijt, kan dit leiden tot een ontsteking in het gewricht. Dit kan zorgen voor pijn en een stijf gewricht.
Over de pols
In de pols zitten 2 rijen met botten. Deze botten heten handwortelbeentjes. Door deze 2 rijen ontstaan 2 scharnieren. Daarmee beweegt de pols.
In uw geval is een gewricht in de onderste rij handwortelbeentjes versleten.
.png)
Afbeelding 1. Het gewricht in de pols.
In uw geval is een gewricht in de onderste rij handwortelbeentjes versleten.
.png)
Afbeelding 1. Het gewricht in de pols.
Afbeelding(en) gemaakt met BioRender.com
Oorzaak
Er zijn verschillende oorzaken voor slijtage van de pols. De meest voorkomende oorzaken zijn:
- De ziekte van Kiënbock. Bij deze ziekte krijgt een van de botjes in de pols minder of geen bloed. Dit veroorzaakt uiteindelijk slijtage van gewrichten in de pols.
- SLAC-pols.
- SNAC-pols.
Over de operatie
Slijtage van het polsgewricht kunnen we soms behandelen met een PRC-operatie. Dit is afhankelijk van waar de slijtage precies zit. Bij deze operatie verwijderen we de onderste rij handwortelbeentjes. Hiermee halen we het versleten, pijnlijke gewricht weg.
Eén van de bovenste handwortelbeentjes zakt vervolgens naar onder. De pols beweegt dan nog maar met 1 scharnier, in plaats van met 2 scharnieren. Deze overgebleven scharnier bestaat uit goed kraakbeen, dat niet versleten is. Daardoor doet het veel minder pijn om de pols te bewegen.
.png)
Afbeelding 2. De onderste rij handwortelbeentjes halen we weg tijdens de operatie.
Eén van de bovenste handwortelbeentjes zakt vervolgens naar onder. De pols beweegt dan nog maar met 1 scharnier, in plaats van met 2 scharnieren. Deze overgebleven scharnier bestaat uit goed kraakbeen, dat niet versleten is. Daardoor doet het veel minder pijn om de pols te bewegen.
.png)
Afbeelding 2. De onderste rij handwortelbeentjes halen we weg tijdens de operatie.
Afbeelding(en) gemaakt met BioRender.com
Voorbereiding
Als u bloedverdunners gebruikt, moet u misschien tijdelijk stoppen met deze medicijnen. Dit overlegt u met uw arts.
Tijdens de operatie
De operatie gebeurt meestal in dagbehandeling. Dit betekent dat u voor één dag naar het ziekenhuis komt. Voordat de operatie begint, verdoven we uw hele arm. Heel soms moet u helemaal onder narcose (volledige anesthesie). Lees meer over verdoving in ‘Op de preoperatieve polikliniek’.
De operatie verloopt als volgt:
De operatie verloopt als volgt:
- We maken een sneetje aan de bovenkant (rugzijde) van uw pols.
- We halen 3 botjes weg, waaronder het versleten bot.
- We maken de huid dicht met hechtingen.
- U krijgt gips om uw pols en onderarm.
Na de operatie
Leefregels
U mag op de dag van de operatie weer naar huis. Als u thuis bent, moet u zich aan een aantal ‘leefregels’ houden:
- Houd het gips droog. Doe tijdens het douchen een plastic zak om de hand.
- U krijgt een draagdoek (mitella). Draag deze de eerste 3 dagen na de operatie.
- Leg uw hand ’s nachts op een kussen. Doe dit de eerste 3 nachten na de operatie.
- Beweeg regelmatig uw vingers. Dan worden ze minder snel stijf.
- Rijd geen auto als u gips of een spalk draagt.
- Als u pijn heeft, kunt u paracetamol slikken. Gebruik maximaal 4 keer per dag 1.000 mg. Als het nodig is, krijgt u een recept voor extra pijnstilling.
- Doe geen contact- of vechtsporten tot 6 maanden na de operatie.
- Belast uw pols niet te veel. Dit geldt tot 6 maanden na de operatie. Zorg dat er niet te veel druk op uw pols komt. Voorbeelden van activiteiten die u moet vermijden:
- opdrukken
- verbouwen
- tuinieren
Controles
- 10 tot 14 dagen na de operatie komt u terug voor controle. Dan halen we uw hechtingen eruit en mag het gips eraf.
- 3 maanden na de operatie komt u voor controle.
Spalk
Nadat we het gips hebben verwijderd, krijgt u een spalk die u af en aan kunt doen. De spalk komt over uw pols en onderarm. Uw vingers blijven vrij.Leefregels met de spalk
- De spalk mag niet nat worden.
- Draag de spalk in het eerste jaar na de operatie tijdens het sporten.
- We adviseren u om geen auto te rijden met de spalk. U kunt weer autorijden als u geen spalk meer draagt. Dit is 8 tot 12 weken na de operatie.
Het resultaat
Na de operatie houdt u een litteken op de bovenkant (rugzijde) van uw pols.

Afbeelding 3. Het litteken na de operatie.
U herstelt in ongeveer 6 maanden van de operatie.
Na de operatie:

Afbeelding 3. Het litteken na de operatie.
Afbeelding(en) gemaakt met BioRender.com
U herstelt in ongeveer 6 maanden van de operatie.
Na de operatie:
- Heeft u waarschijnlijk veel minder pijn aan uw pols.
- Kunt u uw pols wat minder goed bewegen. Dat komt doordat uw pols na de operatie nog maar met 1 scharnier buigt, in plaats van met 2 scharnieren.
- Kan het zijn dat u minder kracht in uw pols heeft. Dit hangt af van de situatie voor de operatie.
Handtherapie
Na de operatie heeft u een nabehandeling nodig. Hiervoor gaat u naar een handtherapeut. U krijgt van uw arts een verwijzing. Uw arts geeft aan wanneer u hiermee kunt starten. Meestal is dat 7 tot 10 dagen na de operatie.
Over de handtherapie
De nabehandeling duurt ongeveer 2 tot 3 maanden. Dit verschilt per persoon. U gaat de eerste weken gemiddeld één keer per week naar de handtherapeut.
Vergoeding
De vergoeding van handtherapie valt onder fysiotherapie. Dit wordt vaak vergoed in een aanvullende verzekering. Vraag bij uw zorgverzekeraar en handtherapeut naar de vergoeding.
Over de handtherapie
- U heeft een spalk gekregen die u af en aan kunt doen. Een spalk beschermt uw pols en geeft steun.
- U leert oefeningen voor uw pols. Deze oefeningen doet u thuis en bij de handtherapeut. Zo traint u bijvoorbeeld de pezen die zorgen dat uw pols kan buigen en strekken.
- Uw pols beter kan bewegen.
- Uw pols minder dik wordt.
- Uw pols steeds sterker wordt.
De nabehandeling duurt ongeveer 2 tot 3 maanden. Dit verschilt per persoon. U gaat de eerste weken gemiddeld één keer per week naar de handtherapeut.
Vergoeding
De vergoeding van handtherapie valt onder fysiotherapie. Dit wordt vaak vergoed in een aanvullende verzekering. Vraag bij uw zorgverzekeraar en handtherapeut naar de vergoeding.
Bijwerkingen en complicaties
Bij elke operatie is er een kleine kans op complicaties. Bij deze operatie zijn dat deze complicaties:
Heeft u vragen over de bijwerkingen en complicaties? Neem dan contact op met uw arts.
- Een veranderd gevoel rond het litteken.
- Een wondinfectie.
- Een nabloeding.
- Uw litteken en het gebied eromheen kunnen gevoelig zijn als u dit aanraakt of erop drukt. Het litteken kan hard aanvoelen. Deze klachten gaan vaak na een paar weken tot maanden weg.
- Roodheid, zwelling, glanzende huid, stijfheid, pijn en/of gevoeligheid voor kou. Deze klachten zijn tijdelijk. Dit komt bijna nooit voor.
Heeft u vragen over de bijwerkingen en complicaties? Neem dan contact op met uw arts.
Wanneer contact opnemen?
Neem bij de volgende klachten contact op met de polikliniek Plastische chirurgie:
- koorts
- veel pijn
- pijn die steeds erger wordt
- zwelling of roodheid rond het litteken
Contact
Heeft u vragen? Neem dan contact met ons op. We zijn bereikbaar van maandag t/m vrijdag tijdens kantooruren.
- Polikliniek Plastische chirurgie (010) 704 01 37
- Secretariaat Plastische chirurgie (010) 703 46 38