Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Vastzetten PIP-gewricht (arthrodese)

Operatie bij PIP-artrose

U heeft artrose (slijtage) in uw PIP-gewrichten. We gaan uw pijnlijke gewricht vastzetten tijdens een operatie. Hier leest u over de operatie en het herstel.

Download PDF

Over PIP-artrose


Bij artrose heeft u pijn aan een gewricht. Artrose noemen we ook wel slijtage. Een gewricht is een scharnier tussen twee botten. Tussen de twee botten zit een laagje kraakbeen. Dit zorgt dat de botten soepel en zonder pijn kunnen bewegen. Als dit laagje kraakbeen slijt, kan dit leiden tot een ontsteking in het gewricht. Dit kan zorgen voor pijn en een stijf gewricht.

Bij u slijt één van de PIP-gewrichten in uw hand. Dit zijn de gewrichten van de knokkels waarmee u op de deur klopt (zie afbeelding). Het kan ook dat meerdere van uw PIP-gewrichten slijten. Artrose van de PIP-gewrichten komt vaak voor.

Meer informatie over PIP-artrose leest u in ‘PIP-artrose’.

PIP-gewrichten
Afbeelding 1. De PIP-gewrichten.

Over de operatie

Bij deze operatie zetten we uw pijnlijke PIP-gewricht vast. Dit zorgt dat u geen pijn meer heeft in uw vinger. Uw vinger staat dan altijd licht gebogen. Dit doen we met metalen pinnen en/of ijzerdraad, of met een schroef.

Na de operatie groeien de 2 botten van het gewricht aan elkaar vast. Dit duurt ongeveer 4 tot 8 weken. U kunt uw vinger op de plek van dit gewricht niet meer bewegen. U kunt alleen de andere gewrichten in deze vinger nog bewegen. Daardoor kunt u deze vinger minder goed buigen en strekken.
Vastzetten PIP-gewricht, 2 opties
Afbeelding 2. We zetten uw vinger vast met metalen pinnen (optie 1) of met een schroef (optie 2).

Voorbereiding

  • Als u bloedverdunners gebruikt, moet u misschien tijdelijk stoppen met deze medicijnen. Dit overlegt u met uw arts.

  • Rookt u? Stop dan 3 weken voor de operatie met roken en rook niet totdat uw botten aan elkaar zijn vastgegroeid. Roken zorgt dat de botten in uw vinger minder snel aan elkaar groeien, of zelfs helemaal niet aan elkaar groeien. Dan heeft u misschien een tweede operatie nodig.

Tijdens de operatie


De operatie gebeurt in dagbehandeling. Dit betekent dat u voor één dag naar het ziekenhuis komt. Voordat de operatie begint, verdoven we uw hele arm. Heel soms moet u helemaal onder narcose (volledige anesthesie). Lees meer over verdoving in ‘Op de preoperatieve polikliniek’.

De operatie verloopt als volgt:

  1. We maken een snee op de rugzijde (bovenkant) van uw vinger, bij het pijnlijke PIP-gewricht.
  2. We halen het versleten gewricht weg.
  3. We zetten de 2 botten aan elkaar vast. Dit doen we met metalen pinnen en/of ijzerdraad, of met een schroef.
  4. We hechten de pezen terug.
  5. We maken de huid dicht.
  6. U krijgt gips of een stevig drukverband om uw hand en pols.

Na de operatie

Leefregels


U mag op de dag van de operatie weer naar huis. Als u thuis bent, moet u zich aan een aantal ‘leefregels’ houden:

  • Na de operatie krijgt u gips om uw hand en pols. Houd het gips droog. Doe tijdens het douchen een plastic zak om de hand.
  • Houd uw hand de eerste 3 dagen hoog. U krijgt hiervoor een draagdoek (mitella). Leg uw hand ’s nachts op een kussen.
  • Rijd geen auto als u gips heeft of een spalk draagt. U kunt weer autorijden wanneer u de spalk niet meer gebruikt. Dit is ongeveer 6 tot 8 weken na de operatie.
  • Als u pijn heeft, kunt u paracetamol slikken. Gebruik maximaal 4 keer per dag 1.000 mg. Als het nodig is, krijgt u een recept voor extra pijnstilling.

Controles


  • Na 3 tot 7 dagen wordt het gips verwijderd. Dat gebeurt op de polikliniek Plastische chirurgie, of bij de handtherapeut (zie ‘Handtherapie’ hieronder).
  • Na 10 tot 14 dagen komt u naar de polikliniek Plastische chirurgie. Dan halen we uw hechtingen eruit.
  • 6 tot 8 weken na de operatie maken we een röntgenfoto. Daarmee kijken we of de 2 botten al aan elkaar vastgegroeid zijn. Is dit nog niet het geval, dan komt u later nog een keer terug voor een röntgenfoto.

Spalk


Soms kiest de arts ervoor om u een beschermende spalk te geven voor om uw vinger. U krijgt de spalk via de gipskamer of de handtherapeut.

Draag de spalk als u:
  • slaapt
  • meer dan 1 kilo moet vasthouden of tillen (bijvoorbeeld een liter pak melk)
  • veel kracht moet zetten met uw vinger
Als uw botten aan elkaar zijn gegroeid, is de spalk niet meer nodig. We maken röntgenfoto’s om te kijken wanneer de botten zijn vastgegroeid.

Krijgt u geen spalk? Let dan op de pijn in uw hand. Doe geen dingen met uw hand die veel pijn doen.

Het resultaat


Na de operatie heeft u een litteken bij uw knokkel.
Litteken
Afbeelding 3 Het litteken na de operatie.

U herstelt in ongeveer 3 tot 4 maanden.

Na de operatie:
  • Heeft u minder pijn aan uw gewricht.
  • Is uw vinger stabiel.
  • Kan uw vinger veel kracht opvangen.
  • Kan uw vinger niet meer buigen op de plek van het vastgezette gewricht. Daardoor is uw vinger stijver.
De operatie zorgt dat u minder pijn heeft aan een PIP-gewricht in één van uw vingers. De andere gewrichten in uw vingers kunnen ook gaan slijten en pijn gaan doen.

Om uw kracht zo goed mogelijk terug te krijgen, heeft u soms een nabehandeling bij een handtherapeut nodig (zie ‘Handtherapie’ hieronder).

Handtherapie


Na de operatie heeft u soms een nabehandeling nodig. De arts zal deze keuze maken. Hiervoor gaat u naar een handtherapeut. U krijgt van uw arts een verwijzing. Uw arts bepaalt wanneer u start bij de handtherapeut. Meestal is dit ongeveer 5 dagen na de operatie.

Soms krijgt u een spalk die u af en aan kunt doen. De spalk geeft bescherming aan uw vinger.

Over de handtherapie
U oefent met het bewegen van uw vinger. Het gewricht dat is vastgezet kan niet meer bewegen. U beweegt met de andere gewrichten in uw vinger.

Hoe lang handtherapie?
In het begin gaat u 1 keer per week naar de handtherapeut. In totaal duurt de behandeling 2 tot 3 maanden. Het kan zijn dat u korter of langer de tijd nodig heeft.

Vergoeding
De vergoeding van handtherapie valt onder fysiotherapie. Dit wordt vaak vergoed in een aanvullende verzekering. Vraag bij uw zorgverzekeraar en handtherapeut naar de vergoeding.


Bijwerkingen en complicaties


  • De andere gewrichten in uw vinger kunnen iets stijver worden.
  • U kunt een wondinfectie krijgen.
  • U kunt een botinfectie krijgen. Dit komt bijna nooit voor.
  • Uw wond kan gaan nabloeden.
  • Uw litteken en het gebied eromheen kunnen gevoelig zijn als u dit aanraakt of erop drukt. Het litteken kan hard aanvoelen. Deze klachten gaan vaak na een paar weken tot maanden weg.
  • Uw wond kan rood, dik, glanzend, stijf, pijnlijk en gevoelig voor kou worden. Deze klachten zijn vaak tijdelijk en heel soms blijvend. Dit komt bijna nooit voor.
  • Heel soms groeien de botten niet aan elkaar na de operatie. Dan kan het zijn dat we u voor de tweede keer opereren.
Heeft u vragen over de bijwerkingen en complicaties? Neem dan contact op met uw arts.

Wanneer contact opnemen?

Neem bij de volgende klachten contact op met de polikliniek Plastische chirurgie:
  • koorts
  • veel pijn
  • pijn die steeds erger wordt
  • zwelling of roodheid rond het litteken


Contact

Heeft u vragen? Neem dan contact met ons op. We zijn bereikbaar van maandag t/m vrijdag tijdens kantooruren.
  • Polikliniek Plastische chirurgie (010) 704 01 37
  • Secretariaat Plastische chirurgie (010) 703 46 38
Voor spoedgevallen in het weekend en na kantooruren kunt u bellen met de Spoedeisende Hulp: (010) 704 0704