Over de hoortoestellen
Als uw kind gehoorverlies heeft, krijgt het vaak hoortoestellen. Met deze hoortoestellen willen we ervoor zorgen dat uw kind genoeg geluiden hoort om gesproken taal te leren. Dit lukt niet altijd gelijk en soms lukt het nooit helemaal goed. We kijken daarom regelmatig of de hoortoestellen het goed doen en of de instellingen passen bij het gehoorverlies. Ook controleren we of uw kind nieuwe oorstukjes nodig heeft voor de hoortoestellen. Vooral in het begin van het traject zal u regelmatig langs moeten komen. Als uw kind ouder wordt, hoeft dit minder vaak.
Doel van de revalidatie
Revalidatie van kinderen met hoortoestellen is belangrijk om voldoende te kunnen horen.
Hierdoor krijgen kinderen informatie over hun omgeving en horen ze taal. Het horen van taal is belangrijk voor de ontwikkeling van een goede spraak- en taalontwikkeling. Kinderen die onvoldoende horen, kunnen een achterstand oplopen in hun spraak- en taalontwikkeling.
Bij grotere gehoorverliezen reageren kinderen niet of beperkt op geluid. Het is soms nodig om alle geluiden te versterken. Vaak merken ouders dan een groot verschil als kinderen wel of geen hoortoestellen dragen. Bij sommige gehoorverliezen reageren kinderen ook zonder hoortoestellen op veel geluiden, maar horen ze niet alle klanken die nodig zijn om te gaan spreken en taal te begrijpen. Dan kan het nodig zijn alleen bepaalde geluiden/klanken te versterken.
Uit onderzoek blijkt dat een kind gesproken taal het beste leert als het zo jong mogelijk alle klanken goed hoort. Kinderen die zijn begonnen met hoortoestellen vóór de leeftijd van 6 maanden scoren beter op taaltesten dan kinderen die later zijn begonnen. We willen daarom graag snel met hoortoestellen beginnen als blijkt dat er een blijvend gehoorverlies is. Bij heel grote gehoorverliezen kan het zijn dat een hoortoestel niet voldoende helpt. Dan kan het zijn dat uw kind een cochleair implantaat nodig heeft. Als dit bij uw kind speelt zal de audioloog of KNO-arts dit met u bespreken.
Starten met hoortoestellen
Audicien kiezen
U heeft een recept voor hoortoestellen voor uw kind gekregen. Het is de bedoeling dat u met het recept naar een audicien (hoortoestellenwinkel) gaat. Als u een audicien kiest is het handig als deze een zorgcontract heeft met uw zorgverzekeraar. Dat kunt u navragen aan de audicien of aan uw zorgverzekeraar. Dit voorkomt dat u voor hoge kosten komt te staan. U zult regelmatig terugkomen bij de audicien. We raden u daarom aan een audicien in de buurt te kiezen bij wie u zich prettig voelt.
Wat doet de audicien?
De audicien zal afdrukjes van de oren maken voor goede oorstukjes en de hoortoestellen met u uitzoeken en bestellen. De audicien legt uit welke kosten u kunt verwachten, hoe de hoortoestellen werken en hoe ze schoongemaakt worden. U kunt al uw vragen over het gebruik van de hoortoestellen aan uw audicien stellen. De audicien maakt de hoortoestellen gebruiksklaar. In het ziekenhuis zullen we de hoortoestellen instellen. U krijgt een afspraak om op ons centrum te komen, ongeveer 1 maand nadat we het recept hebben meegegeven. Van de audicien krijg u de hoortoestellen eerst mee op proef.
Instellen van de hoortoestellen
Als u de hoortoestellen heeft, zullen deze bij de eerstvolgende afspraak op ons centrum door ons worden ingesteld. We gebruiken daarvoor de gehoortesten die we hebben gedaan en we verhogen dan de versterking zodat deze past bij het gehoorverlies. Als het nodig is, stellen we ook een begrenzing in. Dit voorkomt dat harde geluiden het gehoor beschadigen.
Als er veel geluidsversterking nodig is of als de oorstukjes de oren niet helemaal goed afsluiten, kunnen de hoortoestellen gaan fluiten. Om te zorgen dat dit niet te vaak gebeurt, doen we een fluittest. Het toestel zorgt dan zelf dat het niet gaat fluiten. Soms is het nodig om nieuwe oorstukjes te laten maken als deze de oren slecht afsluiten, bijvoorbeeld als uw kind erg is gegroeid. We zullen dit met u bespreken.
Proef met hoortoestellen
Uw kind zal moeten wennen aan het dragen van hoortoestellen. We nemen ongeveer 3 tot 6 maanden de tijd (maar kan ook langer duren) voor de proefperiode van de hoortoestellen.
Na de proefperiode zullen we kijken of de hoortoestellen goed genoeg werken. Ook kijken we hoe belangrijk het voor uw kind is om de hoortoestellen te dragen. Het is goed als u meekijkt of uw kind verschillende reacties op geluid laat zien met en zonder toestellen.
Starten met hoortoestellen
Audicien kiezen
U heeft een recept voor hoortoestellen voor uw kind gekregen. Het is de bedoeling dat u met het recept naar een audicien (hoortoestellenwinkel) gaat. Als u een audicien kiest is het handig als deze een zorgcontract heeft met uw zorgverzekeraar. Dat kunt u navragen aan de audicien of aan uw zorgverzekeraar. Dit voorkomt dat u voor hoge kosten komt te staan. U zult regelmatig terugkomen bij de audicien. We raden u daarom aan een audicien in de buurt te kiezen bij wie u zich prettig voelt.
Wat doet de audicien?
De audicien zal afdrukjes van de oren maken voor goede oorstukjes en de hoortoestellen met u uitzoeken en bestellen. De audicien legt uit welke kosten u kunt verwachten, hoe de hoortoestellen werken en hoe ze schoongemaakt worden. U kunt al uw vragen over het gebruik van de hoortoestellen aan uw audicien stellen. De audicien maakt de hoortoestellen gebruiksklaar. In het ziekenhuis zullen we de hoortoestellen instellen. U krijgt een afspraak om op ons centrum te komen, ongeveer 1 maand nadat we het recept hebben meegegeven. Van de audicien krijg u de hoortoestellen eerst mee op proef.
Instellen van de hoortoestellen
Als u de hoortoestellen heeft, zullen deze bij de eerstvolgende afspraak op ons centrum door ons worden ingesteld. We gebruiken daarvoor de gehoortesten die we hebben gedaan en we verhogen dan de versterking zodat deze past bij het gehoorverlies. Als het nodig is, stellen we ook een begrenzing in. Dit voorkomt dat harde geluiden het gehoor beschadigen.
Als er veel geluidsversterking nodig is of als de oorstukjes de oren niet helemaal goed afsluiten, kunnen de hoortoestellen gaan fluiten. Om te zorgen dat dit niet te vaak gebeurt, doen we een fluittest. Het toestel zorgt dan zelf dat het niet gaat fluiten. Soms is het nodig om nieuwe oorstukjes te laten maken als deze de oren slecht afsluiten, bijvoorbeeld als uw kind erg is gegroeid. We zullen dit met u bespreken.
Proef met hoortoestellen
Uw kind zal moeten wennen aan het dragen van hoortoestellen. We nemen ongeveer 3 tot 6 maanden de tijd (maar kan ook langer duren) voor de proefperiode van de hoortoestellen.
Na de proefperiode zullen we kijken of de hoortoestellen goed genoeg werken. Ook kijken we hoe belangrijk het voor uw kind is om de hoortoestellen te dragen. Het is goed als u meekijkt of uw kind verschillende reacties op geluid laat zien met en zonder toestellen.
Hoortoestellen aanschaffen
Als we door willen gaan met hoortoestellen na de proefperiode, zullen we een vergoeding voor de toestellen bij uw zorgverzekering aanvragen. Pas als de vergoeding is aangevraagd bij uw zorgverzekeraar, worden de toestellen aangeschaft. Voor kinderen vergoedt de verzekeraar het volledige bedrag van de hoortoestellen die we hebben goedgekeurd. Hiervoor is het contract tussen de audicien en zorgverzekeraar belangrijk.
Soms besluiten we aan het einde van de proefperiode niet door te gaan met de hoortoestellen. Dan kunnen de hoortoestellen terug worden gebracht naar de audicien.
Garantie en verzekering
De hoortoestellen zijn tijdens de proefperiode niet verzekerd tegen verlies, diefstal en schade, ze vallen gedurende de proefperiode onder uw WA-verzekering. Als de proefperiode afgerond is en de hoortoestellen aangeschaft worden, raden wij aan een verzekering af te sluiten. De audicien kan u daarover informeren.De hoortoestellen hebben een garantie voor een periode van 5 jaar. Gedurende deze periode moet de audicien zorgen dat de hoortoestellen het goed doen. Na deze periode kijken we of er nieuwe hoortoestellen nodig zijn.
Adviezen bij het dragen van hoortoestellen
Het zoveel mogelijk dragen van de hoortoestellen is erg belangrijk. Vanaf de eerste instelling is het de bedoeling dat uw kind de hoortoestellen zoveel mogelijk draagt. Het doel is alle wakkere uren. Hoe meer uren de hoortoestellen worden gedragen, hoe sneller de hoor- en taalontwikkeling.
Merkt u de eerste weken dat uw kind erg moe wordt van alle nieuwe prikkels om hem heen? Doe de hoortoestellen dan even uit. Doe ze na een slaapje of na even rust weer opnieuw in.
Blijven de hoortoestellen niet goed zitten? Bespreek dit dan zeker met uw audioloog.
Trekt uw kind de hoortoestellen regelmatig uit? Bespreek dit met uw audioloog en met de ambulant behandelaar wanneer deze thuis betrokken is. Er zijn verschillende tips om het dragen te verbeteren. Het dragen kan in het begin moeite kosten, maar dit gaat voorbij. Probeer het dragen van de hoortoestellen aan uw dagelijkse routine toe te voegen (bij het aankleden bijvoorbeeld ook direct de hoortoestellen in). Op deze manier weet uw kindje dat ze bij hem horen en zal hij er sneller aan wennen. Bekijk ook de video ‘Mijn baby krijgt hoortoestellen’ van Deelkracht.
Tip: zet in de eerste periode radio en televisie uit!
Starten met hoortoestellen bij iets oudere kinderen (ouder dan 6 maanden)
De tips zoals hierboven beschreven, gelden ook voor oudere kinderen. Extra aandachtspunten bij iets oudere kinderen: Zorg voor afleiding!
Kies een spelletje/speelgoed dat het kind graag speelt en koppel dit spelletje aan het hoorapparaat voor de komende tijd. Het spelletje of het voorwerp wordt aan het kind gegeven voordat de toestellen worden ingedaan. Bij heel jonge kinderen kan het ook een lichamelijk spelletje zijn.
De ambulante behandelaar heeft veel ervaring met het gebruik van hoortoestellen bij jonge kinderen en de begeleiding van ouders. Zij hebben veel tips om het draagproces voor het kind makkelijker en vooral ook leuker te maken. Wij kunnen de verwijzing daarvoor verzorgen. Zie voor meer informatie het kopje 'Extra ondersteuning' in ‘Gehoor en gehoorverlies’.
Er bestaan hoofdbandjes waar de hoortoestellen in vast geschoven kunnen worden. Voor sommige kinderen werkt dit prettig. Bespreek dit verder met uw audioloog en/of ambulant behandelaar.
Voor een slechthorende is het lastiger om geluiden te herkennen en te kunnen plaatsen. Zeker in het begin. Als uw kind nog moet wennen aan de hoortoestellen, kan het mogelijk onprettig zijn voor uw kind om de hoortoestellen in te hebben in drukte en rumoer. Wees dan niet te streng, kijk naar de reacties van uw kind. Als u goed weet wanneer uw kind het hoortoestel niet zo fijn vindt, kan u het uithalen en op die manier een vervelende gedachte bij het hoortoestel voorkomen. Sommige kinderen hebben hier helemaal geen last van.
Als het niet lukt om het toestel/de toestellen voldoende te laten dragen, bespreek dit dan
tijdens de afspraak. Soms is het ook een teken dat er iets niet goed zit met het toestel, de instellingen of het oorstukje, voor de zekerheid wordt dan alles gecontroleerd.
Bij een groot gehoorverlies moet het hoortoestel veel geluid versterken. Als het hoortoestel veel geluid versterkt, is er een grote kans dat het hoortoestel gaat fluiten. Fluiten ontstaat doordat er geluid langs het oorstukje weglekt en opnieuw op de microfoon terecht komt. Hierdoor gaat het toestel steeds meer versterken en klinkt er een fluitend of piepend geluid.
Oplossing: De oplossing tegen het fluiten is een goed afsluitend oorstukje. Hierdoor kan er geen geluid weglekken. Jonge kinderen hebben een kleine en zachte gehoorgang die snel verandert door de groei. Dat maakt het lastig om goede oorstukjes te maken. Bij kinderen moeten de oorstukjes regelmatig worden vervangen, zeker wanneer kinderen jong zijn. In het begin zijn de oorstukjes vaak van een zacht materiaal gemaakt. Als uw kind ouder wordt stappen we meestal over op een hard materiaal.
Het kan zijn dat de toestellen gaan fluiten als er iets vlak in de buurt van de hoortoestellen komt. Als het fluiten alleen dan gebeurt is dat niet zo erg. Als de toestellen van uw kind fluiten als er geen object vlak bij het hoofd is, is dat niet goed. We lossen dan samen met de audicien het fluitprobleem op. De hoortoestellen zachter zetten kan voor even een oplossing zijn, maar zeker niet voor lang. Als u de hoortoestellen zachter zet, zullen ze minder fluiten, maar hoort uw kind ook minder. We proberen daarom meestal de oorstukjes te verbeteren.
Merkt u de eerste weken dat uw kind erg moe wordt van alle nieuwe prikkels om hem heen? Doe de hoortoestellen dan even uit. Doe ze na een slaapje of na even rust weer opnieuw in.
Blijven de hoortoestellen niet goed zitten? Bespreek dit dan zeker met uw audioloog.
Trekt uw kind de hoortoestellen regelmatig uit? Bespreek dit met uw audioloog en met de ambulant behandelaar wanneer deze thuis betrokken is. Er zijn verschillende tips om het dragen te verbeteren. Het dragen kan in het begin moeite kosten, maar dit gaat voorbij. Probeer het dragen van de hoortoestellen aan uw dagelijkse routine toe te voegen (bij het aankleden bijvoorbeeld ook direct de hoortoestellen in). Op deze manier weet uw kindje dat ze bij hem horen en zal hij er sneller aan wennen. Bekijk ook de video ‘Mijn baby krijgt hoortoestellen’ van Deelkracht.
Tip: zet in de eerste periode radio en televisie uit!
Starten met hoortoestellen bij iets oudere kinderen (ouder dan 6 maanden)
De tips zoals hierboven beschreven, gelden ook voor oudere kinderen. Extra aandachtspunten bij iets oudere kinderen: Zorg voor afleiding!
Kies een spelletje/speelgoed dat het kind graag speelt en koppel dit spelletje aan het hoorapparaat voor de komende tijd. Het spelletje of het voorwerp wordt aan het kind gegeven voordat de toestellen worden ingedaan. Bij heel jonge kinderen kan het ook een lichamelijk spelletje zijn.
Hulp bij hoortoestelgewenning
De ambulante behandelaar heeft veel ervaring met het gebruik van hoortoestellen bij jonge kinderen en de begeleiding van ouders. Zij hebben veel tips om het draagproces voor het kind makkelijker en vooral ook leuker te maken. Wij kunnen de verwijzing daarvoor verzorgen. Zie voor meer informatie het kopje 'Extra ondersteuning' in ‘Gehoor en gehoorverlies’.
Er bestaan hoofdbandjes waar de hoortoestellen in vast geschoven kunnen worden. Voor sommige kinderen werkt dit prettig. Bespreek dit verder met uw audioloog en/of ambulant behandelaar.
Voor een slechthorende is het lastiger om geluiden te herkennen en te kunnen plaatsen. Zeker in het begin. Als uw kind nog moet wennen aan de hoortoestellen, kan het mogelijk onprettig zijn voor uw kind om de hoortoestellen in te hebben in drukte en rumoer. Wees dan niet te streng, kijk naar de reacties van uw kind. Als u goed weet wanneer uw kind het hoortoestel niet zo fijn vindt, kan u het uithalen en op die manier een vervelende gedachte bij het hoortoestel voorkomen. Sommige kinderen hebben hier helemaal geen last van.
Als het niet lukt om het toestel/de toestellen voldoende te laten dragen, bespreek dit dan
tijdens de afspraak. Soms is het ook een teken dat er iets niet goed zit met het toestel, de instellingen of het oorstukje, voor de zekerheid wordt dan alles gecontroleerd.
Fluiten en oorstukjes
Bij een groot gehoorverlies moet het hoortoestel veel geluid versterken. Als het hoortoestel veel geluid versterkt, is er een grote kans dat het hoortoestel gaat fluiten. Fluiten ontstaat doordat er geluid langs het oorstukje weglekt en opnieuw op de microfoon terecht komt. Hierdoor gaat het toestel steeds meer versterken en klinkt er een fluitend of piepend geluid.
Oplossing: De oplossing tegen het fluiten is een goed afsluitend oorstukje. Hierdoor kan er geen geluid weglekken. Jonge kinderen hebben een kleine en zachte gehoorgang die snel verandert door de groei. Dat maakt het lastig om goede oorstukjes te maken. Bij kinderen moeten de oorstukjes regelmatig worden vervangen, zeker wanneer kinderen jong zijn. In het begin zijn de oorstukjes vaak van een zacht materiaal gemaakt. Als uw kind ouder wordt stappen we meestal over op een hard materiaal.
Het kan zijn dat de toestellen gaan fluiten als er iets vlak in de buurt van de hoortoestellen komt. Als het fluiten alleen dan gebeurt is dat niet zo erg. Als de toestellen van uw kind fluiten als er geen object vlak bij het hoofd is, is dat niet goed. We lossen dan samen met de audicien het fluitprobleem op. De hoortoestellen zachter zetten kan voor even een oplossing zijn, maar zeker niet voor lang. Als u de hoortoestellen zachter zet, zullen ze minder fluiten, maar hoort uw kind ook minder. We proberen daarom meestal de oorstukjes te verbeteren.
Overige hulpmiddelen voor het gehoor
Rumoer en solo-apparatuur
Goed horen is in sommige situaties extra moeilijk. Achtergrondgeluiden kunnen het lastiger maken om te verstaan wat er gezegd wordt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan geroezemoes bij een feestje, veel geluiden door elkaar op het kinderdagverblijf, voorbijrazend verkeer of het geluid van de radio of televisie in huis. Ons brein kan dit soort geluiden normaal gesproken goed 'wegfilteren' door de informatie die binnenkomt via de oren slim te gebruiken. Zo kun je toch goed luisteren naar één persoon, ook bij storende achtergrondgeluiden.
Bij sommige kinderen lukt dit 'filteren' van informatie niet zo goed. Dit is bij slechthorende kinderen vaak het geval. Ook met één goed oor is het moeilijker om te verstaan in rumoer, dan met twee goede oren. Maar ook kinderen met een normaal gehoor kunnen soms extra moeite hebben met verstaan in achtergrondgeluid.
Het kan dus zo zijn dat uw kind thuis in een rustige omgeving alles goed verstaat, maar in rumoerige situaties toch vaak 'hè?' zegt. In huis kun je hier rekening mee houden door te zorgen voor een rustige omgeving. Bijvoorbeeld: door de radio uit te zetten als u met uw kind speelt of praat, of door met gordijnen en zachte vloerbedekking te zorgen voor minder galm in huis. Op school is het vaak lastiger om te zorgen voor ideale omstandigheden. Uw kind kan dan informatie missen tijdens de les en schoolprestaties kunnen slechter uitvallen dan u van uw kind zou verwachten.
Begeleiding op school met solo-apparatuur
Solo-apparatuur kan een goede oplossing zijn op school. Solo-apparatuur bestaat uit een zender en een ontvanger. De zender heeft een ingebouwde microfoon. De microfoon stuurt het stemgeluid van de leerkracht draadloos naar de ontvanger. De ontvanger zijn de hoortoestellen. Hiermee hoort uw kind direct de stem van de leerkracht en heeft daardoor minder last van het rumoer.
Onderzoeken en gesprekken met de audioloog bepalen of uw kind solo-apparatuur krijgt. Als dit zo is, beginnen we eerst met een proef met de apparatuur. Na de
proefperiode bepaalt de audioloog samen met u en de leerkracht en/of ambulant begeleider of de solo-apparatuur inderdaad goed werkt. Als dit zo is, leent u de solo-apparatuur. De zorgverzekeraar vergoedt deze kosten.
BCD
Soms is het voor kinderen op de een of andere manier niet mogelijk om een gewoon hoortoestel te dragen of is het resultaat van de hoortoestellen onvoldoende. Dit is soms het geval bij kinderen met een conductief gehoorverlies (ook wel geleidingsverlies). Het slakkenhuis werkt goed, maar het geluid wordt niet goed doorgegeven aan het slakkenhuis., Dan kan er een beengeleidingshoortoestel worden geprobeerd. In het Engels heet dat nu een Bone Conduction Device (BCD) en vroeger heette dat een Bone Anchored Hearing Aid (BAHA). Zo'n toestel zet het geluid om in een trilling van de schedel. Een goed binnenoor/slakkenhuis kan die trillingen goed opvangen en daarmee horen.
Jonge kinderen (en voor een proefperiode) dragen de BCD op een elastieken band. Bij een gehoorverlies aan beide oren kan uw kind twee apparaatjes krijgen als het hoofd stabiel gehouden kan worden (achter elk oor een apparaat). Als uw kind nog veel ligt en moeite heeft met het hoofd oprichten, gebruiken we 1 apparaatje op het voorhoofd. Het apparaatje moet goed contact maken met de schedel, op die manier kan het geluid optimaal worden doorgegeven aan het slakkenhuis.
Een nadeel van de BCD is dat de apparaatjes drukplekken op het hoofd kunnen achterlaten. Bij kinderen vanaf 5 jaar kan het apparaat gebruikt worden op een implantaat. De hoofdband is dan niet meer nodig. Er is wel een implantatie nodig. Voor meer informatie, bekijk de website van de KNO.
Contact
Heeft u vragen over afspraken of de revalidatie? Dan kunt u contact opnemen met het Gehoor- en Spraakcentrum voor kinderen:
- (010) 703 60 73
- gehoorenspraak@erasmusmc.nl