Lui oog

Wat is deze aandoening?

Een lui oog ziet slechter dan het andere oog. Meer informatie over deze aandoening vindt u in de patiëntenfolder Amblyopie - Het luie oog.

Hoe vaak komt het voor?

Het luie oog is de meest voorkomende oogaandoening op de kinderleeftijd. Circa 3,5% van de kinderen heeft een lui oog.

Het wordt meestal veroorzaakt door scheelzien of een ongelijke brilsterkte, of een combinatie hiervan. Zelden wordt het veroorzaakt door aangeboren staar of een hangend ooglid.

Vaak zullen mensen een scheel oog zelf opmerken en vervolgens naar de dokter gaan. Wanneer een brilsterkte-verschil het luie oog veroorzaakt, is dat vaak niet herkenbaar. Het consultatiebureau meet de gezichtsscherpte op 3- en 4-jarige leeftijd.

Bij een onvoldoende score worden de kinderen verwezen. Een onbehandeld lui oog kan nadelige gevolgen hebben voor de beroepskeuze. Ook kan op latere leeftijd het gezichtsvermogen in het goede oog verloren gaan.

Wanneer er de verdenking is op een lui oog zal er een visusmeting plaatsvinden, met gebruik van verschillende plaatjes, E-haken of de landolt-C. Ook zal de oogstand bepaald worden: staan de ogen recht of is er scheelzien?

Het dieptezien kan indien nodig gemeten worden. Daarna zal de brilsterkte gemeten worden. Hiervoor krijgen de kinderen druppels in hun ogen, waarna ze dichtbij slechter zien gedurende een paar uur. Daarnaast zijn de pupillen ook groot en adviseren we een zonnebril/pet mee te nemen, omdat uw kind last heeft van het licht.

Polikliniekbezoek

Op onze polikliniek zien we alleen kinderen bij wie de amblyopiebehandeling al in een ander ziekenhuis is gestart, maar om wat voor reden dan ook onvoldoende resultaat heeft.