Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Header studenttalk 5

“Wat wil jij worden als je later groot bent?”

20 september 2021

Sophia Kloosterboer, Student Geneeskunde, 5e jaar

Iedere coassistent herkent het, de overrompelende vraag van de specialist: “En wat wil jij worden als je later groot bent?” Na zes afgeronde coschappen krijg ik aan de ene kant juist een beter idee wat ik wil gaan doen, maar aan de andere kant komen er ook weer nieuwe vragen en hindernissen naar boven.

‘Ik vond het een bevrijdend gevoel om te ontdekken dat je ook dokter kunt zijn en wél een goede nachtrust en een uitgebreid sociaal leven kunt hebben.’

Tijdens mijn coschap psychiatrie in een psychiatrische ouderenkliniek ontdekte ik dat psychiaters een veel “chiller” leven hebben dan andere specialisten. Er was ineens tijd om te lunchen, tijd om buiten een rondje te wandelen, tijd om klusjes vooruit te schuiven en tijd om niet altijd stipt om 08.00 uur in een overdracht te zitten. De psychiaters hoefden vaak niet de kliniek in te komen tijdens hun diensten en vaak werden ze niet eens gebeld. Ik vond het een bevrijdend gevoel om te ontdekken dat je ook dokter kunt zijn en wél een goede nachtrust en een uitgebreid sociaal leven kunt hebben.

Als coassistent kwam ik, na een druk en uitdagend neurologie coschap, dan ook in een soort oase van rust. Ik deed de opnamegesprekken en werkte het psychiatrisch onderzoek uit, of ik deed wat administratieve klusjes voor de arts-assistenten. Maar ik hoefde geen ingewikkelde poli’s voor te bereiden, geen moeilijk CT-scans te beschrijven of bloedgasjes te interpreteren voor een groep van 5 internisten. Ik hoefde ook niet met trillende handjes een wond dicht te hechten terwijl een intimiderende chirurg in mijn nek zat te hijgen. Als er voor de coassistent even niks te doen was, mocht ik zelfstandig mijn dagen indelen, bijvoorbeeld met studeren voor mijn tentamen of knutselen en bingo-en met de activiteitentherapie op de afdeling.

Hoewel ik genoot van de vrijheid en de luchtigheid van dit coschap, kwam ik soms toch met een onbevredigd gevoel thuis. Ik miste een bepaalde uitdaging en de ‘rush’ die je bij sommige afdelingen in het ziekenhuis voelt. Soms voelde het alsof er zo min mogelijk gedaan moest worden, alsof elke nieuwe opname er eentje te veel was. Natuurlijk realiseer ik me dat de sfeer per locatie erg kan verschillen, ook binnen de psychiatrie.

Ik ben er nog niet helemaal uit wat voor soort arts ik wil gaan worden als ik klaar ben met studeren en ik heb ook nog een aantal coschappen te gaan. Maar het dilemma tussen het gevoel van vrijheid en autonomie in het werk en een uitdagende, enerverende werkplek houdt mij bijna dagelijks bezig. Wat ik uiteindelijk ook besluit om te gaan doen, hoop ik natuurlijk de ideale plek te vinden waar ik beiden kan ervaren.