Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Atezolizumab en bevacizumab

Geselecteerde behandeling met doelgerichte therapie

Binnenkort start u met een behandeling met doelgerichte therapie. Met deze informatie willen wij u zo goed mogelijk informeren over de behandeling die u in het Erasmus MC gaat krijgen. Tijdens de gesprekken met uw zorgverleners zult u ook veel informatie krijgen. Daarnaast kunt u deze folder ook zien als een hulpmiddel bij uw gesprekken met de zorgverleners.

Download PDF

Een voorlichtingsgesprek over doelgerichte therapie

Wat kunt u verwachten van het voorlichtingsgesprek?

De oncologieverpleegkundige zal u vragen wat u al weet over de behandeling en welke informatie u nog nodig heeft. Samen met de verpleegkundige stelt u vast welke onderwerpen in ieder geval worden besproken.

De oncologieverpleegkundige vertelt u:
  • welke behandeling u krijgt en hoe deze werkt
  • over bijwerkingen die kunnen optreden als gevolg van de behandeling
  • wat u kunt doen of wat het ziekenhuis kan doen aan de bijwerkingen
Aan het einde van het gesprek vat de verpleegkundige de belangrijkste informatie samen. U kunt dan aangeven of alles duidelijk is. De verpleegkundige controleert uw gemaakte vervolgafspraken, bijvoorbeeld over de start van de behandeling of een volgend bezoek aan de polikliniek.

Wat neemt u mee naar het gesprek

  • deze informatie (online op uw telefoon of op papier)
  • de medicijnen die de internist-oncoloog heeft voorgeschreven
Wij adviseren u iemand mee te nemen naar het gesprek (twee horen meer dan één).

Tijdens het voorlichtingsgesprek

Tijdens het gesprek worden de volgende dingen zeker besproken:
  • De naam van de kuur
  • de werking van de therapie
  • wijze van toedienen:
    • via tabletten of
    • via een infuus of
    • een combinatie van beide
  • Het toedieningsschema:
    • aantal kuren
    • duur van de kuur
    • om de hoeveel weken u een kuur krijgt
  • Als u medicijnen moet innemen:
    • hoe vaak per dag u medicijnen moet innemen
    • hoeveel dagen
    • mogelijke rustperiode
    • gebruik van medicijnen samen met voeding
    • gebruik medicijnen samen met andere medicijnen
    • wat te doen als u een dosering heeft gemist
    • en/of hoe lang u de tabletten moet slikken

Kruis aan wat u zelf nog wilt bespreken:

Ziet u dit op een webpagina? Dan kunt u de folder uitprinten door op de 'download PDF' knop te klikken.

  • Medische informatie over de doelgerichte therapie die ik krijg (bijvoorbeeld de werking in het lichaam).
  • Het doel van de behandeling.
  • De bijwerkingen die kunnen voorkomen bij deze behandeling.
  • Hoe waarschijnlijk is het dat ik bepaalde bijwerkingen krijg.
  • Wat kan de specialist of verpleegkundige doen om bijwerkingen te voorkomen of te verminderen.
  • Wat kan ik zelf aan de bijwerkingen doen.
  • Wanneer ik contact op moet nemen met het ziekenhuis.
  • Hoe moet ik contact opnemen met het ziekenhuis.
  • Wat zijn de praktische gevolgen van de behandeling voor mijn dagelijkse leven (bijvoorbeeld huishouden of hobby's).
  • Welke gevoelens kan de behandeling losmaken (bijvoorbeeld angst, somberheid, hoop, sneller emotioneel).
  • Hoe kan ik en mijn naasten (bijvoorbeeld partner, kinderen) met de ziekte en/of behandeling omgaan.
  • Wat mijn naasten kunnen doen om mij te (onder)steunen.
  • Wat de invloed is van de behandeling op seksualiteit.
  • Hoe ik in contact kan komen met lotgenoten.
  • Of ik thuis extra hulp nodig heb en hoe ik dat kan regelen.
  • Ondersteuning van maatschappelijk werk of een psycholoog.
  • De gang van zaken in het ziekenhuis.
  • Wat gebeurt er als ik afzie van de behandeling (twijfel over keuze, vooruitzichten, verdere begeleiding).
Schrijf op wat u nog meer wilt bespreken over de aangekruiste onderwerpen:







Contact

Wanneer u doelgerichte therapie krijgt, zijn er situaties waarin het belangrijk is dat u contact opneemt met het ziekenhuis. De oncologieverpleegkundige vertelt u welke situaties dit zijn.

  • Bij niet-spoedeisende klachten 010-7041948 (maandag t/m vrijdag tijdens telefonisch spreekuur van 8.00-16.00)
  • Bij spoedeisende klachten binnen kantoortijden 010-7041948 (maandag t/m vrijdag 8.00-16.00 uur)
  • Bij spoedeisende klachten buiten kantoortijden 06-33342086 (maandag t/m vrijdag van 16.00-8.00 uur, zaterdag, zondag en feestdagen)


Behandelschema voor atezolizumab en bevacizumab


Deze kuur bestaat uit twee verschillende medicijnen. Ook kunt nog andere medicijnen krijgen. Deze andere medicijnen krijgt u als ondersteuning van de behandeling, bijvoorbeeld om uw bijwerkingen te beperken.

Cytostatica/ medicijnen
Dag 1Dag 2 t/m 21Wijze van toediening
Atezolizumab XRust Infuus: inlooptijd, 60 minuten bij eerste infuus, daarna in principe 30 minuten
Bevacizumab XRust Infuus: inlooptijd, 30 minuten

De volgende kuur start in principe 3 weken na dag 1 als de bloeduitslagen goed zijn.

Bovenstaande inlooptijden zijn een richtlijn en kunnen, indien nodig, altijd worden aangepast door het behandelteam.

Medicatie tegen misselijkheid

Van de doelgerichte therapie die u krijgt worden mensen vaak niet misselijk. Wordt u toch misselijk? Dan kunt u contact op te nemen met uw behandelteam via het verpleegkundig spreekuur en/of kunt u de adviezen volgen die verderop in deze folder zijn beschreven.

Bijwerkingen

We geven tegenwoordig naast chemotherapie ook doelgerichte therapie (targeted therapy) voor kanker. Bij tumorcellen zijn signalen in de cel ontregeld, waardoor een cel onbeperkt gaat groeien. Hierdoor wordt een normale cel een kankercel. Doelgerichte therapie maakt deze signalen weer normaal, waardoor een cel minder hard gaat groeien.
Doelgerichte therapie is gericht op het beschadigen van de kankercellen, maar kan helaas ook schade veroorzaken aan gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunt u bijwerkingen krijgen. Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, terwijl anderen er weinig van merken. De ernst van de bijwerkingen heeft niets te maken met het resultaat van de behandeling.

Atezolizumab en bevacizumab voorkomen dat er nieuwe bloedvaten worden gemaakt. Als er minder bloedvaten zijn, gaat er minder bloed en dus ook minder zuurstof en voedingsstoffen naar de tumor. Zo groeit de tumor minder hard en stopt hij met groeien.

De meeste bijwerkingen zijn tijdelijk en verminderen geleidelijk na het stoppen van de therapie.

Vaak voorkomende bijwerkingen bij atezolizumab en bevacizumab kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met:
  • Benauwdheid/ longklachten
  • Bloeddruk: hoge bloeddruk
  • Darmen: diarree en/of verstopping
  • Eetlust, verminderd
  • Grieperig gevoel, spierpijn
  • Hoofdpijn
  • Infecties
  • Infuusreactie/overgevoeligheidsreactie
  • Jeuk
  • Koorts
  • Trombose
  • Wondgenezing
Minder vaak voorkomende bijwerking bij bevacizumab (belangrijk om te weten):
  • Bloeding
Algemene bijwerkingen/invloed op:
  • Concentratie/geheugenproblemen
  • Injectieplaats/insteekopening infuus
  • Psychische gevolgen
  • Seksueel verlangen
  • Vermoeidheid
  • Vruchtbaarheidsproblemen
  • Zwangerschap, kans op aangeboren afwijkingen

Vaak voorkomende bijwerkingen en adviezen bij atezolizumab en bevacizumab

Benauwdheid/longklachten

Bij benauwdheid heeft u het vervelende en vooral angstige gevoel dat u niet of onvoldoende kunt ademhalen. De behandeling kan uw longen aantasten en de longfunctie verminderen.

Klachten kunnen zijn:
  • hoesten zonder opgeven van slijm
  • kortademigheid, eerst bij lichamelijke inspanning en later ook in rust
  • moeizame ademhaling
  • druk op de borst
  • vermoeidheid
  • gevoel van benauwdheid
  • snelle ademhaling, die u niet kunt corrigeren
  • koorts (bijvoorbeeld bij een longontsteking)
Advies
Sommige oorzaken van longklachten (zoals longontsteking, longoedeem of longembolie) zijn ernstig, maar geven dezelfde klachten als minder ernstige oorzaken. Meld uw klachten daarom altijd bij het behandelteam.

Bloeddruk

De behandeling kan uw bloeddruk verhogen.

Hoge bloeddruk

Een hoge bloeddruk voelt u meestal niet.
Is uw bloeddruk extreem hoog, dan kunt u de volgende klachten hebben:
  • hoofdpijn
  • kortademigheid
  • problemen met zien
  • duizeligheid
  • overmatig blozen
Advies
  • Heeft u één van bovengenoemde klachten? Neem dan contact op met uw behandelteam. Het behandelteam schrijft u medicijnen voor als dat nodig is. Ook zullen we uw bloeddruk regelmatig controleren.
  • Beperk zoutinname, maak gebruik van ongezouten (dieet-)halvarine of (dieet-)margarine op het brood. Beleg maximaal 2 boterhammen met licht gezouten vleeswaren per dag.
  • Voeg geen keukenzout of zeezout toe aan de maaltijden.


Darmen

Door de behandeling kunt u last krijgen van uw darmen. Iedereen heeft een ander ontlastingspatroon. Het is belangrijk dat uw stoelgang regelmatig is en niet te veel afwijkt van het patroon dat u voor de behandeling had.

De behandeling die u krijgt kan de beweeglijkheid in uw darmen verminderen, waardoor de darmwerking vermindert. De behandeling kan ook inwerken op de cellen van uw darmen en zo een ontstekingsreactie veroorzaken. Hierdoor kunt u obstipatie of diarree krijgen.

Diarree

Diarree is een waterige dunne ontlasting waarvoor u meer dan 4 keer per dag naar het toilet moet. Bij diarree is de opname van vocht en voedingsstoffen in uw darmen verstoord. Dat komt door irritatie van het slijmvlies van de darm en door een verandering in de stofwisseling van de dunne darm. Bij diarree worden voedingsstoffen in de darmen minder goed opgenomen.

Klachten kunnen zijn:
  • buikpijn/buikkrampen
  • vaak aandrang om het toilet te bezoeken
  • zachte tot vloeibare stoelgang, verlies van stoelgang
  • slijm of bloed bij de ontlasting
  • soms tekenen van uitdroging: dorstgevoel, een droge mond, een droge tong, een droge of gerimpelde huid en donkere urine
  • gewichtsverlies
Voedingsadvies bij diarree
  • Drink veel om het vochtverlies aan te vullen en uitdroging te voorkomen. Drink ongeveer 2 liter water per dag (16 kopjes of 10 bekers)
  • Drink veel water, thee, bouillon (vooral zout) en tomatensap. Zo vult u de tekorten aan, die diarree veroorzaakt.
  • Spreid de maaltijden over de dag (5-6 keer per dag) en sla geen maaltijden over.
  • Kauw goed.
  • Kies voor voedingsmiddelen met oplosbare vezels zoals witte rijst, wit brood, havermout, bananen, appelmoes of fruit in blik.
  • Schil en ontpit fruit. Eet geen druiven, abrikozen, perziken, pruimen, kiwi, ananas en gedroogd fruit.
  • Gebruik niet te veel suiker.
  • Probeer prikkelende of scherpe voeding te vermijden.
  • Eet geen grote maaltijden.
  • Eet geen vet.
  • Eet geen grove vezels, zoals donker roggebrood en grof volkorenbrood.
  • Eet geen gasvormende producten, zoals ui, knoflook, kool, prei.
  • Drink geen koolzuurhoudende drank (met prik), geen koffie en geen alcohol.
  • Eet eiwitrijk: vlees, vis, eieren, kaas en volle melkproducten.
Algemeen advies bij diarree
  • Het slijmvlies van de sluitspier kan geïrriteerd raken door de diarree; gebruik daarom zacht toiletpapier of een washandje. Zorg voor een goede lichaamshygiëne en breng een niet geparfumeerde zalf of vaseline aan ter hoogte van de sluitspier om de huid te beschermen.
  • Kijk regelmatig na of uw urine niet te donker is. Donkere urine kan op uitdroging wijzen.
  • Weeg u 1 keer per week om uw gewicht te volgen.
  • Bespreek met uw behandelteam of u medicatie mag nemen bij diarree.
  • Heeft u langer dan 24 uur hevige diarree (meer dan 4 keer per dag), overlegt u dan met uw behandelteam, zie het kopje Wanneer contact opnemen?


Verstopping (obstipatie)

Door uw behandeling kunt u last krijgen van verstopping (obstipatie). We spreken van obstipatie als u minder dan 3 keer per week stoelgang heeft. De medicijnen die u krijgt om misselijkheid tegen te gaan, kunnen verstopping veroorzaken.

Mogelijke andere oorzaken van verstopping zijn bedlegerigheid, te weinig eten en drinken, te weinig vezels in de voeding, te weinig beweging, slecht kunnen persen, bepaalde medicijnen (bijvoorbeeld morfine) of een vernauwing in de darm door een tumor.

Ook het bewust (of onbewust) ophouden van ontlasting door een gebrek aan privacy, kan soms leiden tot obstipatie.

Klachten kunnen zijn:
  • harde en droge ontlasting
  • persen bij stoelgang
  • opgezette buik
  • buikpijn/ darmkrampen
  • minder vaak stoelgang dan u gewend bent
  • minder eetlust door een vol gevoel
Advies
  • Zorg dat u voldoende drinkt, minstens 2 liter per dag, dit zijn 16 kopjes of 10 bekers per dag.
  • Eet op regelmatige tijdstippen en sla vooral het ontbijt niet over.
  • Kies voor vezelrijke voeding: bruin brood, volkoren of meergranen producten.
  • Voeg extra zemelen toe aan melk, yoghurt, fruitsap.
  • Voeg extra vetstof toe op het brood of bij een warme maaltijd. Vetarme voeding kan constipatie bevorderen.
  • Eet voldoende fruit (sinaasappelen, pruimen, vijgen, peren).
  • Beweeg voldoende, want beweging bevordert de darmwerking. Blijf zo weinig mogelijk in bed als uw toestand dit toelaat.
  • Stel de drang om naar het toilet te gaan nooit uit.
  • Neem voldoende tijd voor de ontlasting.
  • Zo nodig kan uw behandelteam medicijnen voorschrijven om de stoelgang te bevorderen.
Neem bij de volgende klachten contact op met uw behandelteam:
  • Heeft u langer dan drie dagen geen ontlasting gehad.
  • Als u hevige buikkrampen heeft.


Grieperig gevoel, spierpijn

Door de behandeling kunt u een grieperig gevoel krijgen.

Klachten kunnen zijn:
  • algehele malaise
  • koorts
  • hoofdpijn
  • verminderde eetlust
  • spierpijn (overal in het lichaam, zoals nekpijn, rugpijn, beklemmend gevoel op de borst, pijn aan de ledematen
  • gewrichtspijn
  • te hoge spierspanning (spierspasmen)
  • pijn in de botten (botpijn)
Het grieperige gevoel is meestal van korte duur. Het begint enige uren nadat u de medicijnen heeft gekregen. Het houdt 1 tot 2 dagen aan en verdwijnt meestal weer spontaan.

Advies
  • Houdt de koorts aan? Neem dan uw temperatuur op wanneer u zich niet goed voelt of last heeft van koude rillingen. Heeft u een temperatuur van 38,5°C of meer? Neem dan contact op met uw behandelteam. Misschien heeft u dan een bijkomende infectie.
  • U kunt 500 tot 1000mg paracetamol gebruiken tegen de hoofdpijn, spierpijn en pijn in de botten (maximaal 3 keer per dag tot maximaal 3000mg per dag).
  • Nemen de griepverschijnselen in de dagen na de behandeling niet af? Of worden ze zelfs erger? Neem contact op met het behandelteam. Zie het kopje ''Wanneer contact opnemen?''


Hoofdpijn

Door de behandeling kunt u last krijgen van hoofdpijn. Dit kan samengaan met overgevoeligheid voor licht en geluid.

Advies
Overleg met uw behandelteam welke van de onderstaande adviezen bruikbaar zijn voor u.
  • Vermijd een prikkelende omgeving: zorg voor een rustige ruimte, eventueel donker.
  • Probeer met koude kompressen op het hoofd de pijn te verlichten.
  • Overleg met uw behandelteam over het gebruik van pijnstillers.


Infecties

Bij een infectie zijn ziekteverwekkende micro-organismen, zoals bacteriën, virussen, parasieten of schimmels uw lichaam binnengekomen en zijn ze zich aan het vermenigvuldigen. Door de behandeling bent u gevoeliger voor infecties. Doordat de behandeling het afweersysteem onderdrukt, worden koorts en andere tekenen van infecties ook onderdrukt. Daardoor heeft u soms minder snel in de gaten dat u een infectie heeft.. Als u een infectie krijgt, bent u vaak moe en heeft u een ziek gevoel.

Bekende voorbeelden van infecties zijn:
  • urineweginfectie (bijv. blaasontsteking)
  • luchtweginfectie (bijv. keelontsteking of longontsteking)
  • buikgriep
  • infectie onder de huid
  • koortslip
Advies
  • Vermijd contact met zieke mensen of grote groepen.
  • Zorg voor een goede lichaamshygiëne.
  • Zorg voor een goede mondverzorging door 4x per dag de tanden te poetsen en de mond regelmatig te spoelen.
  • Bij en temperatuur boven de 38,5°C moet u direct contact opnemen met uw behandelteam, zie belprocedure.


Infuusreactie/overgevoeligheidsreactie

Als u uw medicijnen via een infuus krijgt, bestaat er een kleine kans op een infuus- en/of overgevoeligheidsreactie. Meestal ontstaan de klachten direct na het innemen of toediening van medicijnen. Maar soms pas na een paar uur. De reactie gebeurt vaak tijdens de eerste of tweede kuur, maar ze kunnen ook bij latere kuren optreden.

Klachten die kunnen optreden zijn:
  • roodheid en huiduitslag, soms met jeuk over het hele lichaam
  • kuchen
  • onrust
  • pijn in de rug
  • bleek zien
  • gezwollen oogleden en een opgezet gezicht
  • beklemmend gevoel op de borst
  • duizeligheid (door daling van de bloeddruk)
  • rillen
  • misselijkheid en darmkrampen
  • kortademigheid
  • gevoel van onrust
Advies
We houden u tijdens de toediening van de medicijnen goed in de gaten. Het is belangrijk dat u direct aan de verpleegkundige of behandelteam vertelt als u klachten krijgt tijdens toediening van het medicijn. Als het nodig is, stoppen we dan (tijdelijk) met het geven van medicijnen. Soms geven we u ook medicijnen om ervoor te zorgen dat uw klachten minder worden. Ze verdwijnen dan meestal snel.

Jeuk

Door de behandeling kunt u jeuk krijgen. Heeft u ergens jeuk, dan heeft u de drang geeft om te krabben of te wrijven. Klachten door jeuk kunnen zijn:
  • roodheid
  • uitslag van de huid
  • onrustig gevoel
  • slecht slapen
Advies
  • Probeer niet te krabben; concentreer op iets anders.
  • Knip uw nagels heel kort en houd ze schoon.
  • Jeuk wordt soms erger door warmte of door contact met kleding of beddengoed; probeer hier rekening mee te houden.
  • Verzachtende en beschermende crèmes en zalven bevatten geen werkzame bestanddelen, maar houden de huid wel soepel en voorkomen verdere uitdroging van de huid. Klachten als jeuk, schilfering, kloven en branderige plekken verminderen door deze middelen. De middelen zijn zonder recept verkrijgbaar.
    • Crèmes voor een niet al te droge huid: lanettecrème en cetomacrogolcrème
    • Crèmes voor een erg droge huid: vaseline lanettecrème en vaseline.
  • Mentholgel kan de huid verkoelen.


Koorts

U heeft koorts als uw lichaamstemperatuur boven de 38,5°C komt. U kunt koorts krijgen door de behandeling of door een infectie.

Advies
  • Bij koorts heeft uw lichaam extra vocht nodig. Door koorts en zweten, verliest u meer vocht dan normaal. Daarom is het belangrijk dat u genoeg drinkt. Genoeg betekent dat u per dag 1 ½ tot 2 liter moet drinken; dit zijn 16 kopjes of 10 bekers per dag.
  • Alleen op advies van uw behandelteam kunt u 2 tot 4 keer per dag 2 tabletten (1000mg) paracetamol innemen tegen de koorts.
  • Heeft u koorts van 38,5°C of hoger, hevige rillingen of voelt u zich ziek (ook bij verhoging 38°C), neem dan direct contact op met uw behandelteam.


Trombose

Door de behandeling en de ziekte zelf heeft u een verhoogde kans op trombose. Trombose is een bloedstolsel in een bloedvat. Het komt meestal voor in het been, maar er kan ook een bloedvat naar de longen verstopt zitten. Dit heet een longembolie.

Bij trombose in het been komen de volgende klachten voor:
  • Een pijnlijke gezwollen kuit die warm en gevoelig is bij aanraking.
  • Een gezwollen enkel, voet of bovenbeen, soms met roodheid en uitgezette bloedvaten.
Bij trombose in de longen komen de volgende klachten voor:
  • Plotselinge pijn op de borst.
  • Pijn bij in- of uitademen.
  • Kortademigheid; benauwdheid.
Advies
Heeft u last van een van deze klachten, neemt u dan direct contact op met uw behandelteam.

Wondgenezing

Bevacizumab kan het risico op een verstoorde wondgenezing verhogen. Als u pas een operatie heeft ondergaan of een (operatie)-wond heeft die nog niet helemaal genezen is, meldt dit dan uw behandelteam.

Minder vaak voorkomende bijwerkingen en adviezen bij bevacizumab

Bloeding

Het medicijn waarmee u behandeld wordt, bevacizumab, kan bloedingen veroorzaken. Dit komt heel weinig voor maar is voor u wel belangrijk om te weten.
Bloedingen kunnen inwendig of uitwendig zijn. Meestal stopt de bloeding vanzelf. Heel vaak veroorzaken medicijnen tegen kanker een tekort aan bloedplaatjes in het bloed. Bloedplaatjes spelen een belangrijke rol bij de bloedstolling. Heeft u een tekort aan bloedplaatjes? Dan is het bloed dunner en stolt het minder snel.

Klachten kunnen zijn:
  • bloedneus
  • bloed in de urine
  • zwarte ontlasting of bloed bij de ontlasting (dit kan duiden op een bloeding in de maag of darmen)
  • bloeduitstorting en blauwe plekken (zonder dat u zich heeft gestoten of bent gevallen);
  • bloed bij hoesten of braken
  • bloedend tandvlees
  • menstruatie die heviger wordt
Advies
  • Pas op met stoten en krab geen wondjes open.
  • Als u een wondje heeft, druk dit dan een tijdje stevig dicht. Bijvoorbeeld met een steriel gaasje.
  • Gebruik geen scherpe voorwerpen. Elektrisch scheren is beter dan met een mesje.
  • Probeer de ontlasting soepel te houden door veel te drinken: 1 ½ tot 2 liter per dag.
  • Gebruik bij het tandenpoetsen een zachte borstel.
  • Neem de temperatuur op onder de arm (niet in de anus), of gebruik een oorthermometer.
Heeft u één of meer klachten die horen bij bloedingen? Neem dan contact op met uw behandelteam. Soms is een transfusie met bloedplaatjes nodig om het tekort aan te vullen en zo bloedingen te stoppen of voorkomen.

Algemene bijwerkingen en adviezen bij doelgerichte therapie

Concentratie/geheugenproblemen

We horen vaak van mensen dat ze last hebben van een slechter geheugen, dat ze zich minder goed kunnen concentreren en dat ze problemen hebben met plannen. We noemen dit cognitieve problemen. Deze problemen zijn bij de meeste mensen tijdelijk, ook al blijven ze soms langer aanwezig na de behandeling.

Advies
  • U kunt gebruik maken van een agenda of dagplanner.
  • Zorg ervoor dat u orde en structuur in uw dag aanbrengt.
  • Geef uw lichaam tijd om te herstellen.
  • Zoek naar manieren om uw hoofd leeg te maken met ontspannende activiteiten.
  • Ontspanningsoefeningen, yoga, mindfulness en haptotherapie kunnen helpen.


Injectieplaats/ insteekopening infuus

Tijdens uw behandeling krijgt u medicijnen via een infuus. Hiervoor krijgt u een infuusnaald ingebracht in een ader van de hand of de arm.
Soms gebeurt het dat het medicijn onbedoeld buiten de ader in het omliggend weefsel terecht komt. Dit zou mogelijk huidschade kunnen veroorzaken. Deze complicatie noemen we extravasatie. De verpleegkundigen die op de dagbehandeling en afdeling oncologie werken, zijn opgeleid om de medicijnen via een infuus toe te dienen en weten ook welke risico’s dit heeft. Zij zullen meerdere voorzorgsmaatregelen nemen om de kans op huidschade zoveel mogelijk te voorkomen en ze zullen controleren of het infuus in de ader zit.
Om de kans op deze complicatie te voorkomen en om uw behandeling zo veilig mogelijk te laten verlopen, zijn onderstaande adviezen erg belangrijk.

Adviezen te nemen voorzorgsmaatregelen:
  • Ga naar het toilet voordat de behandeling start.
  • Draag bij elke toediening losse kleding, die geen problemen kan geven bij het inbrengen van een infuusnaald (geen strakke mouwen, of mouwen die opgerold moeten worden).
  • Beweeg de arm waar het infuus in zit zo min mogelijk tijdens de toediening van het medicijn.
  • Vraag eventueel om een kussen om uw arm op te leggen.
  • Na toiletbezoek moet u altijd een verpleegkundige vragen of hij/zij het infuus wil controleren.
  • Zorg ervoor dat u de arm/ hand waarin de naald is ingebracht niet gebruikt als u op uw telefoon of iPad zit.
Klachten bij een infuus kunnen zijn:
  • pijn en/of jeuk bij de insteekplaats van het infuus
  • pijn in de arm
  • een verdikking bij de insteekplaats
  • verkleuring van de huid
  • het nat worden van de pleister
Klachten bij een Poortkatheter (PAC) kunnen zijn:
  • verdikking op de plaats waar de PAC is aangesloten
  • pijn en/of jeuk van de insteekplaats
  • het nat worden van de pleister
  • pijn in de borststreek
Klachten bij een PICC katheter en CVC/Hickman kunnen zijn:
  • pijn in bovenarm, borststreek of hals
Advies op afdeling en/of dagbehandeling
  • Heeft u tijdens de toediening van de therapie last van bovengenoemde klachten? Meldt dit dan direct bij de verpleegkundige.
Advies bij pijnklachten of zwelling van de insteekplaats thuis
Bent u al thuis en krijgt u dan nog last van bovengenoemde klachten bij de insteekplaats?
  • Koel de insteekplaats met een nat verband. Dit kan verlichting van de pijn geven.
  • Gebruik paracetamol als dat nodig is.
  • Bij koorts, toename van pijn en/of zwelling van uw hele arm, moet u contact opnemen met het telefoonnummer dat onder het kopje "contact" staat.


Psychische gevolgen

De diagnose kanker zorgt bij veel mensen voor gevoelens van angst en onzekerheid. Maar ook de medicijnen kunnen soms psychische reacties geven.
Klachten kunnen zijn:
  • verwardheid
  • angst
  • onrust
  • depressieve gevoelens
  • stemmingswisselingen
  • snel geïrriteerd zijn
Advies
Loop vrijblijvend binnen bij de PATIO (Patientinformatiecentrum Oncologie). Dit is een plek in het Erasmus MC voor iedereen die met kanker te maken krijgt, voor zowel patiënten
als naasten.

Wat?
  • Ontspannen: met een kopje koffie of thee. Bladeren door een tijdschrift aan de leestafel. Of meedoen aan een workshop, zoals bloemschikken of mozaïeken.
  • Ontmoeten: lotgenoten ontmoeten of een praatje maken.
  • Ontdekken: op zoek gaan naar betrouwbare informatie. Een gastvrouw kan u hierbij helpen. Aanwezig zijn bij een themabijeenkomst.
  • Ontzorgen: de juiste zorg of ondersteuning vinden met hulp van een ondersteuningsconsulent.
Waar en wanneer?
Locatie: Erasmus MC, Zimmermanweg
Openingstijden: maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur – 17.00 uur. U kunt gewoon binnenlopen. Er zijn geen kosten aan verbonden.

PATIO aan bed: voor klinische patiënten
Muziektherapie of kunstzinnige therapie volgen. Meedoen aan creatieve activiteiten. Een laptop, spelcomputer, e-reader of tijdschrift lenen. Een praatje maken met een vrijwilliger.

Meer informatie
Kijk voor alle mogelijkheden en activiteiten op: www.erasmusmcpatio.nl
Meer informatie leest u ook in de patiëntenfolder van PATIO.

Advies
  • Op het internet bestaan veel van pagina’s over kanker. Maar niet elke pagina heeft de juiste informatie. Ons advies is dan ook om zoveel mogelijk gebruik te maken van pagina’s van officiële instituten. Op deze pagina’s is de informatie het meest betrouwbaar.
  • Meer informatie over patiëntenverenigingen, alternatieve geneeswijzen, vakantiemogelijkheden, voeding en klachtenmogelijkheden kunt u vinden bij de PATIO.


Seksueel verlangen

Door de behandeling kunt u minder zin hebben om te vrijen. Dat betekent niet automatisch dat u minder behoefte heeft aan intimiteit. Ook uw partner kan het soms moeilijk vinden om lichamelijk contact te hebben, bijvoorbeeld omdat hij/zij denkt dat u daar nog niet aan toe bent. Voor u beiden is het belangrijk dat er aandacht is voor de verschillende gevoelens en behoeften. Neem samen de tijd om weer vertrouwd te raken met uw lichaam en te verwerken wat er veranderd is door de ziekte en de behandeling. Het is een situatie waar u en uw partner zelf een oplossing voor kunnen zoeken, eventueel met behulp van een therapeut.
Meer informatie over seksualiteit en intimiteit

Advies

  • Door ziekte, vermoeidheid en angst kunt u minder zin krijgen in seks. Dit kan voor u en uw partner ongerustheid en spanningen veroorzaken. U zult beiden de veranderingen moeten leren accepteren. Een eerlijke en open communicatie is erg belangrijk. Praat met uw partner over uw gevoelens.
  • Medicatie kan invloed hebben op de beleving van seksualiteit.
  • Maak gebruik van een glijmiddel bij droge vaginale slijmvliezen.
  • Speelt vermoeidheid voor u mee bij het vrijen? Probeer bijvoorbeeld het op een ander tijdstip, bijvoorbeeld ’s ochtends. Misschien heeft u er dan meer energie voor.
  • Seksuele problemen zijn soms moeilijk bespreekbaar. Het is voor u goed om te weten dat het heel normaal is om seksuele klachten met uw behandelteam te bespreken.
  • Als het nodig is, kan uw behandelteam u doorverwijzen naar een seksuoloog.
  • Klik hier voor een seksuoloog bij u in de buurt.


Vermoeidheid

Door de behandeling kunt u vermoeid worden. De meest voorkomende klachten zijn:
  • voortdurend een gevoel van algemene zwakte en psychische uitputting
  • concentratieproblemen
  • lichamelijke en/of geestelijke inspanning kost meer moeite
  • een (groot) gebrek aan energie, u denkt niets meer te kunnen
  • prikkelbaarheid
  • emotionele labiliteit, stemmingswisselingen
  • gebrek aan aandacht voor de omgeving
  • slaperigheid en lusteloosheid
  • geheugenproblemen
De vermoeidheidsklachten kunnen na de behandeling nog lang aanhouden. Soms enkele maanden, soms zelfs jaren. De vermoeidheid kan veroorzaakt worden door lichamelijke, psychische en emotionele omstandigheden.

Advies
  • Beweeg zoveel mogelijk, want als u minder doet, gaat uw conditie achteruit.
  • Overweeg te sporten met een fysiotherapeut die gespecialiseerd is in oncologie.
  • Als u graag zwemt, overleg dat dan met uw behandelteam. Zij kunnen u vertellen of u mag gaan zwemmen of niet.
  • Overweeg om gebruik te maken van mindfulness of yoga.
  • Uw energie is kostbaar, ga er zorgvuldig mee om. Plan niet teveel activiteiten op één dag. Verdeel dingen die u wilt doen over de week.
  • Bepaal zelf waaraan u energie wilt besteden. Wissel dingen die u móet doen af met leuke dingen waar u energie van krijgt.
  • Wees duidelijk over wat u wel en niet kunt en wilt doen, stel daarin uw grenzen.
  • Vraag zo nodig hulp van familie of vrienden of schakel de thuiszorg in.
  • Zorg dat u genoeg uren kunt slapen, houd u aan vaste tijden om naar bed te gaan en op te staan. Probeer op vaste tijden op te staan en naar bed te gaan, ook in het weekend.
  • Neem tijd voor leuke en ontspannende dingen.
  • Eet gezond en eiwitrijk, dit is belangrijk voor een goede conditie.
  • Drink liever geen alcohol.
Zie ook de website www.kanker.nl voor meer informatie over vermoeidheid.
Raadpleeg de Verwijsgids Kanker welke zorgverleners bij u in de buurt u kunnen helpen met klachten van vermoeidheid.
Fysiotherapeut (Oncologie-) - IKNL | Verwijsgids Kanker

Vruchtbaarheidsproblemen

Zowel bij mannen als bij vrouwen kan de behandeling (tijdelijk) verminderde vruchtbaarheid of onvruchtbaarheid veroorzaken. Of u onvruchtbaar wordt, hangt af van:
  • het soort medicijn
  • de combinatie van medicijnen
  • de hoeveelheid medicijnen
  • de aard van de ziekte
  • uw leeftijd
Advies
  • Meestal is het belangrijk dat u of uw partner niet zwanger wordt tijdens de behandeling, bespreek dit met uw behandelteam.
  • Vraag uw behandelteam wat uw vooruitzichten zijn.
  • Bent u een man, bespreek dan met uw behandelteam de mogelijkheid van invriezen van sperma vóór het starten van de behandeling.
  • Bent u een vrouw, bespreek dan met uw behandelend specialist de mogelijkheid van vruchtbaarheidsbehoud en laat u, als u dat wilt, doorverwijzen naar een gespecialiseerde gynaecoloog.


Zwangerschap, kans op aangeboren afwijkingen

De medicijnen die u krijgt kunnen schadelijk zijn voor het erfelijk materiaal (DNA) van voortplantingscellen (eicellen en sperma). Daarom moet u tijdens de behandeling een zwangerschap voorkomen. Overleg dit met uw behandelteam. Uw lichaam moet na de behandeling eerst goed herstellen, voordat u of uw partner weer zwanger wordt. Bij mannen kan het soms 4 tot 5 jaar duren voordat de aanmaak en kwaliteit van het sperma weer normaal is.

Advies
  • Meestal is het belangrijk dat u of uw partner niet zwanger wordt tijdens de behandeling, bespreek dit met uw behandelteam.
  • Afhankelijk van uw diagnose, moet u ervoor zorgen dat u of uw partner 3 tot 12 maanden ná de behandeling ook niet zwanger wordt.
  • Bespreek uw kinderwens met uw behandelteam.
  • Mocht u onverhoopt toch zwanger raken, geef dit dan onmiddellijk door aan uw behandelteam. Dit is van groot belang voor het vaststellen/ aanpassen van de (vervolg)behandeling.


Extra info over veilig omgaan met uitscheidingsproducten

U hoeft tijdens en gedurende de therapie geen beschermende maatregelen te treffen.

Praktische informatie

Rondom de toediening van de kuur
  • U kunt gewoon ontbijten op de ochtend dat u de kuur krijgt toegediend.
  • We adviseren u om naar het toilet te gaan voordat de kuur wordt toegediend.
  • Op de dagbehandeling is het de bedoeling dat u de gehele periode van de behandeling in de behandelstoel blijft zitten of op bed blijft liggen.
  • Als u wordt opgenomen, dan mag u tijdens de toediening van de kuur wel rondlopen over de afdeling, maar alleen op de afdeling waar u bent opgenomen.
  • Maak gebruik van anticonceptie, zie kopje ‘zwangerschap en kans op aangeboren afwijkingen’.
  • Overleg met uw behandelend arts/ verpleegkundig specialist of dat de anticonceptiepil betrouwbaar is en gebruikt mag worden.


Medicijnen
  • Geef aan uw behandelteam door welke medicijnen u gebruikt.
  • Geef niet alleen eenvoudige medicijnen door die u gebruikt zoals aspirine, paracetamol, maar ook de door u gebruikte voedingssupplementen, visoliecapsules, vitamines of homeopathische- en kruidengeneesmiddelen.
  • Geef toestemming aan uw eigen apotheek om uw medicijndossier open te zetten via het Landelijk Schakelpunt, zodat het dossier beschikbaar is. Zo kunnen we uw dossier inzien als dat nodig is voor uw behandeling.


Voeding en advies
  • Soms is het eten of drinken van vette vis, grapefruit(sap) of grapefruitkruisingen (o.a. pomelo, mineola), niet toegestaan. Bespreek dit met uw behandelteam. https://www.voedingenkankerinfo.nl/mag-ik-vis-eten-en-visolie-gebruiken-bij-chemotherapie/
  • Als u een bepaald dieet volgt of wilt volgen, is het belangrijk dat u in goede conditie bent en op gewicht blijft. Ook tijdens uw eventuele opname is het meestal mogelijk om het door u gewenste dieet te volgen (binnen de mogelijkheden van de keuken). U kunt dit bespreken met de verpleegkundige of zorgassistente.


Alcohol en doelgerichte therapie
  • Het drinken van alcohol tijdens een behandeling is niet in alle situaties 'verboden'. Drink altijd met mate en houd er rekening mee dat alles wat u drinkt anders kan smaken en anders kan 'vallen'.
  • Vraag uw behandelteam of er in uw situatie een reden is om helemaal geen alcohol te drinken.


Andere zorgverleners
  • Uw huisarts wordt door uw behandelteam geïnformeerd. We adviseren u om ook zelf contact op te nemen met uw huisarts.
  • Als u een oproep krijgt voor een griep/covid prik, adviseren we u om deze te gaan halen. We krijgen vaak de vraag wanneer de griep/covid prik gehaald moet worden tijdens de behandeling met chemo-, doelgerichte- of radiotherapie. Het is gebleken dat het niet uitmaakt op welk moment u tijdens de therapie de griepprik krijgt.
Let op:
    • Patiënten die het afgelopen jaar een stamceltransplantatie hebben ondergaan moeten eerst met hun behandelend Hematoloog overleggen of ze gevaccineerd mogen worden.
    • Patiënten die deelnemen aan een studie moeten ook eerst overleggen met hun behandelteam.
  • Zorg voor aanvang van uw behandeling dat uw gebit gecontroleerd is en dat eventuele behandelingen aan het gebit zijn gedaan.


Autorijden
  • Sommige medicijnen kunnen uw rijvaardigheid beïnvloeden, bijvoorbeeld clemastine. Clemastine is een middel dat de rijvaardigheid beïnvloed. Het is een middel om een allergische reactie op medicatie te voorkomen of te bestrijden (antihistaminicum). Het gebruik van clemastine kan voor slaperigheid en/of duizeligheid zorgen en heeft een ernstige en gevaarlijke invloed op de rijvaardigheid. Daarom is het wettelijk verboden om de eerste 24 uur na toediening auto te rijden.
  • Vraag bij twijfel om advies bij het behandelteam.


Vervoersregeling
  • In de basisverzekering is een regeling opgenomen voor vergoeding van vervoer.
  • Neem contact op met uw zorgverzekeraar om te vragen hoe u deze vergoeding aan kunt vragen.
  • U kunt gebruik maken van eigen vervoer of taxivervoer.


Werken
  • Blijft u doorwerken of stopt u (tijdelijk)? Het is belangrijk om goed met uw werkgever of opdrachtgevers te overleggen en in contact te blijven met collega’s.
  • Neem contact op met de bedrijfsarts.
  • Zie hiervoor de website: https://nfk.nl/kanker-en-werk/werken-met-of-na-kanker


Zwemmen en saunabezoek
Er zijn verschillende redenen waarom we u adviseren om niet naar de sauna of het zwembad te gaan:
  • U kunt meer last kunt hebben van de warmte dan u gewend bent, waardoor uw bloeddruk zakt.
  • Als uw afweer verminderd is, is het niet verstandig om naar het zwembad of de sauna te gaan, vanwege uw verlaagde weerstand.
  • Als u nog rekening moet houden met uw uitscheidingsproducten mag u niet naar de sauna of naar het zwembad.
  • Als u een centrale lijn heeft, bijvoorbeeld een Hickman of een PICC lijn, mag u ook niet naar het zwembad of de sauna.


Disclaimer

De informatie in deze folder is zorgvuldig samengesteld en is gebaseerd op de teksten die te vinden zijn op www.bijwerkingenbijkanker.nl. Middelen bij kwaadaardige aandoeningen zijn doorgaans sterk werkzame geneesmiddelen die veel bijwerkingen kunnen veroorzaken. Het optreden van bijwerkingen is onder andere afhankelijk van de dosering, de duur van de behandeling, de combinatie met andere geneesmiddelen, het onderliggend ziektebeeld en eventueel aanwezige orgaanfunctiestoornissen. Daarnaast is er een verschil in het optreden van bijwerkingen tussen verschillende patiënten. Bijwerkingen kunnen onmiddellijk na het toedienen, maar ook veel later optreden.

Ondanks de onvoorspelbaarheid van het optreden en de ernst van bijwerkingen hebben we ernaar gestreefd veel gerapporteerde bijwerkingen in het systeem op te nemen. Op de informatie voor de patiënt zijn slechts de bijwerkingen gemeld die bij meer dan 10% van de patiënten voorkomen.

Auteursrecht

De informatie op deze site mag worden gebruikt, op voorwaarde dat de bron vermeld wordt.
Referenties naar deze website:


Wanneer contact opnemen?

Matige en niet-spoedeisende klachtenErnstige en spoedeisende klachten
Graag contact opnemen bij de volgende klachten:
  • Als u langer dan 3 dagen geen ontlasting heeft
    3 tot 4 keer per dag diarree
  • Meer dan 2 keer per dag braken a Pijn of branderig gevoel bij het plassen
    Duizeligheid of ernstige moeheid, waarbij u meer dan de helft van de dag op bed/bank ligt
  • Pijn in de mond, waardoor u problemen of pijn heeft met slikken
  • Temperatuur van 38.0 – 38.4 °C en u zich niet lekker voelt
  • Jeuk en / of huiduitslag
  • Pijnklachten die niet onder controle zijn met de huidige pijnstilling
  • Als u niet zeker weet of de klachten die u heeft ‘normaal’ zijn
Bellen bij niet spoedeisende klachten
Maandag t/m vrijdag tijdens telefonische spreekuren van 8.00-16.00 uur.
010 - 704 19 48

Indien u acuut hulp nodig heeft belt u dan met spoednummer huisarts of 112

Graag contact opnemen bij de volgende klachten:

  • Koorts (temperatuur boven 38,5°C) a Koude rillingen
    Bij ernstig aanhoudend braken (meer dan 5 keer per dag)
  • Ernstige (water) dunne ontlasting (meer dan 4 keer per dag)
  • Bloed in urine of ontlasting
  • Bloedneuzen
  • Bij blauwe plekken zonder dat u zich heeft gestoten
  • Plotselinge veranderingen in conditie, kortademigheid, hoofdpijn, uitvalverschijnselen of als u het niet vertrouwt
Bellen bij spoedeisende klachten
Binnen kantooruren
(maandag t/m vrijdag van 8.00-16.00 uur).
010 - 704 19 48

Buiten kantooruren (16.00-8.00 uur) zaterdag, zondag en feestdagen.
06 - 33 34 20 86