Extrinsieke allergische alveolitis (EAA), ook wel hypersensitiviteits pneumonitis (HP) genoemd, is een interstitiële longziekte (ILD) die wordt gekenmerkt door een allergische ontstekingsreactie in de longblaasjes (alveoli) door inhalatie van bepaalde stoffen. Denk aan schimmels, sporen van paddenstoelen, eiwitten in vogelmest en geneesmiddelen.
EAA komt vooral voor bij personen werkzaam in de landbouwsector, champignonkwekers en bij duivenmelkers. Maar het kan ook ontstaan bij iemand die een parkiet of papegaai als huisdier heeft.
Antistoffen van het IgG isotype, gericht tegen de genoemde stoffen, zijn betrokken bij de longontsteking en kunnen bij EAA-patiënten in bloed aangetoond worden middels een immunoassay.
Bijvoorbeeld specifiek IgG tegen antigenen van de micro-organismen Thermoactinomyces vulgaris en Saccharopolyspora rectivirgula (voorheen bekend als Micropolyspora faeni) bij zogenaamde boerenlong, één van de meest voorkomende vormen van EAA als gevolg van de blootstelling aan beschimmeld hooi.
Onze huidige immunoassay voor Thermoactinomyces vulgaris IgG wordt medio mei dit jaar vervangen door Laceyella sacchari IgG, vanwege een gewijzigde portfolio van de fabrikant. In principe presteren beide IgG bepalingen vergelijkbaar ter serologische ondersteuning van de diagnose EAA/boerenlong. De voor Laceyella sacchari IgG vastgestelde normaalwaarde is <20 mg/L. Bij klinische verdenking op EAA/boerenlong is het zinvol om naast Laceyella sacchari IgG ook Micropolyspora faeni IgG aan te vragen.
Bij vragen kunt u contact opnemen met Dr. Marco Schreurs van het laboratorium Medische Immunologie.