Een voorlichtingsgesprek over doelgerichte therapie
Wat kunt u verwachten van het voorlichtingsgesprek?
De oncologieverpleegkundige zal u vragen wat u al weet over de behandeling en welke informatie u nog nodig heeft. Samen met de verpleegkundige stelt u vast welke onderwerpen in ieder geval worden besproken.De oncologieverpleegkundige vertelt u:
- welke behandeling u krijgt en hoe deze werkt
- over bijwerkingen die kunnen optreden als gevolg van de behandeling
- wat u kunt doen of wat het ziekenhuis kan doen aan de bijwerkingen
Wat neemt u mee naar het gesprek
- deze informatie (online op uw telefoon of op papier)
- de medicijnen die de internist-oncoloog heeft voorgeschreven
Tijdens het voorlichtingsgesprek
Tijdens het gesprek worden de volgende dingen zeker besproken:- De naam van de kuur
- de werking van de therapie
- wijze van toedienen:
- via tabletten of
- via een infuus of
- een combinatie van beide
- Het toedieningsschema:
- aantal kuren
- duur van de kuur
- om de hoeveel weken u een kuur krijgt
- Als u medicijnen moet innemen:
- hoe vaak per dag u medicijnen moet innemen
- hoeveel dagen
- mogelijke rustperiode
- gebruik van medicijnen samen met voeding
- gebruik medicijnen samen met andere medicijnen
- wat te doen als u een dosering heeft gemist
- en/of hoe lang u de tabletten moet slikken
Kruis aan wat u zelf nog wilt bespreken:
Ziet u dit op een webpagina? Dan kunt u de folder uitprinten door op de 'download PDF' knop te klikken.- Medische informatie over de doelgerichte therapie die ik krijg (bijvoorbeeld de werking in het lichaam).
- Het doel van de behandeling.
- De bijwerkingen die kunnen voorkomen bij deze behandeling.
- Hoe waarschijnlijk is het dat ik bepaalde bijwerkingen krijg.
- Wat kan de specialist of verpleegkundige doen om bijwerkingen te voorkomen of te verminderen.
- Wat kan ik zelf aan de bijwerkingen doen.
- Wanneer ik contact op moet nemen met het ziekenhuis.
- Hoe moet ik contact opnemen met het ziekenhuis.
- Wat zijn de praktische gevolgen van de behandeling voor mijn dagelijkse leven (bijvoorbeeld huishouden of hobby's).
- Welke gevoelens kan de behandeling losmaken (bijvoorbeeld angst, somberheid, hoop, sneller emotioneel).
- Hoe kan ik en mijn naasten (bijvoorbeeld partner, kinderen) met de ziekte en/of behandeling omgaan.
- Wat mijn naasten kunnen doen om mij te (onder)steunen.
- Wat de invloed is van de behandeling op seksualiteit.
- Hoe ik in contact kan komen met lotgenoten.
- Of ik thuis extra hulp nodig heb en hoe ik dat kan regelen.
- Ondersteuning van maatschappelijk werk of een psycholoog.
- De gang van zaken in het ziekenhuis.
- Wat gebeurt er als ik afzie van de behandeling (twijfel over keuze, vooruitzichten, verdere begeleiding).
Contact
Wanneer u doelgerichte therapie krijgt, zijn er situaties waarin het belangrijk is dat u contact opneemt met het ziekenhuis. De oncologieverpleegkundige vertelt u welke situaties dit zijn.
- Bij niet-spoedeisende klachten 010-7041948 (maandag t/m vrijdag tijdens telefonisch spreekuur van 8.00-16.00)
- Bij spoedeisende klachten binnen kantoortijden 010-7041948 (maandag t/m vrijdag 8.00-16.00 uur)
- Bij spoedeisende klachten buiten kantoortijden 06-33342086 (maandag t/m vrijdag van 16.00-8.00 uur, zaterdag, zondag en feestdagen)
Behandelschema voor cetuximab
Deze kuur bestaat uit één medicijn. Ook kunt nog andere medicijnen krijgen. Deze andere medicijnen krijgt u als ondersteuning van de behandeling, bijvoorbeeld om uw bijwerkingen te beperken.
De volgende kuur start in principe 2 weken na dag 1, als de bloeduitslagen goed zijn.
Bovenstaande inlooptijd is een richtlijn en kan, indien nodig, altijd worden aangepast door het behandelteam.
Clemastine
Cetuximab kan infuusreacties veroorzaken. U krijgt clemastine om die reactie tegen te gaan. We raden u af om auto te rijden als u clemastine heeft gekregen, omdat u hier suf en slaperig van kunt worden.
Cytostatica/medicijnen | Dag | Dag | Wijze van toedienen |
1 | 2 t/m 24 | ||
Cetuximab | X | rust | Infuus: Inlooptijd, 2 uur (kuur 1) Infuus; inlooptijd, 1 uur (vervolgkuren) |
De volgende kuur start in principe 2 weken na dag 1, als de bloeduitslagen goed zijn.
Bovenstaande inlooptijd is een richtlijn en kan, indien nodig, altijd worden aangepast door het behandelteam.
Clemastine
Cetuximab kan infuusreacties veroorzaken. U krijgt clemastine om die reactie tegen te gaan. We raden u af om auto te rijden als u clemastine heeft gekregen, omdat u hier suf en slaperig van kunt worden.
Medicatie tegen misselijkheid
Van de doelgerichte therapie die u krijgt worden mensen vaak niet misselijk. Wordt u toch misselijk? Dan kunt u contact op te nemen met het behandelteam via het verpleegkundig spreekuur en/of kunt u de adviezen volgen die verderop in deze folder zijn beschreven.
Bijwerkingen
We geven tegenwoordig naast chemotherapie ook doelgerichte therapie (targeted therapy) voor kanker. Bij tumorcellen zijn signalen in de cel ontregeld, waardoor een cel onbeperkt gaat groeien. Hierdoor wordt een normale cel een kankercel. Doelgerichte therapie maakt deze signalen weer normaal, waardoor een cel minder hard gaat groeien.
Doelgerichte therapie is gericht op het beschadigen van de kankercellen, maar kan helaas ook schade veroorzaken aan gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunt u bijwerkingen krijgen. Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, terwijl anderen er weinig van merken. De ernst van de bijwerkingen heeft niets te maken met het resultaat van de behandeling.
De meeste bijwerkingen zijn tijdelijk en verminderen geleidelijk na het stoppen van de therapie.
De behandeling met cetuximab kan mogelijk bijwerkingen geven tijdens maar ook op een later tijdstip, na uw behandeling met het medicijn. In sommige gevallen zelfs tot meer dan een jaar na het staken van de behandeling. Daarom willen wij u vragen om bij het optreden van dergelijke bijwerkingen contact met ons op te nemen zoals op het belkaartje staat beschreven.
Vaak voorkomende bijwerkingen kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met:
Doelgerichte therapie is gericht op het beschadigen van de kankercellen, maar kan helaas ook schade veroorzaken aan gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunt u bijwerkingen krijgen. Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, terwijl anderen er weinig van merken. De ernst van de bijwerkingen heeft niets te maken met het resultaat van de behandeling.
De meeste bijwerkingen zijn tijdelijk en verminderen geleidelijk na het stoppen van de therapie.
De behandeling met cetuximab kan mogelijk bijwerkingen geven tijdens maar ook op een later tijdstip, na uw behandeling met het medicijn. In sommige gevallen zelfs tot meer dan een jaar na het staken van de behandeling. Daarom willen wij u vragen om bij het optreden van dergelijke bijwerkingen contact met ons op te nemen zoals op het belkaartje staat beschreven.
Vaak voorkomende bijwerkingen kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met:
- Bloeddruk: hoge en lage bloeddruk
- Huid en nagels
- Droge huid en nagels
- Acné-achtige uitslag
- Huiduitslag
- Infuusreactie/overgevoeligheidsreactie
- Jeuk
- Leverfunctiestoornissen
- Mondproblemen
- Oogklachten
- Concentratie/geheugenproblemen
- Injectieplaats/insteekopening infuus
- Psychische gevolgen
- Reuk- en smaakveranderingen
- Vermoeidheid
- Zwangerschap, kans op aangeboren afwijkingen
Vaak voorkomende bijwerkingen en adviezen
Bloeddruk
De behandeling kan uw bloeddruk verhogen of juist verlagen.Hoge bloeddruk
Een hoge bloeddruk voelt u meestal niet.Is uw bloeddruk extreem hoog, dan kunt u de volgende klachten hebben:
- hoofdpijn
- kortademigheid
- problemen met zien
- duizeligheid
- overmatig blozen
- Heeft u één van bovengenoemde klachten? Neem dan contact op met uw behandelteam. Het behandelteam schrijft u medicijnen voor als dat nodig is. Ook zullen we uw bloeddruk regelmatig controleren.
- Beperk zoutinname, maak gebruik van ongezouten (dieet-)halvarine of (dieet-)margarine op het brood. Beleg maximaal 2 boterhammen met licht gezouten vleeswaren per dag.
- Voeg geen keukenzout of zeezout toe aan de maaltijden.
Lage bloeddruk
Heeft u een lage bloeddruk? Dan merkt u dat meestal bij het plotseling opstaan. U voelt zich slap en duizelig. Soms kunt u sterretjes zien of zelfs flauwvallen.Advies
- Meld klachten die wijzen op een verlaagde bloeddruk bij uw behandelteam.
- U kunt de klachten verlichten ook proberen te voorkomen door rustig op te staan of langzaam van houding te veranderen.
Huid en nagels
Door de behandeling kan de huid als ook de nagels geïrriteerd raken.Droge huid en nagels
Door de behandeling kan de huid droog en/of schilferig worden. De huid is kwetsbaar, omdat de behandeling ervoor zorgt dat er minder huidcellen worden aangemaakt.Klachten kunnen zijn:
- overgevoeligheid voor zonlicht
- roodheid
- jeuk
- minder hard groeien
- splijten, breken of loslaten
- droger, brozer of zachter worden
- witte lijnen krijgen
Advies huid
- Gebruik bij voorkeur geen zeep tijdens het douchen of baden.
- Gebruik bij voorkeur lauwwarm water.
- Gebruik een beetje amandelolie in het badwater om uw huid soepel te houden. Soms is een medicinale badolie nodig. Uw behandelteam kan u hierover informeren.
- Vermijd producten op alcoholbasis.
- Gebruik ongeparfumeerde bodylotion of crèmes op waterbasis (hydraterend), bijvoorbeeld lanette en cetamacrogol met vaseline.
- Probeer felle zon te vermijden.
- Gebruik altijd een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor (20 of hoger).
- Gebruik tegen de jeuk een koelzalf of mentholpoeder.
- Scheur gebroken of gescheurde nagels niet af, maar gebruik een vijltje of nagelschaartje.
- Bij vijlen is ‘eenrichtingsverkeer' beter dan heen-en-weer vijlen. De kans op scheurtjes is dan kleiner.
- Knip teennagels niet te kort en knip de nagels recht af.
- Gebruik bij voorkeur een nageltang.
- Kunstnagels mogen, maar het is beter om ze niet regelmatig te gebruiken; ze kunnen uw nagels beschadigen en de lijm en remover die u nodig heeft, zijn niet goed voor uw nagels;
- Gebruik nagelverharder, beschermende nagellak of pleisters.
- Als u veel problemen met de nagels heeft, overleg dan met uw behandelteam over het inschakelen van een manicure en/of pedicure gespecialiseerd in de oncologie. Voor pedicures bij u in de buurt, raadpleeg hier de Verwijsgids Kanker.
Acne-achtige uitslag
U kunt door de behandeling last krijgen van een acné-achtige huiduitslag. Dit kunt u vrij snel na het starten van de behandeling krijgen. De uitslag lijkt op acné, maar is geen acné. Deze uitslag komt vooral voor in het gezicht, op de borst, de rug en de ledematen. Na de acné-achtige huiduitslag kunnen er bruine vlekjes ontstaan. Dit zijn pigmentvlekjes. De kans op pigmentvlekjes wordt groter door blootstelling aan zonlicht.Het is belangrijk deze huiduitslag op tijd te behandelen met speciale zalf om infecties te voorkomen. Als dit niet goed genoeg helpt, krijgt u antibiotica.
Deze huiduitslag mag u niet behandelen met anti-acné middelen.
Advies
Neem contact op met het telefonisch spreekuur. Raadpleeg hiervoor het kopje 'Wanneer contact opnemen'.
Wat kunt u zelf doen?
- Laat uw huid zoveel mogelijk met rust, probeer niet te krabben.
- Was uw huid met lauw water en gebruik geen zeep.
- Gebruik een pH-neutrale wasemulsie, bv Sebamed of vraag hiernaar bij uw apotheek of drogist.
- Dep de huid voorzichtig droog.
- Vermijd felle zon en ga niet onder de zonnebank. Gebruik bij zonnig weer. een zonnebrandcrème met beschermingsfactor 30 of hoger als u lang in de zon zit.
- Draag zoveel mogelijk katoen; dit irriteert de huid minder dan synthetische stoffen.
Huiduitslag
Door de behandeling kunt u huiduitslag krijgen. We spreken van uitslag als u last heeft van roodheid, vlekken, puisten, pukkels of blaasjes op uw huid. Dit kan optreden over de gehele huid of in de vorm van een plaatselijke uitslag.Een veel voorkomende vorm van huiduitslag is een allergische reactie op medicijnen. Netelroos is daar een voorbeeld van. Een ander woord voor netelroos is galbulten. De allergische reactie uit zich door een jeukende, rode uitslag. Deze huiduitslag lijkt op de huiduitslag, die u heeft na het aanraken van een brandnetel.
Klachten kunnen zijn:
- roodheid van de huid
- jeuk
- bultjes
- verdikte huid
- overgevoeligheidsreactie/allergische reactie (in de vorm van netelroos)
- Huidreacties kunnen verergeren door zonlicht. Vermijd daarom fel licht op de huid en bescherm de huid met kleren en zonnebrandcrème.
- Bij sommige medicijnen kunt u al verbranden door indirect zonlicht. Dit is zonlicht achter glas.
- Bedek uw armen en benen
- Ga niet achter het glas in de zon zitten
- Verzachtende en beschermende crèmes en zalven bevatten geen werkzame bestanddelen, maar houden de huid wel soepel en voorkomen verdere uitdroging van de huid. Klachten als jeuk, schilfering, kloven en branderige plekken verminderen door deze middelen. De middelen zijn zonder recept verkrijgbaar.
- Crèmes voor een niet al te droge huid: lanettecrème en cetomacrogolcrème
- Crèmes voor een erg droge huid: vaseline lanettecrème en vaseline cetomacrogolcrème
- Mentholgel kan de huid verkoeling geven.
- Bescherm uw lippen met lippenbalsem met UV filter.
Infuusreactie/overgevoeligheidsreactie
Als u uw medicijnen via een infuus krijgt, bestaat er een kleine kans op een infuus- en/of overgevoeligheidsreactie. Meestal ontstaan de klachten direct na het innemen of toediening van medicijnen. Maar soms pas na een paar uur. De reactie gebeurt vaak tijdens de eerste of tweede kuur, maar ze kunnen ook bij latere kuren optreden.Klachten die kunnen optreden zijn:
- roodheid en huiduitslag, soms met jeuk over het hele lichaam
- kuchen
- onrust
- pijn in de rug
- bleek zien
- gezwollen oogleden en een opgezet gezicht
- beklemmend gevoel op de borst
- duizeligheid (door daling van de bloeddruk)
- rillen
- misselijkheid en darmkrampen
- kortademigheid
- gevoel van onrust
We houden u tijdens de toediening van de medicijnen goed in de gaten. Het is belangrijk dat u direct aan de verpleegkundige of behandelteam vertelt als u klachten krijgt tijdens toediening van het medicijn. Als het nodig is, stoppen we dan (tijdelijk) met het geven van medicijnen. Soms geven we u ook medicijnen om ervoor te zorgen dat uw klachten minder worden. Ze verdwijnen dan meestal snel.
Jeuk
Door de behandeling kunt u jeuk krijgen. Heeft u ergens jeuk, dan heeft u de drang geeft om te krabben of te wrijven. Klachten door jeuk kunnen zijn:- roodheid
- uitslag van de huid
- onrustig gevoel
- slecht slapen
- Probeer niet te krabben; concentreer op iets anders.
- Knip uw nagels heel kort en houd ze schoon.
- Jeuk wordt soms erger door warmte of door contact met kleding of beddengoed; probeer hier rekening mee te houden.
- Verzachtende en beschermende crèmes en zalven bevatten geen werkzame bestanddelen, maar houden de huid wel soepel en voorkomen verdere uitdroging van de huid. Klachten als jeuk, schilfering, kloven en branderige plekken verminderen door deze middelen. De middelen zijn zonder recept verkrijgbaar.
- Crèmes voor een niet al te droge huid: lanettecrème en cetomacrogolcrème
- Crèmes voor een erg droge huid: vaseline lanettecrème en vaseline.
- Mentholgel kan de huid verkoelen.
Leverfunctiestoornissen
Door de behandeling kan de leverfunctie verstoord raken. Als u een stoornis van de leverfunctie heeft, kunnen we dat zien door afwijkingen in uw bloed. In het begin zult u niet veel merken van de leverfunctiestoornis. Pas bij ernstige leverfunctiestoornissen kunt u zich ziek voelen. U heeft dan geen specifieke klachten, maar u bent vermoeid of uw huid en ogen worden wat gelig (dit noemen we geelzucht).Als er leverfunctiestoornissen optreden, kunnen die in het verloop van de behandeling veranderen. U krijgt bijvoorbeeld een lagere dosis, de behandeling wordt tijdelijk onderbroken of het behandelteam schrijft een ander middel voor.
Advies
- Heeft u klachten die (kunnen) wijzen op ernstige leverfunctiestoornissen, zoals gele verkleuring van het oogwit, donkere theekleurige urine, of ontkleurde (witte) ontlasting? Meldt dit dan aan uw behandelteam.
Mondproblemen
Door chemotherapie kan het mondslijmvlies beschadigd raken. Er ontstaat een ontstekingsreactie in de mond: ook wel orale mucositis genoemd. Hierdoor ontstaan geïrriteerde en/of kapotte mondslijmvliezen. Dit geeft verschillende klachten en verhoogt de kans op infecties. Het is belangrijk om voor start van uw behandeling naar de tandarts te gaan. Mocht u onverwachts toch tijdens de behandeling naar de tandarts moeten, overleg dan altijd met het behandelteam wanneer u dit het beste kunt doen.Algemene adviezen voor een goede mondhygiëne
- Poets uw tanden na elke maaltijd en voor het slapen gaan.
- Poets uw tanden met een zachte tandenborstel.
- Poets met een fluoride-houdende milde tandpasta.
- Wacht minstens een half uur na de maaltijd voor u de tanden poetst.
- Flos uw tanden 1 keer per dag. Als u het niet gewend bent om te flossen, is dit niet het moment om ermee te starten. Als u dit niet gewend bent kan het wondjes kan veroorzaken.
- Spoel uw mond na het tandenpoetsen met een zoutoplossing: 1 theelepel keukenzout in 1 liter water of evt kamille-thee/ kamillosan.
- Regelmatig koud drinken kan de schade aan uw mondslijmvliezen gedeeltelijk voorkomen.
- Houd uw lippen vochtig met een neutrale lippenbalsem.
- Drink voldoende.
- Spoel de prothese na elke maaltijd af onder stromend water.
- Reinig uw kunstgebit minstens een keer per dag met een daarvoor geschikt reinigingsmiddel en spoel het nadien goed af.
- Bewaar het steeds op een droge plaats en reinig het gebit voordat u het weer in de mond steekt.
- Neem de prothese ’s nachts en enkele uren per dag uit de mond. Zo krijgt uw mondslijmvlies wat rust.
Door chemotherapie kan er een ontsteking van de mondslijmvliezen ontstaan. We noemen dit mucositis. De ontsteking is tijdelijk, maar de mond kan pijnlijk en gevoelig zijn bij het eten, drinken en spreken.
Klachten waaraan u dat merkt, zijn:
- droge mond
- rood slijmvlies in de mond
- brandend gevoel in mond of keel
- brandende tong
- pijnlijke lippen
- snel bloedend tandvlees
- aften of zweertjes
- gevoelige, pijnlijke keel
- Een goede mondhygiëne is belangrijk bij de behandeling van mondproblemen.
- Bij pijn eet u zacht voedsel.
- Bij pijn kunt u thuis ijspilletjes (kleine ijsblokjes) gebruiken.
- Bij geïrriteerd mondslijmvlies kan u een Kamillosan of zoutwater mondspoelmiddel gebruiken;
- Vermijd te gekruid eten, zuur, droog, krokant, zeer koud of zeer warm voedsel bij pijn en wondjes in de mond.
- Drink geen alcohol: alcohol droogt de mond uit. Zie ook de website: Kan het kwaad om alcohol te drinken voor, tijdens of na kanker? - Wereld Kanker Onderzoek Fonds (wkof.nl)
Oogklachten
Door de behandeling kunt u oogklachten krijgen.Klachten kunnen zijn:
- roodheid
- prikkende ogen
- prikkend gevoel of dat er zand in de ogen zit
- ontstoken oogleden
- droogheid
- tranen
- wazig zien
- vervorming van beeld
Advies
- Draag geen contactlenzen tijdens de behandeling. Uw ogen raken daardoor geïrriteerd.
- Bescherm uw ogen tegen scherp licht; soms helpt een zonnebril.
- Gebruik geen oogmake-up.
- Gebruik van kunsttranen, bijvoorbeeld Duratears, kan de irritatie verminderen. Dit kunt u zonder recept halen bij de apotheek of de drogist.
Algemene bijwerkingen/invloed op
Concentratie/geheugenproblemen
We horen vaak van mensen dat ze last hebben van een slechter geheugen, dat ze zich minder goed kunnen concentreren en dat ze problemen hebben met plannen. We noemen dit cognitieve problemen. Deze problemen zijn bij de meeste mensen tijdelijk, ook al blijven ze soms langer aanwezig na de behandeling.Advies
- U kunt gebruik maken van een agenda of dagplanner.
- Zorg ervoor dat u orde en structuur in uw dag aanbrengt.
- Geef uw lichaam tijd om te herstellen.
- Zoek naar manieren om uw hoofd leeg te maken met ontspannende activiteiten.
- Ontspanningsoefeningen, yoga, mindfulness en haptotherapie kunnen helpen.
Injectieplaats/insteekopening infuus
Tijdens uw behandeling krijgt u medicijnen via een infuus. Hiervoor krijgt u een infuusnaald ingebracht in een ader van de hand of de arm. Soms gebeurt het dat het medicijn onbedoeld buiten de ader in het omliggend weefsel terecht komt. Dit zou mogelijk huidschade kunnen veroorzaken. Deze complicatie noemen we extravasatie. De verpleegkundigen die op de dagbehandeling en afdeling oncologie werken, zijn opgeleid om de medicijnen via een infuus toe te dienen en weten ook welke risico’s dit heeft. Zij zullen meerdere voorzorgsmaatregelen nemen om de kans op huidschade zoveel mogelijk te voorkomen en ze zullen controleren of het infuus in de ader zit.Om de kans op deze complicatie te voorkomen en om uw behandeling zo veilig mogelijk te laten verlopen, zijn onderstaande adviezen erg belangrijk.
Adviezen te nemen voorzorgsmaatregelen:
- Ga naar het toilet voordat de behandeling start.
- Draag bij elke toediening losse kleding, die geen problemen kan geven bij het inbrengen van een infuusnaald (geen strakke mouwen, of mouwen die opgerold moeten worden).
- Beweeg de arm waar het infuus in zit zo min mogelijk tijdens de toediening van het medicijn.
- Vraag eventueel om een kussen om uw arm op te leggen.
- Na toiletbezoek moet u altijd een verpleegkundige vragen of hij/zij het infuus wil controleren.
- Zorg ervoor dat u de arm/hand waarin de naald is ingebracht niet gebruikt als u op uw telefoon of iPad zit.
- pijn en/of jeuk bij de insteekplaats van het infuus
- pijn in de arm
- een verdikking bij de insteekplaats
- verkleuring van de huid
- het nat worden van de pleister
- verdikking op de plaats waar de PAC is aangesloten
- pijn en/of jeuk van de insteekplaats
- het nat worden van de pleister
- pijn in de borststreek
- pijn in bovenarm, borststreek of hals
- Heeft u tijdens de toediening van de chemotherapie last van bovengenoemde klachten? Meldt dit dan direct bij de verpleegkundige.
Bent u al thuis en krijgt u dan nog last van bovengenoemde klachten bij de insteekplaats?
- Koel de insteekplaats met een nat verband. Dit kan verlichting van de pijn geven.
- Gebruik paracetamol als dat nodig is.
- Bij koorts, toename van pijn en/of zwelling van uw hele arm, moet u contact opnemen met het telefoonnummer dat onder het kopje "contact" staat.
Psychische gevolgen
De diagnose kanker zorgt bij veel mensen voor gevoelens van angst en onzekerheid. Maar ook de medicijnen kunnen soms psychische reacties geven.Klachten kunnen zijn:
- verwardheid
- angst
- onrust
- depressieve gevoelens
- stemmingswisselingen
- snel geïrriteerd zijn
Loop vrijblijvend binnen bij de PATIO (Patientinformatiecentrum Oncologie). Dit is een plek in het Erasmus MC voor iedereen die met kanker te maken krijgt, voor zowel patiënten
als naasten.
Wat?
- Ontspannen: met een kopje koffie of thee. Bladeren door een tijdschrift aan de leestafel. Of meedoen aan een workshop, zoals bloemschikken of mozaïeken.
- Ontmoeten: lotgenoten ontmoeten of een praatje maken.
- Ontdekken: op zoek gaan naar betrouwbare informatie. Een gastvrouw kan u hierbij helpen. Aanwezig zijn bij een themabijeenkomst.
- Ontzorgen: de juiste zorg of ondersteuning vinden met hulp van een ondersteuningsconsulent.
Locatie: Erasmus MC, Zimmermanweg
Openingstijden: maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur – 17.00 uur. U kunt gewoon binnenlopen. Er zijn geen kosten aan verbonden.
PATIO aan bed: voor klinische patiënten
Muziektherapie of kunstzinnige therapie volgen. Meedoen aan creatieve activiteiten. Een laptop, spelcomputer, e-reader of tijdschrift lenen. Een praatje maken met een vrijwilliger.
Meer informatie
Kijk voor alle mogelijkheden en activiteiten op: www.erasmusmcpatio.nl
Meer informatie leest u ook in de patiëntenfolder van PATIO.
Advies
- Op het internet bestaan veel van pagina’s over kanker. Maar niet elke pagina heeft de juiste informatie. Ons advies is dan ook om zoveel mogelijk gebruik te maken van pagina’s van officiële instituten. Op deze pagina’s is de informatie het meest betrouwbaar.
- Meer informatie over patiëntenverenigingen, alternatieve geneeswijzen, vakantiemogelijkheden, voeding en klachtenmogelijkheden kunt u vinden bij de PATIO.
Reuk- en smaakveranderingen
Door de behandeling kan uw smaak veranderen. Wat u proeft of hoe iets smaakt verandert door verhoging of verlaging van de zogenoemde ‘smaakdrempels’:- De uitgesproken smaken zoals zoet, zout, zuur of bitter proeven anders.
- Een bittere smaak (‘metalig, gallig’) kan overheersen.
- Uw smaak kan ook verminderen Ook uw reuk kan veranderen:
- U kunt ongevoelig voor geuren worden. (u ruikt veel minder of niks)
- Of juist een overgevoeligheid voor geuren (u ruikt alles sterker).
- Beiden hoeven niet overeen te komen met de smaak.
Uw reuk- en smaakvermogen kan elke dag wisselen. Om toch met plezier te kunnen blijven eten, kunt u de volgende dingen doen:
- Het is mogelijk om een ‘proef’ middag bij te wonen. Vanuit het Erasmus MC wordt 2 keer per jaar een middag georganiseerd. Tijdens deze middag geven we u achtergrondinformatie over hoe u met een kleine aanpassingen, zoals het gebruiken van verschillende kruiden en specerijen, inspiratie kunt op doen om het eten lekkerder te maken. Voor informatie kunt u terecht bij de Patio; www.erasmusmcpatio.nl.
- Een goede mondhygiëne is belangrijk. Poets na iedere maaltijd uw tanden of maak uw gebitsprothese dagelijks schoon.
- Spoel voor en na de maaltijd uw mond met water.
- Kauwen op een snoepje of suikervrije kauwgom kan de vieze smaak verminderen.
- Soms verdwijnt een vieze smaak even door iets met een sterke of pikante smaak te eten, bijvoorbeeld basilicum, rozemarijn, oregano, dragon, munt, curry, citroen, nasi of bami. Een saus toevoegen kan ook (o.a. zoetzure saus).
- Drink minimaal 1,5 liter per dag. Drink water, bouillon, soep, melk, thee en vruchtensappen (geen citrus). Het is belangrijk om voor dranken te kiezen die u energie geven, zeker als u gewicht verliest.
- Producten waar u echt een afkeer van heeft gekregen, kunt u beter niet eten/drinken. Vaak zijn dat gerechten met een sterke geur zoals gebraden/gebakken vlees, koffie, gefrituurde gerechten, broccoli, bloemkool, ui en spruitjes. Vervang vlees door vis, (koude) kip, vleeswaren, kaas, een eiergerecht of vegetarische producten of verwerk vlees in sauzen, zoals spaghettisaus.
- Als klassieke warme maaltijden (aardappelen, groenten, vlees/vis) u niet meer smaken, kunt u de warme maaltijd vervangen door een broodmaaltijd met hartig beleg, melk en fruit.
- Als gekookte groenten u niet smaken, probeer dan een rauwkostsalade of drink een extra glas groente-of vruchtensap.
- Veel mensen krijgen een afkeer voor cosmetica, bloemen, tabaksrook en schoonmaakmiddelen.
- Zorg voor genoeg frisse lucht tijdens het koken als u last heeft van reukveranderingen.
- Kijk op: www.beleefjesmaak.nl voor tips bij reuk- en smaakveranderingen en recepten.
Vermoeidheid
Door de behandeling kunt u vermoeid worden. De meest voorkomende klachten zijn:- voortdurend een gevoel van algemene zwakte en psychische uitputting
- concentratieproblemen
- lichamelijke en/of geestelijke inspanning kost meer moeite
- een (groot) gebrek aan energie, u denkt niets meer te kunnen
- prikkelbaarheid
- emotionele labiliteit, stemmingswisselingen
- gebrek aan aandacht voor de omgeving
- slaperigheid en lusteloosheid
- geheugenproblemen
Advies
- Beweeg zoveel mogelijk, want als u minder doet, gaat uw conditie achteruit.
- Overweeg te sporten met een fysiotherapeut die gespecialiseerd is in oncologie.
- Als u graag zwemt, overleg dat dan met uw behandelteam. Zij kunnen u vertellen of u mag gaan zwemmen of niet.
- Overweeg om gebruik te maken van mindfulness of yoga.
- Uw energie is kostbaar, ga er zorgvuldig mee om. Plan niet teveel activiteiten op één dag. Verdeel dingen die u wilt doen over de week.
- Bepaal zelf waaraan u energie wilt besteden. Wissel dingen die u móet doen af met leuke dingen waar u energie van krijgt.
- Wees duidelijk over wat u wel en niet kunt en wilt doen, stel daarin uw grenzen.
- Vraag zo nodig hulp van familie of vrienden of schakel de thuiszorg in.
- Zorg dat u genoeg uren kunt slapen, houd u aan vaste tijden om naar bed te gaan en op te staan. Probeer op vaste tijden op te staan en naar bed te gaan, ook in het weekend.
- Neem tijd voor leuke en ontspannende dingen.
- Eet gezond en eiwitrijk, dit is belangrijk voor een goede conditie.
- Drink liever geen alcohol.
Raadpleeg de Verwijsgids Kanker welke zorgverleners bij u in de buurt u kunnen helpen met klachten van vermoeidheid.
Fysiotherapeut (Oncologie-) - IKNL | Verwijsgids Kanker
Zwangerschap, kans op aangeboren afwijkingen
De medicijnen die u krijgt kunnen schadelijk zijn voor het erfelijk materiaal (DNA) van voortplantingscellen (eicellen en sperma). Daarom moet u tijdens de behandeling een zwangerschap voorkomen. Overleg dit met uw behandelteam. Uw lichaam moet na de behandeling eerst goed herstellen, voordat u of uw partner weer zwanger wordt. Bij mannen kan het soms 4 tot 5 jaar duren voordat de aanmaak en kwaliteit van het sperma weer normaal is.Advies
- Meestal is het belangrijk dat u of uw partner niet zwanger wordt tijdens de behandeling, bespreek dit met uw behandelteam.
- Afhankelijk van uw diagnose, moet u ervoor zorgen dat u of uw partner 3 tot 12 maanden ná de behandeling ook niet zwanger wordt.
- Bespreek uw kinderwens met uw behandelteam.
- Mocht u onverhoopt toch zwanger raken, geef dit dan onmiddellijk door aan uw behandelteam. Dit is van groot belang voor het vaststellen/ aanpassen van de (vervolg)behandeling.
Extra info veilig omgaan met uitscheidingsproducten
U hoeft tijdens en gedurende de therapie geen beschermende maatregelen te treffen.
Praktische informatie
Rondom de toediening van de kuur
Medicijnen
Voeding en advies
Alcohol en chemotherapie
Andere zorgverleners
Autorijden
Vervoersregeling
Werken
Zwemmen en saunabezoek
Er zijn verschillende redenen waarom we u adviseren om niet naar de sauna of het zwembad te gaan:
- U kunt gewoon ontbijten op de ochtend dat u de kuur krijgt toegediend.
- We adviseren u om naar het toilet te gaan voordat de kuur wordt toegediend.
- Op de dagbehandeling is het de bedoeling dat u de gehele periode van de behandeling in de behandelstoel blijft zitten of op bed blijft liggen.
- Als u wordt opgenomen, dan mag u tijdens de toediening van de kuur wel rondlopen over de afdeling, maar alleen op de afdeling waar u bent opgenomen.
- Maak gebruik van anticonceptie, zie kopje ‘zwangerschap en kans op aangeboren afwijkingen’.
- Overleg met uw behandelend arts/ verpleegkundig specialist of dat de anticonceptiepil betrouwbaar is en gebruikt mag worden.
Medicijnen
- Geef aan uw behandelteam door welke medicijnen u gebruikt.
- Geef niet alleen eenvoudige medicijnen door die u gebruikt zoals aspirine, paracetamol, maar ook de door u gebruikte voedingssupplementen, visoliecapsules, vitamines of homeopathische- en kruidengeneesmiddelen.
- Geef toestemming aan uw eigen apotheek om uw medicijndossier open te zetten via het Landelijk Schakelpunt, zodat het dossier beschikbaar is. Zo kunnen we uw dossier inzien als dat nodig is voor uw behandeling.
Voeding en advies
- Soms is het eten of drinken van vette vis, grapefruit(sap) of grapefruitkruisingen (o.a. pomelo, mineola), niet toegestaan. Bespreek dit met uw behandelteam. https://www.voedingenkankerinfo.nl/mag-ik-vis-eten-en-visolie-gebruiken-bij-chemotherapie/
- Als u een bepaald dieet volgt of wilt volgen, is het belangrijk dat u in goede conditie bent en op gewicht blijft. Ook tijdens uw eventuele opname is het meestal mogelijk om het door u gewenste dieet te volgen (binnen de mogelijkheden van de keuken). U kunt dit bespreken met de verpleegkundige of zorgassistente.
Alcohol en chemotherapie
- Het drinken van alcohol tijdens een chemotherapiebehandeling is niet in alle situaties 'verboden'. Drink altijd met mate en houd er rekening mee dat alles wat u drinkt anders kan smaken en anders kan 'vallen'.
- Vraag uw behandelteam of er in uw situatie een reden is om helemaal geen alcohol te drinken.
Andere zorgverleners
- Uw huisarts wordt door uw behandelteam geïnformeerd. We adviseren u om ook zelf contact op te nemen met uw huisarts.
- Als u een oproep krijgt voor een griep/covid prik of andere vaccinatie, bv pneumococcen, adviseren we u om deze te gaan halen. We krijgen vaak de vraag wanneer de griep/covid prik gehaald moet worden tijdens de behandeling met chemotherapie of radiotherapie. Het is gebleken dat het niet uitmaakt op welk moment u tijdens de behandeling de vaccinatie krijgt.
- Patiënten die het afgelopen jaar een stamceltransplantatie hebben ondergaan moeten eerst met hun behandelend Hematoloog overleggen of ze gevaccineerd mogen worden.
- Patiënten die deelnemen aan een geneesmiddelen studie moeten ook eerst overleggen met hun behandelteam.
- Patiënten die volgens reisadvies het gele koorts vaccin moeten krijgen, moeten eerst overleggen met hun behandelteam.
- Zorg voor aanvang van uw behandeling dat uw gebit gecontroleerd is en dat eventuele behandelingen aan het gebit zijn gedaan.
Autorijden
- Sommige medicijnen kunnen uw rijvaardigheid beïnvloeden, bijvoorbeeld clemastine. Clemastine is een middel dat de rijvaardigheid beïnvloed. Het is een middel om een allergische reactie op medicatie te voorkomen of te bestrijden (antihistaminicum). Het gebruik van clemastine kan voor slaperigheid en/of duizeligheid zorgen en heeft een ernstige en gevaarlijke invloed op de rijvaardigheid. Daarom is het wettelijk verboden om de eerste 24 uur na toediening auto te rijden.
- Vraag bij twijfel om advies bij het behandelteam.
Vervoersregeling
- In de basisverzekering is een regeling opgenomen voor vergoeding van vervoer vanwege een chemotherapiebehandeling.
- Neem contact op met uw zorgverzekeraar om te vragen hoe u deze vergoeding aan kunt vragen.
- U kunt gebruik maken van eigen vervoer of taxivervoer.
Werken
- Blijft u doorwerken of stopt u (tijdelijk)? Het is belangrijk om goed met uw werkgever of opdrachtgevers te overleggen en in contact te blijven met collega’s.
- Neem contact op met de bedrijfsarts.
- Zie hiervoor de website: https://nfk.nl/kanker-en-werk/werken-met-of-na-kanker
Zwemmen en saunabezoek
Er zijn verschillende redenen waarom we u adviseren om niet naar de sauna of het zwembad te gaan:
- U kunt meer last kunt hebben van de warmte dan u gewend bent, waardoor uw bloeddruk zakt.
- Als uw afweer verminderd is, is het niet verstandig om naar het zwembad of de sauna te gaan, vanwege uw verlaagde weerstand.
- Als u nog rekening moet houden met uw uitscheidingsproducten mag u niet naar de sauna of naar het zwembad.
- Als u een centrale lijn heeft, bijvoorbeeld een Hickman of een PICC lijn, mag u ook niet naar het zwembad of de sauna.
Disclaimer
De informatie in deze folder is zorgvuldig samengesteld en is gebaseerd op de teksten die te vinden zijn op www.bijwerkingenbijkanker.nl. Middelen bij kwaadaardige aandoeningen zijn doorgaans sterk werkzame geneesmiddelen die veel bijwerkingen kunnen veroorzaken. Het optreden van bijwerkingen is onder andere afhankelijk van de dosering, de duur van de behandeling, de combinatie met andere geneesmiddelen, het onderliggend ziektebeeld en eventueel aanwezige orgaanfunctiestoornissen. Daarnaast is er een verschil in het optreden van bijwerkingen tussen verschillende patiënten. Bijwerkingen kunnen onmiddellijk na het toedienen, maar ook veel later optreden.
Ondanks de onvoorspelbaarheid van het optreden en de ernst van bijwerkingen hebben we ernaar gestreefd veel gerapporteerde bijwerkingen in het systeem op te nemen. Op de informatie voor de patiënt zijn slechts de bijwerkingen gemeld die bij meer dan 10% van de patiënten voorkomen.
Referenties naar deze website:
Ondanks de onvoorspelbaarheid van het optreden en de ernst van bijwerkingen hebben we ernaar gestreefd veel gerapporteerde bijwerkingen in het systeem op te nemen. Op de informatie voor de patiënt zijn slechts de bijwerkingen gemeld die bij meer dan 10% van de patiënten voorkomen.
Auteursrecht
De informatie op deze site mag worden gebruikt, op voorwaarde dat de bron vermeld wordt.Referenties naar deze website:
Wanneer contact opnemen
Matige en niet-spoedeisende klachten | Ernstige en spoedeisende klachten |
Graag contact opnemen bij de volgende klachten:
Maandag t/m vrijdag tijdens telefonische spreekuren van 8.00-16.00 uur. 010 - 704 19 48 | Indien u acuut hulp nodig heeft belt u dan met spoednummer huisarts of 112 Graag contact opnemen bij de volgende klachten:
Binnen kantooruren (maandag t/m vrijdag van 8.00-16.00 uur). 010 - 704 19 48 Buiten kantooruren (16.00-8.00 uur) zaterdag, zondag en feestdagen. 06 - 33 34 20 86 |