Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Osteochondritis dissecans (OCD) aan de elleboog

U heeft (mogelijk) een aandoening aan de elleboog die wij osteochondritis dissecans (OCD) noemen. Wij vertellen u graag hoe deze aandoening ontstaat, hoe we de aandoening vaststellen en hoe we de aandoening behandelen.

Download PDF

Over de elleboog

De elleboog bestaat uit 3 botdelen:
  • de bovenarm (humerus)
  • het kopje van het spaakbeen (radius)
  • de ellepijp (ulna)
Elleboog anatomie

Het gewricht waar de humerus en de radius elkaar raken heet het humeroradiale gewricht. Het kommetje aan het uiteinde van de radius heet de radiuskop. Daarin zit een knoppel aan het uiteinde van de humerus. Dit heet het capitellum.

Over OCD

Bij OCD is er een klein stukje bot losgelaten in het gewricht. Als het dode stukje bot los ligt van het bot noemen we het een corpus liberum (los lichaam). Dit ligt vrij te zweven in het gewrichtsvloeistof in het gewricht.

Oorzaak OCD

We weten niet precies wat de oorzaak van OCD is. We weten in ieder geval dat jonge mensen, die hun elleboog veel gebruiken, sneller OCD krijgen.

Voorbeelden van sporten waarbij OCD vaak voorkomt zijn bij tennissen, honkballen en turnen. Bij deze sporten maken sporters steeds dezelfde beweging. Hierdoor wordt het gewricht overbelast.

Dit is vooral bij jonge mensen een probleem. Bij jongeren is het kraakbeen net ontwikkeld. Daarom kan het kraakbeen de vele bewegingen niet goed aan. Daardoor beschadigt het bot en kan het bloed niet goed naar het gewricht lopen. Als het bloed niet goed naar het gewricht kan lopen, kan er een stukje bot loslaten. Dit noemen we OCD.


Symptomen

In het begin merkt u weinig van OCD. Alleen tijdens het sporten kunt u last hebben van een zeurende pijn in de elleboog. Na het sporten verdwijnt deze pijn weer. Als u meer sport, kan de pijn erger worden. U heeft tijdens en na het sporten pijn aan de elleboog. De elleboog wordt stijver. En soms gaat het strekken moeilijk.

In erge gevallen kunt u het gevoel hebben dat de elleboog kraakt (crepiteren) als u de elleboog beweegt. De elleboog kan dan vastlopen of zelfs op slot schieten. Dit betekent dat er een los stukje bot (corpus librum) in het gewricht zit. Het gewricht kan ook warm en gezwollen zijn.

Als een dokter niet op tijd vaststelt dat u OCD aan de elleboog heeft, kunt u artrose krijgen. U kunt dan de elleboog niet goed meer gebruiken.

Diagnose en onderzoek

We kunnen met verschillende vragen en onderzoeken vaststellen of u OCD heeft. We kunnen ook bepalen welke behandeling het beste bij uw situatie past. We maken daarvoor bijvoorbeeld een röntgenfoto of een CT-scan. Hieronder ziet u een 3D reconstructie gemaakt van een CT scan met een OCD bij de rode pijl.

OCD in een elleboog

Behandeling

Niet chirurgische behandeling

Wat moet u doen als we de OCD niet-chirurgisch behandelen?
  1. U mag voorlopig niet sporten. De elleboog heeft rust nodig om te genezen.
  2. U gaat naar de fysiotherapeut. Fysiotherapeut helpt u om de elleboog zo te gebruiken dat u de elleboog niet overbelast tijdens het sporten.
U mag weer sporten als u geen pijn meer heeft en u alle bewegingen met de elleboog kan maken.


Chirurgische behandeling

U krijgt een chirurgische behandeling als:
  • de elleboog vastloopt
  • de elleboog op slot schiet
  • de pijn niet verdwijnt als u naar de fysiotherapeut bent geweest.
Met een operatie kunnen we uw klachten verminderen. We kunnen met een operatie niet alle klachten volledig weghalen. Sommige patiënten kunnen de elleboog niet meer helemaal strekken. De operatie beschermt u ook niet tegen artrose op jonge leeftijd.

De operatie is een kijkoperatie. De kijkoperatie verloopt als volgt:
  1. De chirurg maakt eerst het gewricht schoon.
  2. De chirurg haalt dan het weefsel weg dat de klachten veroorzaakt (debrideren).
  3. Al het dode weefsel haalt de chirurg weg.
  4. De chirurg maakt kleine gaatjes in het bot. Dit zorgt ervoor dat het gewricht sneller geneest.
  5. De chirurg haalt de losse stukjes bot weg en hecht de wond. De chirurg brengt een verband of zwachtel aan om de elleboog.

Na de operatie

In het ziekenhuis

Het is belangrijk dat u de 1e dag na de operatie uw arm en elleboog zo snel mogelijk gaat bewegen. Dit doet u met een fysiotherapeut en door zelf oefeningen te doen. U mag uw elleboog vanaf de operatie meestal meteen helemaal gebruiken. Als de chirurg kleine gaatjes in het bot heeft gemaakt, mag u 4 maanden niet op de handen steunen (axiaal belasten).

Fysiotherapeut
Een fysiotherapeut komt u helpen met het bewegen van uw elleboog. Dit doet de fysiotherapeut op de dag van de operatie of op de dag daarna. Hij of zij helpt u met deze bewegingen:
  • buigen
  • strekken
  • naar binnen draaien van uw hand, met een gebogen elleboog (om bijvoorbeeld shampoo op uw handpalm te doen)
  • naar buiten draaien van uw hand, met een gebogen elleboog (u kijkt dan tegen uw handrug)

Thuis

Fysiotherapeut
Als u naar huis gaat moet u zelf een afspraak maken bij een fysiotherapeut. We raden u aan om een fysiotherapeut te zoeken die gespecialiseerd is in elleboogproblemen. We geven u een verwijzing en informatie voor de fysiotherapeut mee naar huis. U krijgt bij de fysiotherapeut een oefenprogramma waarbij u uw elleboog steeds meer mag gaan belasten en gaan gebruiken bij de dagelijkse activiteiten. Het doel van de therapie is dat u uw elleboog weer (volledig) normaal kan gebruiken.


Zelf oefenen
De eerste 3 maanden na de operatie moet u thuis zoveel mogelijk oefenen. De fysiotherapeut helpt u daar 1 tot 2 keer per week bij. Dit is belangrijk om uw elleboog goed te kunnen blijven bewegen. U krijgt ook instructies om zelf te oefenen en uitleg waarom oefenen zo belangrijk is.

In het volgende filmpje leggen we u uit hoe u de oefeningen doet.
Elleboog oefeningen - Zo doe je dat:






Doe de oefeningen uit het filmpje 6 keer per dag.

Algemene tips over oefentherapie:
  • Oefentherapie is voor iedereen anders. De fysiotherapeut bepaalt welke oefeningen u doet, hoe vaak u ze doet en op welk moment.
  • Het is belangrijk dat u regelmatig oefeningen doet en deze verspreid over de dag.
  • Stop met de oefeningen als u te veel pijn heeft.
  • Als het nodig is, kunt u een pijnstiller innemen voor het oefenen.
Het duurt meestal vier tot vijf maanden voordat mensen weer volledig kunnen sporten.

Wanneer contact opnemen?

U neemt contact op met uw huisarts of de verpleegkundige wanneer:
  • De wond rood of dik wordt.
  • De wond gaat lekken.
  • U koorts krijgt.
  • U plotseling meer pijn krijgt.
Vragen kunt u altijd stellen aan uw behandelend arts of de verpleegkundige. Zij helpen en adviseren u graag.

Contact

Tijdens kantooruren:
  • Polikliniek orthopedie (010) 704 01 36
Buiten kantooruren, bij spoed:
  • Algemeen nummer Erasmus MC (010) 704 0 704