Een voorlichtingsgesprek over chemotherapie
Wat kunt u verwachten van het voorlichtingsgesprek?
De oncologieverpleegkundige zal u vragen wat u al weet over de behandeling en welke informatie u nog nodig heeft. Samen met de verpleegkundige stelt u vast welke onderwerpen in ieder geval worden besproken.De oncologieverpleegkundige vertelt u:
- welke behandeling u krijgt en hoe deze werkt
- over bijwerkingen die kunnen optreden als gevolg van de behandeling
- wat u kunt doen of wat het ziekenhuis kan doen aan de bijwerkingen
Wat neemt u mee naar het gesprek
- deze informatie (online op uw telefoon of op papier)
- de medicijnen die de internist-oncoloog heeft voorgeschreven
Tijdens het voorlichtingsgesprek
Wat er zeker wordt gesproken:- De naam van de kuur
- de werking van de therapie
- wijze van toedienen:
- via een infuus
- Het toedieningsschema:
- aantal kuren
- duur van de kuur
- om de hoeveel weken u een kuur krijgt
- Als u medicijnen moet innemen:
- hoe vaak per dag u medicijnen moet innemen
- hoeveel dagen
- mogelijke rustperiode
- gebruik van medicijnen samen met voeding
- gebruik medicijnen samen met andere medicijnen
- wat te doen als u een dosering heeft gemist
- en/of hoe lang u de tabletten moet slikken
Kruis aan wat u zelf nog wilt bespreken:
Ziet u dit op een webpagina? Dan kunt u de folder uitprinten door op de 'download PDF' knop te klikken.- Medische informatie over de chemotherapie die ik krijg (bijvoorbeeld de werking in het lichaam).
- Het doel van de behandeling.
- De bijwerkingen die kunnen voorkomen bij deze behandeling.
- Hoe waarschijnlijk is het dat ik bepaalde bijwerkingen krijg.
- Wat kan de specialist of verpleegkundige doen om bijwerkingen te voorkomen of te verminderen.
- Wat kan ik zelf aan de bijwerkingen doen.
- Wanneer ik contact op moet nemen met het ziekenhuis.
- Hoe moet ik contact opnemen met het ziekenhuis.
- Wat zijn de praktische gevolgen van de behandeling voor mijn dagelijkse leven (bijvoorbeeld huishouden of hobby's).
- Welke gevoelens de behandeling kan losmaken (bijvoorbeeld angst, somberheid, hoop, sneller emotioneel).
- Hoe kan ik en mijn naasten (bijvoorbeeld partner, kinderen) met de ziekte en/of behandeling omgaan.
- Wat mijn naasten kunnen doen om mij te (onder)steunen.
- Wat de invloed is van de behandeling op seksualiteit.
- Hoe ik in contact kan komen met lotgenoten.
- Of ik thuis extra hulp nodig heb en hoe ik dat kan regelen.
- Ondersteuning van maatschappelijk werk of een psycholoog.
- De gang van zaken in het ziekenhuis.
- Wat er gebeurt als ik afzie van de behandeling (twijfel over keuze, vooruitzichten, verdere begeleiding).
Contact
Wanneer u chemotherapie krijgt, zijn er situaties waarin het belangrijk is dat u contact opneemt met het ziekenhuis. De oncologieverpleegkundige vertelt u welke situaties dit zijn.
- bij niet-spoedeisende klachten 010-7041948 (maandag t/m vrijdag tijdens het telefonisch spreekuur van 8:00-16:00)
- bij spoedeisende klachten tijdens kantoortijden 010-7041948 (maandag t/m vrijdag van 8:00-16:00)
- bij spoedeisende klachten buiten kantoortijden 010-7041948 (maandag t/m vrijdag van 16:00-8:00, zaterdag, zondag en feestdagen)
Behandelschema voor cisplatin
Deze kuur bestaat uit één medicijn. Ook kunt u nog andere medicijnen krijgen. Deze andere medicijnen krijgt u als ondersteuning van de behandeling, bijvoorbeeld om uw bijwerkingen te beperken.
Voor deze kuur wordt u opgenomen op de dagbehandeling of in het ziekenhuis. U komt gedurende 5 weken wekelijks op de dagbehandeling (of afdeling) voor een kuur.
Omdat we bij het toedienen van cisplatin veel vocht in het infuus meegeven, duurt de totale kuur minimaal 6 uur.
De volgende kuur start in principe 1 week na dag 1 als de bloeduitslagen goed zijn.
Voor deze kuur wordt u opgenomen op de dagbehandeling of in het ziekenhuis. U komt gedurende 5 weken wekelijks op de dagbehandeling (of afdeling) voor een kuur.
Omdat we bij het toedienen van cisplatin veel vocht in het infuus meegeven, duurt de totale kuur minimaal 6 uur.
Cytostatica/medicijnen | Dag 1 | Dag 2 t/m 7 | Wijze van toediening |
Cisplatin | X | Rust | Infuus: inlooptijd, 3 uur |
De volgende kuur start in principe 1 week na dag 1 als de bloeduitslagen goed zijn.
Medicatie tegen misselijkheid
U krijgt bij de chemotherapie ook medicijnen voor de misselijkheid. Deze medicijnen helpen de misselijkheid voorkomen of te behandelen.
U krijgt bij de chemotherapie ook medicijnen voor de misselijkheid. Deze medicijnen helpen de misselijkheid voorkomen of te behandelen.
Dag 1 (ZH) Voor start chemotherapie | Dag 2 Na het ontbijt | Dag 3 (thuis) Na het ontbijt | Dag 4 en verder (thuis) | |
Aprepitant (Emend) | 125mg capsule (1 uur voor start chemotherapie) | 80mg capsule | 80mg capsule | |
Dexamethason | 10 mg infuus | - | - | |
Granisetron | 1 mg infuus | - | - | |
Metoclopramide Of indien u wordt opgenomen: Olanzapine | Zn 3x daags 10 mg tablet (max 3x per dag) 2-3 dd 2,5 mg | Zn tot 3 x daags 10mg tablet | Zn tot 3 x daags 10mg tablet | Zn tot 3 x daags 10mg tablet |
U krijgt bij de chemotherapie ook medicijnen voor de misselijkheid. Deze medicijnen helpen de misselijkheid voorkomen of te behandelen.
Mogelijke bijwerkingen van de medicatie tegen misselijkheid
De medicijnen tegen de misselijkheid kunnen helaas soms bijwerkingen veroorzaken. De bijwerkingen zijn:- Aprepitant kan hoofdpijnklachten en hikklachten geven.
- Dexamethason kan de bloedsuikerspiegel verhogen. Als u diabetespatiënt bent, moeten uw glucosespiegels daardoor vaker gecontroleerd worden. Andere bijwerkingen zijn slapeloosheid, rusteloosheid en toegenomen eetlust.
- Granisetron kan obstipatie en soms hoofdpijn geven.
- Olanzapine kan wat slaperigheid geven.
- Metoclopramide kan slaperigheid geven. In zeldzame gevallen kan het medicijn ook spiertrekkingen, stijfheid of bewegingsonrust geven.
Bijwerkingen
De chemotherapie tast naast de kankercellen ook snel delende, gezonde cellen aan. Vooral snel delende cellen van het beenmerg, het bloed, het haar, de slijmvliezen van mond, keel en het maag-darmkanaal en de voorplantingsorganen zijn gevoelig voor chemotherapie. Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, terwijl anderen er weinig van merken. De ernst van de bijwerkingen heeft niets te maken met het resultaat van de behandeling.
De meeste bijwerkingen zijn tijdelijk en verminderen geleidelijk na het stoppen van de chemotherapie.
Vaak voorkomende bijwerkingen van cisplatin kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met:
De meeste bijwerkingen zijn tijdelijk en verminderen geleidelijk na het stoppen van de chemotherapie.
Vaak voorkomende bijwerkingen van cisplatin kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met:
- Beenmerg
- Gehoorafwijkingen, oorsuizen en gehoorverlies
- Haar(verlies)
- Misselijkheid en braken
- Nierfunctiestoornis
- Trombose
- Zenuwbeschadiging (neuropathie)
- Concentratie/geheugenproblemen
- Injectieplaats/insteekopening infuus
- Menstruatiestoornissen (tgv bestraling)
- Psychische gevolgen
- Reuk- en smaakveranderingen
- Vermoeidheid
- Radiotherapie
- Onvruchtbaarheid en vervroegde overgang
- Seksualiteit
- Seksueel verlangen
- Nazorg
- Folders
Vaak voorkomende bijwerkingen
Beenmerg
In het beenmerg worden nieuwe bloedcellen aangemaakt, rode bloedcellen (erytrocyten), witte bloedcellen (leukocyten) en bloedplaatjes (trombocyten). Door de behandeling kan de aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg verminderen. Dan treedt een tekort aan verschillende bloedcellen op. Meestal merkt u daar weinig of niets van, maar het is wel belangrijk te weten op welke signalen of veranderingen u moet letten.Bloedarmoede
Bloedarmoede is een tekort aan rode bloedcellen. Een ander woord hiervoor is anemie.
Uw behandeling kan een daling van het aantal rode bloedcellen veroorzaken. Rode bloedcellen zorgen voor het transport van zuurstof naar weefsel en organen.
Een tekort aan rode bloedcellen kan vermoeidheid, duizeligheid of futloosheid veroorzaken.
De bloedarmoede als gevolg van uw behandeling is tijdelijk: de aanmaak van rode bloedcellen herstelt zich spontaan. Bij ernstige klachten kan een bloedtransfusie nodig zijn.
Klachten kunnen zijn:
- Kortademigheid en vermoeidheid, zelfs als u maar heel weinig hebt gedaan
- Het zwart voor de ogen zien bij opstaan uit bed of stoel
- Bleekheid, lusteloosheid
- Duizeligheid, hoofdpijn
- Hartklachten of hartkloppingen
- Koud gevoel, transpireren
U kunt hier zelf niets aan doen. Deze vorm van bloedarmoede (die ontstaat door de behandeling van kanker) is niet te behandelen door anders te gaan eten dan u gewend bent. Daarom is het raadzaam om bij bovengenoemde klachten contact op te nemen met uw behandelteam.
Daling van het aantal bloedplaatjes
Door de behandeling kan er een tekort aan bloedplaatjes in het bloed ontstaan. Dit heet trombocytopenie. Bloedplaatjes (een ander woord is trombocyten) spelen een belangrijke rol bij de bloedstolling. Door een daling van het aantal bloedplaatjes is het bloed dunner en stolt het minder snel.
Klachten kunnen zijn:
- Bloedneuzen duren langer.
- Blauwe plekken of rode/paarse, speldenknopgrote plekjes op de huid (petechiën of puntbloedinkjes).
- Bloedend tandvlees.
- Bloed bij hoesten of braken.
- Bloed bij urineren of ontlasting.
- Bij vrouwen kan meer bloedverlies tijdens de menstruatie optreden.
- Heel soms spontane bloedingen.
- Indien u bloedverdunners gebruikt, moet u dit doorgeven aan uw behandelteam.
- Heeft u last van één of meer van bovengenoemde klachten, neem dan contact op met de behandelteam.
- Pas op met stoten (blauwe plekken) en krab geen wondjes open.
- Indien u een wondje heeft, druk dit dan een tijdje stevig dicht.
- Gebruik geen scherpe voorwerpen (elektrisch scheren is beter dan met een mesje).
- Gebruik bij het tandenpoetsen een zachte tandenborstel.
- Neem de temperatuur met een oorthermometer.
- Snuit uw neus zachtjes.
- Draag handschoenen bij klussen of tuinieren.
Door de behandeling kan er een tekort aan witte bloedcellen in uw bloed ontstaan. Een ander woord voor witte bloedcellen is leukocyten. Witte bloedcellen zorgen voor afweer tegen infecties. Bij de meeste kuren zien we een daling van het aantal witte bloedcellen beginnend ongeveer 7 tot 10 dagen na de toediening. De periode van lage witte bloedcellen wordt ook wel de dipperiode genoemd. De duur hiervan wisselt. U kunt hier niets tegen doen. Als u te weinig witte bloedcellen heeft, dan bent u vatbaarder voor infecties. Ook kunnen infecties heftiger verlopen dan normaal. U kunt hier ernstig ziek van worden.
Indien u een infectie heeft, dan kunt u verschillende klachten krijgen:
- Lichaamstemperatuur van 38,5 ºC of hoger en/of koude rillingen.
- Ziek gevoel, uitgeput, hoofdpijn.
- Diarree en buikpijn.
- Tekenen van infectie, zoals:
- U heeft last van vaginale jeuk.
- Toenemende en gekleurde vaginale afscheiding.
- U heeft keelpijn of aften in de mond, u hoest, u heeft een verstopte neus.
- U heeft een branderig gevoel bij het plassen, slecht ruikende urine.
- Plaatselijke infectie zich uitend in roodheid, zwelling, pijn.
Maatregelen die u kunt nemen om de kans op infecties in een dipperiode zoveel mogelijk tegen te gaan.
- Als u een van bovengenoemde klachten heeft, meet dan uw temperatuur.
- Als u een van bovengenoemde klachten heeft en/of een temperatuur van 38,5 °C of hoger, neem dan contact op met uw behandelteam.
- Zorg voor een goede lichaamshygiëne.
- Controleer eventuele wondjes op ontstekingsverschijnselen als roodheid, warmte, zwelling en pijn.
- Verzorg uw mond goed.
- Was regelmatig uw handen voor en na het eten en na het toiletbezoek.
- Probeer vooral in de dipperiode uzelf te beschermen tegen infecties van buitenaf; vermijd contact met volwassenen en kinderen die ziek zijn.
- Let op voor kinderen met typische kinderziekten. U bent op dit moment vatbaarder om ook ziek te worden.
- Ga niet zwemmen.
- Vermijd contact met uitwerpselen van huisdieren.
Haarverlies
De kans dat u haar uitvalt is bij deze behandeling <>Haarveranderingen
Uw behandeling kan ervoor zorgen dat uw haar verandert. Het hoofdhaar kan bijvoorbeeld dunner worden en/of gaan krullen. Maar ook op andere plekken op uw lichaam kunnen er haarveranderingen optreden. Zo kan er donshaar groeien in het gezicht. Soms gaan de haren van de wimpers of wenkbrauwen extreem groeien.
Advies
Krijgt u door de behandeling dunner haar? Dan kunt u zelf tijdens de behandeling maatregelen nemen:
- Verzorg het haar voorzichtig.
- Gebruik een milde shampoo.
- Droog het haar voorzichtig, föhn niet te heet en niet te vaak.
- Laat geen permanent zetten.
- Verf het haar niet.
- Soms is het prettiger om het haar kort te laten knippen.
- Ga voor meer informatie naar de website www.lookgoodfeelbetter.nl.
Nierfunctiestoornis
Door de behandeling kan nierweefsel beschadigen, waardoor de functie van de nier achteruit gaat. Nierproblemen kunt u merken aan:
- Het vasthouden van vocht (dikke vingers, enkels of zwaarder worden).
- Weinig of niet meer kunnen plassen.
Advies
Het is zeer belangrijk dat u thuis genoeg drinkt, minstens 1½ tot 2 liter per dag. Dit zijn 16 kopjes of 14 bekers per dag. Heeft u een van de volgende klachten, neem dan contact op met uw behandelteam.
- Als u niet genoeg kunt drinken, minder dan 1½ tot 2 liter per dag.
- Als u last heeft van: een droge mond, droge huid, weinig of niet meer kunnen plassen en een donkere kleur urine. Dit kunnen tekenen zijn van uitdroging.
- Blijft u maar braken of diarree houden? Neem dan contact met ons op. De contactgegevens staan onder het kopje 'wanneer contact opnemen'.
Trombose
Door de behandeling en de ziekte zelf heeft u een verhoogde kans op trombose. Trombose is een bloedstolsel in een bloedvat. Het komt meestal voor in het been, maar er kan ook een bloedvat naar de longen verstopt zitten. Dit heet een longembolie.Bij trombose in het been komen de volgende klachten voor:
- Een pijnlijke gezwollen kuit die warm en gevoelig is bij aanraking.
- Een gezwollen enkel, voet of bovenbeen, soms met roodheid en uitgezette bloedvaten.
- Plotselinge pijn op de borst.
- Pijn bij in- of uitademen.
- Kortademigheid; benauwdheid.
Heeft u last van een van deze klachten, neemt u dan direct contact op met uw behandelteam.
Zenuwbeschadiging (neuropathie)
Door de behandeling kunnen uw zenuwcellen beschadigen. Hier kunt u klachten van krijgen. A. Deze klachten zijn in de meeste gevallen het ergst meteen na de behandeling, maar ze verminderen in de weken daarna. Het kan ook zijn dat de klachten pas enkele dagen tot weken na de behandeling beginnen. Ze verdwijnen meestal binnen enkele maanden, maar soms zijn ze blijvend.Klachten kunnen zijn:
- Minder gevoel of ‘doof’ gevoel in handen en/of voeten, vingers en/of tenen.
- Tintelingen in handen en/of voeten, vingers en/of tenen.
- Een branderig gevoel in handen en/of voeten, vingers en/of tenen. Minder kracht in armen of benen.
- Kramp.
- Pijnklachten van handen, voeten en huid bij koude omstandigheden.
- Verlies fijne motoriek, denk hierbij aan vastmaken van knopen, ketting.
- Let goed op wondjes, u kunt deze namelijk minder goed voelen.
- Let op vouwen in uw sokken, deze kunt u ook minder goed voelen.
- Houd de voeten en handen goed warm.
- Meld klachten aan uw behandelteam. Als het nodig is, past het behandelteam de behandeling aan.
Algemene biijwerkingen/invloeden op
Concentratie/geheugenproblemen
We horen vaak van mensen dat ze last hebben van een slechter geheugen, dat ze zich minder goed kunnen concentreren en dat ze problemen hebben met plannen. We noemen dit cognitieve problemen. Deze problemen zijn bij de meeste mensen tijdelijk, ook al blijven ze soms langer aanwezig na de behandeling.Advies
- U kunt gebruik maken van een agenda of dagplanner.
- Zorg ervoor dat u orde en structuur in uw dag aanbrengt.
- Geef uw lichaam tijd om te herstellen.
- Zoek naar manieren om uw hoofd leeg te maken met ontspannende activiteiten.
- Ontspanningsoefeningen, yoga, mindfulness en haptotherapie kunnen helpen.
Injectieplaats/insteekopening infuus
Tijdens uw behandeling krijgt u medicijnen via een infuus. Hiervoor krijgt u een infuusnaald ingebracht in een ader van de hand of de arm. Soms gebeurt het dat het medicijn onbedoeld buiten de ader in het omliggend weefsel terecht komt. Dit zou mogelijk huidschade kunnen veroorzaken. Deze complicatie noemen we extravasatie. De verpleegkundigen die op de dagbehandeling en afdeling oncologie werken, zijn opgeleid om de medicijnen via een infuus toe te dienen en weten ook welke risico’s dit heeft. Zij zullen meerdere voorzorgsmaatregelen nemen om de kans op huidschade zoveel mogelijk te voorkomen en ze zullen controleren of het infuus in de ader zit.Om de kans op deze complicatie te voorkomen en om uw behandeling zo veilig mogelijk te laten verlopen, zijn onderstaande adviezen erg belangrijk.
Adviezen te nemen voorzorgsmaatregelen:
- Ga naar het toilet voordat de behandeling start.
- Draag bij elke toediening losse kleding, die geen problemen kan geven bij het inbrengen van een infuusnaald (geen strakke mouwen, of mouwen die opgerold moeten worden).
- Beweeg de arm waar het infuus in zit zo min mogelijk tijdens de toediening van het medicijn.
- Vraag eventueel om een kussen om uw arm op te leggen.
- Na toiletbezoek moet u altijd een verpleegkundige vragen of hij/zij het infuus wil controleren.
- Zorg ervoor dat u de arm/hand waarin de naald is ingebracht niet gebruikt als u op uw telefoon of iPad zit.
- pijn en/of jeuk bij de insteekplaats van het infuus
- pijn in de arm
- een verdikking bij de insteekplaats
- verkleuring van de huid
- het nat worden van de pleister
- verdikking op de plaats waar de PAC is aangesloten
- pijn en/of jeuk van de insteekplaats
- het nat worden van de pleister
- pijn in de borststreek
- pijn in bovenarm, borststreek of hals
- Heeft u tijdens de toediening van de chemotherapie last van bovengenoemde klachten? Meldt dit dan direct bij de verpleegkundige.
Bent u al thuis en krijgt u dan nog last van bovengenoemde klachten bij de insteekplaats?
- Koel de insteekplaats met een nat verband. Dit kan verlichting van de pijn geven.
- Gebruik paracetamol als dat nodig is.
- Bij koorts, toename van pijn en/of zwelling van uw hele arm, moet u contact opnemen met het telefoonnummer dat onder het kopje "contact" staat.
Menstruatiestoornissen
De menstruatie zal als gevolg van de behandeling wegblijvenPsychische gevolgen
De diagnose kanker zorgt bij veel mensen voor gevoelens van angst en onzekerheid. Maar ook de medicijnen kunnen soms psychische reacties geven.Klachten kunnen zijn:
- verwardheid
- angst
- onrust
- depressieve gevoelens
- stemmingswisselingen
- snel geïrriteerd zijn
Loop vrijblijvend binnen bij de PATIO (Patientinformatiecentrum Oncologie). Dit is een plek in het Erasmus MC voor iedereen die met kanker te maken krijgt, voor zowel patiënten
als naasten.
Wat?
- Ontspannen: met een kopje koffie of thee. Bladeren door een tijdschrift aan de leestafel. Of meedoen aan een workshop, zoals bloemschikken of mozaïeken.
- Ontmoeten: lotgenoten ontmoeten of een praatje maken.
- Ontdekken: op zoek gaan naar betrouwbare informatie. Een gastvrouw kan u hierbij helpen. Aanwezig zijn bij een themabijeenkomst.
- Ontzorgen: de juiste zorg of ondersteuning vinden met hulp van een ondersteuningsconsulent.
Locatie: Erasmus MC, Zimmermanweg
Openingstijden: maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur – 17.00 uur. U kunt gewoon binnenlopen. Er zijn geen kosten aan verbonden.
PATIO aan bed: voor klinische patiënten
Muziektherapie of kunstzinnige therapie volgen. Meedoen aan creatieve activiteiten. Een laptop, spelcomputer, e-reader of tijdschrift lenen. Een praatje maken met een vrijwilliger.
Meer informatie
Kijk voor alle mogelijkheden en activiteiten op: www.erasmusmcpatio.nl
Meer informatie leest u ook in de patiëntenfolder van PATIO.
Advies
- Op het internet bestaan veel van pagina’s over kanker. Maar niet elke pagina heeft de juiste informatie. Ons advies is dan ook om zoveel mogelijk gebruik te maken van pagina’s van officiële instituten. Op deze pagina’s is de informatie het meest betrouwbaar.
- Meer informatie over patiëntenverenigingen, alternatieve geneeswijzen, vakantiemogelijkheden, voeding en klachtenmogelijkheden kunt u vinden bij de PATIO.
Reuk- en smaakveranderingen
Door de behandeling kan uw smaak veranderen. Wat u proeft of hoe iets smaakt verandert door verhoging of verlaging van de zogenoemde ‘smaakdrempels’:- De uitgesproken smaken zoals zoet, zout, zuur of bitter proeven anders.
- Een bittere smaak (‘metalig, gallig’) kan overheersen.
- Uw smaak kan ook verminderen Ook uw reuk kan veranderen:
- U kunt ongevoelig voor geuren worden. (u ruikt veel minder of niks)
- Of juist een overgevoeligheid voor geuren (u ruikt alles sterker).
- Beiden hoeven niet overeen te komen met de smaak.
Uw reuk- en smaakvermogen kan elke dag wisselen. Om toch met plezier te kunnen blijven eten, kunt u de volgende dingen doen:
- Het is mogelijk om een ‘proef’ middag bij te wonen. Vanuit het Erasmus MC wordt 2 keer per jaar een middag georganiseerd. Tijdens deze middag geven we u achtergrondinformatie over hoe u met een kleine aanpassingen, zoals het gebruiken van verschillende kruiden en specerijen, inspiratie kunt op doen om het eten lekkerder te maken. Voor informatie kunt u terecht bij de Patio; www.erasmusmcpatio.nl.
- Een goede mondhygiëne is belangrijk. Poets na iedere maaltijd uw tanden of maak uw gebitsprothese dagelijks schoon.
- Spoel voor en na de maaltijd uw mond met water.
- Kauwen op een snoepje of suikervrije kauwgom kan de vieze smaak verminderen.
- Soms verdwijnt een vieze smaak even door iets met een sterke of pikante smaak te eten, bijvoorbeeld basilicum, rozemarijn, oregano, dragon, munt, curry, citroen, nasi of bami. Een saus toevoegen kan ook (o.a. zoetzure saus).
- Drink minimaal 1,5 liter per dag. Drink water, bouillon, soep, melk, thee en vruchtensappen (geen citrus). Het is belangrijk om voor dranken te kiezen die u energie geven, zeker als u gewicht verliest.
- Producten waar u echt een afkeer van heeft gekregen, kunt u beter niet eten/drinken. Vaak zijn dat gerechten met een sterke geur zoals gebraden/gebakken vlees, koffie, gefrituurde gerechten, broccoli, bloemkool, ui en spruitjes. Vervang vlees door vis, (koude) kip, vleeswaren, kaas, een eiergerecht of vegetarische producten of verwerk vlees in sauzen, zoals spaghettisaus.
- Als klassieke warme maaltijden (aardappelen, groenten, vlees/vis) u niet meer smaken, kunt u de warme maaltijd vervangen door een broodmaaltijd met hartig beleg, melk en fruit.
- Als gekookte groenten u niet smaken, probeer dan een rauwkostsalade of drink een extra glas groente-of vruchtensap.
- Veel mensen krijgen een afkeer voor cosmetica, bloemen, tabaksrook en schoonmaakmiddelen.
- Zorg voor genoeg frisse lucht tijdens het koken als u last heeft van reukveranderingen.
- Kijk op: www.beleefjesmaak.nl voor tips bij reuk- en smaakveranderingen en recepten.
Vermoeidheid
Door de behandeling kunt u vermoeid worden. De meest voorkomende klachten zijn:- voortdurend een gevoel van algemene zwakte en psychische uitputting
- concentratieproblemen
- lichamelijke en/of geestelijke inspanning kost meer moeite
- een (groot) gebrek aan energie, u denkt niets meer te kunnen
- prikkelbaarheid
- emotionele labiliteit, stemmingswisselingen
- gebrek aan aandacht voor de omgeving
- slaperigheid en lusteloosheid
- geheugenproblemen
Advies
- Beweeg zoveel mogelijk, want als u minder doet, gaat uw conditie achteruit.
- Overweeg te sporten met een fysiotherapeut die gespecialiseerd is in oncologie.
- Als u graag zwemt, overleg dat dan met uw behandelteam. Zij kunnen u vertellen of u mag gaan zwemmen of niet.
- Overweeg om gebruik te maken van mindfulness of yoga.
- Uw energie is kostbaar, ga er zorgvuldig mee om. Plan niet teveel activiteiten op één dag. Verdeel dingen die u wilt doen over de week.
- Bepaal zelf waaraan u energie wilt besteden. Wissel dingen die u móet doen af met leuke dingen waar u energie van krijgt.
- Wees duidelijk over wat u wel en niet kunt en wilt doen, stel daarin uw grenzen.
- Vraag zo nodig hulp van familie of vrienden of schakel de thuiszorg in.
- Zorg dat u genoeg uren kunt slapen, houd u aan vaste tijden om naar bed te gaan en op te staan. Probeer op vaste tijden op te staan en naar bed te gaan, ook in het weekend.
- Neem tijd voor leuke en ontspannende dingen.
- Eet gezond en eiwitrijk, dit is belangrijk voor een goede conditie.
- Drink liever geen alcohol.
Raadpleeg de Verwijsgids Kanker welke zorgverleners bij u in de buurt u kunnen helpen met klachten van vermoeidheid.
Fysiotherapeut (Oncologie-) - IKNL | Verwijsgids Kanker
Bijwerkingen, adviezen en nazorg met betrekking tot chemo/radiotherapie bij gynaecologische tumoren
Radiotherapie
Radiotherapie is een van de behandelmethodes om tumoren te behandelen en soms symptomen en klachten te bestrijden. Letterlijk betekent radiotherapie: behandeling met behulp van straling. De bijwerkingen en de meest gestelde vragen over radiotherapie hebben we voor u in een aantal folders onder elkaar gezet zodat u weet waar u aan toe bent en u zich goed kunt voorbereiden. Al u andere vragen kunt u stellen bij het intake gesprek aan uw radiotherapeut, uw behandelend arts. U zult hier informatie krijgen over de behandelingen, de voorbereidingen en de bijwerkingen. Ook heeft u vaste momenten gedurende de bestralingen waarbij u uw overige vragen kunt stellen. De laboranten op het toestel, kunnen u hierbij ook helpen of u vragen doorgeven aan de radiotherapeut.Zie hiervoor de folders:
Radiotherapie – veelgestelde vragen en bijwerkingen
Erasmus MC - patiëntfolder: Radiotherapie bij gynaecologische tumoren
Onvruchtbaarheid en vervroegde overgang
De combinatie van de chemo- en radiotherapie op het kleine bekken zorgen ervoor dat uw eierstokken stoppen met het aanmaken van hormonen. Dit veroorzaakt onvruchtbaarheid en een vervroegde overgang.Overgangsklachten kunnen zijn:
- opvliegers of warmte aanvallen
- blozen
- (nachtelijk) zweten
- slapeloosheid
- prikkelbaarheid
- gemoedswisselingen
- verminderde seksuele interesse
- vaginale droogte
- pijn bij het vrijen
- urineweginfecties
- urineverlies
- Zorg voor voldoende beweging en nachtrust
- Eet gezond.
- Streef een gezond gewicht na.
- Rook niet en beperk alcohol.
- Draag laagjes kleding zodat u gemakkelijk iets kunt uittrekken
- Vermijdt stress
- Vermijdt pittig eten en cafeïne houdende dranken indien u merkt dat u hiervan opvliegers krijgt
- Beweeg minimaal 30 minuten per dag (wandelen, fietsen etc)
- Indien u onder de 50 jaar bent zal uw behandelteam u hormonen kunnen voorschrijven. Deze gebruikt u tot uw 50e jaar. Deze hormonen zorgen ervoor dat u minder overgangsklachten ervaart. Ook beschermen deze hormonen u tegen botontkalking en hart en vaat ziekten. Bent u ouder dan 50 jaar dan kan er indien u veel klachten ervaart worden besproken wat de beste behandeling voor u is. Uw behandelteam bepaald of dat hormoonsubstitutie mogelijk is.
Sexualiteit
Bij een bestraling wordt sterke röntgenstraling gebruikt. Doel daarvan is het vernietigen van kankercellen. Helaas kan de bestraling ook bijwerkingen veroorzaken, doordat het gezonde weefsel dat vlak in de buurt ligt ook straling meekrijgt. Bij een bestraling van de onderbuik kan dit op lange termijn onder andere leiden tot problemen op seksueel gebied. Met een aantal voorzorgsmaatregelen kunt u deze problemen wel (gedeeltelijk) voorkomen. Praat hierover met uw behandelteam.Sexueel verlangen
Door de behandeling kunt u minder zin hebben om te vrijen. Dat betekent niet automatisch dat u minder behoefte heeft aan intimiteit. Ook uw partner kan het soms moeilijk vinden om lichamelijk contact te hebben, bijvoorbeeld omdat hij/zij denkt dat u daar nog niet aan toe bent. Voor u beiden is het belangrijk dat er aandacht is voor de verschillende gevoelens en behoeften. Neem samen de tijd om weer vertrouwd te raken met uw lichaam en te verwerken wat er veranderd is door de ziekte en de behandeling. Het is een situatie waar u en uw partner zelf een oplossing voor kunnen zoeken, eventueel met behulp van een therapeut.Meer informatie over seksualiteit en intimiteit
Advies
- Door ziekte, vermoeidheid en angst en pijn kunt u minder zin krijgen in seks. Dit kan voor u en uw partner ongerustheid en spanningen veroorzaken. U zult beiden de veranderingen moeten leren accepteren. Een eerlijke en open communicatie is erg belangrijk. Praat met uw partner over uw gevoelens.
- Medicatie kan invloed hebben op de beleving van seksualiteit.
- Maak gebruik van een glijmiddel tenzij dit niet nodig is.
- Speelt vermoeidheid voor u mee bij het vrijen? Probeer bijvoorbeeld het op een ander tijdstip, bijvoorbeeld ’s ochtends. Misschien heeft u er dan meer energie voor.
- Seksuele problemen zijn soms moeilijk bespreekbaar. Het is voor u goed om te weten dat het heel normaal is om seksuele klachten met uw behandelteam te bespreken.
- Als het nodig is, kan uw behandelteam u doorverwijzen naar een seksuoloog.
Nazorg na behandelingen met bestraling en chemotherapie
Uit onderzoek blijkt dat vrouwen die zijn behandeld voor baarmoederhalskanker na behandeling met bestraling en chemotherapie grote behoefte hebben aan nazorg. Nazorg die is gericht op herstel en op begeleiding bij de gevolgen van de diagnose en de behandeling. Begeleiding op het gebied van seksualiteit is daar ook een onderdeel van.Aya zorg
AYA’s (Adolescents & Young Adults) zijn jonge mensen die in de leeftijd van 18 t/m 39 jaar de diagnose kanker krijgen. Plotseling staat je wereld op z’n kop en heb jij hele normale vragen in een abnormale situatie. Denk aan vragen over opleiding, werk, voeding, sport, zelfstandigheid, relaties, vruchtbaarheid, verzekeringen en seksualiteit. Juist dan heb je zorg nodig die stilstaat bij wat je nodig hebt tijdens en ook na kanker: leeftijdsspecifieke AYA-zorg. Het Erasmus MC beschikt over een speciaal AYA team. Tijdens de behandeling kun je terecht met vragen bij Nicoline Schuur, verpleegkundig specialist gynaecologische oncologie op telefoonnummer 06-10289835.Het AYA team beantwoordt je vragen, zoals:
- Hoe werkt een ziektewetuitkering?
- Is het nodig om je ei- of zaadcellen in te vriezen, om later kinderen te krijgen?
- Blijf je op je studentenkamer wonen of ga je terug naar je ouders?
- Hoe vertel je het aan je kinderen, vrienden en mensen in je omgeving?
- Hoe sluit je een hypotheek af na kanker?
- Is het slim om anders te gaan eten?
- Kan ik nog sporten?
- Hoe ga ik om met seksualiteit?
Overige folders
Zorgpad baarmoederhalskankerExtra info omgaan met uitscheidingsproducten
Wanneer u met een chemotherapiekuur of een ander middel wordt behandeld, dan zullen de chemische stoffen uit de medicijnen via excreta uit uw lichaam verdwijnen. Excreta is een medische term voor alles wat het lichaam uitscheidt: urine, ontlasting, wondvocht, bloed, traanvocht, transpiratie, braaksel en speeksel. Dit worden ook wel uitscheidingsproducten genoemd. Direct contact van de huid met middelen uit een chemokuur in uitscheidingsproducten kan schadelijk zijn voor uw eigen gezondheid en die van uw naasten. De chemische stoffen blijven tot een aantal dagen na de kuur schadelijk. Het verschilt per middel hoelang dit is. Het kan variëren van 1 dag tot 7 dagen.
De risico’s zijn voor u en uw omgeving klein. Toch is het goed om een aantal maatregelen te nemen. Zo kunt u de risico’s tot een minimum beperken. Lees hier meer over maatregelen voor patiënten die behandeld worden met chemotherapie:
/nl-nl/kankerinstituut/patientenfolders/chemotherapie-maatregelen-thuis-fldr-950n15252437501bom
U moet tijdens en gedurende een aantal dagen na de laatste toediening van de chemotherapie beschermende maatregelen treffen. Voor de medicijnen in deze kuur zijn dat:
De risico’s zijn voor u en uw omgeving klein. Toch is het goed om een aantal maatregelen te nemen. Zo kunt u de risico’s tot een minimum beperken. Lees hier meer over maatregelen voor patiënten die behandeld worden met chemotherapie:
/nl-nl/kankerinstituut/patientenfolders/chemotherapie-maatregelen-thuis-fldr-950n15252437501bom
U moet tijdens en gedurende een aantal dagen na de laatste toediening van de chemotherapie beschermende maatregelen treffen. Voor de medicijnen in deze kuur zijn dat:
- Cisplatin: 7 dagen
Praktische informatie
Rondom toediening van de kuur
- U kunt op de ochtend dat u de kuur krijgt gewoon ontbijten.
- Ga voordat u de kuur krijgt naar het toilet.
- Op de dagbehandeling is het de bedoeling dat u de hele behandeling in de behandelstoel blijft zitten of op bed blijft liggen.
- Als u wordt opgenomen, dan mag u tijdens de toediening van de kuur wel rondlopen over de afdeling, maar alleen op de afdeling waar u bent opgenomen.
- Overleg met uw behandelteam of uw anticonceptiepil veilig is en gebruikt mag worden.
- Geef aan uw behandelteam door welke medicijnen u gebruikt.
- Geef niet alleen eenvoudige medicijnen door die u gebruikt zoals aspirine, paracetamol, maar ook de door u gebruikte voedingssupplementen, visoliecapsules, vitamines of homeopathische- en kruidengeneesmiddelen.
- Geef toestemming aan uw eigen apotheek om uw medicijndossier open te zetten via het Landelijk Schakelpunt, zodat het dossier beschikbaar is. Zo kunnen we uw dossier inzien als dat nodig is voor uw behandeling.
Voeding en advies
- Soms is het eten of drinken van vette vis, grapefruit(sap) of grapefruitkruisingen (o.a. pomelo, mineola), niet toegestaan. Bespreek dit met uw behandelteam. https://www.voedingenkankerinfo.nl/mag-ik-vis-eten-en-visolie-gebruiken-bij-chemotherapie/
- Als u een bepaald dieet volgt of wilt volgen, is het belangrijk dat u in goede conditie bent en op gewicht blijft. Ook tijdens uw eventuele opname is het meestal mogelijk om het door u gewenste dieet te volgen (binnen de mogelijkheden van de keuken). U kunt dit bespreken met de verpleegkundige of zorgassistente.
Alcohol en chemotherapie
- Het drinken van alcohol tijdens een chemotherapiebehandeling is niet in alle situaties 'verboden'. Drink altijd met mate en houd er rekening mee dat alles wat u drinkt anders kan smaken en anders kan 'vallen'.
- Vraag uw behandelteam of er in uw situatie een reden is om helemaal geen alcohol te drinken.
Andere zorgverleners
- Uw huisarts wordt door uw behandelteam geïnformeerd. We adviseren u om ook zelf contact op te nemen met uw huisarts.
- Als u een oproep krijgt voor een griepprik, adviseren we u om deze te gaan halen. We krijgen vaak de vraag wanneer de griepprik gehaald moet worden tijdens de behandeling met chemotherapie of radiotherapie. Het is gebleken dat het niet uitmaakt op welk moment u tijdens de chemotherapie/radiotherapie de griepprik krijgt.
- Patiënten die deelnemen aan een studie moeten ook eerst overleggen met hun behandelteam.
- Zorg voor aanvang van uw behandeling dat uw gebit gecontroleerd is en dat eventuele behandelingen aan het gebit zijn gedaan.
Autorijden
- Sommige medicijnen kunnen uw rijvaardigheid beïnvloeden, bijvoorbeeld clemastine. Clemastine is een middel dat de rijvaardigheid beïnvloed. Het is een middel om een allergische reactie op medicatie te voorkomen of te bestrijden (antihistaminicum). Het gebruik van clemastine kan voor slaperigheid en/of duizeligheid zorgen en heeft een ernstige en gevaarlijke invloed op de rijvaardigheid. Daarom is het wettelijk verboden om de eerste 24 uur na toediening auto te rijden.
- Vraag bij twijfel om advies bij het behandelteam.
Vervoersregeling
- In de basisverzekering is een regeling opgenomen voor vergoeding van vervoer vanwege een chemotherapiebehandeling.
- Neem contact op met uw zorgverzekeraar om te vragen hoe u deze vergoeding aan kunt vragen.
- U kunt gebruik maken van eigen vervoer of taxivervoer.
Werken
- Blijft u doorwerken of stopt u (tijdelijk)? Het is belangrijk om goed met uw werkgever of opdrachtgevers te overleggen en in contact te blijven met collega’s.
- Neem contact op met de bedrijfsarts.
- Zie hiervoor de website: https://nfk.nl/kanker-en-werk/werken-met-of-na-kanker
Zwemmen en saunabezoek
Er zijn verschillende redenen waarom we u adviseren om niet naar de sauna of het zwembad te gaan:
- U kunt meer last kunt hebben van de warmte dan u gewend bent, waardoor uw bloeddruk zakt.
- Als uw afweer verminderd is, is het niet verstandig om naar het zwembad of de sauna te gaan, vanwege uw verlaagde weerstand.
- Als u nog rekening moet houden met uw uitscheidingsproducten mag u niet naar de sauna of naar het zwembad.
- Als u een centrale lijn heeft, bijvoorbeeld een Hickman of een PICC lijn, mag u ook niet naar het zwembad of de sauna.
Disclaimer
De informatie in deze folder is zorgvuldig samengesteld en is gebaseerd op de teksten die te vinden zijn op www.bijwerkingenbijkanker.nl. Middelen bij kwaadaardige aandoeningen zijn doorgaans sterk werkzame geneesmiddelen die veel bijwerkingen kunnen veroorzaken. Het optreden van bijwerkingen is onder andere afhankelijk van de dosering, de duur van de behandeling, de combinatie met andere geneesmiddelen, het onderliggend ziektebeeld en eventueel aanwezige orgaanfunctiestoornissen. Daarnaast is er een verschil in het optreden van bijwerkingen tussen verschillende patiënten. Bijwerkingen kunnen onmiddellijk na het toedienen, maar ook veel later optreden.
Ondanks de onvoorspelbaarheid van het optreden en de ernst van bijwerkingen hebben we ernaar gestreefd veel gerapporteerde bijwerkingen in het systeem op te nemen. Op de informatie voor de patiënt zijn slechts de bijwerkingen gemeld die bij meer dan 10% van de patiënten voorkomen.
Referenties naar deze website:
Ondanks de onvoorspelbaarheid van het optreden en de ernst van bijwerkingen hebben we ernaar gestreefd veel gerapporteerde bijwerkingen in het systeem op te nemen. Op de informatie voor de patiënt zijn slechts de bijwerkingen gemeld die bij meer dan 10% van de patiënten voorkomen.
Auteursrecht
De informatie op deze site mag worden gebruikt, op voorwaarde dat de bron vermeld wordt.Referenties naar deze website:
Wanneer contact opnemen
Matige en niet-spoedeisende klachten | Ernstige en spoedeisende klachten |
Graag contact opnemen bij de volgende klachten:
Maandag t/m vrijdag tijdens telefonische spreekuren van 8.00-16.00 uur. 010 - 704 19 48 | Indien u acuut hulp nodig heeft belt u dan met spoednummer huisarts of 112 Graag contact opnemen bij de volgende klachten:
Binnen kantooruren (maandag t/m vrijdag van 8.00-16.00 uur). 010 - 704 19 48 Buiten kantooruren (16.00-8.00 uur) zaterdag, zondag en feestdagen. 06 - 33 34 20 86 |