Over deze operatie
Wat we gaan doen
De meest uitgevoerde operaties zijn een sliptenodese voor een zwanehalsafwijking in de vinger, stabiliserende operatie voor de duimbasis en een lokale pees voor een instabiliteit tussen beide rijen handwortelbeenderen (midcarpale stabilisatie).
Bijwerkingen & complicaties
Kort na de operatie
-
Na de operatie krijgt u een gipsspalk aangemeten U dient het gipsverband droog te houden.
-
Het is van belang dat u de vingers regelmatig beweegt om stijfheidklachten te voorkomen.
-
Uw behandelend arts bepaalt hoe lang u de gipsspalk dient te dragen. Na het verwijderen van de gipsspalk, wordt met oefentherapie gestart onder begeleiding van het handenteam.
Thuis
Na een operatie is er nabehandeling nodig. De nabehandeling bestaat uit spalk- en/of oefentherapie. Deze nabehandeling vindt bij voorkeur plaats binnen het handencentrum. De frequentie en duur van de nabehandeling kan zeer variëren.Resultaat
-
De duur van de herstelfase na operatie is variabel en afhankelijk van uw wondgenezing en herstel. Vaak bedraagt de herstelperiode zo’n 3 maanden
-
Soms komt het voor dat het litteken en het gebied rondom het litteken langere tijd (weken tot maanden) gevoelig is bij aanraken en druk zetten. Deze klachten zijn vrijwel altijd tijdelijk.
-
Na ongeveer 3 maanden is sporten weer mogelijk. Tot 6 maanden na het ontstaan van het letsel raden wij aan contact/vechtsporten en intensieve stressmomenten te vermijden.
Wanneer neemt u contact op
-
Een wondinfectie, een nabloeding of een veranderd gevoel rondom het litteken. Neem bij roodheid, koorts of erge pijnklachten contact op met het ziekenhuis.
-
De pols, duim of vingers kunnen langdurig stijf zijn. Soms is er enige blijvende stijfheid.
