Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Implantatie van de baclofenpomp en de toedieningskatheter

Binnenkort krijgt u tijdens een operatie een baclofenpomp en een toedieningskatheter geïmplanteerd. Wij leggen u graag uit welke voorbereidingen daarvoor nodig zijn en wat u kunt verwachten van de periode na de operatie.

Download PDF

Voorbereiding

Tijdens het spreekuur op de polikliniek van het Erasmus MC hoort u van uw behandelend arts en de verpleegkundig specialist de voorlopige operatiedatum. Tijdens dit gesprek vertellen wij u uitgebreid hoe de procedure verloopt en bespreken wij het reanimatiebeleid met u. Om er zeker van te zijn dat u geen staphylococcus aureaus-bacterie bij u draagt, nemen we een neuskweek bij u af. Een week voor de operatie krijgt u van ons een brief waarin staat waar en hoe laat wij u voor de opname verwachten.

Polikliniek anesthesiologie

Na het spreekuur gaat u naar de polikliniek anesthesiologie voor een screening. U krijgt deze screening om de periode rondom de operatie zo veilig mogelijk te maken. U hoort met welke medicijnen u eventueel moet stoppen en welke u mag blijven gebruiken. U krijgt daarnaast informatie over de anesthesie. De operatie vindt plaats onder sedatie. Dat wil zeggen dat u in slaap raakt, maar deze slaap is minder diep dan bij volledige anesthesie.

Bloedverdunners

Gebruikt u bloedverdunners? Dan hoort u van de behandelend arts hoeveel dagen vóór de behandeling u hiermee moet stoppen.

Nuchter zijn

Voor uw operatie moet u nuchter zijn. U mag dan niet eten, drinken of roken.
6 uur voordat u in het ziekenhuis moet zijn, mag u niet meer eten en roken. U mag dan nog wel heldere dranken drinken. Bijvoorbeeld water, thee en aanmaaklimonade. 2 uur voordat u in het ziekenhuis moet zijn, mag u ook niets meer drinken.

Ligt u de dag voor de operatie al in het ziekenhuis? Dan vertelt de verpleegkundige hoe laat u nuchter moet zijn.

Gebruikt u medicijnen? Bespreek dit altijd met uw arts. Sommige medicijnen mag u rond de operatie niet innemen. Moet u de medicijnen innemen? Dit mag altijd met een slokje water. Ook in de tijden dat u nuchter moet zijn.

Meer informatie over nuchter zijn bij een operatie leest u in de folder “Nuchter rondom een operatie

Vervoer

Komt u met het ambulancevervoer en heeft u een rolstoel? Houdt u er dan rekening mee dat de rolstoel niet mee mag in de ambulance.

Medicatie-overzicht

Wij vragen u om op de dag van de opname een up-to-date overzicht mee te nemen van alle medicijnen die u gebruikt. Bij de apotheek kunt u een 'medicijnpaspoort' opvragen.

Over de operatie

Voor de operatie

  • U wordt opgenomen door de dienstdoende arts en een verpleegkundige.
  • Voor de operatie krijgt u een infuus met antibiotica.
  • U krijgt een operatiejasje aan en de verpleegkundige treft alle voorbereidingen voor de operatie.
  • De verpleegkundige brengt u naar de voorbereidingsruimte voor de OK.
  • Het infuus met antibiotica en sedatie wordt aangesloten.

De operatie

  • Tijdens de operatie ligt u op uw zij.
  • We maken drie incisies (sneetjes): 1 in uw buik, 1 in uw zij en 1 onderaan in uw rug.
  • De hechtingen zijn niet oplosbaar. Ze worden na 2 weken verwijderd door iemand van het team van Care4homecare.
  • Meestal starten we direct na de implantatie de baclofenpomp op.

Na de operatie

  • Na de operatie brengt de verpleegkundige u naar de uitslaapkamer waar we u goed in de gaten kunnen houden.
  • Als u zover bent, brengen we u terug naar uw kamer.
  • U blijft 24 uur plat op bed liggen (dit in verband met het risico op lekkage van het hersenvocht, met als gevolg hoofdpijn en misselijkheid).

De dag na de operatie

We maken een CT-scan zodat we goed kunnen beoordelen hoe het systeem in uw lichaam ligt.

Ontslag

Bij uw ontslag uit het ziekenhuis hoort u of u eventuele bloedverdunners weer mag innemen.

We proberen de opname zo kort mogelijk te houden. Als uw situatie helemaal stabiel is en het veilig genoeg is om met ontslag te gaan, mag u de dag na de operatie weer naar huis, het revalidatiecentrum of het verpleeghuis.

Nazorg en controle

Care4homecare

De nazorg is in handen van het team van Care4homecare. Deze behandelaren komen op verschillende momenten bij u thuis, in het revalidatiecentrum of het verpleeghuis. De afspraken hiervoor krijgt u thuisgestuurd. Het team controleert en verzorgt de wonden, stelt de dosering van de pomp bij en verwijdert na 2 weken de hechtingen.

Na het verwijderen van de hechtingen:
  • kan het nog langere tijd duren voordat de dosering van de pomp goed is ingesteld.
  • kan het nog enkele weken duren tot u kunt stoppen met de tabletten voor de spasmen.
Baclofentabletten
Eventuele baclofentabletten (of andere spasmentabletten) blijft u gebruiken zoals u gewend bent. Pas na uw ontslag uit het ziekenhuis hoort u van de behandelaren van Care4homecare hoe en wanneer u het aantal tabletten kunt verlagen om er uiteindelijk mee te stoppen.

Leefregels


  • Gedurende 2 weken na de operatie mogen de operatiewonden niet nat worden. U mag dan ook niet douchen, zwemmen of in bad.
  • De genezing van de operatiewonden duurt een aantal weken. Het is normaal dat deze wat ongemak geven. Als u pijn heeft, vertelt u dat aan de arts van het verpleeghuis of aan de behandelaar van Care4homecare.
  • Incontinentiemateriaal moet droog blijven. Let er goed op dat u het op tijd vervangt.
Tot 6 weken na de operatie is het belangrijk dat u activiteiten vermijdt die te veel druk- of trekkracht uitoefenen op de geïmplanteerde onderdelen van het infusiesysteem (zowel op de pomp als bij de katheter aan de kant van de flank en in het ruggenmerg, onderaan uw rug):
  • Als u meer dan 90 graden buigt, draait, springt of u uitrekt, kunt u het systeem beschadigen. Ook kan de katheter losraken of uitzakken. Er kan een operatie nodig zijn om dit te herstellen, past u dus op met dit soort bewegingen.
  • Om na de operatie te herstellen, mag u beperkt trainen. U mag daarbij uw rug niet teveel belasten en ook niet teveel strekken of meer dan 90 graden buigen.
  • De eerste 6 weken mag u geen gebruik maken van de papagaai boven het bed.

Bijwerkingen en complicaties


Net als bij elke andere operatie is er een kleine kans op complicaties. Het is belangrijk dat elke complicatie meteen wordt behandeld.

Wanneer contact opnemen?

Neem direct contact op met Care4homecare:
  • bij koorts hoger dan 38 graden
  • bij roodheid, zwelling of pijn bij de wonden
  • bij post-spinale hoofdpijn (hoofdpijn die wordt veroorzaakt door te lage druk in de ruggenmergvloeistof ten gevolge van de operatie)
  • als er vocht of bloed uit de wond komt
  • als u een blauwe plek heeft op de plek van de operatie
  • bij plotselinge heftige pijn op de plek van de operatie
  • bij hoofdpijn en/of pijn bij het buigen van de nek
  • als u plotseling meer last krijgt van spasticiteit of pijn
  • bij moeilijke ademhaling
  • bij transpireren, trillen, koorts
  • bij ernstige sufheid
  • als u constant moet braken
  • bij erger wordende spierslapte.

Wanneer contact opnemen?

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen aan uw arts of verpleegkundige? Neem dan gerust contact met ons op.

Hoe kunt u contact opnemen?

Secretariaat van het Centrum voor Pijngeneeskunde: (010) 704 01 40 (bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 08.30 tot 16.00 uur).
  • Centrumlocatie: kies optie 1
  • Locatie Oude Haven: kies optie 2