Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Blaasaugmentatie

U krijgt een operatie aan de blaas. Bij een blaasaugmentatie wordt de blaas groter gemaakt met behulp van een stukje darm. U vindt hier meer informatie.

Download PDF

Voorbereiding

Darmen spoelen
Als u uw darmen spoelt, vragen wij u dit de dag voor opname nog te doen.

Over de behandeling

Wat is het?

Een blaasaugmentatie is het vergroten van de blaas met een stuk dunne of dikke darm. In het Erasmus MC wordt meestal de dunne darm gebruikt. Er wordt een snede gemaakt van de navel tot het schaambeen, soms is het mogelijk een snede binnen de bikinilijn te maken. De arts bespreekt dit van tevoren met u.
Bij het wegnemen van het stukje darm wordt de bloedvoorziening van dit stukje intact gelaten. De twee uiteinden van de darm worden weer aan elkaar gehecht zodat de darm weer doorgankelijk is. Het stukje darm (van ongeveer 15 centimeter) dat gebruikt wordt om de blaas te vergroten, wordt over de lengte doorgeknipt en met de zijkanten aan elkaar gehecht. Zo ontstaat er een soort bolvormig kapje (een pouch) waarmee de blaas vergroot kan worden. Vervolgens maken we de blaas open zodat het kapje op de blaas vastgehecht kan worden. Soms is het nodig eerst een stukje van de blaas of littekenweefsel weg te halen.
Bij sommige patiënten wordt er ook een katheteriseerbaar stoma aangelegd. Zie ook Verzorging en katheteriseren van een continent urinestoma.

Wat is het doel?

Het doel van de operatie is het beter laten functioneren van de blaas door deze te vergroten met een stukje dikke of dunne darm. Een blaasaugmentatie vindt plaats als:
  • De blaascapaciteit te klein is.
  • Er geen rek zit in de blaas, waardoor deze niet of te weinig kan uitzetten.
  • Er een te hoge druk is in de blaas.
Voordat u deze ingreep ondergaat, is meestal al op een andere manier, bijvoorbeeld met medicijnen, geprobeerd het probleem op te lossen.

Verloop van de behandeling


De dag van de opname

Een dag voor de operatie komt u naar het ziekenhuis voor opname. Wij vragen u op de afgesproken tijd aanwezig te zijn en u te melden.

De dag van de operatie

Een verpleegkundige brengt u op de dag van de operatie naar de ruimte waar u de narcose krijgt. De operatie duurt 3 tot 5 uur.

Nazorg en controles


De dagen na de operatie

Na de operatie is de blaas niet meteen waterdicht. Daarom wordt een aparte katheter via de buikwand in de blaas gebracht, een suprapubische katheter (SPC) genaamd. Deze katheter wordt ongeveer zes weken na de operatie verwijderd.
Om het slijm, dat wordt afgescheiden door het stuk darm, uit de blaas te verwijderen, is het nodig de blaas twee keer per dag te spoelen. Het is goed mogelijk dat u na de operatie last heeft van blaaskrampen, u krijgt hiertegen medicatie.

Naar huis

Na ongeveer 5 tot 7 dagen mag u naar huis met de suprapubische katheter.

Leefregels

Wij adviseren u 6 weken niet zwaar te tillen.

Sporten
Totdat de wond enigszins is genezen, mag u niet sporten. Vanaf drie maanden na de operatie zijn bijna alle sporten toegestaan. Het is verstandig om van tevoren op de polikliniek te informeren of de gekozen sport is toegestaan. Het is belangrijk om vóór deelname aan een sportieve activiteit de blaas te katheteriseren.

Bijwerkingen en complicaties


Na de behandeling in het ziekenhuis

Een blaasaugmentatie is een grote en ingewikkelde ingreep. Na de operatie kunnen verschillende complicaties optreden:
  • De eerste dagen na de ingreep kunnen er infecties of nabloedingen in de buik ontstaan waardoor een nieuwe operatie noodzakelijk is. Gelukkig komt dit niet vaak voor.
  • Het kan enige tijd duren voordat de darmen weer goed op gang komen. Als de darmen de eerste dagen niet goed op gang komen, is een tijdelijke maagsonde noodzakelijk. Een maagsonde is een slangetje dat via de neus in de maag gebracht wordt. Op deze manier wordt het maagvocht via de sonde naar buiten afgevoerd.

Na de behandeling thuis

  • Op lange termijn kunnen blaasinfecties en/of blaasstenen ontstaan. Dit kan komen door slijmvorming van het stukje darm (op de blaas) samen met een verkeerde manier van blaaskatheterisatie en/of verkeerde manier van blaas spoelen.
  • Na de operatie kan er nog sprake zijn van urine-incontinentie.
  • Maanden of jaren na de operatie kan er een lichte verzuring van het bloed ontstaan. Als dit het geval is, krijgt u hiervoor (tijdelijk) medicijnen. Bij een lichte verzuring van het bloed voelt u zich niet fit. Om eventuele verzuring van uw bloed op te sporen krijgt u jaarlijks een controle om de bloedwaardes te bepalen.
  • Regelmatig spoelen van de blaas en regelmatig katheteriseren is heel belangrijk om complicaties te voorkomen.

Hoe moet u de blaas spoelen?


Spoelen van de blaas via de SPC (suprapubische) katheter

De arts bespreekt met u hoe vaak u de blaas moet spoelen. Dit is minimaal 2 keer per dag. Wanneer er veel vlokken in de urine zitten, moet dit vaker gebeuren.

Benodigdheden
  • Blaasspuit (60 ml)
  • Fles NaCl 0,9%,. Dit geldt in het ziekenhuis, thuis kunt u spoelen met kraanwater.
  • Zo nodig schone urineopvangzak.
  • Steriel gaasje
Werkwijze
  • Was uw handen of desinfecteer deze met een handgel.
  • Trek de spoelvloeistof op in de spuit en leg de spuit terug in de verpakking, zodat het uiteinde schoon blijft.
  • Verwijder de urineopvangzak van de SPC.
  • Bewaar de aansluittip op een schone plaats (bijvoorbeeld tussen een steriel gaasje).
  • Zet het uiteinde van de klaargelegde spuit met Na Cl 0,9% op de SPC (suprapubische katheter) En spuit de Na Cl 0,9% zo snel mogelijk in.
  • Wacht 2 seconden en trek de vloeistof zo snel mogelijk weer op.
  • Herhaal deze handeling tot de spoelvloeistof helder naar buiten komt.
  • Bevestig de urineopvangzak weer aan de SPC katheter en controleer of er weer urine in de opvangzak loopt.
  • Ruim het materiaal op.
  • Was uw handen.
  • Thuis kunt u de blaas spoelen met kraanwater.

Blaas spoelen via een eenmalige katheter

Als de SPC (suprabubische katheter) verwijderd is, kunt u via een eenmalige katheter de blaas 1 tot 2 keer per dag spoelen.

Werkwijze
  • Was u handen.
  • Was het stoma, penis of vagina met water.
  • Haal de katheter uit de verpakking.
  • Breng deze zo schoon mogelijk in.
  • Laat de blaas leeglopen.
  • Vul een spuit met water.
  • Spuit het water langzaam via de eenmalige katheter in.
  • Vul de blaas tot 200cc.
  • Trek daarna de vloeistof zo snel mogelijk uit de blaas.
  • Verwijder de katheter.
  • Ruim het materiaal op.
  • Was uw handen.


Contact

De verpleegkundige polikliniek urologie is bereikbaar van maandag tot vrijdag, van 8.30 - 9.00 uur op telefoonnummer: (010) 703 46 62.
Na 9.00 uur kunt u bellen naar het afsprakenbureau op telefoonnummer: (010) 704 01 46.
Niet dringende vragen kunt u mailen naar: uroverpleegkundige@erasmusmc.nl.

Contact buiten kantooruren
Buiten bovengenoemde dagen en buiten kantooruren, kunt u contact opnemen met het algemene nummer van het Erasmus MC en vragen naar de dienstdoende uroloog.
Het algemene telefoonnummer is: (010) 704 0 704.