Glaucoomoperatie bij kinderen

Bij glaucoom is de oogboldruk te hoog. Een te hoge oogboldruk komt doordat het oog te veel oogvocht aanmaakt. Dit vocht heet kamerwater. Het vocht houdt het hoornvlies en de ooglens stevig. Normaal loopt dit vocht weer weg, maar bij glaucoom gebeurt dit niet. Het vocht loopt niet weg, waardoor de druk op het oog hoger wordt. Deze druk beschadigt de oogzenuw.

Vaak is een foutje in de bouw van het oog de oorzaak van glaucoom. Er is dan iets mis met de kamerhoek. De kamerhoek is de ruimte tussen de iris en het hoornvlies. Daar zit het trabekelsysteem, dat het kamervocht afvoert. Soms kan er een soort vliesje of verkleving voor zitten. Daardoor kan het vocht daar niet weglopen.

Wanneer u met uw kind naar het consultatiebureau gaat, test de medewerker een aantal dingen bij uw kind. Daarmee kan de medewerker erachter komen of er bepaalde afwijkingen zijn. De medewerker voert ook een oogmeting uit. In veel gevallen wordt glaucoom ontdekt bij deze oogmeting. Soms wordt uw kind naar een gespecialiseerde arts verwezen die glaucoom ontdekt. De arts meet de oogdruk. Ook zijn er vaak andere symptomen door een verhoogde oogdruk. Het oog kan bijvoorbeeld groter worden, of het hoornvlies wordt minder helder. Het is bij jonge kinderen moeilijk om te bepalen wat de precieze schade aan het oog is.

We kunnen glaucoom niet genezen. We kunnen de ziekte wel vertragen, waardoor de symptomen minder snel erger worden. Dit doen we door de druk in het oog minder te maken. Dat kan met oogdruppels of tabletten. Helaas werken die bij kinderen vaak niet voldoende. Dan kunnen we kiezen voor een operatie. Of we wel of geen operatie uitvoeren, hangt af van de oorzaak van de ziekte en de bouw van het oog.

Wat gaan we doen?

Een goniotomie is een operatie om glaucoom te behandelen. Met een fijn mesje snijden we het vliesje of de verklevingen door, zodat het vocht weg kan lopen.

Wat is het doel?

Met de operatie verminderen we de druk in het oog. Deze operatie werkt vaak goed: bij ongeveer 8 van de 10 kinderen tot een jaar oud wordt de oogdruk lager. Daarmee is de kans op verdere beschadiging van de oogzenuw kleiner.

Gebruikt u al druppels of tabletten voor uw kind? Dan is het belangrijk dat u hiermee doorgaat zoals u gewend bent.

Verdoving

Voor de operatie krijgt uw kind algehele anesthesie (narcose). Dit betekent dat uw kind tijdens de operatie slaapt. Wilt u meer lezen over algehele anesthesie? Dat kan hier: Anesthesie en de begeleiding van uw kind.

Duur van de operatie

De operatie duurt ongeveer 1,5 uur.

Na de operatie geeft de arts uw kind vaak een injectie onderaan het oog, tussen het oog en het ooglid. Hierin zit een medicijn dat ontstekingen remt. Dit kunt u soms nog een tijdje zien als een wit gebiedje onderaan het oog. Ook krijgt uw kind na de operatie een verbandje met een plastic kapje voor het oog om het oog te beschermen.

De dag na de operatie komt uw kind op controle. Tijdens de controle halen we het kapje en het verband weg en bekijken we het oog.
Daarna plannen we meer controles met u in. De arts bespreekt met u hoe vaak uw kind op controle moet.

• De dag na de operatie geeft u uw kind ontstekingsremmende oogdruppels (meestal Prednisolon of Dexamethason). De arts bespreekt met u hoe vaak u moet druppelen. Meestal beginnen we met 6 keer per dag. U krijgt hiervoor een recept mee. U kunt de druppels dan ophalen bij de apotheek. Bij de vervolgcontroles zal de arts steeds met u bespreken of u door moet gaan met druppelen en hoe vaak. Stoppen mag pas wanneer de arts dat zegt.
• Gebruikte u voor de operatie al medicijnen voor het andere oog bij uw kind? Die moet u blijven gebruiken zoals u gewend bent.
• Bescherm het oog van uw kind minimaal 2 weken. Uw kind mag het oog niet stoten en niet in het oog wrijven. Hiervoor kan uw kind overdag een beschermbril of zonnebril dragen. Tijdens het douchen, haren wassen en slapen moet u het beschermkapje opdoen. U hoeft dan geen nieuw gaasje tussen het kapje en het oog te plaatsen.
• Sporten, ook zwemmen, raden we af tijdens de eerste 2 weken na de operatie.
• Fietsen, wandelen, lezen en tv-kijken mag wel.
• Uw kind kan na de operatie gewoon naar school gaan.

Na de operatie heeft uw kind meestal geen of bijna geen pijn aan zijn of haar oog. Toch heeft de operatie risico’s voor het oog. Dit kan met verschillende dingen te maken hebben:

Te hoge oogdruk

Na de operatie is de oogdruk soms nog steeds te hoog. Het kan daarom zijn dat uw kind de eerste weken extra medicijnen moet gebruiken. Soms heeft uw kind een nieuwe operatie nodig. Dit kan een goniotomie zijn, of een andere operatie. Of een operatie nodig is, hangt af van de oogdruk die uw kind op dit moment heeft.

Te lage oogdruk

Soms is de druk in het begin juist (te) laag, omdat er te veel kamervocht wegstroomt. Hierdoor kan uw kind wazig gaan zien. De kans hierop is bij een goniotomie erg klein. Een lage oogdruk is meestal tijdelijk en herstelt vanzelf. Heel soms is het nodig om het oog te helpen door het tijdelijk te vullen met een dikke vloeistof (viscoelasticum).

Overige risico’s

Andere risico’s kunnen bijvoorbeeld een infectie of een bloeding zijn, waardoor uw kind zicht verliest. Gelukkig is de kans daarop heel klein. De risico’s van glaucoom zijn bijna altijd veel groter.

Met vragen en problemen kunt u altijd terecht bij de arts van uw kind of het specialisme oogheelkunde.

• Specialisme oogheelkunde (010) 704 01 35
• Specialisme oogheelkunde Erasmus MC Sophia: (010) 703 62 69
• Algemeen nummer Erasmus MC (buiten kantooruren bij spoed, vraag naar de dienstdoende oogarts): (010) 704 0 704