Röntgenstraling
Voor röntgenfoto’s gebruiken we röntgenstraling. Dit is straling die we in een röntgenbuis opwekken. Straling komt ook in de natuur voor. Als u op wintersport gaat of met het vliegtuig reist, krijgt u meer straling dan bij het maken van röntgenfoto’s. Toch willen we ervoor zorgen dat uw kind zo weinig mogelijk straling krijgt.
RSP staat voor Röntgenschedelprofiel. Dit is een foto van het aangezicht. We maken een foto van de kaak en de neus. We moeten het hoofd van uw kind zo goed mogelijk in beeld brengen. Daarom plaatst de laborant 2 steuntjes bij de oren en 1 tegen het voorhoofd. Het apparaat schuift langs de zijkant van het hoofd van voor naar achter. Dit duurt ongeveer 7 seconden. Als we de foto maken, kan uw kind zich vasthouden aan een steun die de laborant aanwijst. Tijdens de opname moet uw kind de kaken goed op elkaar zetten.
OPG en RSP/Headplate
OPG staat voor Orthopantomogram. Dit is een foto van de hele kaak. Om deze foto te maken, staat uw kind in het midden van het apparaat. De laborant vraagt uw kind om op een steuntje te bijten. Het apparaat draait dan om het hoofd heen. Dit duurt ongeveer 10 seconden. Tijdens de opname kan uw kind zich vasthouden aan steunen die de laborant aanwijst. Als we de foto maken, hoor je een pieptoon. Tijdens de opname mag uw kind niet slikken en moet uw kind zijn of haar tong tegen het gehemelte plaatsen.RSP staat voor Röntgenschedelprofiel. Dit is een foto van het aangezicht. We maken een foto van de kaak en de neus. We moeten het hoofd van uw kind zo goed mogelijk in beeld brengen. Daarom plaatst de laborant 2 steuntjes bij de oren en 1 tegen het voorhoofd. Het apparaat schuift langs de zijkant van het hoofd van voor naar achter. Dit duurt ongeveer 7 seconden. Als we de foto maken, kan uw kind zich vasthouden aan een steun die de laborant aanwijst. Tijdens de opname moet uw kind de kaken goed op elkaar zetten.
Voorbereiding
Verwijder oorbellen en kettingen voordat we de foto maken. Verder hoeft u niets voor te bereiden.
Wat vertelt u uw kind?
Vertel uw kind zo goed mogelijk wat er gaat gebeuren. Dit vermindert de angst van uw kind voor wat er gaat gebeuren. Zo kan uw kind zich goed voorbereiden op het onderzoek.Over het onderzoek
Verloop van het onderzoek
We roepen uw kind naar de onderzoeksruimte. Voor het onderzoek moeten oorbellen, kettingen, piercings, haarspeldjes en beugels uit worden gedaan.De laborant(e) zet uw kind in de juiste positie voor de foto. Het is belangrijk dat uw kind niet beweegt als we een röntgenfoto maken. Dit voorkomt dat de foto technisch onbruikbaar is, omdat hij bewogen is. Soms is het fijn als u uw kind kunt helpen als we een foto maken. U krijgt dan een loodschort aan en kunt bij uw kind blijven tijdens de opnames.
Als de foto’s gelukt zijn, hoeven jullie niet meer te wachten. Jullie kunnen dan vertrekken.
Duur van het onderzoek
Het onderzoek duurt ongeveer 5 minuten.Na het onderzoek
De laborant(e) bekijkt de foto’s. Hij of zij beoordeelt of ze technisch goed zijn en stuurt ze door naar de radioloog. De laborant(e) vertelt wanneer jullie klaar zijn.De uitslag
De laborant(e) kan de uitslag niet geven. Later op de dag bestuderen we de foto’s en vergelijken we ze eventueel met vorige foto’s. De radioloog maakt een verslag voor uw behandelend arts. Hij of zij bespreekt de uitslag met jullie.Heeft u nog vragen?
Met vragen kunt u terecht bij de polikliniek radiologie.
Contact
Polikiniek radiologie (maandag tot en met vrijdag van 8.00 – 16.30) (010) 704 20 06