Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Epidurale - intrathecale pijnbestrijding

Een alternatief voor de medicamenteuze behandeling van pijn bij kanker is de zogenaamde epidurale of intrathecale pijnbestrijding. Bij deze vorm van pijnbestrijding worden patiënten behandeld door middel van een dunne katheter (slangetje) die in de rug wordt ingebracht, in de epiduraalruimte of in de intrathecale ruimte. In welke ruimte de katheter wordt ingebracht, is ter beoordeling aan de anesthesioloog.

Download PDF


Voorbereiding

Het inbrengen van deze katheter vindt plaats in een behandelkamer door een anesthesioloog. U wordt hiervoor ongeveer een week in het ziekenhuis opgenomen.

Nuchter zijn

Het inbrengen van de katheter gebeurt meestal onder een lichte narcose, daarom moet u nuchter blijven.

Bloedverdunners
Indien u antistollingsmiddelen (bloedverdunners) gebruikt waarvoor controle bij de trombosedienst noodzakelijk is (zoals Marcoumar of Acenocoumarol) dan dient u hiermee vier dagen vóór de behandeling te stoppen. Na het succesvol plaatsen van de katheter kan de antistolling worden hervat.

Over de behandeling

Wat we gaan doen

We brengen een dunne katheter (een slangetje) in uw rug. Via de katheter kunnen pijnstillers worden toegediend door middel van een pompje dat loopt op batterijen.

Wat is het doel?
Uit ervaring is gebleken dat bij vrijwel alle patiënten de pijn sterk vermindert. Vervolgens wordt de overige medicatie uiteraard aangepast. Dit betekent vaak vermindering van de medicatie. Te verwachten is dat u daardoor minder last heeft van bijwerkingen zoals misselijkheid en slaperigheid.

Verloop van de behandeling

Terwijl u op uw zij ligt, wordt de huid ontsmet. Hierna wordt uw rug afgedekt met steriele doeken. Vervolgens wordt via een naald de katheter in de rug gebracht. Om de katheter beter te beschermen tegen eruit glijden en tegen infectie wordt de katheter meestal onder de huid naar voren geleid, zogenaamd ‘getunneld’. Na het verwijderen van de naald wordt de katheter met verband vastgemaakt op de rug of (na ‘tunnelen’) op de voorkant van het lichaam en aan de pomp gekoppeld. Meestal worden er één of meer hechtingen gebruikt die ongeveer na een week worden verwijderd. De hele procedure van het inbrengen van de katheter duurt ongeveer 30 minuten.  

Na de behandeling

Instellen pijnstillers en instructie bediening pomp

Het instellen van de juiste dosering pijnstillers neemt gemiddeld een week in beslag. Tijdens deze week, waarin u bent opgenomen in het ziekenhuis, betrekken wij u en uw familie intensief bij de pijnbehandeling. Doel daarvan is dat u snel weer naar huis kunt.

De draagbare pomp

Tijdens de ziekenhuisopname krijgen u en uw partner - of anderen in uw directe omgeving - onder andere informatie over de bediening van de draagbare pomp die u mee naar huis neemt. Dit pompje is voorzien van een knop om extra pijnstillers toe te dienen op momenten dat u de pijn weer voelt opkomen en/of wanneer de pijn het ergst is. De hoeveelheid en frequentie van de pijnstilling wordt geprogrammeerd, zodat u nooit teveel kunt toedienen.

Naar huis met de katheter

Op de dag dat u weer naar huis gaat, wordt de pomp in het ziekenhuis vervangen door een draagbare pomp, met daarop aangesloten een verwisselbare medicatiecassette. De pomp wordt in het ziekenhuis ingesteld. Met deze pomp bent u continu verbonden. Voordat u naar huis gaat, legt de consulente palliatieve zorg uit hoe u de pomp moet gebruiken. De wijkverpleegkundige weet in meestal wel hoe de verzorging van de katheter moet plaatsvinden en kent de werking van de pomp. Als dat niet zo is, krijgt de desbetreffende verpleegkundige instructies van de consulente palliatieve zorg.

Thuis

Eenmaal per twee weken verschoont de wijkverpleegkundige de insteekopening en het systeem. U mag niet in bad, maar u mag wel aangepast douchen. De insteekopening van de katheter mag bij het douchen niet nat worden. Voorzichtigheid is geboden, om te voorkomen dat het systeem losschiet of dat u met het systeem ergens achter blijft hangen. Hoe vaak de medicatiecassette moet worden gewisseld, is afhankelijk van de pompsnelheid. De wijkverpleegkundige helpt u hierbij. De huisarts en de wijkverpleegkundige zijn voor u het eerste aanspreekpunt als het gaat om aanpassing van de pijnmedicatie en dergelijke.

Bijwerkingen en complicaties

Na de behandeling thuis

Als u onbegrepen koorts krijgt, of als de insteekopening van de katheter tekenen vertoont van ontsteking zoals roodheid, pijn of vochtafscheiding, moet u de behandelend arts of diens waarnemer waarschuwen.

Contact


Tijdens kantooruren

Met vragen en/of problemen kunt u van maandag t/m vrijdag van 07:30 – 16:30 uur contact opnemen met een van onze consulenten palliatieve zorg, telefoon 06 23 865 910.

Buiten kantooruren

Heeft u buiten kantooruren vragen en/of problemen, belt u dan het nummer van de Unit palliatieve zorg en symptoom controle:
(010) 704 11 84. Een verpleegkundige van de unit probeert dan eventuele vragen of problemen met u op te lossen. Dit gebeurt vaak in overleg met de dienstdoende anesthesioloog.


Patiëntinformatiecentrum Oncologie (PATIO)

Het patiëntinformatiecentrum is er voor iedereen die met kanker te maken krijgt, als patiënt of naaste. Het informatiecentrum bevindt zich aan de Zimmermanweg en is geopend van maandag t/m vrijdag van 8.00 - 16.30 uur. Telefoon: (010) 704 12 02. Mail: patio@erasmusmc.nl Voor alle mogelijkheden en activiteiten: www.erasmusmc.nl/kankerinstituut/patio. Kijkt u ook eens naar het ervaringsverhaal van Joris: