Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Inwendige bestraling van de blaas

Download PDF
Bij inwendige bestraling (HDR) krijgt u korte tijd veel straling toegediend via een kleine stralingsbron dicht bij of in de tumor. Hierdoor kunnen we omliggende organen veel beter sparen en krijgt de tumor een veel hogere dosis bestraling. U krijgt een behandeling met inwendige bestraling van uw blaas. Hiervoor bent u enkele dagen opgenomen. Voor het begin van de bestraling krijgt u eerst een operatie om katheters te plaatsen. Die zijn nodig om de straling goed bij uw blaas te krijgen.

Voorbereiding


De dag voor de operatie komt u voor opname naar de verpleegafdeling en vindt de voorbereiding voor de operatie plaats. Om hygiënische reden wordt, als dit nodig is, uw buik geschoren. Ook krijgt u een klysma. Dit is een vloeistof die in de darmen gespoten wordt (via de anus). De vloeistof wekt de ontlasting op en zorgt ervoor dat het onderste gedeelte van de darmen leeg is.

Operatie onderbuik
De volgende dag krijgt u een operatie in de onderbuik met algehele narcose. Op de operatieafdeling worden twee tot vier dunne flexibele buisjes (ook wel katheters of loops genoemd) ingebracht op de plaats van de tumor in de wand van de blaas. Soms gebeurt het inbrengen van de buisjes in combinatie met een uitgebreidere operatie. Als dit het geval is, bespreekt uw behandelend arts dit vooraf met u. De buisjes steken na de operatie door de huid van de buik naar buiten.

CT-scan
Als u weer wakker bent uit de narcose maken we een CT-scan om te controleren of de buisjes goed zitten. Ook maken we berekeningen die nodig zijn voor de bestraling. Via de buisjes wordt later op de operatiekamer de bestralingsbron voor de inwendige bestraling ingebracht. De bestralingen beginnen meestal één dag na het inbrengen van de buisjes.


Katheters uit de buikwand

Over de behandeling


Wat we gaan doen


Bij deze behandeling krijgt u driemaal per dag een bestraling, in totaal 10 keer. De duur per bestraling varieert van vijf tot twintig minuten. De uitvoering van de bestralingen staat onder verantwoordelijkheid van radiotherapeutisch laboranten. Tijdens de inwendige bestraling van de blaas bent u opgenomen in het ziekenhuis. Uw behandelend arts informeert u over de vermoedelijke opnameduur.

Wat is het?

HDR staat voor "High Dose Rate" en betekent letterlijk "Hoog Dosis Tempo". Dit is een kortdurende inwendige bestraling van een hoog stralingsniveau. Een ander woord voor inwendige bestraling is brachytherapie. Het woord brachytherapie komt van het Griekse woord brachy: dichtbij, en het Griekse woord therapie: behandeling. Hier betekent het: het plaatsen van een kleine radioactieve bron in of vlak bij het tumorweefsel.

Verloop van de behandeling


De bestraling vindt altijd plaats op de operatiekamer. Een van de verpleegkundigen brengt u daarheen. De duur per bestraling varieert van vijf tot twintig minuten.
Voor de bestraling worden de bij u ingebrachte buisjes via verlengsnoertjes aan het bestralingsapparaat gekoppeld, daarna begint de bestraling. U voelt daar niets van.
Tijdens de bestraling bent u alleen in de operatiekamer. Er is een videocamera aanwezig, zodat de laboranten tijdens de bestraling kunnen zien of alles goed gaat en contact met u kunnen houden. Zo nodig kunnen zij de bestraling onderbreken. Als de bestralingstijd voorbij is, gaat de radioactieve bron automatisch terug in de kluis van het bestralingsapparaat. Vanaf dat moment is er geen straling meer in uw lichaam en ook niet in de kamer. Tussen de bestralingen door zijn de buisjes afgesloten door een dopje, zodat er geen vuil in kan komen. Na de bestraling gaat u weer terug naar de verpleegafdeling.




Belangrijk om te weten

De behandelend arts bespreekt met u de volgende bijzonderheden:
  • Op de operatieafdeling krijgt u een epiduraalkatheter. Dit is een dun slangetje dat met behulp van een naald via de rug bij het ruggenmerg wordt ingebracht. Het slangetje is aangesloten op een pomp zodat u tijdens, maar ook na de operatie doorlopend pijnstilling kunt krijgen.
  • Doordat uw blaasfunctie na de operatie tijdelijk gestoord is, krijgt u tijdens de operatie een blaaskatheter. Dit is een slangetje in de blaas waardoor de urine afloopt. De blaaskatheter komt via de buik of het urinekanaal naar buiten. Het is normaal dat de urine na de operatie bloederig is.
  • Na de operatie heeft u een wonddrain in de buik waardoor het wondvocht kan aflopen. Om tegen te gaan dat de bestralingsbuisjes te veel bewegen, moet u tijdens de bestralingsperiode in bed blijven. U mag alleen op de rug liggen. Bij de verzorging mag u voorzichtig draaien.
Laatste bestraling
Op de dag van de laatste bestraling worden de bestralingsbuisjes en de epiduraalkatheter in uw kamer op de verpleegafdeling verwijderd. De wonddrain en de urinekatheter mogen eruit wanneer de verantwoordelijke arts dit veilig vindt.

Na de behandeling


Eten en drinken
Uw darmen liggen door de operatie en de narcose tijdelijk bijna stil. Daarom krijgt u tijdens de bestralingsperiode een aangepast dieet. Op de eerste dag na de operatie krijgt u een streng vloeibaar dieet. Afhankelijk van de werking van uw darmen wordt het dieet aangepast, tot dik vloeibaar op de laatste dag van de bestraling. Het infuus dat op de operatiekamer is ingebracht, mag eruit als u voldoende kunt drinken.

Pijnmedicatie
Na de operatie heeft u een epiduraal katheter die is aangesloten op een pomp. Via de pomp kunt u voortdurend pijnstilling krijgen.

Naar huis


Uw behandelend arts bespreekt met u wanneer u uit het ziekenhuis met ontslag gaat. Meestal is dit een aantal dagen nadat de bestralingsbuisjes en de epiduraalkatheter verwijderd zijn.

Contact


Heeft u vragen over de behandeling, stelt u deze dan gerust aan uw behandelend arts, de verpleegkundige of de radiotherapeutisch laborant.