Radiotherapie is een van de behandelmethodes om tumoren van de blaas te behandelen en soms symptomen en klachten te bestrijden. De bijwerkingen en de meest gestelde vragen over radiotherapie als behandelmethode van de blaas hebben we voor u op een rij gezet zodat u weet waar u aan toe bent en u zich goed kunt voorbereiden. Al uw andere vragen stelt u tijdens de behandeling aan de laborant of tijdens een van uw vaste afspraken aan de radiotherapeut.
Algemene informatie
Algemene informatieAlgemene informatie
Radiotherapie Veelgestelde vragen en bijwerkingen. Algemeen
Vermoeidheid is een bijwerking die regelmatig voorkomt. We raden u aan om zolang dat mogelijk is uw normale dagritme aan te houden en uw conditie op peil te houden. Het ontstaan van andere bijwerkingen hangt af van de plaats van het bestralingsgebied. Bijwerkingen vinden meestal plaats op de plekken waar u wordt bestraald. Deze bijwerkingen ontstaan in de loop van de bestralingsperiode en verdwijnen meestal geleidelijk 2 tot 5 weken na de laatste bestraling. De radiotherapeut bespreekt met u hoe u het best kunt omgaan met de bijwerkingen en schrijft soms medicijnen voor om de klachten te verminderen.
Deze bijwerkingen kunnen in de loop van de bestralingsperiode ontstaan. Een aantal weken na de laatste bestraling verdwijnen deze bijwerkingen meestal geleidelijk.
Plasklachten
De radiotherapeut bespreekt met u hoe u het best kunt omgaan met de bijwerkingen en schrijft soms medicijnen voor om de klachten te verminderen.
Plasklachten
Waarom moet ik een lege blaas hebben tijdens de bestraling?
Als we uw blaas willen bestralen, dan moet de blaas zo leeg mogelijk zijn. Hierdoor krijgen de organen in de buurt van de blaas zo min mogelijk straling.
Waarom heb ik bloed in mijn urine?
Als u vóór de bestralingsperiode bloed in uw urine heeft, wordt dit meestal veroorzaakt door de blaastumor. Als u tijdens of vlak na de bestralingsperiode bloed in uw urine heeft, kan dit ook veroorzaakt worden door de bestraling. Het blaasslijmvlies is dan geïrriteerd.
Als ik bloed in mijn urine heb of het gevoel dat ik een blaasontsteking heb, is dan een antibioticakuur nodig?
Laat altijd eerst uw urine controleren om erachter te komen of er een ontsteking is. Als dit niet zo is, kunnen uw klachten worden veroorzaakt door de bestraling. In dat geval is antibiotica niet nodig. Wij raden u dan aan om veel te drinken en eventueel een pijnstiller te nemen.
Kan ik problemen met de ontlasting krijgen door de bestralingsbehandeling?
Bij bestraling op uw blaas kan uw ontlastingspatroon veranderen. De ontlasting kan dunner zijn en vaker en in kleinere hoeveelheden komen. Dit verbetert meestal vanaf 2 tot 4 weken na de laatste bestraling.
Moet ik stoppen met het innemen van plastabletten?
Nee, u slikt de plastabletten door, tenzij de radiotherapeut iets anders adviseert.
Hoe verzorg ik mijn huid tijdens de bestralingsperiode?
Als de huid intact is, mag u het dun insmeren met een crème die u al gebruikt. Tenzij de radiotherapeut anders adviseert. Door de huid in te smeren kunt u een bestralingsreactie van de huid niet voorkomen, maar het kan wel prettig aanvoelen. Als de huid erg geïrriteerd is, of kapot gaat, schrijft de radiotherapeut een zalf voor. Let op: Smeer vanaf een uur voor de bestraling geen crème of zalf.
Moet ik stoppen met roken?
Roken kan de effectiviteit van de bestralingsbehandeling nadelig beïnvloeden en bovendien meer bijwerkingen veroorzaken. Stoppen met roken is dan ook een zeer dringend advies. Vraag uw huisarts om hulp en kijk op de websites SineFuma en op rokeninfo.nl van het Trimbos-instituut. Hier kunt ook een folder downloaden over stoppen met roken.
Mag ik alcohol drinken?
Als u niet meer dan 2 glazen alcohol per dag drinkt, zal dit het effect van de bestralingsbehandeling niet nadelig beïnvloeden. Omdat helemaal geen alcohol drinken beter is, adviseren wij u niet te drinken.
Bent u bij ons onder behandeling en heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen over bijwerkingen, over de bestralingsbehandeling of medische vragen? Neem dan contact op met het secretariaat van uw behandelende radiotherapeut.
Als patiënt kunt u ook bij een van onze voorlichters terecht voor een persoonlijk gesprek. Bij de receptie radiotherapie kunt u een afspraak maken die eventueel gecombineerd is met de bestralingsafspraak.
De contactgegevens van het secretariaat van uw behandelende radiotherapeut staat op uw afsprakenlijst van radiotherapie.
Met dringende vragen buiten kantoortijden neemt u contact op met het Erasmus MC via het algemene telefoonnummer en vraagt u naar de dienstdoende radiotherapeut.
(010) 704 0 704.
Radiotherapie Veelgestelde vragen en bijwerkingen. Algemeen
Bijwerkingen bij bestraling van de blaas
Vermoeidheid is een bijwerking die regelmatig voorkomt. We raden u aan om zolang dat mogelijk is uw normale dagritme aan te houden en uw conditie op peil te houden. Het ontstaan van andere bijwerkingen hangt af van de plaats van het bestralingsgebied. Bijwerkingen vinden meestal plaats op de plekken waar u wordt bestraald. Deze bijwerkingen ontstaan in de loop van de bestralingsperiode en verdwijnen meestal geleidelijk 2 tot 5 weken na de laatste bestraling. De radiotherapeut bespreekt met u hoe u het best kunt omgaan met de bijwerkingen en schrijft soms medicijnen voor om de klachten te verminderen.
Acute bijwerkingen
Mogelijke bijwerkingen tijdens de bestralingsperiode
Deze bijwerkingen kunnen in de loop van de bestralingsperiode ontstaan. Een aantal weken na de laatste bestraling verdwijnen deze bijwerkingen meestal geleidelijk.
Plasklachten
- Vaker kleine hoeveelheden per keer plassen.
- Pijn bij het plassen (een branderig gevoel).
- Vaker moeten plassen, met name 's nachts.
- Minder krachtige urinestraal.
- Bloed in de urine.
- Een ander ontlastingpatroon. Meestal iets vaker per dag een dunnere ontlasting.
Late bijwerkingen
Mogelijke bijwerkingen vanaf enkele maanden na de bestralingsperiode
De radiotherapeut bespreekt met u hoe u het best kunt omgaan met de bijwerkingen en schrijft soms medicijnen voor om de klachten te verminderen.
Plasklachten
- Een ander plaspatroon. Meestal vaker plassen, vooral 's nachts.
- Moeite met het lang ophouden van de urine.
- Bloed in de urine.
Veelgestelde vragen
Waarom moet ik een lege blaas hebben tijdens de bestraling?
Als we uw blaas willen bestralen, dan moet de blaas zo leeg mogelijk zijn. Hierdoor krijgen de organen in de buurt van de blaas zo min mogelijk straling.
Waarom heb ik bloed in mijn urine?
Als u vóór de bestralingsperiode bloed in uw urine heeft, wordt dit meestal veroorzaakt door de blaastumor. Als u tijdens of vlak na de bestralingsperiode bloed in uw urine heeft, kan dit ook veroorzaakt worden door de bestraling. Het blaasslijmvlies is dan geïrriteerd.
Als ik bloed in mijn urine heb of het gevoel dat ik een blaasontsteking heb, is dan een antibioticakuur nodig?
Laat altijd eerst uw urine controleren om erachter te komen of er een ontsteking is. Als dit niet zo is, kunnen uw klachten worden veroorzaakt door de bestraling. In dat geval is antibiotica niet nodig. Wij raden u dan aan om veel te drinken en eventueel een pijnstiller te nemen.
Kan ik problemen met de ontlasting krijgen door de bestralingsbehandeling?
Bij bestraling op uw blaas kan uw ontlastingspatroon veranderen. De ontlasting kan dunner zijn en vaker en in kleinere hoeveelheden komen. Dit verbetert meestal vanaf 2 tot 4 weken na de laatste bestraling.
Moet ik stoppen met het innemen van plastabletten?
Nee, u slikt de plastabletten door, tenzij de radiotherapeut iets anders adviseert.
Hoe verzorg ik mijn huid tijdens de bestralingsperiode?
Als de huid intact is, mag u het dun insmeren met een crème die u al gebruikt. Tenzij de radiotherapeut anders adviseert. Door de huid in te smeren kunt u een bestralingsreactie van de huid niet voorkomen, maar het kan wel prettig aanvoelen. Als de huid erg geïrriteerd is, of kapot gaat, schrijft de radiotherapeut een zalf voor. Let op: Smeer vanaf een uur voor de bestraling geen crème of zalf.
Moet ik stoppen met roken?
Roken kan de effectiviteit van de bestralingsbehandeling nadelig beïnvloeden en bovendien meer bijwerkingen veroorzaken. Stoppen met roken is dan ook een zeer dringend advies. Vraag uw huisarts om hulp en kijk op de websites SineFuma en op rokeninfo.nl van het Trimbos-instituut. Hier kunt ook een folder downloaden over stoppen met roken.
Mag ik alcohol drinken?
Als u niet meer dan 2 glazen alcohol per dag drinkt, zal dit het effect van de bestralingsbehandeling niet nadelig beïnvloeden. Omdat helemaal geen alcohol drinken beter is, adviseren wij u niet te drinken.
Heeft u nog vragen?
Bent u bij ons onder behandeling en heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen over bijwerkingen, over de bestralingsbehandeling of medische vragen? Neem dan contact op met het secretariaat van uw behandelende radiotherapeut.
Als patiënt kunt u ook bij een van onze voorlichters terecht voor een persoonlijk gesprek. Bij de receptie radiotherapie kunt u een afspraak maken die eventueel gecombineerd is met de bestralingsafspraak.
Contact
De contactgegevens van het secretariaat van uw behandelende radiotherapeut staat op uw afsprakenlijst van radiotherapie.
Met dringende vragen buiten kantoortijden neemt u contact op met het Erasmus MC via het algemene telefoonnummer en vraagt u naar de dienstdoende radiotherapeut.
(010) 704 0 704.