Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

CT-scan van het skelet

CT Schedel, CT Orbita, CT Sinus, CT Aangezicht, CT Petrosum, CT CWK/TWK/LWK, CT Skelet, CT Skeletstatus

U komt binnenkort naar het ziekenhuis voor een CT-scan. Hier leest u over dit onderzoek, de voorbereiding en wat u na het onderzoek kunt verwachten.

Download PDF

Over het onderzoek

Wat is een CT-scan?

Een CT-scan is een onderzoek met röntgenstraling. Tijdens het onderzoek ligt u op een onderzoekstafel. Er draait een röntgenbuis om u heen. De CT-scanner maakt veel foto's van een bepaald deel van uw lichaam. Alle foto's samen geven een goed beeld van de binnenkant van uw lichaam. Zo kunnen we zien of er iets mis is met een orgaan of lichaamsdeel.

ct scan
Afbeelding 1. Een CT-scanner.


Risico's van röntgenstraling

Röntgenstraling brengt risico's met zich mee. Daarom gebruiken we zo weinig mogelijk straling. U krijgt alleen een CT-scan als dat echt nodig is. U leest meer over de risico's in ‘Straling’.

Wat voor CT-scan krijgt u?

U krijgt één van de onderzoeken hieronder. In uw afspraakbrief staat de medische naam van het onderzoek.

CT-onderzoek van Medische naam van dit onderzoek
het hoofd en de hersenen CT Schedel
de oogkas CT Orbita
de bijholten CT Sinus
de kaken, tanden en gezicht CT Aangezicht
de oren en rotsbeenderen in de schedel CT Petrosum
de wervelkolom CT CWK/TWK/LWK
de schouder, bovenarm, onderarm, pols, hand, bekken, bovenbeen, knie, onderbeen, enkel en voet CT Skelet
het gehele skelet CT Skeletstatus


Contrastmiddel

In veel gevallen zijn deze onderzoeken zonder contrastmiddel. De radioloog bepaalt een paar dagen voor het onderzoek of u contrastmiddel krijgt. Daarom kan het zijn dat u een brief heeft gekregen voor een CT zonder contrast, terwijl u tijdens de CT-scan toch een contrastmiddel krijgt. Dit hoort u op de dag van het onderzoek in het ziekenhuis.

Wat is contrastmiddel?

Contrastmiddel is een vloeistof. Deze vloeistof dienen we soms toe tijdens een CT-scan. De vloeistof komt dan via een infuus in het bloed. Dit zorgt dat we een beter beeld krijgen. In de vloeistof zit jodium. Daarom noemen we dit ook wel een jodiumhoudend contrastmiddel.

Voorbereiding

Genoeg drinken

Drink genoeg op:
  • de dag vóór het onderzoek
  • de dag van het onderzoek zelf
  • de dag na het onderzoek
Drink op deze dagen 1,5 tot 2 liter water, limonade of thee. Dit is belangrijk als u contrastmiddel krijgt. Genoeg drinken zorgt dat u contrastmiddel snel uit plast. Zo beschermt u uw nieren.

Heeft u last van hartfalen? En mag u daardoor een maximale hoeveelheid vocht drinken? Dan moet u zich daaraan blijven houden.

Moet ik nuchter zijn?

U hoeft niet nuchter te zijn voor dit onderzoek. Dat betekent dat u gewoon mag eten en drinken voor het onderzoek.

Kunt u niet komen?

Kunt u niet op uw afspraak komen? Laat dit dan minstens 2 dagen van tevoren aan ons weten. Bel hiervoor naar het planbureau Radiologie (zie ‘Contact’ onderaan). We maken dan een nieuwe afspraak met u.

Op tijd aanwezig

Wij verwachten u 30 minuten voor uw afspraaktijd.

Kleding en sieraden

  • Sieraden moeten vaak af voor het onderzoek. U kunt ze daarom beter thuis laten.
  • Komt u voor een CT-scan van de wervelkolom (CT CWK/TWK/LWK)? Dan kunt u het beste geen beha dragen. Of een beha zonder beugel en metalen haakjes. Anders moet u uw beha uittrekken voor het onderzoek.

Medicijnen

Slikt u medicijnen? Deze mag u gewoon innemen.

Zwanger en borstvoeding

Zwanger

Bent u zwanger? Of denk u dat u misschien zwanger bent? Dan raden we een CT-scan af. De röntgenstraling is mogelijk schadelijk voor het kind. Neem contact op met uw behandelend arts.

Twijfelt u? Of heeft u vragen? Neem dan contact op met uw behandelend arts.

Borstvoeding

U kunt gewoon borstvoeding blijven geven na dit onderzoek. U krijgt mogelijk contrastmiddel voor het onderzoek. Dit is contrastmiddel met jodium. Er komt maar heel weinig jodium in de moedermelk terecht. Daarnaast nemen baby's deze stof niet goed op via hun maag en darmen. U hoeft daarom niet te stoppen met het geven van borstvoeding. Meer informatie vindt u op lareb.nl.

Wilt u toch niet dat uw baby met het contrastmiddel in aanraking komt? Kolf uw melk dan af in de 24 uur na het onderzoek. Gooi deze melk weg.

Wat moet u melden?

In een aantal gevallen zijn voorzorgsmaatregelen nodig, voordat u contrastmiddel mag krijgen. Dat geldt in de 4 gevallen hieronder. Geldt één van de 4 dingen voor u? Meld dit dan aan uw behandelend arts vóór het onderzoek.

Dingen die u moet melden:
  • Uw nieren werken niet goed en u gebruikt metformine (een medicijn bij suikerziekte/diabetes). U mag metformine niet innemen op de dag van het onderzoek en de dagen daarna. Voor u uw medicijnen weer in mag nemen, moet u een paar dagen na het onderzoek weer bloed laten prikken. Neem voor meer uitleg contact op met uw behandelend arts.
  • Uw nieren werken niet goed en u gebruikt NSAID's (pijnstillers zoals ibuprofen, naproxen en diclofenac). Het kan zijn dat u tijdelijk met deze medicijnen moet stoppen. Let op: neem altijd contact op met uw behandelend arts voordat u met medicijnen stopt.
  • Uw schildklier werkt te snel en u gebruikt hiervoor medicijnen. U mag misschien geen contrastmiddel krijgen.
  • U heeft eerder een allergische reactie op CT-contrastmiddel gehad. Het is belangrijk dat dit ruim voor het CT-onderzoek bekend is. Misschien zijn maatregelen nodig voor het CT-onderzoek. Bijvoorbeeld een afspraak bij de allergoloog. Of het toedienen van een ander soort contrastmiddel.

Niet rijden na het onderzoek bij allergie-medicijn

Heeft u eerder een allergische reactie gehad op CT-contrastmiddel? En heeft u een afspraak gehad met de allergoloog? Dan kan het zijn dat u van ons het medicijn Tavegyl/clemastine krijgt voor het onderzoek.

U mag dan niet zelf autorijden na het onderzoek. Dit geldt tot 24 na toediening van het medicijn. U kunt namelijk suf worden van dit medicijn. Houdt u hier rekening mee.

Bloed prikken

Bij sommige mensen is er een risico dat de nieren tijdelijk slechter gaan werken door het contrastmiddel. Daarom moeten we voor het onderzoek weten hoe goed uw nieren werken. Hiervoor moet u misschien bloed laten prikken.

Is de werking van uw nieren niet bekend? Of is de laatste uitslag te lang geleden? Dan moet u voor het onderzoek bloed laten prikken. Dit hoort u dan van uw behandelend arts.

Als uw nieren slecht werken

Blijkt uit het bloedonderzoek dat uw nieren niet goed genoeg werken? Dan verzetten we het onderzoek naar een andere dag. We bekijken of het veilig is om contrastmiddel bij u toe te dienen. Mogelijk zijn voorzorgsmaatregelen nodig. Hiervoor zijn 2 mogelijkheden:
  • Uw behandelend arts bekijkt of er andere onderzoeken of behandelingen mogelijk zijn, zonder contrastmiddel met jodium.
  • U krijgt 1 uur voor het CT-onderzoek extra vocht via een infuus. Zo beschermen we uw nieren.
Als er voorzorgsmaatregelen nodig zijn, neemt uw arts contact met u op.

Tijdens het onderzoek

Infuus voor contrastmiddel

Krijgt u contrastmiddel tijdens het onderzoek? Dan krijgt u voor het onderzoek een infuus. Dit is een dun slangetje. Deze prikken we in een bloedvat in uw elleboog. Via het infuus komt het contrastmiddel in uw bloed.

Na het onderzoek halen we het infuus er weer uit.

In de CT-kamer

We halen u op om naar de CT-kamer te gaan. Heeft u nog sieraden om, of een beha met metaal aan? Dan moet u deze mogelijk eerst afdoen en uittrekken.

In de CT-kamer krijgt u een korte uitleg over het onderzoek. U gaat op de tafel liggen. Deze schuift door de ronde opening van de CT-scanner. Blijf tijdens het onderzoek goed stil liggen. Anders worden de beelden minder goed. Dan kunnen we het onderzoek niet goed beoordelen.
  • Krijgt u contrastmiddel? Dan spuiten we dit via het infuus in uw lichaam tijdens het onderzoek. Veel mensen krijgen kort een warm gevoel tijdens het inspuiten van de vloeistof. Dit is normaal en kan geen kwaad.
Het onderzoek duurt ongeveer 15 minuten.

Als het onderzoek klaar is, helpen we u van tafel. Daarna kunt u de ruimte verlaten. U kunt naar huis of naar uw volgende afspraak. U krijgt niet meteen een uitslag mee.

Bent u in het ziekenhuis opgenomen? Dan brengen we u terug naar uw kamer.

Na het onderzoek

Eten en drinken

Na het onderzoek kunt u gewoon eten en drinken.

De uitslag

De radioloog gaat het onderzoek beoordelen en maakt een verslag voor uw behandelend arts. Uw behandelend arts bespreekt de uitslag met u. Ongeveer 2 tot 3 werkdagen na het onderzoek staat de uitslag in uw dossier. Deze kan uw behandelend arts bekijken.

Als u contrastmiddel heeft gehad

Controle

Heeft u medicijnen tegen allergie voor contrastmiddelen gekregen? Dan blijft u na het onderzoek nog een half uur op de afdeling. Dit is ter controle.

Plassen na het onderzoek

Na een onderzoek met contrastmiddel krijgt u plaszakken mee naar huis.







Waarom gebruikt u de plaszak?
U krijgt tijdens uw onderzoek in het ziekenhuis contrastmiddel in uw bloedvat gespoten. Dit middel gaat uw lichaam ook weer uit als u plast. Het is moeilijk om de contrastvloeistof weer uit het rioolwater te zuiveren. Daarom willen we voorkomen dat het middel in het rioolwater terecht komt. Door te plassen in de plaszak komt de contrastvloeistof niet in het rioolwater terecht.

Thuis plassen in een plaszak
U krijgt 4 plaszakken mee naar huis. We vragen u om na het onderzoek thuis niet in de toiletpot te plassen. Plas in plaats daarvan in een plaszak. Gooi de plaszak niet in de toiletpot, maar bij het restafval.

Doe dit de eerste 4 keer dat u na het onderzoek gaat plassen. Daarna kunt u weer gewoon in de toilet plassen. Het contrastmiddel is dan voor het grootste deel uit uw lichaam.

In de plaszak zitten heel kleine korrels die van uw plas een soort gel maken. Het wordt hierdoor geen rommel.

Heeft u nog vragen over de plaszak? Ga dan naar www.plaszakziekenhuis.nl of neem contact op met de polikliniek Radiologie (zie 'Contact' onderaan de tekst).

Bijwerkingen en complicaties

Allergie voor contrastmiddel

Heeft u contrastmiddel gekregen? Dan kunt u mogelijk een late allergische reactie krijgen. Dit is een reactie na meer dan 1 uur na toediening. Meestal gaat het om een rode huid of jeuk.

Heeft u een late allergische reactie?
  • Dit gaat vanzelf over.
  • Heeft u erg veel last? Neem dan contact op met uw huisarts.
  • Meld de reactie bij uw behandelend arts.
  • Krijgt u later nog een keer een CT-scan? Meld deze late reactie dan bij de laborant in het ziekenhuis. U krijgt dan misschien een ander contrastmiddel bij het onderzoek.

Contact

Heeft u nog vragen?

Vragen kunt u altijd stellen aan uw behandelend arts of aan de radiologisch laborant die het onderzoek uitvoert.

Hoe kunt u contact opnemen?

Wilt u uw afspraak verzetten? Bel dan naar het planbureau Radiologie:
  • (010) 704 02 65, keuze 1
  • bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 8.00 tot 16.30 uur
Heeft u een andere vraag? Bel dan naar de polikliniek Radiologie:
  • (010) 704 20 06, keuze 1
  • bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 8.00 t/m 16.30 uur
Op andere dagen en tijden belt u naar het algemene nummer van het Erasmus MC:
  • (010) 704 0 704