Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Niertransplantatie 'door de bloedgroep heen'

Door de bloedgroep heen transplanteren kan een mogelijkheid bieden op een niertransplantatie wanneer de bloedgroepen van de donor en ontvanger niet passend zijn.

Download PDF

Welke bloedgroepen passen bij elkaar?


In onderstaand overzicht kunt u zien welke bloedgroepen bij elkaar passen.

overzicht passende bloedgroepen

Wanneer kunt u deelnemen aan een ‘door de bloedgroep heen’ transplantatie?


Als de bloedgroep van de levende nierdonor en de ontvanger niet bij elkaar passen en er geen andere donor met dezelfde bloedgroep als de ontvanger beschikbaar is, dan is door de bloedgroep heen transplanteren soms een mogelijkheid. Het risico op afstoting na niertransplantatie is bij dit soort transplantaties groter dan bij een ‘normale’ transplantatie. Daarom adviseren wij niet-passende koppels om minstens 1x mee te doen aan het landelijke cross-over programma. Informatie over dit programma vindt u in de folder 'Cross-over programma' of kijk op www.niertransplantatie.info.
Pas als het niet gelukt is om een passende donor te vinden, wordt door de bloedgroep heen transplanteren een mogelijkheid. Door de bloedgroep heen transplanteren is alleen mogelijk als de ontvanger niet te veel antistoffen heeft tegen de bloedgroep van de donor. De behandelend arts zal daarom van tevoren de hoeveelheid antistoffen tegen de donorbloedgroep bepalen. Als de hoeveelheden antistoffen laag genoeg zijn, is een “door de bloedgroep heen transplantatie” mogelijk.

Hoe werkt “door de bloedgroep heen transplanteren”?

Als de bloedgroep van de donor en de ontvanger niet bij elkaar passen betekent dat, dat de ontvanger antistoffen heeft tegen de donornier. Een ontvanger met bloedgroep O maakt bijvoorbeeld antistoffen aan tegen een donor met bloedgroep A (anti-A) en B (anti-B). Als de antistoffen van de ontvanger zich kunnen hechten aan de getransplanteerde donornier, leidt dit tot afstoting. Daarom moeten deze antistoffen tegen de donorbloedgroep uit het bloed van de ontvanger worden gehaald, voordat er een transplantatie plaats kan vinden. Als dit niet gebeurt, wordt de nier direct afgestoten. De ontvanger zal daarom vooraf aan de niertransplantatie een speciale behandeling ondergaan.

Dit gaat als volgt:
Stap 1: Medicatie (1 maand tot drie weken voor de geplande niertransplantatie)
De ontvanger krijgt een medicijn dat de afweer sterk remt. Dit medicijn wordt toegediend via een infuus. U verblijft hiervoor overdag op de afdeling nefrologie van het Erasmus MC.

Stap 2: Afweerremmende medicijnen ofwel 'Immunosuppressiva' (2 weken voor de niertransplantatie)
Er wordt gestart met de standaard afweerremmende medicatie in tabletvorm (immunosuppressiva). U kunt thuis starten met deze afweerremmende medicatie. Het recept voor deze medicijnen krijgt u mee in 'stap 1'.

Stap 3: Filteren van het bloed (Het begintijdstip hangt af van de hoeveelheid antistoffen in uw bloed. Meestal is de start ongeveer 1 week voor de geplande niertransplantatie.)
Het bloed van de ontvanger wordt voor de niertransplantatie tot de dag van de niertransplantatie gefilterd. Deze behandeling vindt plaats op de dialyse afdeling van het Erasmus MC. Tijdens de behandeling worden de antistoffen tegen de donor bloedgroep uit het bloed verwijderd met behulp van een speciaal filter. Deze behandeling lijkt op een hemodialyse-behandeling. Mensen die niet dialyseren of doen aan CAPD/CCPD krijgen een lijn in de hals waarover de filtratie plaats kan vinden. Het filteren duurt 4 uur.

Tussen de filterbehandelingen door kunt u gewoon naar huis. Als u al dialyseert kan deze filterbehandeling eventueel gecombineerd worden met uw hemodialyse behandeling. Na elke filterbehandeling wordt er bloed afgenomen bij de ontvanger om de hoeveelheid antistoffen tegen de bloedgroep van de donor opnieuw te bepalen. Als na deze behandelingen de antistoffen tegen de donorbloedgroep voldoende zijn verminderd, kan de niertransplantatie doorgaan. Als de hoeveelheid van de antistoffen te hoog blijft na de behandeling, dan is een transplantatie door de bloedgroep heen niet mogelijk en zal de geplande transplantatie dus niet doorgaan.

Stap 4: Medicatie (1 dag voor de niertransplantatie)

U krijgt een medicijn via een infuus dat ervoor zorgt dat de antistoffen zo laag mogelijk worden gehouden.

Wat betekent deelname aan dit programma voor de donor en de ontvanger?

Voor de donor heeft deelname geen extra gevolgen. De donor zal op de gangbare manier voorbereid worden voor de donatie. Wel moet de donor een keer extra met de patiënt meekomen voor een bloedafname. Hierover krijgt de donor bericht. De ontvanger zal vooraf aan de transplantatie een extra behandeling ondergaan. Door de behandeling zal de afweer van de ontvanger meer verlaagd zijn dan bij de standaardbehandeling voor transplantatie. Het risico op afstoting na niertransplantatie is bij dit programma groter, dan bij een ‘normale’ bloedgroep passende transplantatie zonder filterbehandeling. Deze afstoting is wel vaak goed te behandelen.


Vragen

Heeft u nog vragen, dan kunt u contact opnemen met uw behandelend transplantatienefroloog. U kunt een afspraak maken bij de niertransplantatiecoördinatoren. Zij zijn bereikbaar per e-mail via het e-mailadres: coordinatoren.niertransplantatie@erasmusmc.nl of telefonisch via (010) 703 21 98 of (010) 703 54 68 van maandag t/m vrijdag van 08.15-09.30 uur en van 13.30-15.30 uur.

Meer informatie

Op onderstaande website kunt u meer informatie vinden
www.niertransplantatie.info