Bewegingsbeperkingen na een perfusie
U heeft een perfusie aan uw arm of been ondergaan. De weefselreactie na een perfusie kan zich bestaan uit roodheid, pijn, blaarvorming, droogheid en/of het dikker worden van de arm of het been. Daarnaast kunnen er na een perfusie bewegingsbeperkingen van de enkel, knie, pols of hand ontstaan. Deze bewegingsbeperkingen kunnen langere tijd, zes tot twaalf maanden, na de perfusie nog ontstaan. Als u thuis bent, is het de bedoeling dat u zelfstandig oefeningen uitvoert met als doel de beweeglijkheid van de geperfundeerde arm of been te verbeteren. Hieronder vindt u informatie en adviezen over het oefenen.
Wij adviseren u om 2 tot 3 maal daags in een rustig tempo te oefenen, waarbij elke oefening 10-15 maal wordt herhaald.
Voer de oefeningen binnen de pijngrens uit. Probeer niet te veren, maar zoek rustig uw grens op en ga dan weer rustig terug.


Hoe vaak en hoe lang oefenen?
Wij adviseren u om 2 tot 3 maal daags in een rustig tempo te oefenen, waarbij elke oefening 10-15 maal wordt herhaald.
Wat mag worden gevoeld tijdens het oefenen?
Voer de oefeningen binnen de pijngrens uit. Probeer niet te veren, maar zoek rustig uw grens op en ga dan weer rustig terug.
Oefeningen voor de pols en vingers
Oefeningen voor de enkel en de knie
Contact
Neemt u bij vragen over het oefenen of de belastbaarheid van de arm of het been telefonisch contact op met Fysiotherapie, telefoonnummer (010) 703 39 50.