Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Plaatsen van punch grafts

U heeft samen met uw arts heeft u gekozen voor punch graft (huidtransplantatie) plaatsing, omdat u een wond heeft die niet geneest. Bij punch grafts plaatst de arts stukjes gezonde huid op de wond, zodat de wond beter herstelt. Hier leest u meer informatie over punch grafts en de behandeling.

Download PDF


Wat zijn punch grafts?


Bij een punch graft (huidtransplantatie) halen we stukjes gezonde huid (bijvoorbeeld van het bovenbeen) weg en plaatsen we deze op de wond. Deze stukjes zijn ongeveer 5 mm groot. We halen het stukje gezonde huid weg met een mesje.

Wat is het doel?

Het doel van deze behandeling is wondgenezing en pijnstilling. Vaak merken mensen binnen een paar uur na de behandeling dat ze minder pijn hebben.

Voorbereiding

Voor de behandeling moet u met een aantal dingen rekening houden:
  • Voor de behandeling hoeft u niet nuchter te zijn. Dit betekent dat u gewoon mag eten en drinken.
  • Het is belangrijk dat er zo weinig mogelijk vocht (oedeem) in uw onderbeen zit tijdens en na de behandeling. Als u oedeem heeft, zwachtelen we uw been van tevoren.
  • Als u bloedverdunners gebruikt, meld dit aan de arts. U hoeft niet te stoppen met bloedverdunners.
  • Meestal krijgt u vanaf de dag van de behandeling voor een aantal dagen bloedverdunners. De bloedverdunners krijgt u in de vorm van prikjes (nadroparine injecties). U moet namelijk een aantal dagen bedrust houden na de behandeling.
  • We behandelen u met antibiotica voor minimaal een week. De kans op infecties is daardoor het kleinst.
  • In overleg met uw arts meten we vóór de behandeling een gipsspalk aan. Dit hangt af van de plaats van uw wond. Na de behandeling zorgt de gipsspalk ervoor dat u uw been minder beweegt en zorgt dat de wond beter geneest.

Verloop van de behandeling

De behandeling vindt plaats op onze polikliniek of op een poliklinische operatiekamer. De behandeling ziet er als volgt uit:
  1. U neemt plaats op de behandeltafel.
  2. Voordat de behandeling start, bepalen we van welk lichaamsdeel wij gezonde huid afnemen. Deze plek noemen we de ‘donorsite’. Deze plek tekenen we af met een huidstift. Meestal halen we de donorsite van uw bovenbeen.
  3. De afgetekende plek verdoven we.
  4. Als het nodig is, maken we uw wond schoon. Hoe gezonder de wond eruitziet, hoe groter de kans dat de punch grafts ingroeien in de wondbodem. Als we de donorsite hebben verdoofd, controleren we of de verdoving werkt.
  5. Als we verdoving werkt, snijden we stukjes huid los. Deze stukjes huid leggen we op de wond.
  6. We leggen een gipsspalk aan als dit nodig is.

Na de behandeling

Na de behandeling gaat u of:
  • naar huis;
  • naar een tijdelijke revalidatie-plek;
  • naar de zaal voor een korte opname in het ziekenhuis.
Direct na de behandeling mag u het been niet meer gebruiken. Daarom vragen we u om een rolstoel uit de centrale hal mee te nemen. Deze kunt u in het ziekenhuis na de behandeling gebruiken.

U moet na de behandeling 3 dagen bedrust houden. U mag wel naar het toilet en van de bank naar het bed op en neer. Verder mag u uw been niet gebruiken. Om de wond zo goed mogelijk te laten helen, is het belangrijk dat u de eerste dagen het been hoog houdt en zo min mogelijk loopt. Als u een gipsspalk heeft gekregen, moet u deze op elk moment dragen tot u op de eerste controle komt.

U moet bloedverdunners gebruiken als u bedrust houdt. Omdat u lang stil ligt, is de kans namelijk groter dat u bloedpropjes krijgt. Als u zelf nog geen bloedverdunners gebruikt, krijgt u een recept voor 7 dagen bloedverdunners (nadroparine) in de vorm van prikjes. De thuiszorg kan de injecties zetten. U moet dit bij uw arts aangeven. Lees meer over bloedverdunners in 'antistollingsmedicijnen'.
Het verband op de ‘donorsite’ mag vervangen worden als dit vol met vocht is. U en de thuiszorg mogen het verband van de behandelde wond (waar we de punch grafts hebben geplaatst) niet uitpakken. Tijdens uw eerstvolgende controle verwijderen wij dit. Het verband dat direct op uw wond zit, moet dus altijd blijven zitten. Het absorberend verband hieromheen mag u alleen voorzichtig vervangen als dit is doorgelekt.

Nazorg en controles

Het is belangrijk dat u voor de operatie controleert of u hulp kunt krijgen bij de dagelijkse dingen. Als u hulp nodig heeft, is het belangrijk dat u dit voor de behandeling probeert te regelen. Bespreek dit ook met uw behandelaar. Wij kunnen u ondersteunen bij hulp vinden.

De eerste week na de operatie heeft u een poliklinische controle-afspraak. De week erna heeft u nog een afspraak waar we controleren hoe de wond geneest.

Bijwerkingen en complicaties

U kunt complicaties krijgen. Neem contact op met de verpleegkundige of dermatoloog als u (één van deze) complicaties heeft:
  • Een nabloeding: druk minimaal 20 minuten zonder los te laten op de wond. Dit is over het algemeen genoeg. Het verband rond de donorsite mag vervangen worden als dit doorgelekt is. Het verband van de behandelde wond mag deels vervangen worden. Zie uitleg hierboven. Dit komt bijna nooit voor.
  • Een wondinfectie: een gele/groene laag over de wond, koorts, algehele malaise of roodheid buiten het verband. Dit komt heel af en toe voor.

Wat kunt u zelf doen?

Heeft u een allergie voor antibiotica of gebruikt u bloedverdunners? Geeft dit vóór de behandeling door aan de arts.

U moet de instructies van uw arts en de informatie die u hier leest altijd goed opvolgen. De kans dat de behandeling lukt, is dan het grootst.

Wanneer contact opnemen?

Heeft u een infectie, een nabloeding die niet stopt na afdrukken of hevige pijn? Neem dan meteen contact met ons op (voor telefoonnummers zie kopje 'contact').

Contact

Heeft u vragen of opmerkingen? U kunt dan contact opnemen met de polikliniek Dermatologie. We zijn op werkdagen bereikbaar.
  • Polikliniek Dermatologie (010) 704 01 10
Bij spoedgevallen kunt u 's avonds en in het weekend bellen naar de dermatoloog via het centrale nummer van het Erasmus MC: (010) 704 07 04.