Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Sunitinib

Geselecteerde behandeling met doelgerichte therapie

Binnenkort start u met een behandeling met doelgerichte therapie. Met deze informatie willen wij u zo goed mogelijk informeren over de behandeling die u in het Erasmus MC gaat krijgen. Tijdens de gesprekken met uw zorgverleners zult u ook veel informatie krijgen. Daarnaast kunt u deze folder ook zien als een hulpmiddel bij uw gesprekken met de zorgverleners.

Download PDF

Een voorlichtingsgesprek over doelgerichte therapie

Wat kunt u verwachten van het voorlichtingsgesprek?

De oncologieverpleegkundige zal u vragen wat u al weet over de behandeling en welke informatie u nog nodig heeft. Samen met de verpleegkundige stelt u vast welke onderwerpen in ieder geval worden besproken.

De oncologieverpleegkundige vertelt u:
  • welke behandeling u krijgt en hoe deze werkt
  • over bijwerkingen die kunnen optreden als gevolg van de behandeling
  • wat u kunt doen of wat het ziekenhuis kan doen aan de bijwerkingen
Aan het einde van het gesprek vat de verpleegkundige de belangrijkste informatie samen. U kunt dan aangeven of alles duidelijk is. De verpleegkundige controleert uw gemaakte vervolgafspraken, bijvoorbeeld over de start van de behandeling of een volgend bezoek aan de polikliniek.

Wat neemt u mee naar het gesprek

  • deze informatie (online op uw telefoon of op papier)
  • de medicijnen die de internist-oncoloog heeft voorgeschreven
Wij adviseren u iemand mee te nemen naar het gesprek (twee horen meer dan één).

Tijdens het voorlichtingsgesprek

Tijdens het gesprek worden de volgende dingen zeker besproken:
  • De naam van de kuur
  • de werking van de therapie
  • wijze van toedienen:
    • via tabletten
  • Het toedieningsschema:
    • aantal kuren
    • duur van de kuur
    • om de hoeveel weken u een kuur krijgt
  • Als u medicijnen moet innemen:
    • hoe vaak per dag u medicijnen moet innemen
    • hoeveel dagen
    • mogelijke rustperiode
    • gebruik van medicijnen samen met voeding
    • gebruik medicijnen samen met andere medicijnen
    • wat te doen als u een dosering heeft gemist
    • en/of hoe lang u de tabletten moet slikken

Kruis aan wat u zelf nog wilt bespreken:

Ziet u dit op een webpagina? Dan kunt u de folder uitprinten door op de 'download PDF' knop te klikken.

  • Medische informatie over de doelgerichte therapie die ik krijg (bijvoorbeeld de werking in het lichaam).
  • Het doel van de behandeling.
  • De bijwerkingen die kunnen voorkomen bij deze behandeling.
  • Hoe waarschijnlijk is het dat ik bepaalde bijwerkingen krijg.
  • Wat kan de specialist of verpleegkundige doen om bijwerkingen te voorkomen of te verminderen.
  • Wat kan ik zelf aan de bijwerkingen doen.
  • Wanneer ik contact op moet nemen met het ziekenhuis.
  • Hoe moet ik contact opnemen met het ziekenhuis.
  • Wat zijn de praktische gevolgen van de behandeling voor mijn dagelijkse leven (bijvoorbeeld huishouden of hobby's).
  • Welke gevoelens kan de behandeling losmaken (bijvoorbeeld angst, somberheid, hoop, sneller emotioneel).
  • Hoe kan ik en mijn naasten (bijvoorbeeld partner, kinderen) met de ziekte en/of behandeling omgaan.
  • Wat mijn naasten kunnen doen om mij te (onder)steunen.
  • Wat de invloed is van de behandeling op seksualiteit.
  • Hoe ik in contact kan komen met lotgenoten.
  • Of ik thuis extra hulp nodig heb en hoe ik dat kan regelen.
  • Ondersteuning van maatschappelijk werk of een psycholoog.
  • De gang van zaken in het ziekenhuis.
  • Wat gebeurt er als ik afzie van de behandeling (twijfel over keuze, vooruitzichten, verdere begeleiding).
Schrijf op wat u nog eer wilt bespreken over de aangekruiste onderwerpen:







Contact

Wanneer u doelgerichte therapie krijgt, zijn er situaties waarin het belangrijk is dat u contact opneemt met het ziekenhuis. De oncologieverpleegkundige vertelt u welke situaties dit zijn.

  • Bij niet-spoedeisende klachten 010-7041948 (maandag t/m vrijdag tijdens telefonisch spreekuur van 8.00-16.00)
  • Bij spoedeisende klachten binnen kantoortijden 010-7041948 (maandag t/m vrijdag 8.00-16.00 uur)
  • Bij spoedeisende klachten buiten kantoortijden 06-33342086 (maandag t/m vrijdag van 16.00-8.00 uur, zaterdag, zondag en feestdagen)


Behandelschema voor sunitinib

Deze kuur bestaat uit één medicijn. Er zijn twee gebruikelijke schema’s. Uw behandelteam zal met u bespreken welk schema voor u van toepassing is. Ook kunt nog andere medicijnen krijgen. Deze andere medicijnen krijgt u als ondersteuning van de behandeling, bijvoorbeeld om uw bijwerkingen te beperken.

Schema 1:
Cytostatica/ medicijnenWeekWeekWijze van toediening
1 t/m 45 en 6
Sunitinib 50 mgRustcapsules

Schema 2:
Cytostatica/ medicijnenDagelijksWijze van toediening
Sunitinib 37,5 mgcapsules

Wijze van innemen:
  • Neem de voorgeschreven dosis iedere dag rond dezelfde tijd in. Kies hierbij een tijd die in uw dagelijkse planning past, zodat u dit niet vergeet.
  • Neem geen dubbele dosis in om een vergeten dosis in te halen.
  • De capsules moeten in zijn geheel met water worden ingenomen. Maak de capsules niet open.
  • Sunitinib kan zowel met als zonder voedsel worden ingenomen.
  • Drink geen grapefruitsap zolang u sunitinib gebruikt. Dit kan de werking beïnvloeden.
  • Laat uw bloeddruk regelmatig controleren tijdens de behandeling door uw huisarts.

Medicatie tegen misselijkheid

Van de doelgerichte therapie die u krijgt worden mensen vaak niet misselijk. Wordt u toch misselijk? Dan kunt ucontact op te nemen met uw behandelteam via het verpleegkundig spreekuur en/of kunt u de adviezen volgen die verderop in deze folder zijn beschreven.

Bijwerkingen

We geven tegenwoordig naast chemotherapie ook doelgerichte therapie (targeted therapy) voor kanker. Bij tumorcellen zijn signalen in de cel ontregeld, waardoor een cel onbeperkt gaat groeien. Hierdoor wordt een normale cel een kankercel. Doelgerichte therapie maakt deze signalen weer normaal, waardoor een cel minder hard gaat groeien.
Doelgerichte therapie is gericht op het beschadigen van de kankercellen, maar kan helaas ook schade veroorzaken aan gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunt u bijwerkingen krijgen. Sunitinib is geen chemo, maar heeft wel deels dezelfde bijwerkingen als chemotherapie. Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, terwijl anderen er weinig van merken. De ernst van de bijwerkingen heeft niets te maken met het resultaat van de behandeling.

De meeste bijwerkingen zijn tijdelijk en verminderen geleidelijk na het stoppen van de therapie.

Vaak voorkomende bijwerkingen bij sunitinib kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met:
  • Bloeddruk: hoge bloeddruk
  • Darmen: diarree en/of obstipatie
  • Duizeligheid
  • Eetlust
  • Haarkleurverandering
  • Hand-voetsyndroom
  • Hoofdpijn
  • Huid en nagels: droge huid, huiduitslag, huidverkleuring en acné
  • Koorts
  • Misselijkheid en braken
  • Mondproblemen
  • Schildklierwerking (traag of snel)
  • Slapeloosheid
  • Vermoeidheid
  • Vocht vasthouden (oedeem)
Algemene bijwerkingen/ invloed op:
  • Concentratie/geheugenproblemen
  • Reuk- en smaakveranderingen
  • Seksueel verlangen
  • Vermoeidheid
  • Vruchtbaarheidsproblemen
  • Zwangerschap, kans op aangeboren afwijkingen

Vaak voorkomende bijwerkingen en adviezen

Bloeddruk

De behandeling kan uw bloeddruk verhogen.

Hoge bloeddruk

Een hoge bloeddruk voelt u meestal niet.
Is uw bloeddruk extreem hoog, dan kunt u de volgende klachten hebben:
  • hoofdpijn
  • kortademigheid
  • problemen met zien
  • duizeligheid
  • overmatig blozen
Advies
  • Heeft u één van bovengenoemde klachten? Neem dan contact op met uw behandelteam. Het behandelteam schrijft u medicijnen voor als dat nodig is. Ook zullen we uw bloeddruk regelmatig controleren.
  • Beperk zoutinname, maak gebruik van ongezouten (dieet-)halvarine of (dieet-)margarine op het brood. Beleg maximaal 2 boterhammen met licht gezouten vleeswaren per dag.
  • Voeg geen keukenzout of zeezout toe aan de maaltijden.


Darmen

Door de behandeling kunt u last krijgen van uw darmen. Iedereen heeft een ander ontlastingspatroon. Het is belangrijk dat uw stoelgang regelmatig is en niet te veel afwijkt van het patroon dat u voor de behandeling had.

De behandeling die u krijgt kan de beweeglijkheid in uw darmen verminderen, waardoor de darmwerking vermindert. De behandeling kan ook inwerken op de cellen van uw darmen en zo een ontstekingsreactie veroorzaken. Hierdoor kunt u obstipatie of diarree krijgen.

Diarree

Diarree is een waterige dunne ontlasting waarvoor u meer dan 4 keer per dag naar het toilet moet. Bij diarree is de opname van vocht en voedingsstoffen in uw darmen verstoord. Dat komt door irritatie van het slijmvlies van de darm en door een verandering in de stofwisseling van de dunne darm. Bij diarree worden voedingsstoffen in de darmen minder goed opgenomen.

Klachten kunnen zijn:
  • buikpijn/buikkrampen
  • vaak aandrang om het toilet te bezoeken
  • zachte tot vloeibare stoelgang, verlies van stoelgang
  • slijm of bloed bij de ontlasting
  • soms tekenen van uitdroging: dorstgevoel, een droge mond, een droge tong, een droge of gerimpelde huid en donkere urine
  • gewichtsverlies
Voedingsadvies bij diarree
  • Drink veel om het vochtverlies aan te vullen en uitdroging te voorkomen. Drink ongeveer 2 liter water per dag (16 kopjes of 10 bekers)
  • Drink veel water, thee, bouillon (vooral zout) en tomatensap. Zo vult u de tekorten aan, die diarree veroorzaakt.
  • Spreid de maaltijden over de dag (5-6 keer per dag) en sla geen maaltijden over.
  • Kauw goed.
  • Kies voor voedingsmiddelen met oplosbare vezels zoals witte rijst, wit brood, havermout, bananen, appelmoes of fruit in blik.
  • Schil en ontpit fruit. Eet geen druiven, abrikozen, perziken, pruimen, kiwi, ananas en gedroogd fruit.
  • Gebruik niet te veel suiker.
  • Probeer prikkelende of scherpe voeding te vermijden.
  • Eet geen grote maaltijden.
  • Eet geen vet.
  • Eet geen grove vezels, zoals donker roggebrood en grof volkorenbrood.
  • Eet geen gasvormende producten, zoals ui, knoflook, kool, prei.
  • Drink geen koolzuurhoudende drank (met prik), geen koffie en geen alcohol.
  • Eet eiwitrijk: vlees, vis, eieren, kaas en volle melkproducten.
Algemeen advies bij diarree
  • Het slijmvlies van de sluitspier kan geïrriteerd raken door de diarree; gebruik daarom zacht toiletpapier of een washandje. Zorg voor een goede lichaamshygiëne en breng een niet geparfumeerde zalf of vaseline aan ter hoogte van de sluitspier om de huid te beschermen.
  • Kijk regelmatig na of uw urine niet te donker is. Donkere urine kan op uitdroging wijzen.
  • Weeg u 1 keer per week om uw gewicht te volgen.
  • Bespreek met uw behandelteam of u medicatie mag nemen bij diarree.
  • Heeft u langer dan 24 uur hevige diarree (meer dan 4 keer per dag), overlegt u dan met uw behandelteam, zie het kopje Wanneer contact opnemen?


Verstopping (obstipatie)

Door uw behandeling kunt u last krijgen van verstopping (obstipatie). We spreken van obstipatie als u minder dan 3 keer per week stoelgang heeft. De medicijnen die u krijgt om misselijkheid tegen te gaan, kunnen verstopping veroorzaken.

Mogelijke andere oorzaken van verstopping zijn bedlegerigheid, te weinig eten en drinken, te weinig vezels in de voeding, te weinig beweging, slecht kunnen persen, bepaalde medicijnen (bijvoorbeeld morfine) of een vernauwing in de darm door een tumor.

Ook het bewust (of onbewust) ophouden van ontlasting door een gebrek aan privacy, kan soms leiden tot obstipatie.

Klachten kunnen zijn:
  • harde en droge ontlasting
  • persen bij stoelgang
  • opgezette buik
  • buikpijn/ darmkrampen
  • minder vaak stoelgang dan u gewend bent
  • minder eetlust door een vol gevoel
Advies
  • Zorg dat u voldoende drinkt, minstens 2 liter per dag, dit zijn 16 kopjes of 10 bekers per dag.
  • Eet op regelmatige tijdstippen en sla vooral het ontbijt niet over.
  • Kies voor vezelrijke voeding: bruin brood, volkoren of meergranen producten.
  • Voeg extra zemelen toe aan melk, yoghurt, fruitsap.
  • Voeg extra vetstof toe op het brood of bij een warme maaltijd. Vetarme voeding kan constipatie bevorderen.
  • Eet voldoende fruit (sinaasappelen, pruimen, vijgen, peren).
  • Beweeg voldoende, want beweging bevordert de darmwerking. Blijf zo weinig mogelijk in bed als uw toestand dit toelaat.
  • Stel de drang om naar het toilet te gaan nooit uit.
  • Neem voldoende tijd voor de ontlasting.
  • Zo nodig kan uw behandelteam medicijnen voorschrijven om de stoelgang te bevorderen.
Neem bij de volgende klachten contact op met uw behandelteam:
  • Heeft u langer dan drie dagen geen ontlasting gehad.
  • Als u hevige buikkrampen heeft.


Duizeligheid

Door de behandeling kunt u duizelig worden.
Klachten kunnen zijn:
  • u voelt zich licht in het hoofd
  • u heeft een onvast gevoel in de benen
  • u heeft last van draaiduizeligheid
Advies
  • U kunt de klachten verlichten of proberen te voorkomen door rustig op te staan of langzaam van houding te veranderen en niet plotseling te bewegen.
  • Neem contact op met uw behandelteam bij klachten van draaiduizeligheid en wanneer bovenstaande klachten aanhouden of verergeren.


Eetlust

Uw ziekte en behandeling kunnen lichamelijk en emotioneel zwaar zijn. Daardoor heeft u minder eetlust. Eet u minder dan u nodig heeft, dan valt u af. Bent u in korte tijd veel afgevallen, dan is het belangrijk om extra aandacht aan uw voeding te besteden. Gewichtsverlies voor of tijdens een behandeling is niet goed voor uw conditie. Ook kan uw herstel langer duren.

Om uw gewicht en conditie op peil te houden, moet u voldoende energie (calorieën), eiwitten, vocht en voedingsstoffen zoals vitamines en mineralen binnenkrijgen.

Advies
Controleer uw gewicht. Door uzelf regelmatig te wegen, bijvoorbeeld één keer per week, kunt u bijhouden of u afvalt.

Tips om de eetlust weer op te wekken:
  • Probeer eens andere eetwaren uit en maak het eten eens op een andere manier klaar.
  • Als u geen zin heeft om te koken, vraag dan iemand anders om dat te doen.
  • Beweeg regelmatig en ga regelmatig een frisse neus halen.
  • Zorg dat u altijd een tussendoortje op zak heeft als u ergens naar toe gaat.
  • Neem de maaltijden in een rustige en aangename omgeving.
  • Vergeet ook hapjes en drankjes niet zoals vruchtensap, schijfjes appel, kauwgom, bouillon enz.
  • Drink niet vlak voor de maaltijd. Anders neemt de eetlust af. Maar drink wel veel tijdens de maaltijd. Kauw goed op elke hap (met de mond dicht zodat er geen extra lucht bijkomt).
  • Gebruik geen dieet- of magere producten.
Bespreek met uw behandelteam of een verwijzing naar een diëtist voor u een meerwaarde heeft. Voor diëtisten bij u in de buurt, raadpleeg hier de Verwijsgids Kanker. Meer informatie over voeding en kanker

Haarverlies

De kans dat u haar uitvalt is bij deze behandeling minder dan 10%



Haarverkleuring

Door de behandeling kan uw haar verkleuren. Soms komt er een witte gloed over uw haar.

Advies

U kunt hier niets aan doen. Als de behandeling gestopt is, zal de verkleuring ook stoppen.

Hand-voetsyndroom

Tijdens de behandeling kunt u last krijgen van het hand-voet syndroom. Handen en voeten zijn dan pijnlijk, rood en gezwollen en kunnen tintelen of dood aanvoelen. Ook kan de huid schilferen en kunnen er zweren, kloven of blaren op de huid ontstaan.

Bij de meeste mensen zijn de klachten mild en verdwijnen deze binnen 1 of 2 twee weken. Zijn de klachten ernstiger? Dan zijn medicijnen nodig.

Advies
Voor het voorkomen of verzorgen van huidproblemen op uw handen of voeten:
  • Gebruik 4 x per dag bodylotion of vette handcrème of 2 x per dag 10% ureum-zalf.
  • Vermijd knellende schoenen.
  • Neem contact op met het behandelteam als u te veel last heeft van één van de bovengenoemde bijwerkingen. Soms is het nodig om de dosis van het medicijn aan te passen, zodat de bijwerkingen verminderen.


Hoofdpijn

Door de behandeling kunt u last krijgen van hoofdpijn. Dit kan samengaan met overgevoeligheid voor licht en geluid.

Advies
Overleg met uw behandelteam welke van de onderstaande adviezen bruikbaar zijn voor u.
  • Vermijd een prikkelende omgeving: zorg voor een rustige ruimte, eventueel donker.
  • Probeer met koude kompressen op het hoofd de pijn te verlichten.
  • Overleg met uw behandelteam over het gebruik van pijnstillers.


Huid en nagels

Door de behandeling kan de huid als ook de nagels geïrriteerd raken.

Droge huid en nagels

Door de behandeling kan de huid droog en/of schilferig worden. De huid is kwetsbaar, omdat de behandeling ervoor zorgt dat er minder huidcellen worden aangemaakt.

Klachten kunnen zijn:
  • overgevoeligheid voor zonlicht
  • roodheid
  • jeuk
Door de behandeling kan ook de groei van de nagels worden vertraagd of verstoord. De nagels kunnen daardoor:
  • minder hard groeien
  • splijten, breken of loslaten
  • droger, brozer of zachter worden
  • witte lijnen krijgen
Soms ontstaat er een ontsteking aan de nagelrand of een ontsteking onder de nagel. Neen dan contact op met het behandelteam. De reactie van huid en nagels doet zich voor tijdens de behandeling. De veranderingen ontstaan heel geleidelijk en verdwijnen meestal ook weer langzaam nadat de behandeling gestopt is.

Advies huid
  • Gebruik bij voorkeur geen zeep tijdens het douchen of baden.
  • Gebruik bij voorkeur lauwwarm water.
  • Gebruik een beetje amandelolie in het badwater om uw huid soepel te houden. Soms is een medicinale badolie nodig. Uw behandelteam kan u hierover informeren.
  • Vermijd producten op alcoholbasis.
  • Gebruik ongeparfumeerde bodylotion of crèmes op waterbasis (hydraterend), bijvoorbeeld lanette en cetamacrogol met vaseline.
  • Probeer felle zon te vermijden.
  • Gebruik altijd een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor (20 of hoger).
  • Gebruik tegen de jeuk een koelzalf of mentholpoeder.
Advies nagels
  • Scheur gebroken of gescheurde nagels niet af, maar gebruik een vijltje of nagelschaartje.
  • Bij vijlen is ‘eenrichtingsverkeer' beter dan heen-en-weer vijlen. De kans op scheurtjes is dan kleiner.
  • Knip teennagels niet te kort en knip de nagels recht af.
  • Gebruik bij voorkeur een nageltang.
  • Kunstnagels mogen, maar het is beter om ze niet regelmatig te gebruiken; ze kunnen uw nagels beschadigen en de lijm en remover die u nodig heeft, zijn niet goed voor uw nagels;
  • Gebruik nagelverharder, beschermende nagellak of pleisters.
  • Als u veel problemen met de nagels heeft, overleg dan met uw behandelteam over het inschakelen van een manicure en/of pedicure gespecialiseerd in de oncologie. Voor pedicures bij u in de buurt, raadpleeg hier de Verwijsgids Kanker.


Huiduitslag

Door de behandeling kunt u huiduitslag krijgen. We spreken van uitslag als u last heeft van roodheid, vlekken, puisten, pukkels of blaasjes op uw huid. Dit kan optreden over de gehele huid of in de vorm van een plaatselijke uitslag.

Een veel voorkomende vorm van huiduitslag is een allergische reactie op medicijnen. Netelroos is daar een voorbeeld van. Een ander woord voor netelroos is galbulten. De allergische reactie uit zich door een jeukende, rode uitslag. Deze huiduitslag lijkt op de huiduitslag, die u heeft na het aanraken van een brandnetel.

Klachten kunnen zijn:
  • roodheid van de huid
  • jeuk
  • bultjes
  • verdikte huid
  • overgevoeligheidsreactie/allergische reactie (in de vorm van netelroos)
Advies
  • Huidreacties kunnen verergeren door zonlicht. Vermijd daarom fel licht op de huid en bescherm de huid met kleren en zonnebrandcrème.
  • Bij sommige medicijnen kunt u al verbranden door indirect zonlicht. Dit is zonlicht achter glas.
    • Bedek uw armen en benen
    • Ga niet achter het glas in de zon zitten
  • Verzachtende en beschermende crèmes en zalven bevatten geen werkzame bestanddelen, maar houden de huid wel soepel en voorkomen verdere uitdroging van de huid. Klachten als jeuk, schilfering, kloven en branderige plekken verminderen door deze middelen. De middelen zijn zonder recept verkrijgbaar.
    • Crèmes voor een niet al te droge huid: lanettecrème en cetomacrogolcrème
    • Crèmes voor een erg droge huid: vaseline lanettecrème en vaseline cetomacrogolcrème
  • Mentholgel kan de huid verkoeling geven.
  • Bescherm uw lippen met lippenbalsem met UV filter.


Huidverkleuring bij krabben

Door de behandeling kunnen uw huid en/of nagels verkleuren.

Klachten bij verkleuring kunnen zijn:
  • Tijdens de behandeling kan de huid vaalgeel zijn. Dat verdwijnt als de behandeling stopt.
  • Bij een lichte huid kunnen donkere vlekjes ontstaan door extra pigment in de huid.
  • Bij een donkere huid kunnen lichte vlekken ontstaan door het verdwijnen van pigment.
  • Donkere verkleuring van de bloedvaten waar het infuus in heeft gezeten.
  • Bruine verkleuringen of krassen op de huid, met name na het krabben.
  • Donkerder worden of verkleuren van de knokkels van de vingers, van de handlijnen en nagels.
  • Gemakkelijk scheuren of afbrokkelen van de nagels (en in een enkel geval zelfs volledig uitvallen).
  • Dwarse strepen op de nagels.
Advies
  • Probeer felle zon te vermijden.
  • Gebruik altijd een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor (20 of hoger).
  • Houd uw nagels kort.
  • Probeer niet te krabben bij jeuk.
  • Gebruik geen acetonhoudende nagellakremover.
  • Het gebruik van speciale nagelverhardende lak kan goed helpen.
  • Kringen onder de ogen, vlekken, huidverkleuringen en kleine littekens kunt u verhelpen met een camouflagestick. Kies een kleur die het dichtst bij uw eigen huidskleur ligt.


Acne-achtige uitslag

U kunt door de behandeling last krijgen van een acné-achtige huiduitslag. Dit kunt u vrij snel na het starten van de behandeling krijgen. De uitslag lijkt op acné, maar is geen acné. Deze uitslag komt vooral voor in het gezicht, op de borst, de rug en de ledematen. Na de acné-achtige huiduitslag kunnen er bruine vlekjes ontstaan. Dit zijn pigmentvlekjes. De kans op pigmentvlekjes wordt groter door blootstelling aan zonlicht.

Het is belangrijk deze huiduitslag op tijd te behandelen met speciale zalf om infecties te voorkomen. Als dit niet goed genoeg helpt, krijgt u antibiotica.
Deze huiduitslag mag u niet behandelen met anti-acné middelen.

Advies
Neem contact op met het telefonisch spreekuur. Raadpleeg hiervoor het kopje 'Wanneer contact opnemen'.

Wat kunt u zelf doen?
  • Laat uw huid zoveel mogelijk met rust, probeer niet te krabben.
  • Was uw huid met lauw water en gebruik geen zeep.
  • Gebruik een pH-neutrale wasemulsie, bv Sebamed of vraag hiernaar bij uw apotheek of drogist.
  • Dep de huid voorzichtig droog.
  • Vermijd felle zon en ga niet onder de zonnebank. Gebruik bij zonnig weer. een zonnebrandcrème met beschermingsfactor 30 of hoger als u lang in de zon zit.
  • Draag zoveel mogelijk katoen; dit irriteert de huid minder dan synthetische stoffen.


Koorts

U heeft koorts als uw lichaamstemperatuur boven de 38,5°C komt. U kunt koorts krijgen door de behandeling of door een infectie.

Advies
  • Bij koorts heeft uw lichaam extra vocht nodig. Door koorts en zweten, verliest u meer vocht dan normaal. Daarom is het belangrijk dat u genoeg drinkt. Genoeg betekent dat u per dag 1 ½ tot 2 liter moet drinken; dit zijn 16 kopjes of 10 bekers per dag.
  • Alleen op advies van uw behandelteam kunt u 2 tot 4 keer per dag 2 tabletten (1000mg) paracetamol innemen tegen de koorts.
  • Heeft u koorts van 38,5°C of hoger, hevige rillingen of voelt u zich ziek (ook bij verhoging 38°C), neem dan direct contact op met uw behandelteam.


Mondproblemen

Door doelgerichte therapie kan het mondslijmvlies beschadigd raken. Er ontstaat een ontstekingsreactie in de mond: ook wel orale mucositis genoemd. Hierdoor ontstaan geïrriteerde en/of kapotte mondslijmvliezen. Dit geeft verschillende klachten en verhoogt de kans op infecties. Het is belangrijk om voor start van uw behandeling naar de tandarts te gaan. Mocht u onverwachts toch tijdens de behandeling naar de tandarts moeten, overleg dan altijd met uw behandelteam wanneer u dit het beste kunt doen.

Algemene adviezen voor een goede mondhygiëne
  • Poets uw tanden na elke maaltijd en voor het slapen gaan.
  • Poets uw tanden met een zachte tandenborstel.
  • Poets met een fluoride-houdende milde tandpasta.
  • Wacht minstens een half uur na de maaltijd voor u de tanden poetst.
  • Flos uw tanden 1 keer per dag. Als u het niet gewend bent om te flossen, is dit niet het moment om ermee te starten.. Als u dit niet gewend bent kan het wondjes kan veroorzaken.
  • Spoel uw mond na het tandenpoetsen met een zoutoplossing: 1 theelepel keukenzout in 1 liter water of evt kamille-thee/ kamillosan.
  • Regelmatig koud drinken kan de schade aan uw mondslijmvliezen gedeeltelijk voorkomen.
  • Houd uw lippen vochtig met een neutrale lippenbalsem.
  • Drink voldoende.
Algemene adviezen voor een goede hygiëne van uw gebitsprothese
  • Spoel de prothese na elke maaltijd af onder stromend water.
  • Reinig uw kunstgebit minstens een keer per dag met een daarvoor geschikt reinigingsmiddel en spoel het nadien goed af.
  • Bewaar het steeds op een droge plaats en reinig het gebit voordat u het weer in de mond steekt.
  • Neem de prothese ’s nachts en enkele uren per dag uit de mond. Zo krijgt uw mondslijmvlies wat rust.
Ontsteking van de mondslijmvliezen
Door de therapie kan er een ontsteking van de mondslijmvliezen ontstaan. We noemen dit mucositis. De ontsteking is tijdelijk, maar de mond kan pijnlijk en gevoelig zijn bij het eten, drinken en spreken.

Klachten waaraan u dat merkt, zijn:
  • droge mond
  • rood slijmvlies in de mond
  • brandend gevoel in mond of keel
  • brandende tong
  • pijnlijke lippen
  • snel bloedend tandvlees
  • aften of zweertjes
  • gevoelige, pijnlijke keel
Adviezen bij irritatie in de mond
  • Een goede mondhygiëne is belangrijk bij de behandeling van mondproblemen.
  • Bij pijn eet u zacht voedsel.
  • Bij pijn kunt u thuis ijspilletjes (kleine ijsblokjes) gebruiken.
  • Bij geïrriteerd mondslijmvlies kan u een Kamillosan of zoutwater mondspoelmiddel gebruiken;
  • Vermijd gekruid eten, zuur, droog, krokant, zeer koud of zeer warm voedsel bij pijn en wondjes in de mond.
  • Drink geen alcohol: alcohol droogt de mond uit.
Zie ook de website: https://www.voedingenkankerinfo.nl/er-bezwaar-tegen-het-gebruik-van-alcohol/

Schildklierproblemen

De behandeling kan invloed hebben op de werking van de schildklier. Hierdoor kan uw schildklier te snel of te traag gaan werken. We zullen de werking van uw schildklier elke behandeling controleren met een bloedonderzoek.

Een te snel werkende schildklier maakt te veel schildklierhormoon aan. Hierdoor versnellen lichamelijke en geestelijke processen.

Bij een te snel werkende schildklier heeft u de volgende klachten:
  • hartkloppingen
  • beven
  • zweten
  • een gejaagd of geïrriteerd gevoel
  • vermoeidheid
  • diarree
  • gewichtsverlies
  • een opgezette schildklier
Een te traag werkende schildklier maakt te weinig schildklierhormoon aan. Hierdoor vertragen lichamelijke en geestelijke processen.

Bij een te traag werkende schildklier kunt u de volgende klachten hebben:
  • verlies van emotie en enthousiasme
  • extreme vermoeidheid
  • hartproblemen
  • libidoverlies
  • gevoeligheid voor kou
  • gewichtstoename
Advies
Meld uw klachten altijd bij uw behandelteam.

Slapeloosheid

Slapeloosheid bestaat uit drie soorten van slaapproblemen:
  • moeilijk inslapen
  • moeilijk doorslapen
  • vroeg wakker worden
Vaak komt slapeloosheid door een combinatie van een aantal problemen. Er komt natuurlijk veel op u af en u heeft zorgen en spanning. Maar ook door de behandeling kunt u last krijgen van slapeloosheid. Door slapeloosheid heeft u last van de volgende klachten:
  • vermoeidheid
  • slaperigheid
  • lusteloosheid of prikkelbaarheid
  • moeite met concentreren
We raden het gebruik van slaapmedicatie niet aan. De slaapmedicatie werkt namelijk maar voor een deel en het effect neem snel af. Daarnaast kunt u last krijgen van bijwerkingen zoals sufheid, beïnvloeding van de rijvaardigheid en valneigingen.

Advies
  • Drink geen cafeïne voor het slapen gaan.
  • Maak geen gebruik van telefoon of tablet (vanwege het blauwe licht).
  • Doe een uurtje voor u gaat slapen iets leuks en ontspannen.
  • Neem een warme douche of ga in bad voor het slapen gaan.
  • Houd vaste tijden aan om naar bed te gaan en op te staan.


Vocht vasthouden (oedeem)

Door de behandeling kunt u last krijgen van vochtophopingen op plekken waar normaal bijna geen vocht zit, bijvoorbeeld rond de enkels of in het gezicht.

Dat kan de volgende klachten geven:
  • minder plassen
  • dikke enkels, voeten en/of benen, handen of armen
  • toename van het gewicht
  • kortademigheid
Advies
  • Controleer uw gewicht regelmatig.
  • Komt u in korte tijd veel aan of merkt u dat u vocht vasthoudt, neem dan contact op met uw behandelteam.
  • Neem bij kortademigheid contact op met uw behandelteam.


Algemene bijwerkingen/invloed op

Concentratie/geheugenproblemen

We horen vaak van mensen dat ze last hebben van een slechter geheugen, dat ze zich minder goed kunnen concentreren en dat ze problemen hebben met plannen. We noemen dit cognitieve problemen. Deze problemen zijn bij de meeste mensen tijdelijk, ook al blijven ze soms langer aanwezig na de behandeling.

Advies
  • U kunt gebruik maken van een agenda of dagplanner.
  • Zorg ervoor dat u orde en structuur in uw dag aanbrengt.
  • Geef uw lichaam tijd om te herstellen.
  • Zoek naar manieren om uw hoofd leeg te maken met ontspannende activiteiten.
  • Ontspanningsoefeningen, yoga, mindfulness en haptotherapie kunnen helpen.


Reuk- en smaakveranderingen

Door de behandeling kan uw smaak veranderen. Wat u proeft of hoe iets smaakt verandert door verhoging of verlaging van de zogenoemde ‘smaakdrempels’:
  • De uitgesproken smaken zoals zoet, zout, zuur of bitter proeven anders.
  • Een bittere smaak (‘metalig, gallig’) kan overheersen.
  • Uw smaak kan ook verminderen Ook uw reuk kan veranderen:
  • U kunt ongevoelig voor geuren worden. (u ruikt veel minder of niks)
  • Of juist een overgevoeligheid voor geuren (u ruikt alles sterker).
  • Beiden hoeven niet overeen te komen met de smaak.
Advies
Uw reuk- en smaakvermogen kan elke dag wisselen. Om toch met plezier te kunnen blijven eten, kunt u de volgende dingen doen:
  • Het is mogelijk om een ‘proef’ middag bij te wonen. Vanuit het Erasmus MC wordt 2 keer per jaar een middag georganiseerd. Tijdens deze middag geven we u achtergrondinformatie over hoe u met een kleine aanpassingen, zoals het gebruiken van verschillende kruiden en specerijen, inspiratie kunt op doen om het eten lekkerder te maken. Voor informatie kunt u terecht bij de Patio; www.erasmusmcpatio.nl.
  • Een goede mondhygiëne is belangrijk. Poets na iedere maaltijd uw tanden of maak uw gebitsprothese dagelijks schoon.
  • Spoel voor en na de maaltijd uw mond met water.
  • Kauwen op een snoepje of suikervrije kauwgom kan de vieze smaak verminderen.
  • Soms verdwijnt een vieze smaak even door iets met een sterke of pikante smaak te eten, bijvoorbeeld basilicum, rozemarijn, oregano, dragon, munt, curry, citroen, nasi of bami. Een saus toevoegen kan ook (o.a. zoetzure saus).
  • Drink minimaal 1,5 liter per dag. Drink water, bouillon, soep, melk, thee en vruchtensappen (geen citrus). Het is belangrijk om voor dranken te kiezen die u energie geven, zeker als u gewicht verliest.
  • Producten waar u echt een afkeer van heeft gekregen, kunt u beter niet eten/drinken. Vaak zijn dat gerechten met een sterke geur zoals gebraden/gebakken vlees, koffie, gefrituurde gerechten, broccoli, bloemkool, ui en spruitjes. Vervang vlees door vis, (koude) kip, vleeswaren, kaas, een eiergerecht of vegetarische producten of verwerk vlees in sauzen, zoals spaghettisaus.
  • Als klassieke warme maaltijden (aardappelen, groenten, vlees/vis) u niet meer smaken, kunt u de warme maaltijd vervangen door een broodmaaltijd met hartig beleg, melk en fruit.
  • Als gekookte groenten u niet smaken, probeer dan een rauwkostsalade of drink een extra glas groente-of vruchtensap.
  • Veel mensen krijgen een afkeer voor cosmetica, bloemen, tabaksrook en schoonmaakmiddelen.
  • Zorg voor genoeg frisse lucht tijdens het koken als u last heeft van reukveranderingen.
  • Kijk op: www.beleefjesmaak.nl voor tips bij reuk- en smaakveranderingen en recepten.


Seksueel verlangen

Door de behandeling kunt u minder zin hebben om te vrijen. Dat betekent niet automatisch dat u minder behoefte heeft aan intimiteit. Ook uw partner kan het soms moeilijk vinden om lichamelijk contact te hebben, bijvoorbeeld omdat hij/zij denkt dat u daar nog niet aan toe bent. Voor u beiden is het belangrijk dat er aandacht is voor de verschillende gevoelens en behoeften. Neem samen de tijd om weer vertrouwd te raken met uw lichaam en te verwerken wat er veranderd is door de ziekte en de behandeling. Het is een situatie waar u en uw partner zelf een oplossing voor kunnen zoeken, eventueel met behulp van een therapeut.
Meer informatie over seksualiteit en intimiteit

Advies

  • Door ziekte, vermoeidheid en angst kunt u minder zin krijgen in seks. Dit kan voor u en uw partner ongerustheid en spanningen veroorzaken. U zult beiden de veranderingen moeten leren accepteren. Een eerlijke en open communicatie is erg belangrijk. Praat met uw partner over uw gevoelens.
  • Medicatie kan invloed hebben op de beleving van seksualiteit.
  • Maak gebruik van een glijmiddel bij droge vaginale slijmvliezen.
  • Speelt vermoeidheid voor u mee bij het vrijen? Probeer bijvoorbeeld het op een ander tijdstip, bijvoorbeeld ’s ochtends. Misschien heeft u er dan meer energie voor.
  • Seksuele problemen zijn soms moeilijk bespreekbaar. Het is voor u goed om te weten dat het heel normaal is om seksuele klachten met uw behandelteam te bespreken.
  • Als het nodig is, kan uw behandelteam u doorverwijzen naar een seksuoloog.
  • Klik hier voor een seksuoloog bij u in de buurt.


Vermoeidheid

Door de behandeling kunt u vermoeid worden. De meest voorkomende klachten zijn:
  • voortdurend een gevoel van algemene zwakte en psychische uitputting
  • concentratieproblemen
  • lichamelijke en/of geestelijke inspanning kost meer moeite
  • een (groot) gebrek aan energie, u denkt niets meer te kunnen
  • prikkelbaarheid
  • emotionele labiliteit, stemmingswisselingen
  • gebrek aan aandacht voor de omgeving
  • slaperigheid en lusteloosheid
  • geheugenproblemen
De vermoeidheidsklachten kunnen na de behandeling nog lang aanhouden. Soms enkele maanden, soms zelfs jaren. De vermoeidheid kan veroorzaakt worden door lichamelijke, psychische en emotionele omstandigheden.

Advies
  • Beweeg zoveel mogelijk, want als u minder doet, gaat uw conditie achteruit.
  • Overweeg te sporten met een fysiotherapeut die gespecialiseerd is in oncologie.
  • Als u graag zwemt, overleg dat dan met uw behandelteam. Zij kunnen u vertellen of u mag gaan zwemmen of niet.
  • Overweeg om gebruik te maken van mindfulness of yoga.
  • Uw energie is kostbaar, ga er zorgvuldig mee om. Plan niet teveel activiteiten op één dag. Verdeel dingen die u wilt doen over de week.
  • Bepaal zelf waaraan u energie wilt besteden. Wissel dingen die u móet doen af met leuke dingen waar u energie van krijgt.
  • Wees duidelijk over wat u wel en niet kunt en wilt doen, stel daarin uw grenzen.
  • Vraag zo nodig hulp van familie of vrienden of schakel de thuiszorg in.
  • Zorg dat u genoeg uren kunt slapen, houd u aan vaste tijden om naar bed te gaan en op te staan. Probeer op vaste tijden op te staan en naar bed te gaan, ook in het weekend.
  • Neem tijd voor leuke en ontspannende dingen.
  • Eet gezond en eiwitrijk, dit is belangrijk voor een goede conditie.
  • Drink liever geen alcohol.
Zie ook de website www.kanker.nl voor meer informatie over vermoeidheid.
Raadpleeg de Verwijsgids Kanker welke zorgverleners bij u in de buurt u kunnen helpen met klachten van vermoeidheid.
Fysiotherapeut (Oncologie-) - IKNL | Verwijsgids Kanker

Vruchtbaarheidsproblemen

Zowel bij mannen als bij vrouwen kan de behandeling (tijdelijk) verminderde vruchtbaarheid of onvruchtbaarheid veroorzaken. Of u onvruchtbaar wordt, hangt af van:
  • het soort medicijn
  • de combinatie van medicijnen
  • de hoeveelheid medicijnen
  • de aard van de ziekte
  • uw leeftijd
Advies
  • Meestal is het belangrijk dat u of uw partner niet zwanger wordt tijdens de behandeling, bespreek dit met uw behandelteam.
  • Vraag uw behandelteam wat uw vooruitzichten zijn.
  • Bent u een man, bespreek dan met uw behandelteam de mogelijkheid van invriezen van sperma vóór het starten van de behandeling.
  • Bent u een vrouw, bespreek dan met uw behandelend specialist de mogelijkheid van vruchtbaarheidsbehoud en laat u, als u dat wilt, doorverwijzen naar een gespecialiseerde gynaecoloog.



Zwangerschap, kans op aangeboren afwijkingen

De medicijnen die u krijgt kunnen schadelijk zijn voor het erfelijk materiaal (DNA) van voortplantingscellen (eicellen en sperma). Daarom moet u tijdens de behandeling een zwangerschap voorkomen. Overleg dit met uw behandelteam. Uw lichaam moet na de behandeling eerst goed herstellen, voordat u of uw partner weer zwanger wordt. Bij mannen kan het soms 4 tot 5 jaar duren voordat de aanmaak en kwaliteit van het sperma weer normaal is.

Advies
  • Meestal is het belangrijk dat u of uw partner niet zwanger wordt tijdens de behandeling, bespreek dit met uw behandelteam.
  • Afhankelijk van uw diagnose, moet u ervoor zorgen dat u of uw partner 3 tot 12 maanden ná de behandeling ook niet zwanger wordt.
  • Bespreek uw kinderwens met uw behandelteam.
  • Mocht u onverhoopt toch zwanger raken, geef dit dan onmiddellijk door aan uw behandelteam. Dit is van groot belang voor het vaststellen/ aanpassen van de (vervolg)behandeling.


Extra info over veilig omgaan met uitscheidingsmiddelen

U hoeft tijdens en gedurende de therapie geen beschermende maatregelen te treffen.

Praktische informatie

Rondom de toediening van de kuur
  • Maak gebruik van anticonceptie, zie kopje ‘zwangerschap, kans op aangeboren afwijkingen’.
  • Overleg met uw behandelteam of uw anticonceptiepil veilig is en gebruikt mag worden.


Medicijnen
  • Geef aan uw behandelteam door welke medicijnen u gebruikt.
  • Geef niet alleen eenvoudige medicijnen door die u gebruikt zoals aspirine, paracetamol, maar ook de door u gebruikte voedingssupplementen, visoliecapsules, vitamines of homeopathische- en kruidengeneesmiddelen.
  • Geef toestemming aan uw eigen apotheek om uw medicijndossier open te zetten via het Landelijk Schakelpunt, zodat het dossier beschikbaar is. Zo kunnen we uw dossier inzien als dat nodig is voor uw behandeling.


Voeding en advies
  • Soms is het eten of drinken van vette vis, grapefruit(sap) of grapefruitkruisingen (o.a. pomelo, mineola), niet toegestaan. Bespreek dit met uw behandelteam. https://www.voedingenkankerinfo.nl/mag-ik-vis-eten-en-visolie-gebruiken-bij-chemotherapie/
  • Als u een bepaald dieet volgt of wilt volgen, is het belangrijk dat u in goede conditie bent en op gewicht blijft. Ook tijdens uw eventuele opname is het meestal mogelijk om het door u gewenste dieet te volgen (binnen de mogelijkheden van de keuken). U kunt dit bespreken met de verpleegkundige of zorgassistente.


Alcohol en doelgerichte therapie
  • Het drinken van alcohol tijdens een behandeling is niet in alle situaties 'verboden'. Drink altijd met mate en houd er rekening mee dat alles wat u drinkt anders kan smaken en anders kan 'vallen'.
  • Vraag uw behandelteam of er in uw situatie een reden is om helemaal geen alcohol te drinken.


Andere zorgverleners
  • Uw huisarts wordt door uw behandelteam geïnformeerd. We adviseren u om ook zelf contact op te nemen met uw huisarts.
  • Als u een oproep krijgt voor een griep/covid prik, adviseren we u om deze te gaan halen. We krijgen vaak de vraag wanneer de griep/covid prik gehaald moet worden tijdens de behandeling met chemo-, doelgerichte- of radiotherapie. Het is gebleken dat het niet uitmaakt op welk moment u tijdens de therapie de griepprik krijgt.
Let op:
    • Patiënten die het afgelopen jaar een stamceltransplantatie hebben ondergaan moeten eerst met hun behandelend Hematoloog overleggen of ze gevaccineerd mogen worden.
    • Patiënten die deelnemen aan een studie moeten ook eerst overleggen met hun behandelteam.
  • Zorg voor aanvang van uw behandeling dat uw gebit gecontroleerd is en dat eventuele behandelingen aan het gebit zijn gedaan.

AutorijdenSommige therapie in tablet/ capsule vorm, maar ook medicijnen die u voor de kuur inneemt of krijgt toegediend kunnen de rijvaardigheid beïnvloeden.
  • Sunitinib is niet van invloed op uw rijvaardigheid.
  • Vraag bij twijfel om advies bij het behandelteam.

Vervoersregeling
  • In de basisverzekering is een regeling opgenomen voor vergoeding van vervoer.
  • Neem contact op met uw zorgverzekeraar om te vragen hoe u deze vergoeding aan kunt vragen.
  • U kunt gebruik maken van eigen vervoer of taxivervoer.


Werken
  • Blijft u doorwerken of stopt u (tijdelijk)? Het is belangrijk om goed met uw werkgever of opdrachtgevers te overleggen en in contact te blijven met collega’s.
  • Neem contact op met de bedrijfsarts.
  • Zie hiervoor de website: https://nfk.nl/kanker-en-werk/werken-met-of-na-kanker


Zwemmen en saunabezoek
Er zijn verschillende redenen waarom we u adviseren om niet naar de sauna of het zwembad te gaan:
  • U kunt meer last kunt hebben van de warmte dan u gewend bent, waardoor uw bloeddruk zakt.
  • Als uw afweer verminderd is, is het niet verstandig om naar het zwembad of de sauna te gaan, vanwege uw verlaagde weerstand.

Disclaimer

De informatie in deze folder is zorgvuldig samengesteld en is gebaseerd op de teksten die te vinden zijn op www.bijwerkingenbijkanker.nl. Middelen bij kwaadaardige aandoeningen zijn doorgaans sterk werkzame geneesmiddelen die veel bijwerkingen kunnen veroorzaken. Het optreden van bijwerkingen is onder andere afhankelijk van de dosering, de duur van de behandeling, de combinatie met andere geneesmiddelen, het onderliggend ziektebeeld en eventueel aanwezige orgaanfunctiestoornissen. Daarnaast is er een verschil in het optreden van bijwerkingen tussen verschillende patiënten. Bijwerkingen kunnen onmiddellijk na het toedienen, maar ook veel later optreden.

Ondanks de onvoorspelbaarheid van het optreden en de ernst van bijwerkingen hebben we ernaar gestreefd veel gerapporteerde bijwerkingen in het systeem op te nemen. Op de informatie voor de patiënt zijn slechts de bijwerkingen gemeld die bij meer dan 10% van de patiënten voorkomen.

Auteursrecht

De informatie op deze site mag worden gebruikt, op voorwaarde dat de bron vermeld wordt.
Referenties naar deze website:


Wanneer contact opnemen?

Matige en niet-spoedeisende klachtenErnstige en spoedeisende klachten
Graag contact opnemen bij de volgende klachten:
  • Als u langer dan 3 dagen geen ontlasting heeft
    3 tot 4 keer per dag diarree
  • Meer dan 2 keer per dag braken a Pijn of branderig gevoel bij het plassen
    Duizeligheid of ernstige moeheid, waarbij u meer dan de helft van de dag op bed/bank ligt
  • Pijn in de mond, waardoor u problemen of pijn heeft met slikken
  • Temperatuur van 38.0 – 38.4 °C en u zich niet lekker voelt
  • Jeuk en / of huiduitslag
  • Pijnklachten die niet onder controle zijn met de huidige pijnstilling
  • Als u niet zeker weet of de klachten die u heeft ‘normaal’ zijn
Bellen bij niet spoedeisende klachten
Maandag t/m vrijdag tijdens telefonische spreekuren van 8.00-16.00 uur.
010 - 704 19 48

Indien u acuut hulp nodig heeft belt u dan met spoednummer huisarts of 112

Graag contact opnemen bij de volgende klachten:

  • Koorts (temperatuur boven 38,5°C) a Koude rillingen
    Bij ernstig aanhoudend braken (meer dan 5 keer per dag)
  • Ernstige (water) dunne ontlasting (meer dan 4 keer per dag)
  • Bloed in urine of ontlasting
  • Bloedneuzen
  • Bij blauwe plekken zonder dat u zich heeft gestoten
  • Plotselinge veranderingen in conditie, kortademigheid, hoofdpijn, uitvalverschijnselen of als u het niet vertrouwt
Bellen bij spoedeisende klachten
Binnen kantooruren
(maandag t/m vrijdag van 8.00-16.00 uur).
010 - 704 19 48

Buiten kantooruren (16.00-8.00 uur) zaterdag, zondag en feestdagen.
06 - 33 34 20 86