Een voorlichtingsgesprek over doelgerichte therapie
Wat kunt u verwachten van het voorlichtingsgesprek?
De oncologieverpleegkundige zal u vragen wat u al weet over de behandeling en welke informatie u nog nodig heeft. Samen met de verpleegkundige stelt u vast welke onderwerpen in ieder geval worden besproken.De oncologieverpleegkundige vertelt u:
- welke behandeling u krijgt en hoe deze werkt
- over bijwerkingen die kunnen optreden als gevolg van de behandeling
- wat u kunt doen of wat het ziekenhuis kan doen aan de bijwerkingen
Wat neemt u mee naar het gesprek
- deze informatie (online op uw telefoon of op papier)
- de medicijnen die de internist-oncoloog heeft voorgeschreven
Tijdens het voorlichtingsgesprek
Tijdens het gesprek worden de volgende dingen zeker besproken:- De naam van de kuur
- de werking van de therapie
- wijze van toedienen:
- via tabletten
- Het toedieningsschema:
- aantal kuren
- duur van de kuur
- om de hoeveel weken u een kuur krijgt
- Als u medicijnen moet innemen:
- hoe vaak per dag u medicijnen moet innemen
- hoeveel dagen
- mogelijke rustperiode
- gebruik van medicijnen samen met voeding
- gebruik medicijnen samen met andere medicijnen
- wat te doen als u een dosering heeft gemist
- en/of hoe lang u de tabletten moet slikken
Kruis aan wat u zelf nog wilt bespreken:
Ziet u dit op een webpagina? Dan kunt u de folder uitprinten door op de 'download PDF' knop te klikken.- Medische informatie over de doelgerichte therapie die ik krijg (bijvoorbeeld de werking in het lichaam).
- Het doel van de behandeling.
- De bijwerkingen die kunnen voorkomen bij deze behandeling.
- Hoe waarschijnlijk is het dat ik bepaalde bijwerkingen krijg.
- Wat kan de specialist of verpleegkundige doen om bijwerkingen te voorkomen of te verminderen.
- Wat kan ik zelf aan de bijwerkingen doen.
- Wanneer ik contact op moet nemen met het ziekenhuis.
- Hoe moet ik contact opnemen met het ziekenhuis.
- Wat zijn de praktische gevolgen van de behandeling voor mijn dagelijkse leven (bijvoorbeeld huishouden of hobby's).
- Welke gevoelens kan de behandeling losmaken (bijvoorbeeld angst, somberheid, hoop, sneller emotioneel).
- Hoe kan ik en mijn naasten (bijvoorbeeld partner, kinderen) met de ziekte en/of behandeling omgaan.
- Wat mijn naasten kunnen doen om mij te (onder)steunen.
- Wat de invloed is van de behandeling op seksualiteit.
- Hoe ik in contact kan komen met lotgenoten.
- Of ik thuis extra hulp nodig heb en hoe ik dat kan regelen.
- Ondersteuning van maatschappelijk werk of een psycholoog.
- De gang van zaken in het ziekenhuis.
- Wat gebeurt er als ik afzie van de behandeling (twijfel over keuze, vooruitzichten, verdere begeleiding).
Contact
Wanneer u doelgerichte therapie krijgt, zijn er situaties waarin het belangrijk is dat u contact opneemt met het ziekenhuis. De oncologieverpleegkundige vertelt u welke situaties dit zijn.
- Bij niet-spoedeisende klachten 010-7041948 (maandag t/m vrijdag tijdens telefonisch spreekuur van 8.00-16.00)
- Bij spoedeisende klachten binnen kantoortijden 010-7041948 (maandag t/m vrijdag 8.00-16.00 uur)
- Bij spoedeisende klachten buiten kantoortijden 06-33342086 (maandag t/m vrijdag van 16.00-8.00 uur, zaterdag, zondag en feestdagen)
Behandelschema vandetanib
Deze kuur bestaat uit één medicijn. Ook kunt nog andere medicijnen krijgen. Deze andere medicijnen krijgt u als ondersteuning van de behandeling, bijvoorbeeld om uw bijwerkingen te beperken.
Wijze van innemen:
Cytostatica/ medicijnen | Dag | Wijze van toediening |
Dagelijks | ||
Vandetanib | X | Tabletten,1x per dag , dosering iom het behandelteam |
Wijze van innemen:
- Slik de tabletten in zijn geheel door met water.
- Als u moeite heeft met slikken, mag u het tablet ook oplossen in een half glas water. U mag hiervoor geen andere vloeistoffen gebruiken. Doe het tablet in zijn geheel in het water en wacht 10 minuten onder af en toe roeren. Als de tablet uiteen is gevallen, de vloeistof omroeren en direct opdrinken. Zitten er nog resten van de tablet in het glas? Voeg dan opnieuw water toe en drink dit ook op.
- Neem de voorgeschreven dosis iedere dag rond dezelfde tijd in.
- Is de volgende geplande inname over meer dan 12 uur? Neem de vergeten tablet zo snel mogelijk in en neem de volgende tablet gewoon op het tijdstip dat is ingepland.
- Is de volgende geplande inname in minder dan 12 uur? Neem dan de vergeten tablet niet in en neem de volgende dosis gewoon zoals gepland. Meldt dit aan het behandelteam.
- Neem geen dubbele dosis (twee doses tegelijkertijd) om een vergeten dosis in te halen.
- Het is belangrijk dat u de vandetanib dagelijks inneemt. Stop niet met de behandeling zonder overleg met uw behandelteam.
Medicatie tegen misselijkheid
Van de doelgerichte therapie die u krijgt worden mensen vaak niet misselijk. Wordt u toch misselijk? Dan kunt u thuis de metoclopramide innemen volgens het recept dat u van uw behandelteam heeft meegekregen.
Dag 1 (ZH) Voor start chemotherapie | Dag 2 (thuis) Na het ontbijt | Dag 3 (thuis) Na het ontbijt | Dag 4 (thuis) Na het ontbijt | Dag 5 en verder (thuis) | |
Metoclopramide | Zn tot 3 x daags 1 tablet | Zn tot 3 x daags 1 tablet | Zn tot 3 x daags 1 tablet | Zn tot 3 x daags 1 tablet | Zn tot 3 x daags 1 tablet |
Mogelijke bijwerkingen van de medicatie tegen misselijkheid
De medicijnen tegen de misselijkheid kunnen helaas soms bijwerkingen veroorzaken. De bijwerkingen zijn:- Metoclopramide kan slaperigheid geven. In zeldzame gevallen kan het medicijn ook spiertrekkingen, stijfheid of bewegingsonrust geven.
Bijwerkingen
We geven tegenwoordig naast chemotherapie ook doelgerichte therapie (targeted therapy) voor kanker. Bij tumorcellen zijn signalen in de cel ontregeld, waardoor een cel onbeperkt gaat groeien. Hierdoor wordt een normale cel een kankercel. Doelgerichte therapie maakt deze signalen weer normaal, waardoor een cel minder hard gaat groeien.
Doelgerichte therapie is gericht op het beschadigen van de kankercellen, maar kan helaas ook schade veroorzaken aan gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunt u bijwerkingen krijgen. Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, terwijl anderen er weinig van merken. De ernst van de bijwerkingen heeft niets te maken met het resultaat van de behandeling.
Vandetanib voorkomt dat er nieuwe bloedvaten worden gemaakt. Als er minder bloedvaten zijn, gaat er minder bloed en dus ook minder zuurstof en voedingsstoffen naar de tumor. Zo groeit de tumor minder hard en stopt hij met groeien.
De meeste bijwerkingen zijn tijdelijk en verminderen geleidelijk na het stoppen van de therapie.
Vaak voorkomende bijwerkingen bij vandetanib zijn;
Doelgerichte therapie is gericht op het beschadigen van de kankercellen, maar kan helaas ook schade veroorzaken aan gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunt u bijwerkingen krijgen. Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, terwijl anderen er weinig van merken. De ernst van de bijwerkingen heeft niets te maken met het resultaat van de behandeling.
Vandetanib voorkomt dat er nieuwe bloedvaten worden gemaakt. Als er minder bloedvaten zijn, gaat er minder bloed en dus ook minder zuurstof en voedingsstoffen naar de tumor. Zo groeit de tumor minder hard en stopt hij met groeien.
De meeste bijwerkingen zijn tijdelijk en verminderen geleidelijk na het stoppen van de therapie.
Vaak voorkomende bijwerkingen bij vandetanib zijn;
- Benauwdheid/longklachten
- Bloeddruk: hoge bloeddruk
- Buikpijn
- Darmen: diarree
- Duizeligheid
- Eetlust, verminderd
- Hartproblemen
- Hoofdpijn
- Huid en nagels: droge huid en nagels; acné-achtige uitslag en huiduitslag
- Jeuk
- Lichtovergevoeligheid
- Misselijkheid en braken
- Nierfunctiestoornis
- Oogklachten
- Slapeloosheid
- Vocht vasthouden (oedeem)
- Zenuwbeschadiging (neuropathie)
- Concentratie/geheugenproblemen
- Menstruatiestoornissen
- Psychische gevolgen
- Reuk- en smaakveranderingen
- Seksueel verlangen
- Vermoeidheid
- Vruchtbaarheidsproblemen
- Zwangerschap, kans op aangeboren afwijkingen
Vaak voorkomende bijwerkingen en adviezen
Benauwdheid/longklachten
Bij benauwdheid heeft u het vervelende en vooral angstige gevoel dat u niet of onvoldoende kunt ademhalen. De behandeling kan uw longen aantasten en de longfunctie verminderen.Klachten kunnen zijn:
- hoesten zonder opgeven van slijm
- kortademigheid, eerst bij lichamelijke inspanning en later ook in rust
- moeizame ademhaling
- druk op de borst
- vermoeidheid
- gevoel van benauwdheid
- snelle ademhaling, die u niet kunt corrigeren
- koorts (bijvoorbeeld bij een longontsteking)
Sommige oorzaken van longklachten (zoals longontsteking, longoedeem of longembolie) zijn ernstig, maar geven dezelfde klachten als minder ernstige oorzaken. Meld uw klachten daarom altijd bij het behandelteam.
Bloeddruk
De behandeling kan uw bloeddruk verhogen.Hoge bloeddruk
Een hoge bloeddruk voelt u meestal niet.Is uw bloeddruk extreem hoog, dan kunt u de volgende klachten hebben:
- hoofdpijn
- kortademigheid
- problemen met zien
- duizeligheid
- overmatig blozen
- Heeft u één van bovengenoemde klachten? Neem dan contact op met uw behandelteam. Het behandelteam schrijft u medicijnen voor als dat nodig is. Ook zullen we uw bloeddruk regelmatig controleren.
- Beperk zoutinname, maak gebruik van ongezouten (dieet-)halvarine of (dieet-)margarine op het brood. Beleg maximaal 2 boterhammen met licht gezouten vleeswaren per dag.
- Voeg geen keukenzout of zeezout toe aan de maaltijden.
Buikpijn
Door de behandeling kunt u buikpijn krijgen. Dat kan variëren van pijn in de maagstreek tot pijn in de onderbuik.Darmen
Door de behandeling kunt u last krijgen van uw darmen. Iedereen heeft een ander ontlastingspatroon. Het is belangrijk dat uw stoelgang regelmatig is en niet te veel afwijkt van het patroon dat u voor de behandeling had.De behandeling die u krijgt kan de beweeglijkheid in uw darmen verminderen, waardoor de darmwerking vermindert. De behandeling kan ook inwerken op de cellen van uw darmen en zo een ontstekingsreactie veroorzaken. Hierdoor kunt u obstipatie of diarree krijgen.
Diarree
Diarree is een waterige dunne ontlasting waarvoor u meer dan 4 keer per dag naar het toilet moet. Bij diarree is de opname van vocht en voedingsstoffen in uw darmen verstoord. Dat komt door irritatie van het slijmvlies van de darm en door een verandering in de stofwisseling van de dunne darm. Bij diarree worden voedingsstoffen in de darmen minder goed opgenomen.Klachten kunnen zijn:
- buikpijn/buikkrampen
- vaak aandrang om het toilet te bezoeken
- zachte tot vloeibare stoelgang, verlies van stoelgang
- slijm of bloed bij de ontlasting
- soms tekenen van uitdroging: dorstgevoel, een droge mond, een droge tong, een droge of gerimpelde huid en donkere urine
- gewichtsverlies
- Drink veel om het vochtverlies aan te vullen en uitdroging te voorkomen. Drink ongeveer 2 liter water per dag (16 kopjes of 10 bekers)
- Drink veel water, thee, bouillon (vooral zout) en tomatensap. Zo vult u de tekorten aan, die diarree veroorzaakt.
- Spreid de maaltijden over de dag (5-6 keer per dag) en sla geen maaltijden over.
- Kauw goed.
- Kies voor voedingsmiddelen met oplosbare vezels zoals witte rijst, wit brood, havermout, bananen, appelmoes of fruit in blik.
- Schil en ontpit fruit. Eet geen druiven, abrikozen, perziken, pruimen, kiwi, ananas en gedroogd fruit.
- Gebruik niet te veel suiker.
- Probeer prikkelende of scherpe voeding te vermijden.
- Eet geen grote maaltijden.
- Eet geen vet.
- Eet geen grove vezels, zoals donker roggebrood en grof volkorenbrood.
- Eet geen gasvormende producten, zoals ui, knoflook, kool, prei.
- Drink geen koolzuurhoudende drank (met prik), geen koffie en geen alcohol.
- Eet eiwitrijk: vlees, vis, eieren, kaas en volle melkproducten.
- Het slijmvlies van de sluitspier kan geïrriteerd raken door de diarree; gebruik daarom zacht toiletpapier of een washandje. Zorg voor een goede lichaamshygiëne en breng een niet geparfumeerde zalf of vaseline aan ter hoogte van de sluitspier om de huid te beschermen.
- Kijk regelmatig na of uw urine niet te donker is. Donkere urine kan op uitdroging wijzen.
- Weeg u 1 keer per week om uw gewicht te volgen.
- Bespreek met uw behandelteam of u medicatie mag nemen bij diarree.
- Heeft u langer dan 24 uur hevige diarree (meer dan 4 keer per dag), overlegt u dan met uw behandelteam, zie het kopje Wanneer contact opnemen?
Duizeligheid
Door de behandeling kunt u duizelig worden.Klachten kunnen zijn:
- u voelt zich licht in het hoofd
- u heeft een onvast gevoel in de benen
- u heeft last van draaiduizeligheid
- U kunt de klachten verlichten of proberen te voorkomen door rustig op te staan of langzaam van houding te veranderen en niet plotseling te bewegen.
- Neem contact op met uw behandelteam bij klachten van draaiduizeligheid en wanneer bovenstaande klachten aanhouden of verergeren.
Eetlust, verminderd
Uw ziekte en behandeling kunnen lichamelijk en emotioneel zwaar zijn. Daardoor heeft u minder eetlust. Eet u minder dan u nodig heeft, dan valt u af. Bent u in korte tijd veel afgevallen, dan is het belangrijk om extra aandacht aan uw voeding te besteden. Gewichtsverlies voor of tijdens een behandeling is niet goed voor uw conditie. Ook kan uw herstel langer duren.Om uw gewicht en conditie op peil te houden, moet u voldoende energie (calorieën), eiwitten, vocht en voedingsstoffen zoals vitamines en mineralen binnenkrijgen.
Advies
Controleer uw gewicht. Door uzelf regelmatig te wegen, bijvoorbeeld één keer per week, kunt u bijhouden of u afvalt.
Tips om de eetlust weer op te wekken:
- Probeer eens andere eetwaren uit en maak het eten eens op een andere manier klaar.
- Als u geen zin heeft om te koken, vraag dan iemand anders om dat te doen.
- Beweeg regelmatig en ga regelmatig een frisse neus halen.
- Zorg dat u altijd een tussendoortje op zak heeft als u ergens naar toe gaat.
- Neem de maaltijden in een rustige en aangename omgeving.
- Vergeet ook hapjes en drankjes niet zoals vruchtensap, schijfjes appel, kauwgom, bouillon enz.
- Drink niet vlak voor de maaltijd. Anders neemt de eetlust af. Maar drink wel veel tijdens de maaltijd. Kauw goed op elke hap (met de mond dicht zodat er geen extra lucht bijkomt).
Voor diëtisten bij u in de buurt, raadpleeg hier de Verwijsgids Kanker. Meer informatie over voeding en kanker
Hartproblemen
Tijdens de behandeling krijgt u een medicijn dat het hart kan beschadigen. Het kan ervoor zorgen dat de kracht van de hartspier afneemt. Uw hart kan dan minder goed pompen of klopt onregelmatig. De kans op deze bijwerking is afhankelijk van de totale hoeveelheid van dit medicijn. Loopt u door de behandeling risico op hartbeschadiging? Dan controleert uw behandelteam u regelmatig.Advies
Heeft u een van de volgende klachten? Neem dan contact op met uw behandelteam:
- Extreme vermoeidheid bij lichamelijke inspanning.
- Pijn op de borst.
- Kortademigheid.
- Hartbonzen (vooral ‘s nachts), een onregelmatige hartslag of een erg snelle hartslag vocht vasthouden in de benen (dikke enkels, onderbenen).
Hoofdpijn
Door de behandeling kunt u last krijgen van hoofdpijn. Dit kan samengaan met overgevoeligheid voor licht en geluid.Advies
Overleg met uw behandelteam welke van de onderstaande adviezen bruikbaar zijn voor u.
- Vermijd een prikkelende omgeving: zorg voor een rustige ruimte, eventueel donker.
- Probeer met koude kompressen op het hoofd de pijn te verlichten.
- Overleg met uw behandelteam over het gebruik van pijnstillers.
Huid en nagels
Door de behandeling kan de huid als ook de nagels geïrriteerd raken.Droge huid en nagels
Door de behandeling kan de huid droog en/of schilferig worden. De huid is kwetsbaar, omdat de behandeling ervoor zorgt dat er minder huidcellen worden aangemaakt.Klachten kunnen zijn:
- overgevoeligheid voor zonlicht
- roodheid
- jeuk
- minder hard groeien
- splijten, breken of loslaten
- droger, brozer of zachter worden
- witte lijnen krijgen
Advies huid
- Gebruik bij voorkeur geen zeep tijdens het douchen of baden.
- Gebruik bij voorkeur lauwwarm water.
- Gebruik een beetje amandelolie in het badwater om uw huid soepel te houden. Soms is een medicinale badolie nodig. Uw behandelteam kan u hierover informeren.
- Vermijd producten op alcoholbasis.
- Gebruik ongeparfumeerde bodylotion of crèmes op waterbasis (hydraterend), bijvoorbeeld lanette en cetamacrogol met vaseline.
- Probeer felle zon te vermijden.
- Gebruik altijd een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor (20 of hoger).
- Gebruik tegen de jeuk een koelzalf of mentholpoeder.
- Scheur gebroken of gescheurde nagels niet af, maar gebruik een vijltje of nagelschaartje.
- Bij vijlen is ‘eenrichtingsverkeer' beter dan heen-en-weer vijlen. De kans op scheurtjes is dan kleiner.
- Knip teennagels niet te kort en knip de nagels recht af.
- Gebruik bij voorkeur een nageltang.
- Kunstnagels mogen, maar het is beter om ze niet regelmatig te gebruiken; ze kunnen uw nagels beschadigen en de lijm en remover die u nodig heeft, zijn niet goed voor uw nagels;
- Gebruik nagelverharder, beschermende nagellak of pleisters.
- Als u veel problemen met de nagels heeft, overleg dan met uw behandelteam over het inschakelen van een manicure en/of pedicure gespecialiseerd in de oncologie. Voor pedicures bij u in de buurt, raadpleeg hier de Verwijsgids Kanker.
Acne-achtige uitslag
U kunt door de behandeling last krijgen van een acné-achtige huiduitslag. Dit kunt u vrij snel na het starten van de behandeling krijgen. De uitslag lijkt op acné, maar is geen acné. Deze uitslag komt vooral voor in het gezicht, op de borst, de rug en de ledematen. Na de acné-achtige huiduitslag kunnen er bruine vlekjes ontstaan. Dit zijn pigmentvlekjes. De kans op pigmentvlekjes wordt groter door blootstelling aan zonlicht.Het is belangrijk deze huiduitslag op tijd te behandelen met speciale zalf om infecties te voorkomen. Als dit niet goed genoeg helpt, krijgt u antibiotica.
Deze huiduitslag mag u niet behandelen met anti-acné middelen.
Advies
Neem contact op met het telefonisch spreekuur. Raadpleeg hiervoor het kopje 'Wanneer contact opnemen'.
Wat kunt u zelf doen?
- Laat uw huid zoveel mogelijk met rust, probeer niet te krabben.
- Was uw huid met lauw water en gebruik geen zeep.
- Gebruik een pH-neutrale wasemulsie, bv Sebamed of vraag hiernaar bij uw apotheek of drogist.
- Dep de huid voorzichtig droog.
- Vermijd felle zon en ga niet onder de zonnebank. Gebruik bij zonnig weer. een zonnebrandcrème met beschermingsfactor 30 of hoger als u lang in de zon zit.
- Draag zoveel mogelijk katoen; dit irriteert de huid minder dan synthetische stoffen.
Huiduitslag
Door de behandeling kunt u huiduitslag krijgen. We spreken van uitslag als u last heeft van roodheid, vlekken, puisten, pukkels of blaasjes op uw huid. Dit kan optreden over de gehele huid of in de vorm van een plaatselijke uitslag.Een veel voorkomende vorm van huiduitslag is een allergische reactie op medicijnen. Netelroos is daar een voorbeeld van. Een ander woord voor netelroos is galbulten. De allergische reactie uit zich door een jeukende, rode uitslag. Deze huiduitslag lijkt op de huiduitslag, die u heeft na het aanraken van een brandnetel.
Klachten kunnen zijn:
- roodheid van de huid
- jeuk
- bultjes
- verdikte huid
- overgevoeligheidsreactie/allergische reactie (in de vorm van netelroos)
- Huidreacties kunnen verergeren door zonlicht. Vermijd daarom fel licht op de huid en bescherm de huid met kleren en zonnebrandcrème.
- Bij sommige medicijnen kunt u al verbranden door indirect zonlicht. Dit is zonlicht achter glas.
- Bedek uw armen en benen
- Ga niet achter het glas in de zon zitten
- Verzachtende en beschermende crèmes en zalven bevatten geen werkzame bestanddelen, maar houden de huid wel soepel en voorkomen verdere uitdroging van de huid. Klachten als jeuk, schilfering, kloven en branderige plekken verminderen door deze middelen. De middelen zijn zonder recept verkrijgbaar.
- Crèmes voor een niet al te droge huid: lanettecrème en cetomacrogolcrème
- Crèmes voor een erg droge huid: vaseline lanettecrème en vaseline cetomacrogolcrème
- Mentholgel kan de huid verkoeling geven.
- Bescherm uw lippen met lippenbalsem met UV filter.
Jeuk
Door de behandeling kunt u jeuk krijgen. Heeft u ergens jeuk, dan heeft u de drang geeft om te krabben of te wrijven. Klachten door jeuk kunnen zijn:- roodheid
- uitslag van de huid
- onrustig gevoel
- slecht slapen
- Probeer niet te krabben; concentreer op iets anders.
- Knip uw nagels heel kort en houd ze schoon.
- Jeuk wordt soms erger door warmte of door contact met kleding of beddengoed; probeer hier rekening mee te houden.
- Verzachtende en beschermende crèmes en zalven bevatten geen werkzame bestanddelen, maar houden de huid wel soepel en voorkomen verdere uitdroging van de huid. Klachten als jeuk, schilfering, kloven en branderige plekken verminderen door deze middelen. De middelen zijn zonder recept verkrijgbaar.
- Crèmes voor een niet al te droge huid: lanettecrème en cetomacrogolcrème
- Crèmes voor een erg droge huid: vaseline lanettecrème en vaseline.
- Mentholgel kan de huid verkoelen.
Lichtovergevoeligheid
U kunt een ongewone huidreactie krijgen van de zon of de zonnebank. Deze reactie wordt lichtovergevoeligheid of fotosensibilisatie genoemd. Blootstelling aan zonlicht kan huiduitslag, jeuk, blaasjes, verkleuring van de huid of ernstige verbranding door de zon geven. De klachten treden altijd binnen 48 uur op.Advies
- Meld uw klachten bij uw behandelteam. Blijf zoveel mogelijk uit de zon, met name tussen 10.00 en 15.00 uur.
- Draag beschermende kleding, waaronder hoed en zonnebril, smeer zonnebrandcréme op met een sunblock van minimaal factor 30, gebruik lippenbalsem met minstens factor 30. Ga niet onder de zonnebank.
Misselijkheid en braken
Door de behandeling kunt u last krijgen van misselijkheid en braken. Afhankelijk van de soort therapie krijgt u medicijnen om misselijkheid en braken te verminderen. De klachten verschillen sterk van persoon tot persoon.U kunt de volgende klachten krijgen:
- oprispingen
- kokhalzen en braken
- weinig of geen eetlust
- zwaar of opgeblazen gevoel in de maag
- Neem uw voorgeschreven medicatie stipt in. Zo kunt u de misselijkheid voorkomen.
- Zorg voor goede mond hygiëne zoals tanden poetsen na iedere maaltijd, maak gebruik van een zachte tandenborstel en tandpasta met fluoride.
- Zorg voor een fris gevoel in de mond: bv kauwgom of pepermunt.
- Eet traag en kauw goed.
- Eet waar u zin in heeft.
- Eet wanneer de misselijkheid het minst is.
- Stop met eten als uw misselijkheid erger wordt en probeer het op een later tijdstip.
- Zorg voor voldoende frisse lucht.
- Zorg voor afleiding.
- Eet vaker een kleine maaltijd. Probeer een lege maag te voorkomen door regelmatig een kleinigheidje te eten, zoals een cracker, beschuit of een schaaltje yoghurt.
- Ochtendmisselijkheid vermindert soms na het eten van een toastje of beschuit voor het opstaan. Leg in de avond bijvoorbeeld een pakje toastjes klaar naast het bed of een pakje met soepstengels en smeerkaas.
- Pas de maaltijden aan, neem kleinere porties per dag.
- Probeer genoeg te drinken. Als u te weinig drinkt en te veel vocht verliest door het braken moet u contact opnemen met het ziekenhuis. Te weinig drinken kan het gevoel van misselijkheid erger maken.
- Probeer of het drinken van koolzuurhoudende dranken helpt. De koolzuur kan helpen om overtollige lucht uit de maag op te boeren en zo een vol gevoel te verlichten. Neem de koolzuurhoudende drank niet te koud, dit kan weer maagklachten geven.
- Probeer gerechten die koud of op kamertemperatuur zijn, deze worden vaak beter verdragen. Laat warme voedingsmiddelen en dranken afkoelen tot ze lauwwarm zijn.
- Combineer geen koude en warme gerechten tijdens een maaltijd.
- Drink niet vlak voor of vlak na de maaltijd. Drink pas 30 minuten tot een uur na de maaltijd.
- Vermijd sterke geuren die uw misselijkheid kunnen verergeren: etensgeuren, kruiden, specerijen, parfums, bloemengeuren of schoonmaakmiddelen.
- Ga niet onmiddellijk na de maaltijd liggen: een halfzittende houding is beter.
Nierfunctiestoornis
Door de behandeling kan nierweefsel beschadigen, waardoor de functie van de nier achteruit gaat. Nierproblemen kunt u merken aan:- Het vasthouden van vocht (dikke vingers, enkels of zwaarder worden).
- Weinig of niet meer kunnen plassen.
Advies
Het is zeer belangrijk dat u thuis genoeg drinkt, minstens 1½ tot 2 liter per dag. Dit zijn 16 kopjes of 14 bekers per dag. Heeft u een van de volgende klachten, neem dan contact op met uw behandelteam.
- Als u niet genoeg kunt drinken, minder dan 1½ tot 2 liter per dag.
- Als u last heeft van: een droge mond, droge huid, weinig of niet meer kunnen plassen en een donkere kleur urine. Dit kunnen tekenen zijn van uitdroging.
- Blijft u maar braken of diarree houden? Neem dan contact met ons op. De contactgegevens staan onder het kopje 'wanneer contact opnemen'.
Oogklachten
Door de behandeling kunt u oogklachten krijgen.Klachten kunnen zijn:
- roodheid
- prikkende ogen
- prikkend gevoel of dat er zand in de ogen zit
- ontstoken oogleden
- droogheid
- tranen
- wazig zien
- vervorming van beeld
Advies
- Draag geen contactlenzen tijdens de behandeling. Uw ogen raken daardoor geïrriteerd.
- Bescherm uw ogen tegen scherp licht; soms helpt een zonnebril.
- Gebruik geen oogmake-up.
- Gebruik van kunsttranen, bijvoorbeeld Duratears, kan de irritatie verminderen. Dit kunt u zonder recept halen bij de apotheek of de drogist.
Slapeloosheid
Slapeloosheid bestaat uit drie soorten van slaapproblemen:- moeilijk inslapen
- moeilijk doorslapen
- vroeg wakker worden
- vermoeidheid
- slaperigheid
- lusteloosheid of prikkelbaarheid
- moeite met concentreren
Advies
- Drink geen cafeïne voor het slapen gaan.
- Maak geen gebruik van telefoon of tablet (vanwege het blauwe licht).
- Doe een uurtje voor u gaat slapen iets leuks en ontspannen.
- Neem een warme douche of ga in bad voor het slapen gaan.
- Houd vaste tijden aan om naar bed te gaan en op te staan.
Vocht vasthouden (oedeem)
Door de behandeling kunt u last krijgen van vochtophopingen op plekken waar normaal bijna geen vocht zit, bijvoorbeeld rond de enkels of in het gezicht.Dat kan de volgende klachten geven:
- minder plassen
- dikke enkels, voeten en/of benen, handen of armen
- toename van het gewicht
- kortademigheid
- Controleer uw gewicht regelmatig.
- Komt u in korte tijd veel aan of merkt u dat u vocht vasthoudt, neem dan contact op met uw behandelteam.
- Neem bij kortademigheid contact op met uw behandelteam.
Zenuwbeschadiging (neuropathie)
Door de behandeling kunnen uw zenuwcellen beschadigen. Hier kunt u klachten van krijgen. Deze klachten zijn in de meeste gevallen het ergst meteen na de behandeling, maar ze verminderen in de weken daarna. Het kan ook zijn dat de klachten pas enkele dagen tot weken na de behandeling beginnen. Ze verdwijnen meestal binnen enkele maanden, maar soms zijn ze blijvend.Klachten kunnen zijn:
- Minder gevoel of ‘doof’ gevoel in handen en/of voeten, vingers en/of tenen.
- Tintelingen in handen en/of voeten, vingers en/of tenen.
- Een branderig gevoel in handen en/of voeten, vingers en/of tenen. Minder kracht in armen of benen.
- Kramp.
- Pijnklachten van handen, voeten en huid bij koude omstandigheden.
- Verlies fijne motoriek, denk hierbij aan vastmaken van knopen, ketting.
- Let goed op wondjes, u kunt deze namelijk minder goed voelen.
- Let op vouwen in uw sokken, deze kunt u ook minder goed voelen.
- Meld klachten aan uw behandelteam. Als het nodig is, past het behandelteam de behandeling aan.
Algemene bijwerkingen/invloed op
Concentratie/geheugenproblemen
We horen vaak van mensen dat ze last hebben van een slechter geheugen, dat ze zich minder goed kunnen concentreren en dat ze problemen hebben met plannen. We noemen dit cognitieve problemen. Deze problemen zijn bij de meeste mensen tijdelijk, ook al blijven ze soms langer aanwezig na de behandeling.Advies
- U kunt gebruik maken van een agenda of dagplanner.
- Zorg ervoor dat u orde en structuur in uw dag aanbrengt.
- Geef uw lichaam tijd om te herstellen.
- Zoek naar manieren om uw hoofd leeg te maken met ontspannende activiteiten.
- Ontspanningsoefeningen, yoga, mindfulness en haptotherapie kunnen helpen.
Menstruatiestoornissen
Door de behandeling kan uw menstruatie veranderen. U kunt bijvoorbeeld last krijgen van:- de menstruatie komt onregelmatig
- de menstruatie duurt langer of korter dan normaal
- u verliest minder of juist meer bloed dan normaal
- de menstruatie blijft weg
- als u veel bloed verliest, kan dit bloedarmoede geven
- Heeft u last van te veel bloedverlies? Overleg dat dan met uw behandelteam. Die kan medicijnen voorschrijven om de bloedingen te verminderen.
Psychische gevolgen
De diagnose kanker zorgt bij veel mensen voor gevoelens van angst en onzekerheid. Maar ook de medicijnen kunnen soms psychische reacties geven.Klachten kunnen zijn:
- verwardheid
- angst
- onrust
- depressieve gevoelens
- stemmingswisselingen
- snel geïrriteerd zijn
Loop vrijblijvend binnen bij de PATIO (Patientinformatiecentrum Oncologie). Dit is een plek in het Erasmus MC voor iedereen die met kanker te maken krijgt, voor zowel patiënten
als naasten.
Wat?
- Ontspannen: met een kopje koffie of thee. Bladeren door een tijdschrift aan de leestafel. Of meedoen aan een workshop, zoals bloemschikken of mozaïeken.
- Ontmoeten: lotgenoten ontmoeten of een praatje maken.
- Ontdekken: op zoek gaan naar betrouwbare informatie. Een gastvrouw kan u hierbij helpen. Aanwezig zijn bij een themabijeenkomst.
- Ontzorgen: de juiste zorg of ondersteuning vinden met hulp van een ondersteuningsconsulent.
Locatie: Erasmus MC, Zimmermanweg
Openingstijden: maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur – 17.00 uur. U kunt gewoon binnenlopen. Er zijn geen kosten aan verbonden.
PATIO aan bed: voor klinische patiënten
Muziektherapie of kunstzinnige therapie volgen. Meedoen aan creatieve activiteiten. Een laptop, spelcomputer, e-reader of tijdschrift lenen. Een praatje maken met een vrijwilliger.
Meer informatie
Kijk voor alle mogelijkheden en activiteiten op: www.erasmusmcpatio.nl
Meer informatie leest u ook in de patiëntenfolder van PATIO.
Advies
- Op het internet bestaan veel van pagina’s over kanker. Maar niet elke pagina heeft de juiste informatie. Ons advies is dan ook om zoveel mogelijk gebruik te maken van pagina’s van officiële instituten. Op deze pagina’s is de informatie het meest betrouwbaar.
- Meer informatie over patiëntenverenigingen, alternatieve geneeswijzen, vakantiemogelijkheden, voeding en klachtenmogelijkheden kunt u vinden bij de PATIO.
Reuk- en smaakveranderingen
Door de behandeling kan uw smaak veranderen. Wat u proeft of hoe iets smaakt verandert door verhoging of verlaging van de zogenoemde ‘smaakdrempels’:- De uitgesproken smaken zoals zoet, zout, zuur of bitter proeven anders.
- Een bittere smaak (‘metalig, gallig’) kan overheersen.
- Uw smaak kan ook verminderen Ook uw reuk kan veranderen:
- U kunt ongevoelig voor geuren worden. (u ruikt veel minder of niks)
- Of juist een overgevoeligheid voor geuren (u ruikt alles sterker).
- Beiden hoeven niet overeen te komen met de smaak.
Uw reuk- en smaakvermogen kan elke dag wisselen. Om toch met plezier te kunnen blijven eten, kunt u de volgende dingen doen:
- Het is mogelijk om een ‘proef’ middag bij te wonen. Vanuit het Erasmus MC wordt 2 keer per jaar een middag georganiseerd. Tijdens deze middag geven we u achtergrondinformatie over hoe u met een kleine aanpassingen, zoals het gebruiken van verschillende kruiden en specerijen, inspiratie kunt op doen om het eten lekkerder te maken. Voor informatie kunt u terecht bij de Patio; www.erasmusmcpatio.nl.
- Een goede mondhygiëne is belangrijk. Poets na iedere maaltijd uw tanden of maak uw gebitsprothese dagelijks schoon.
- Spoel voor en na de maaltijd uw mond met water.
- Kauwen op een snoepje of suikervrije kauwgom kan de vieze smaak verminderen.
- Soms verdwijnt een vieze smaak even door iets met een sterke of pikante smaak te eten, bijvoorbeeld basilicum, rozemarijn, oregano, dragon, munt, curry, citroen, nasi of bami. Een saus toevoegen kan ook (o.a. zoetzure saus).
- Drink minimaal 1,5 liter per dag. Drink water, bouillon, soep, melk, thee en vruchtensappen (geen citrus). Het is belangrijk om voor dranken te kiezen die u energie geven, zeker als u gewicht verliest.
- Producten waar u echt een afkeer van heeft gekregen, kunt u beter niet eten/drinken. Vaak zijn dat gerechten met een sterke geur zoals gebraden/gebakken vlees, koffie, gefrituurde gerechten, broccoli, bloemkool, ui en spruitjes. Vervang vlees door vis, (koude) kip, vleeswaren, kaas, een eiergerecht of vegetarische producten of verwerk vlees in sauzen, zoals spaghettisaus.
- Als klassieke warme maaltijden (aardappelen, groenten, vlees/vis) u niet meer smaken, kunt u de warme maaltijd vervangen door een broodmaaltijd met hartig beleg, melk en fruit.
- Als gekookte groenten u niet smaken, probeer dan een rauwkostsalade of drink een extra glas groente-of vruchtensap.
- Veel mensen krijgen een afkeer voor cosmetica, bloemen, tabaksrook en schoonmaakmiddelen.
- Zorg voor genoeg frisse lucht tijdens het koken als u last heeft van reukveranderingen.
- Kijk op: www.beleefjesmaak.nl voor tips bij reuk- en smaakveranderingen en recepten.
Seksueel verlangen
Door de behandeling kunt u minder zin hebben om te vrijen. Dat betekent niet automatisch dat u minder behoefte heeft aan intimiteit. Ook uw partner kan het soms moeilijk vinden om lichamelijk contact te hebben, bijvoorbeeld omdat hij/zij denkt dat u daar nog niet aan toe bent. Voor u beiden is het belangrijk dat er aandacht is voor de verschillende gevoelens en behoeften. Neem samen de tijd om weer vertrouwd te raken met uw lichaam en te verwerken wat er veranderd is door de ziekte en de behandeling. Het is een situatie waar u en uw partner zelf een oplossing voor kunnen zoeken, eventueel met behulp van een therapeut.Meer informatie over seksualiteit en intimiteit
Advies
- Door ziekte, vermoeidheid en angst kunt u minder zin krijgen in seks. Dit kan voor u en uw partner ongerustheid en spanningen veroorzaken. U zult beiden de veranderingen moeten leren accepteren. Een eerlijke en open communicatie is erg belangrijk. Praat met uw partner over uw gevoelens.
- Medicatie kan invloed hebben op de beleving van seksualiteit.
- Maak gebruik van een glijmiddel bij droge vaginale slijmvliezen.
- Speelt vermoeidheid voor u mee bij het vrijen? Probeer bijvoorbeeld het op een ander tijdstip, bijvoorbeeld ’s ochtends. Misschien heeft u er dan meer energie voor.
- Seksuele problemen zijn soms moeilijk bespreekbaar. Het is voor u goed om te weten dat het heel normaal is om seksuele klachten met uw behandelteam te bespreken.
- Als het nodig is, kan uw behandelteam u doorverwijzen naar een seksuoloog.
- Klik hier voor een seksuoloog bij u in de buurt.
Vermoeidheid
Door de behandeling kunt u vermoeid worden. De meest voorkomende klachten zijn:- voortdurend een gevoel van algemene zwakte en psychische uitputting
- concentratieproblemen
- lichamelijke en/of geestelijke inspanning kost meer moeite
- een (groot) gebrek aan energie, u denkt niets meer te kunnen
- prikkelbaarheid
- emotionele labiliteit, stemmingswisselingen
- gebrek aan aandacht voor de omgeving
- slaperigheid en lusteloosheid
- geheugenproblemen
Advies
- Beweeg zoveel mogelijk, want als u minder doet, gaat uw conditie achteruit.
- Overweeg te sporten met een fysiotherapeut die gespecialiseerd is in oncologie.
- Als u graag zwemt, overleg dat dan met uw behandelteam. Zij kunnen u vertellen of u mag gaan zwemmen of niet.
- Overweeg om gebruik te maken van mindfulness of yoga.
- Uw energie is kostbaar, ga er zorgvuldig mee om. Plan niet teveel activiteiten op één dag. Verdeel dingen die u wilt doen over de week.
- Bepaal zelf waaraan u energie wilt besteden. Wissel dingen die u móet doen af met leuke dingen waar u energie van krijgt.
- Wees duidelijk over wat u wel en niet kunt en wilt doen, stel daarin uw grenzen.
- Vraag zo nodig hulp van familie of vrienden of schakel de thuiszorg in.
- Zorg dat u genoeg uren kunt slapen, houd u aan vaste tijden om naar bed te gaan en op te staan. Probeer op vaste tijden op te staan en naar bed te gaan, ook in het weekend.
- Neem tijd voor leuke en ontspannende dingen.
- Eet gezond en eiwitrijk, dit is belangrijk voor een goede conditie.
- Drink liever geen alcohol.
Raadpleeg de Verwijsgids Kanker welke zorgverleners bij u in de buurt u kunnen helpen met klachten van vermoeidheid.
Fysiotherapeut (Oncologie-) - IKNL | Verwijsgids Kanker
Vruchtbaarheidsproblemen
Zowel bij mannen als bij vrouwen kan de behandeling (tijdelijk) verminderde vruchtbaarheid of onvruchtbaarheid veroorzaken. Of u onvruchtbaar wordt, hangt af van:- het soort medicijn
- de combinatie van medicijnen
- de hoeveelheid medicijnen
- de aard van de ziekte
- uw leeftijd
- Meestal is het belangrijk dat u of uw partner niet zwanger wordt tijdens de behandeling, bespreek dit met uw behandelteam.
- Vraag uw behandelteam wat uw vooruitzichten zijn.
- Bent u een man, bespreek dan met uw behandelteam de mogelijkheid van invriezen van sperma vóór het starten van de behandeling.
- Bent u een vrouw, bespreek dan met uw behandelend specialist de mogelijkheid van vruchtbaarheidsbehoud en laat u, als u dat wilt, doorverwijzen naar een gespecialiseerde gynaecoloog.
Zwangerschap, kans op aangeboren afwijkingen
De medicijnen die u krijgt kunnen schadelijk zijn voor het erfelijk materiaal (DNA) van voortplantingscellen (eicellen en sperma). Daarom moet u tijdens de behandeling een zwangerschap voorkomen. Overleg dit met uw behandelteam. Uw lichaam moet na de behandeling eerst goed herstellen, voordat u of uw partner weer zwanger wordt. Bij mannen kan het soms 4 tot 5 jaar duren voordat de aanmaak en kwaliteit van het sperma weer normaal is.Advies
- Meestal is het belangrijk dat u of uw partner niet zwanger wordt tijdens de behandeling, bespreek dit met uw behandelteam.
- Afhankelijk van uw diagnose, moet u ervoor zorgen dat u of uw partner 3 tot 12 maanden ná de behandeling ook niet zwanger wordt.
- Bespreek uw kinderwens met uw behandelteam.
- Mocht u onverhoopt toch zwanger raken, geef dit dan onmiddellijk door aan uw behandelteam. Dit is van groot belang voor het vaststellen/ aanpassen van de (vervolg)behandeling.
Extra info veilig omgaan met uitscheidingsmiddelen
U hoeft tijdens en gedurende de therapie geen beschermende maatregelen te treffen.
Praktische informatie
Rondom de toediening van de kuur
Medicijnen
Voeding en advies
Alcohol en doelgerichte therapie
Andere zorgverleners
Autorijden
Vervoersregeling
Werken
Zwemmen en saunabezoek
Er zijn verschillende redenen waarom we u adviseren om niet naar de sauna of het zwembad te gaan:
- Maak gebruik van anticonceptie, zie kopje ‘zwangerschap, kans op aangeboren afwijkingen’.
- Overleg met uw behandelteam of uw anticonceptiepil veilig is en gebruikt mag worden.
Medicijnen
- Geef aan uw behandelteam door welke medicijnen u gebruikt.
- Geef niet alleen eenvoudige medicijnen door die u gebruikt zoals aspirine, paracetamol, maar ook de door u gebruikte voedingssupplementen, visoliecapsules, vitamines of homeopathische- en kruidengeneesmiddelen.
- Geef toestemming aan uw eigen apotheek om uw medicijndossier open te zetten via het Landelijk Schakelpunt, zodat het dossier beschikbaar is. Zo kunnen we uw dossier inzien als dat nodig is voor uw behandeling.
Voeding en advies
- Soms is het eten of drinken van vette vis, grapefruit(sap) of grapefruitkruisingen (o.a. pomelo, mineola), niet toegestaan. Bespreek dit met uw behandelteam.
- Als u een bepaald dieet volgt of wilt volgen, is het belangrijk dat u in goede conditie bent en op gewicht blijft. Ook tijdens uw eventuele opname is het meestal mogelijk om het door u gewenste dieet te volgen (binnen de mogelijkheden van de keuken). U kunt dit bespreken met de verpleegkundige of zorgassistente.
Alcohol en doelgerichte therapie
- Het drinken van alcohol tijdens een behandeling is niet in alle situaties 'verboden'. Drink altijd met mate en houd er rekening mee dat alles wat u drinkt anders kan smaken en anders kan 'vallen'.
- Vraag uw behandelteam of er in uw situatie een reden is om helemaal geen alcohol te drinken.
Andere zorgverleners
- Uw huisarts wordt door uw behandelteam geïnformeerd. We adviseren u om ook zelf contact op te nemen met uw huisarts.
- Als u een oproep krijgt voor een griep/covid prik of andere vaccinatie, bv pneumococcen, adviseren we u om deze te gaan halen. We krijgen vaak de vraag wanneer de griep/covid prik gehaald moet worden tijdens de behandeling met chemotherapie of radiotherapie. Het is gebleken dat het niet uitmaakt op welk moment u tijdens de behandeling de vaccinatie krijgt.
- Patiënten die het afgelopen jaar een stamceltransplantatie hebben ondergaan moeten eerst met hun behandelend Hematoloog overleggen of ze gevaccineerd mogen worden.
- Patiënten die deelnemen aan een geneesmiddelen studie moeten ook eerst overleggen met hun behandelteam.
- Patiënten die volgens reisadvies het gele koorts vaccin moeten krijgen, moeten eerst overleggen met hun behandelteam.
- Zorg voor aanvang van uw behandeling dat uw gebit gecontroleerd is en dat eventuele behandelingen aan het gebit zijn gedaan.
Autorijden
- Sommige medicijnen kunnen uw rijvaardigheid beïnvloeden, bijvoorbeeld clemastine. Clemastine is een middel dat de rijvaardigheid beïnvloed. Het is een middel om een allergische reactie op medicatie te voorkomen of te bestrijden (antihistaminicum). Het gebruik van clemastine kan voor slaperigheid en/of duizeligheid zorgen en heeft een ernstige en gevaarlijke invloed op de rijvaardigheid. Daarom is het wettelijk verboden om de eerste 24 uur na toediening auto te rijden.
- Vraag bij twijfel om advies bij het behandelteam.
Vervoersregeling
- In de basisverzekering is een regeling opgenomen voor vergoeding van vervoer.
- Neem contact op met uw zorgverzekeraar om te vragen hoe u deze vergoeding aan kunt vragen.
- U kunt gebruik maken van eigen vervoer of taxivervoer.
Werken
- Blijft u doorwerken of stopt u (tijdelijk)? Het is belangrijk om goed met uw werkgever of opdrachtgevers te overleggen en in contact te blijven met collega’s.
- Neem contact op met de bedrijfsarts.
- Zie hiervoor de website: https://nfk.nl/kanker-en-werk/werken-met-of-na-kanker
Zwemmen en saunabezoek
Er zijn verschillende redenen waarom we u adviseren om niet naar de sauna of het zwembad te gaan:
- U kunt meer last kunt hebben van de warmte dan u gewend bent, waardoor uw bloeddruk zakt.
- Als uw afweer verminderd is, is het niet verstandig om naar het zwembad of de sauna te gaan, vanwege uw verlaagde weerstand.
- Als u een centrale lijn heeft, bijvoorbeeld een Hickman of een PICC lijn, mag u ook niet naar het zwembad of de sauna.
Disclaimer
De informatie in deze folder is zorgvuldig samengesteld en is gebaseerd op de teksten die te vinden zijn op www.bijwerkingenbijkanker.nl. Middelen bij kwaadaardige aandoeningen zijn doorgaans sterk werkzame geneesmiddelen die veel bijwerkingen kunnen veroorzaken. Het optreden van bijwerkingen is onder andere afhankelijk van de dosering, de duur van de behandeling, de combinatie met andere geneesmiddelen, het onderliggend ziektebeeld en eventueel aanwezige orgaanfunctiestoornissen. Daarnaast is er een verschil in het optreden van bijwerkingen tussen verschillende patiënten. Bijwerkingen kunnen onmiddellijk na het toedienen, maar ook veel later optreden.
Ondanks de onvoorspelbaarheid van het optreden en de ernst van bijwerkingen hebben we ernaar gestreefd veel gerapporteerde bijwerkingen in het systeem op te nemen. Op de informatie voor de patiënt zijn slechts de bijwerkingen gemeld die bij meer dan 10% van de patiënten voorkomen.
Referenties naar deze website:
Ondanks de onvoorspelbaarheid van het optreden en de ernst van bijwerkingen hebben we ernaar gestreefd veel gerapporteerde bijwerkingen in het systeem op te nemen. Op de informatie voor de patiënt zijn slechts de bijwerkingen gemeld die bij meer dan 10% van de patiënten voorkomen.
Auteursrecht
De informatie op deze site mag worden gebruikt, op voorwaarde dat de bron vermeld wordt.Referenties naar deze website:
Wanneer contact opnemen?
Matige en niet-spoedeisende klachten | Ernstige en spoedeisende klachten |
Graag contact opnemen bij de volgende klachten:
Maandag t/m vrijdag tijdens telefonische spreekuren van 8.00-16.00 uur. 010 - 704 19 48 | Indien u acuut hulp nodig heeft belt u dan met spoednummer huisarts of 112 Graag contact opnemen bij de volgende klachten:
Binnen kantooruren (maandag t/m vrijdag van 8.00-16.00 uur). 010 - 704 19 48 Buiten kantooruren (16.00-8.00 uur) zaterdag, zondag en feestdagen. 06 - 33 34 20 86 |