Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

DIEP-lap borstreconstructie

Binnenkort komt u naar het Erasmus MC voor een DIEP-lap borstreconstructie. We hebben informatie over uw opname in de kliniek, ontslaginstructies en leefregels voor u op een rij gezet. Hierdoor weet u wat u kunt verwachten en kunt u zich voorbereiden. De informatie is een leidraad. Afhankelijk van uw herstel kan het zijn dat voor u de situatie anders is.

Download PDF


Wat is een DIEP-lap borstreconstructie?

In de volgende video vindt u een uitleg over de borstreconstructie:




Voorbereiding

Medicijnen en bloedverdunners

Uw medicijnen neemt u mee tijdens de opname. Van de plastisch chirurg en de anesthesioloog heeft u al gehoord welke medicijnen u wel en niet kunt gebruiken rond de operatie.

Gesprek met de verpleegkundige

Voordat de operatie plaatsvindt, heeft u een afspraak met de afdelingsverpleegkundige. Deze verpleegkundige vertelt u wat u op de verpleegafdeling kunt verwachten.

(reconstructie-)Bh en pantybroekje

Voor de operatie moet u een pantybroekje (step-in) en een (reconstructie-)bh met voorsluiting (zonder beugel) kopen. Het pantybroekje draagt u vanaf de derde dag na de operatie (alleen overdag). De bh draagt u dag en nacht, vanaf de de vijfde dag na de operatie. Zowel het pantybroekje als de bh draagt u tot 6 weken na de operatie.

De dag van de opname

Op de dag van de opname tekent de plastisch chirurg het operatieplan op uw lichaam. Mochten er nog onduidelijkheden zijn, dan is dit het moment om nog vragen te stellen.

Over de operatie

  • De anesthesioloog heeft met u besproken of u voorafgaand aan de operatie medicatie krijgt en of u uw eigen medicijnen mag innemen.
  • Voor de operatie krijgt u een operatiejasje aan.
  • Tijdens de operatie mag u geen sieraden of piercings om/in hebben.
  • U mag geen kunstgebit, prothese of lenzen in hebben.
  • U mag geen bodylotion, nagellak en andere make-up gebruiken.


Nuchter zijn

Voor uw operatie moet u nuchter zijn. U mag dan niet eten, drinken of roken.
6 uur voordat u in het ziekenhuis moet zijn, mag u niet meer eten en roken. U mag dan nog wel heldere dranken drinken. Bijvoorbeeld water, thee en aanmaaklimonade. 2 uur voordat u in het ziekenhuis moet zijn, mag u ook niets meer drinken.

Ligt u de dag voor de operatie al in het ziekenhuis? Dan vertelt de verpleegkundige hoe laat u nuchter moet zijn.

Gebruikt u medicijnen? Bespreek dit altijd met uw arts. Sommige medicijnen mag u rond de operatie niet innemen. Moet u de medicijnen innemen? Dit mag altijd met een slokje water. Ook in de tijden dat u nuchter moet zijn.

Meer informatie over nuchter zijn bij een operatie leest u in de folder “Nuchter rondom een operatie


Na de operatie

Een speciaal dieet is niet nodig na de operatie, maar er zijn wel een aantal zaken waarmee u rekening moet houden.

Urinekatheter met urimeter
Bij het begin van de operatie brengt de anesthesist een urinekatheter bij u in. Op de zogenoemde urimeter ziet de verpleegkundige heel nauwkeurig hoeveel urine u produceert. Als u voldoende plast en beweegt, verwijderen we de urinekatheter op de ochtend van de tweede dag na de operatie.

Infuus
Via het infuus krijgt u vocht en medicatie. We halen het infuus weg zodra u zelf voldoende drinkt.

AV impulse system (voetjes)
Om de kans op trombose zo klein mogelijk te maken, krijgt u tijdens de operatie ‘voetjes’ aan. Dit AV-impulssysteem bootst het natuurlijke proces van lopen na, terwijl u in bed ligt of zit. Zodra u goed kunt rondlopen, halen we ze weg. Het is heel belangrijk dat u, als u in bed ligt, uw benen en voeten goed beweegt.

Wonddrains
Overtollig wondvocht en bloed worden afgevoerd via drains die na de operatie achterblijven in de wondgebieden. Het vocht en het bloed worden opgevangen in de drainpot. Standaard krijgt u 2 drains in uw buik en 1 in elke borst. Zodra u minder wondvocht verliest dan 30 cc per 24 uur en u beweegt voldoende, verwijderen we de drains. De kans is groot dat u nog drains heeft als u naar huis gaat.

Controles
Tijdens de eerste 3 dagen na de operatie meten we minimaal 3 keer per dag uw bloeddruk, temperatuur, pols en zuurstofsaturatie.

Doorbloeding van de gereconstrueerde borst(en)
Om de doorbloeding te optimaliseren, houden we uw nieuwe borst na de operatie warm met een gaas en een badhanddoek. Tijdens de dag van de operatie en de eerste nacht controleren we de doorbloeding ieder half uur. Deze controles worden elke volgende dag minder vaak uitgevoerd.

Houding in bed
Na de operatie ligt u op uw rug in de zogeheten strandstoelhouding (ofwel semi-Fowlerhouding). De hoofdsteun van het bed staat wat omhoog, met een knik onder uw knieholtes. Hierdoor vermindert de spanning op uw buik. U ligt alleen in deze houding tijdens uw opname in het ziekenhuis.


liggen in bed

Mobiliseren – in beweging

  • De eerste dag na de operatie start u met zitten op de rand van het bed of in een stoel.
  • Als het lukt breiden we dit op de tweede dag na de operatie uit met lopen richting toilet.
  • Per dag breiden we het bewegen verder uit.
  • Belangrijk is dat u niet teveel steunt op de arm(en) van de geopereerde borst(en) en dat u de armen niet teveel naar achteren of naar boven strekt.
Dagelijkse verzorging
De eerste ochtend na de operatie blijft u in bed en helpen we u met wassen. De tweede ochtend mag u zich gedeeltelijk zelf wassen, waarbij de verpleegkundige u helpt. Waarschijnlijk kunt u vanaf dag 3 al douchen.

(reconstructie-)Bh en pantybroekje
Zowel het pantybroekje als de (reconstructie-)bh zijn bedoeld om het geopereerde gebied te ondersteunen.
  • Vanaf de derde dag na de operatie draagt u uw pantybroekje. De verpleging helpt u bij het aantrekken.
  • Voor uw naar huis gaat, kijken we of uw (reconstructie-)bh goed past.

Naar huis

Tenzij er complicaties zijn, mag u op de 4e of 5e dag na de operatie naar huis. Bij het ontslag krijgt u medicatie mee en zo nodig verbandmateriaal. Als u in het weekend naar huis mag, krijgt u een recept mee voor medicatie. Als het nodig is kan verbandmateriaal besteld en thuisbezorgd worden. De polikaart met de poliafspraak krijgt u thuis opgestuurd. U kunt uw afspraak digitaal inzien via: https://www.erasmusmc.nl/nl-nl/patientenzorg/mijn-erasmus-mc. Controleer dagelijks hoe de nieuwe borst eruit ziet. Neem bij verandering contact op (zie 'Contact').

Medicatie

Als u weer thuis bent, gaat u verder met de volgende medicijnen:

Stap 1
  • 4 x daags 1000 mg Paracetamol (pijnstiller) (om 8.00 uur, om 12.00 uur, om 18.00 uur en om 22.00 uur)
Stap 2
  • 3x daags 250 mg Naproxen (pijnstiller) om 08.00 uur, om 14.00 uur en om 20.00 uur)
Stap 3
  • 2 x daags Oxycontin ... mg (pijnstiller) (om 8.00 uur en om 20.00 uur
  • zonodig Oxynorm ... mg maximaal 6 x daags (pijnstiller) (bij pijnklachten)

Afbouwen

Zodra de pijn dragelijk is, begint u met het afbouwen van de pijnstillers. Afhankelijk van uw pijnklachten, doet u dat naar eigen inzicht. U bouwt eerst de pijnstillers van stap 3 af, daarna die van stap 2 en als laatste de pijnstillers van stap 1.

Afbouwen van de pijnstillers Oxycontin en Oxynorm
  • Wanneer u 2 x daags 10 mg Oxycontin gebruikt en geen Oxynorm meer nodig heeft, gaat u over op 2 x daags 5 mg Oxycontin.
  • Als dat nodig is, gebruikt u daarbij Oxynorm.
  • Wanneer u geen Oxynorm meer gebruikt en de pijn dragelijk is, stopt u ook met het innemen van de Oxycontin.
Afbouwen van de pijnstiller Naproxen
  • Als u zover bent dat u de medicijnen uit stap 3 niet meer gebruikt en u heeft geen pijn meer, stopt u met het innemen van de naproxen.
Afbouwen van de pijnstiller Paracetamol
  • Eerst stopt u met het innemen van Paracetamol om 12.00 uur.
  • Daarna stopt u met het innemen van de tabletten om 18.00 uur.
  • Als derde stopt u met het innemen van de tabletten om 8.00 uur.
  • Als laatste stopt u ook met het innemen van de tabletten om 22.00 uur.

Leefregels

  • U mag douchen (ook als u nog drains heeft).
  • Papieren pleisters of steristrips (indien van toepassing) laat u zitten tot uw eerstvolgende polibezoek. U vervangt ze als ze vies zijn of bij blaarvorming.
  • U draagt 6 weken lang, dag en nacht, een (reconstructie-)bh zonder beugels. Controleer dagelijks of deze goed zit en niet te strak. De bh zit goed als u er nog een hand bij kunt doen.
  • U draagt 6 weken lang, overdag, een step-in pantybroekje.
  • U mag de eerste 4 tot 6 weken niet sporten, stofzuigen en zwaar tillen. Dus geen tassen en kinderen dragen.
  • Tijdens het polibezoek 2 weken na de operatie, kunt met uw behandelend arts of de verpleegkundig specialist overleggen of u mag fietsen en een auto besturen.
  • U zorgt er minstens de eerste 6 maanden voor dat de littekens niet in de zon komen (ook niet onder de zonnebank). Als de littekens rood zijn of jeuken blijft u langer uit de zon.
  • Vanaf 6 weken na de operatie, als de wonden dicht zijn, mag u de littekens met crème masseren om ze soepel te houden.

Naar huis met een drain

Het kan zijn dat u nog drains heeft als u naar huis gaat. De verpleegkundige leert u hoe u met de drain moet omgaan. Tenzij dit anders met u wordt afgesproken, mag u de drain laten verwijderen door de huisarts of op de polikliniek als er minder dan 30cc per 24 uur in de drainpot loopt.

Dagelijkse verzorging van de drain
  • Hoeveelheid: Elke dag kijkt u, op een vast tijdstip, hoeveel de drain in de afgelopen 24 uur heeft gelopen. Dit noteert u met een streepje en de datum op de drainpot. De 24-uurs hoeveelheid leest u af vanaf het vorige streepje met de datum van de dag ervoor.
  • Vacuüm: Het is van belang dat de drain vacuüm is (tenzij anders afgesproken). Dit is te zien aan de groene harmonica op de drainpot (vacuümindicator). Als deze is ‘ingetrokken’, is de drain vacuüm.
  • Slangen: Als de slangen zijn afgeklemd of geknikt, kan het overtollig wondvocht niet aflopen. Controleer de slang dus regelmatig op knikken en afknellen.
  • Insteekopening: Roodheid, pus en pijn rond de insteekopening kan een infectie betekenen. Controleer de insteekopening dus regelmatig. Als de insteekopening lekt, verbindt u deze met een gaas.
Drain

Mogelijke problemen met de drain

Neem contact op met de polikliniek bij:
  • een infectie
  • losschieten van de slangen
  • een volle opvangfles
  • onbedoeld vacuüm
Buiten kantooruren belt u met de kliniek (zie onder het kopje Contact).

Nazorg en controles


Na 2 weken
Ongeveer 2 weken na de operatie komt u naar polikliniek voor controle. Uw buik en borst(en) kunnen dan nog gezwollen zijn door vocht. Wij controleren en beoordelen uw buik en borst(en) en verwijderen eventueel hechtingen.

Na 3 maanden

Ongeveer 3 maanden na de operatie heeft u een controleafspraak met uw plastisch chirurg. Op de polikliniek krijgt u informatie over eventuele vervolgbehandelingen, zoals tepelreconstructie en tepelhoftatoeage.

Wanneer contact opnemen?
Bij de volgende klachten neemt u contact op met de polikliniek plastische chirurgie:
  • koorts
  • toename van pijn
  • zwelling of roodheid rond de littekens

Heeft u nog vragen?

Met al uw vragen kunt u terecht bij uw behandelend arts of de verpleegkundig consulent.

Contact


Polikliniek plastische chirurgie, maandag t/m vrijdag tijdens kantooruren
(010) 704 01 37

Verpleegafdeling van de plastische chirurgie, Nc, Nd, Ne of Nf 10e etage, bezoektijden: 11.00 – 21.00 uur
(010) 703 32 46 of (010) 703 75 63

Secretariaat plastische chirurgie, maandag t/m vrijdag tijdens kantooruren. Voor de opnametijd belt u 1 (kantoor)dag voor de operatie, tussen 14.00 en 16.00 uur.
(010) 703 46 38