Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Brunelli plastiek

Operatie bij een SL-letsel

U heeft een band in uw pols gescheurd. Dit noemen we een SL-letsel. Samen met uw arts heeft u besloten om de scheur te behandelen met een Brunelli plastiek. Hier leest u meer over deze operatie en het herstel.

Download PDF

Over een SL-letsel

Bij een SL-letsel is een band in uw pols gescheurd. Daardoor bewegen 2 botjes in de pols niet meer op de goede manier. Deze botjes gaan verkeerd staan. Hierdoor kunt u pijn in uw pols krijgen.

SL-letstel
Afbeelding 1. Het SL-ligament in de pols.

Over een Brunelli plastiek

Wat is het doel

Het doel van deze operatie is zorgen dat u minder pijn heeft en dat u meer met uw pols kan doen.

Wat gaan we doen?


We herstellen de gescheurde band in uw pols. Daarvoor gebruiken we een stukje pees van uw onderarm. Een pees is een verbinding tussen een spier en een bot.

We verplaatsen dit stukje pees naar de gescheurde band in uw pols. Daarvoor boren we een gaatje in een bot van uw pols. Via dit gaatje brengen de pees van de rugzijde naar de palmzijde van de pols.

Dit zorgt dat de 2 botjes in uw pols weer op de goede plek blijven zitten en op de goede manier bewegen.

U krijgt misschien een tweede operatie
Heel soms is het nodig om metalen pinnetjes in uw pols te plaatsen tijdens de operatie. Deze houden dan de 2 botjes in uw pols op de goede plek. Deze pinnetjes halen we 4 tot 6 weken later weer uit uw pols met een operatie.

afbeelding 2. we gebruiken een stukje van een pees om de gescheurde band te herstellen
Afbeelding 2. We gebruiken een stukje van een pees om de gescheurde band te herstellen.

Voorbereiding


Als u bloedverdunners gebruikt, moet u misschien tijdelijk stoppen met deze medicijnen. Dit overlegt u met uw arts.

Tijdens de operatie

De operatie gebeurt in dagbehandeling. Dit betekent dat u voor één dag naar het ziekenhuis komt. Voordat de operatie begint, verdoven we uw hele arm. Heel soms moet u helemaal onder narcose (volledige anesthesie). Lees meer over verdoving in ‘Op de preoperatieve polikliniek’.

De operatie verloopt als volgt:
  1. We maken drie sneetjes in uw pols en onderarm.
  2. We snijden een deel van de pees in uw onderarm los.
  3. We verplaatsen dat stukje pees naar uw pols.
  4. We zetten het stukje pees vast in uw pols, op de plek van de gescheurde band.
  5. We maken uw huid weer dicht met hechtingen.

Na de operatie

Leefregels

U mag op de dag van de operatie weer naar huis. Als u thuis bent, moet u zich aan een aantal ‘leefregels’ houden:
  • U gaat naar huis met gips om uw pols. Houd het gips droog. Draag tijdens het douchen een plastic zak om het gips.
  • Houd de hand de eerste 3 dagen na de operatie hoog. U krijgt hiervoor een draagdoek (mitella). Leg uw hand ’s nachts op een kussen.
  • Beweeg regelmatig uw vingers. Zo worden ze minder snel stijf.
  • Rijd geen auto als u gips om uw pols heeft of een spalk draagt. Na 8 tot 12 weken mag u weer autorijden (als u geen spalk meer heeft).
  • Als u pijn heeft, kunt u paracetamol slikken. Gebruik maximaal 4 keer per dag 1.000 mg. Als het nodig is, krijgt u een recept voor extra pijnstilling.

Controle

  • 10 tot 14 dagen na de operatie komt u terug naar het ziekenhuis. Dan halen we het gips eraf en halen we de hechtingen eruit. U krijgt dan alvast een afneembare spalk. Deze mag af als u bij de handtherapeut bent geweest (na 4 weken). Daarna hoort u van de handtherapeut wanneer u deze spalk moet dragen en wanneer niet.
  • 3 maanden na de operatie komt u terug voor een controle. Dan vragen we of u veel pijn heeft en kijken we hoe goed u uw pols kunt bewegen.

Het resultaat

Na de operatie houdt u 3 kleine littekens bij uw pols en onderarm. Het litteken aan de binnenkant van uw pols kan na de operatie gevoelig blijven.

afbeelding 3. de littekens na de operatie
Afbeelding 3. De littekens na de operatie.

Na de operatie:
  • Heeft u minder pijn aan uw pols. De pijn is waarschijnlijk niet helemaal weg. De pijn is gemiddeld de helft minder dan voor de operatie.
  • Is uw pols waarschijnlijk wat stijf. Daardoor kunt u uw pols misschien wat minder goed bewegen.
  • Heeft u waarschijnlijk minder kracht in uw pols.
Om uw kracht en beweging zo goed mogelijk terug te krijgen, heeft u een nabehandeling bij een handtherapeut nodig.

Het herstel duurt gemiddeld 3 tot 6 maanden. Dit verschilt per persoon.

Het kan zijn dat u voor de operatie wat slijtage (artrose) in uw pols had. De operatie heeft geen invloed op deze slijtage. In de toekomst kan uw pols verder gaan slijten.

Handtherapie

Na de operatie heeft u een nabehandeling nodig. Hiervoor gaat u naar een handtherapeut. U krijgt van uw arts een verwijzing. U begint 4 weken na de operatie.

Over de handtherapie

  • U heeft in het ziekenhuis een spalk gekregen die u af en aan kunt doen. Een spalk beschermt uw pols en geeft steun. De handtherapeut vertelt u wanneer u deze spalk moet dragen en wanneer niet.
  • U leert oefeningen voor uw pols. Deze oefeningen doet u thuis en bij de handtherapeut.
De spalk en de oefeningen zorgen ervoor dat:
  • Uw pols beter kan bewegen.
  • Uw pols minder dik wordt.
  • Uw pols steeds sterker wordt.

Hoe lang handtherapie?

In het begin gaat u 1 keer per week naar de handtherapeut. In totaal duurt de behandeling 2 tot 3 maanden. Het kan zijn dat u korter of langer de tijd nodig heeft.

Vergoeding

De vergoeding van handtherapie valt onder fysiotherapie. Dit wordt vaak vergoed in een aanvullende verzekering. Vraag bij uw zorgverzekeraar en handtherapeut naar de vergoeding.

Bijwerkingen en complicaties

Bij elke operatie is er een kleine kans op complicaties. Bij deze operatie zijn dat deze complicaties:
  • Een pols die stijf blijft.
  • Een wondinfectie.
  • Nabloeden van de wond.
  • Een veranderd gevoel rond het litteken.
  • Na de operatie kunt u uw pols misschien wat minder makkelijk buigen en strekken.
  • Uw litteken en het gebied eromheen kunnen gevoelig zijn als u dit aanraakt of erop drukt. Het litteken kan hard aanvoelen. Deze klachten gaan vaak na een paar weken tot maanden weg.
  • Minder gevoel in uw pink door schade aan een zenuw. Dit komt bijna nooit voor.
  • Verklevingen rondom het stukje pees in de pols. Dit zorgt voor pijn. Dit komt bijna nooit voor.
  • Een van de botjes in de pols breekt of een deel ervan sterft af. Dit komt bijna nooit voor.
  • Roodheid, zwelling, glanzende huid, stijfheid, pijn en/of gevoeligheid voor kou. Deze klachten zijn tijdelijk. Dit komt bijna nooit voor.
Heeft u vragen over de bijwerkingen en complicaties? Neem dan contact op met uw behandelend arts.

Wanneer contact opnemen?

Neem bij de volgende klachten contact op met de polikliniek Plastische chirurgie:
  • koorts
  • veel pijn
  • pijn die steeds erger wordt
  • zwelling of roodheid rond het litteken


Contact

Heeft u vragen? Neem dan contact met ons op. We zijn bereikbaar van maandag t/m vrijdag tijdens kantooruren.
  • Polikliniek Plastische chirurgie (010) 704 01 37
  • Secretariaat Plastische chirurgie (010) 703 46 38
Voor spoedgevallen in het weekend en na kantooruren kunt u bellen met de Spoedeisende Hulp: (010) 704 0704