Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud

Programmatisch Toetsen

Programmatisch toetsen is een manier van toetsen waarbij studenten niet alleen één grote toets maken, maar juist meerdere kleine meetmomenten (datapunten) hebben. Hierdoor krijgen ze continu feedback en kunnen ze zich stap voor stap verbeteren.

In het Erasmusarts 2030-toetsprogramma is het doel niet alleen om te beoordelen wat een student weet, maar ook hoe hij of zij informatie toepast in nieuwe situaties en hoe hij of zij denkt en redeneert.   

Hoe werkt het? 

In plaats van één toets die alles bepaalt, verzamelt de student informatie uit verschillende opdrachten, toetsen en observaties. Alle gegevens worden opgeslagen in een digitaal dashboard waarin de voortgang van de student wordt gemonitord. Dit helpt de student en de opleiding om een compleet beeld te krijgen van hoe en of de student groeit. Een besliscommissie beslist op basis van alle gegevens tweemaal per jaar of een student op niveau is. 

Programmatisch Toetsen in de praktijk

Voorbeeld: de Mona Lisa

1 datapunt is 1 pixel. Een datapunt kan een toetsvraag, een (deel van een) opdracht of een observatie zijn. Gedurende de opleiding verzamelt de student steeds meer datapunten.   

Naarmate de student meer datapunten verzamelt en dus pixels verzamelt, hoe scherper het beeld wordt. De Mona Lisa wordt zichtbaar.  

De Mona Lisa die je op het eind ziet is voor de opleiding Geneeskunde de eindkwalificatie van de bacheloropleiding Geneeskunde. 

Datapunten

Studenten verzamelen gedurende het bachelor Geneeskunde datapunten op de kennisdomeinen en (deel)competenties. 

  • Kennisdomeinen zijn bijvoorbeeld Anatomie, Gynaecologie, en Biochemie. Deze zijn gebaseerd op de Interuniversitaire VoortgangsToets Geneeskunde (iVTG). 
  • (Deel)competenties zijn bijvoorbeeld Communicatie, Samenwerking, Leiderschap. Deze staan beschreven in het Raamplan Artsopleiding 2020. 

Zie ook: Overzicht kennisdomeinen en (deel)competenties.

Studenten verzamelen deze datapunten tijdens het casusgestuurd onderwijs (CGO), projectonderwijs (PO), vorming van identiteit en professionaliteit (VIP) en Klinishce Vaardigheden.

Tijdens CGO leren studenten medische kennis en klinische vaardigheden eigen te maken aan de hand van casuïstiek. Aan het eind van het blok een bloktoets waarin zij de kennisdomeinen toepassen. Ook worden zij getoetst op de (deel)competentie samenwerken.

In PO leren studenten (inter)professioneel samen te werken en leren zij onderzoek te doen door een maatschappelijke gezondheidsvraagstuk op te lossen. Zij leveren tijdens de projectperiode een projectproduct in, en worden getoetst op de (deel)competentie wetenschappelijk denken. Zij ontvangen ook feedback van elkaar en van de docent over andere (deel)competenties zoals samenwerking, communicatie en professionaliteit. 

Tijdens VIP leren studenten zichzelf kennen in de context van het beroep waar zij naartoe groeien gedurende de opleiding, d.m.v. reflectie. Zij reflecteren op hun ontwikkeling en op (deel)competenties, zoals leiderschap. 

Het Klinische Vaardigheden (KLV)-onderwijs vormt de brug tussen de theoretische kennis die studenten in het casusgestuurd onderwijs en het projectonderwijs opdoen, en de praktijk waarin zij patiënten met specifieke klachten ontmoeten. Studenten leren hierbij door middel van anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek tot een (differentiaal)diagnose te komen. Binnen het onderwijs en toetsing van KLV komen voornamelijk de competenties Medische Deskundige en Communicatie naar voren. 

Voorbeelden datapunten

Anatomie  

ANA is de afkorting van het kennisdomein Anatomie. Anatomie komt voor in verschillende blokken. Dat betekent dat in meerdere bloktoetsen toetsvragen over Anatomie terugkomen.  

De student hoeft bij de eerste bloktoets niet alles over Anatomie te weten. Naarmate de student voortbeweegt door het curriculum, wordt de kennis steeds een beetje uitgebreid en steeds een beetje complexer. 

Samenwerken 

Samenwerken is een van de (deel)competenties. Studenten werken samen tijdens CGO en PO. Zij ontvangen na afloop van het blok of projectperiode feedback over hoe zij hebben samengewerkt. 

Klinisch redeneren

Klinisch redeneren is een deelcompetentie van de competentie Medische Deskundige. Tijdens KLV worden datapunten van deze competentie verzameld. 

Dashboard

Binnen het programmatisch toetsen is het van belang dat studenten inzicht hebben in hun groei en ontwikkeling. Zo kunnen ze bepalen waar ze zich verder in moeten ontwikkelen. Daarvoor is er een dashboard, dat inzichtelijk maakt hoe studenten ervoor staan. Dit zal niet zijn met cijfers en percentages, maar door middel van wijzertjes en spinnenwebben ziet de student of die zich op ‘niveau’, ‘twijfel’, of ‘onder niveau’ ontwikkelt. 

Rubrics

Waardering van deelcompetentie vindt plaats door middel van een rubric. Elke rubric-regel is gekoppeld aan een (deel)competentie. In het dashboard zien studenten hoe zij er voor elke (deel)competentie voor staan.

 

Voortgangsbeslissing

Twee keer per jaar wordt een beslissing genomen over de voortgang van de student. Dit doet de besliscommissie, die heeft als hoofdtaak om op holistische wijze weloverwogen en rechtvaardige besluiten te nemen over de voortgang van de student. Een dergelijke voortgangs- of eindbeslissing neemt de besliscommissie op basis van de verzamelde resultaten in het dashboard en het Persoonlijk Ontwikkelplan (POP) na de voortgangsevaluatie waarin de student samen met de VIP-coach het reflectieverslag bespreekt.  

Titel uitklapper

Titel uitklapper

Titel uitklapper

Titel uitklapper

Titel uitklapper

Quicklinks