Programmatisch Toetsen in de praktijk
Voorbeeld: de Mona Lisa
1 datapunt is 1 pixel. Een datapunt kan een toetsvraag, een (deel van een) opdracht of een observatie zijn. Gedurende de opleiding verzamelt de student steeds meer datapunten.
Naarmate de student meer datapunten verzamelt en dus pixels verzamelt, hoe scherper het beeld wordt. De Mona Lisa wordt zichtbaar.
De Mona Lisa die je op het eind ziet is voor de opleiding Geneeskunde de eindkwalificatie van de bacheloropleiding Geneeskunde.
Datapunten
Studenten verzamelen gedurende het bachelor Geneeskunde datapunten op de kennisdomeinen en (deel)competenties.
- Kennisdomeinen zijn bijvoorbeeld Anatomie, Gynaecologie, en Biochemie. Deze zijn gebaseerd op de Interuniversitaire VoortgangsToets Geneeskunde (iVTG).
- (Deel)competenties zijn bijvoorbeeld Communicatie, Samenwerking, Leiderschap. Deze staan beschreven in het Raamplan Artsopleiding 2020.
Zie ook: Overzicht kennisdomeinen en (deel)competenties.
Studenten verzamelen deze datapunten tijdens het casusgestuurd onderwijs (CGO), projectonderwijs (PO), vorming van identiteit en professionaliteit (VIP) en Klinishce Vaardigheden.
Tijdens CGO leren studenten medische kennis en klinische vaardigheden eigen te maken aan de hand van casuïstiek. Aan het eind van het blok een bloktoets waarin zij de kennisdomeinen toepassen. Ook worden zij getoetst op de (deel)competentie samenwerken.
In PO leren studenten (inter)professioneel samen te werken en leren zij onderzoek te doen door een maatschappelijke gezondheidsvraagstuk op te lossen. Zij leveren tijdens de projectperiode een projectproduct in, en worden getoetst op de (deel)competentie wetenschappelijk denken. Zij ontvangen ook feedback van elkaar en van de docent over andere (deel)competenties zoals samenwerking, communicatie en professionaliteit.
Tijdens VIP leren studenten zichzelf kennen in de context van het beroep waar zij naartoe groeien gedurende de opleiding, d.m.v. reflectie. Zij reflecteren op hun ontwikkeling en op (deel)competenties, zoals leiderschap.
Het Klinische Vaardigheden (KLV)-onderwijs vormt de brug tussen de theoretische kennis die studenten in het casusgestuurd onderwijs en het projectonderwijs opdoen, en de praktijk waarin zij patiënten met specifieke klachten ontmoeten. Studenten leren hierbij door middel van anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek tot een (differentiaal)diagnose te komen. Binnen het onderwijs en toetsing van KLV komen voornamelijk de competenties Medische Deskundige en Communicatie naar voren.
Voorbeelden datapunten
Anatomie
ANA is de afkorting van het kennisdomein Anatomie. Anatomie komt voor in verschillende blokken. Dat betekent dat in meerdere bloktoetsen toetsvragen over Anatomie terugkomen.
De student hoeft bij de eerste bloktoets niet alles over Anatomie te weten. Naarmate de student voortbeweegt door het curriculum, wordt de kennis steeds een beetje uitgebreid en steeds een beetje complexer.
Samenwerken
Samenwerken is een van de (deel)competenties. Studenten werken samen tijdens CGO en PO. Zij ontvangen na afloop van het blok of projectperiode feedback over hoe zij hebben samengewerkt.
Klinisch redeneren
Klinisch redeneren is een deelcompetentie van de competentie Medische Deskundige. Tijdens KLV worden datapunten van deze competentie verzameld.
Dashboard
Binnen het programmatisch toetsen is het van belang dat studenten inzicht hebben in hun groei en ontwikkeling. Zo kunnen ze bepalen waar ze zich verder in moeten ontwikkelen. Daarvoor is er een dashboard, dat inzichtelijk maakt hoe studenten ervoor staan. Dit zal niet zijn met cijfers en percentages, maar door middel van wijzertjes en spinnenwebben ziet de student of die zich op ‘niveau’, ‘twijfel’, of ‘onder niveau’ ontwikkelt.
Rubrics
Waardering van deelcompetentie vindt plaats door middel van een rubric. Elke rubric-regel is gekoppeld aan een (deel)competentie. In het dashboard zien studenten hoe zij er voor elke (deel)competentie voor staan.