Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud

Onderzoek naar rugklachten

1 december 2023

Onderzoek van Wendelien van der Gaag naar rugklachten leverde aanbevelingen voor de huisartspraktijk op én een hartenkreet: zorg voor gemakkelijkere toestroom van patiënten naar wetenschappelijk onderzoek, bijvoorbeeld via verwijssysteem ZorgDomein.

Tekst: Masja de Ree. Fotografie: Levien Willemse.

Wat waren je belangrijkste onderzoeksvragen?

“Mijn promotieonderzoek bestaat uit drie delen. Ten eerste het onderzoek onder 55-plussers die zich met rugpijn bij de huisarts melden. Hierbinnen hebben we het beloop van de klachten op de langere termijn beschreven en onderzocht of we in de spreekkamer al kunnen voorspellen bij wie de kans op aanhoudende of terugkerende rugpijn groter is. Daarnaast hebben we een onderzoek opgezet naar uitstralende rugklachten bij volwassenen en een literatuuronderzoek gedaan naar de vraag in hoeverre ontstekingsremmers (NSAID’s) zoals ibuprofen en diclofenac helpen bij volwassenen met acute lage rugpijn in vergelijking met onder andere een placebo.’’

Wat was de aanleiding voor de studie?

“In de huisartspraktijk zien we vaak mensen met rugklachten. Er is veel onderzoek gedaan naar rugpijn, maar weinig naar rugpijn bij oudere volwassenen. Dat is gek, want rugpijn komt het meest voor bij mensen van veertig tot tachtig jaar en kan soms behoorlijk invaliderend zijn.’’

Bij wie is het onderzoek verricht?

“Voor de literatuurstudie hebben we 32 trials bestudeerd die uitgevoerd waren tussen 1980 en 2020. Het onderzoek onder 55-plussers maakt deel uit van de BACE (Back Complaints in the Elders)- studie, waarin 675 ouderen met rugklachten vijf jaar gevolgd zijn. Voor het vergelijkende onderzoek naar volwassenen met uitstralende rugpijn wilden we mensen includeren tussen 18 en 65 jaar met acute of subacute uitstralende rugpijn die nog geen opiatenmedicatie gebruikten,’’

Hoe is de studie gedaan?

“Het belangrijkste advies bij rugpijn is: in beweging blijven. Dan verloopt het herstel over het algemeen het snelst. Alle behandelingen die huisartsen verder eventueel adviseren, zijn ondersteunend daaraan. In ons onderzoek naar volwassenen met uitstralende rugpijn wilden we achterhalen of het dan beter is direct sterke pijnstillers, morfine, voor te schrijven en daarna af te bouwen óf te kiezen voor een geleidelijke opbouw via de pijnladder, dus starten met paracetamol. Het bleek lastig voldoende patiënten te includeren. De criteria voor deelname aan onze studie waren erg streng, omdat het een onderzoek betrof met morfine. Bovendien bleken veel patiënten en huisartsen zelf al een sterke voorkeur te hebben voor de opbouw- of afbouwmethode. Zij wilden niet meedoen aan een onderzoek waarbij zij moesten loten voor een behandelmethode. Dit onderzoek moesten we na één jaar stoppen wegens onvoldoende deelnemers. Gelukkig loopt er nu een pilot voor het doorverwijzen van patiënten naar wetenschappelijk onderzoek via ZorgDomein. Ik vind het belangrijk dat we huisartsen beter faciliteren bij wetenschappelijk onderzoek. Dit is daar een goed voorbeeld van,’’

'Patiënten met ochtendstijfheid hebben een slechtere prognose’

Wat zijn de belangrijkste resultaten? 

“Om te voorspellen welke oudere patiënten klachten houden na hun bezoek aan de huisarts, hebben we verschillende predictiemodellen gemaakt. Prognostische factoren voor aanhoudende of terugkerende klachten van functionele beperking en rugpijn zijn onder andere: leeftijd, chronische klachten, de mate van functionele beperking bij het bezoek aan de huisarts, een recente eerdere rugpijnepisode en een lagere verwachting van herstel. Een meerderheid van de patiënten/oudere volwassenen in het BACE-cohort herstelt niet of niet volledig, en dit verandert niet in de loop van vijf jaar. Dat is nogal wat. Tegelijkertijd komen ze vaak niet terug bij de huisarts voor deze klachten. Interessant en nieuw is daarnaast dat we ontdekten dat ochtendstijfheid een rol speelt bij rugpijn bij oudere volwassenen en ook voorspellend is voor het beloop. Ochtendstijfheid in de rug die langer dan dertig minuten aanhoudt, vergroot de kans om niet of beperkt te herstellen op de langere termijn. Ook het literatuuronderzoek leverde belangrijke resultaten op: NSAID’s zijn effectiever dan een placebo voor pijnvermindering op de korte termijn, maar het verschil is klein – 7.3 punten op een 100-puntsschaal – en waarschijnlijk niet klinisch relevant.’’

Wat adviseer je huisartsen? 

“Op basis van onze studie adviseer ik terughoudend te zijn met pijnmedicatie bij rugklachten. Het brengt beperkt verlichting en NSAID’s kunnen met name bij ouderen soms vervelende bijwerkingen hebben. De basis van de behandeling blijft voorlichting, geruststelling en het advies om in beweging te blijven. Als medicatie wel gewenst is, dan bij voorkeur voor korte duur.”