Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Een LD-borstreconstructie ondergaan

Binnenkort krijgt u een latissimus dorsi (LD) borstreconstructie. We hebben informatie over deze ingreep, uw opname in de kliniek, ontslaginstructies en leefregels voor u op een rij gezet. De informatie is een leidraad. Het hangt van uw herstel af hoe de situatie bij u is.

Download PDF


Wat is een LD-borstreconstructie?


Er zijn verschillende manieren om een borst na te maken (reconstrueren). Eén van die manieren is de LD-borstreconstructie. Bij deze manier gebruiken we de Latissimus Dorsi (LD). Dit is een brede rugspier. Deze rugspier is de grootste spier van de mens. Bij een LD-borstreconstructie maken we een deel van deze rugspier los en verplaatsen we naar de borstkas. Op deze manier kunnen wij een nieuwe borst maken.

De borstreconstructie kunnen wij direct na een borstamputatie uitvoeren, maar dit hoeft niet. Ook na een paar maanden of zelfs jaren kunnen wij de borstreconstructie doen.

De volgende video geeft een uitleg van de behandeling.


&t=15s

Voorbereiding

Medicijnen en bloedverdunners

Als u medicijnen slikt, kunt u die tijdens de opname blijven slikken. Van de plastisch chirurg en de anesthesioloog heeft u al gehoord welke medicijnen u wel en niet kunt gebruiken rond de operatie.

Gesprek met de mammacare-consulent

Voordat we u opereren, heeft u een afspraak met de mammacare-consulent. Zij is tijdens het hele proces uw aanspreekpunt/casemanager. Zij vertelt u wat u op de verpleegafdeling kunt verwachten. U kunt aan haar al uw vragen stellen.

De dag van de opname

Op de dag van de opname tekent de plastisch chirurg het operatieplan op uw lichaam. Met dit operatieplan weet de chirurg precies waar hij moet opereren. Als u nog vragen heeft of iets is niet duidelijk, dan kunt u nu nog vragen stellen aan de chirurg.

Voor de operatie moet u nuchter zijn. Dit betekent dat u tot maximaal zes uur voor de operatie iets mag eten. Maximaal twee uur voor de operatie mag u alleen thee, water of appelsap drinken.

Voordat u de operatie in gaat, moet u zich houden aan de volgende "leefregels":
  • Tijdens de operatie mag u geen sieraden of of piercings in hebben.
  • U mag geen kunstgebit, prothese of lenzen in hebben.
  • U mag geen bodylotion, nagellak en andere make-up gebruiken.

Tijdens de operatie

Voordat de operatie begint, krijgt u een operatiejasje aan. De borstreconstructie gaat als volgt:
  1. We maken een snee op de rug om de rugspier vrij te leggen.
  2. De spier (en huid) brengen we vanuit de rug naar de borstkas.
  3. Bij de borstkas kunnen we een (expander)prothese onder de rugspier plaatsen.
  4. We plaatsen een drain (een soort slangetje) in de rug. Dit slangetje zuigt wondvocht en bloed op.
  5. Ook bij de nieuwe borst plaatsen we een drain voor wondvocht en bloed.
  6. Als we de drains hebben geplaatst, hechten we de wond op de rug dicht.
  7. We hechten ook de wond op de borstkas dicht.

Na de operatie

U blijft gemiddeld twee nachten in het ziekenhuis. Hieronder vindt u informatie over uw opname na de operatie.

Infuus
Na de operatie krijgt u via een infuus vocht en medicatie. U heeft geen infuus meer nodig als u zelf genoeg kunt drinken en u geen medicijnen meer nodig heeft.

Wond drains
De drains zuigen wondvocht en bloed op. Dit wondvocht en bloed komen in een pot terecht. Deze pot noemen we een drainpot. De kans is groot dat u met drains naar huis gaat. Dit is niet erg. Als de drain binnen 24 uur minder dan 30cc vocht verliest, verwijderen we de drains.

Hieronder ziet u hoe een drainpot eruit ziet.
drain pot
Lees meer informatie over de drains in 'Naar huis met een drain'.

Doorbloeding van de gereconstrueerde borst
We controleren drie keer per dag of het bloed goed door de nieuwe borst(en) stroomt.

(Reconstructie-) bh
Na de operatie hoort u of u een (reconstructie-)bh moet dragen of een strak hemd. Dit hangt af van hoe de rugspier naar de borst toe gedraaid is.

Naar huis

Als u weer naar huis mag, krijgt u medicatie en misschien verbandmateriaal mee. De polikaart met de poliafspraak krijgt u thuis opgestuurd. U kunt uw afspraak ook digitaal bekijken in uw medisch dossier.

U moet elke dag controleren hoe de nieuwe borst eruitziet. Ziet u verandering in de borst, zoals een zwelling of verandering in kleur? Neem dan contact met ons op (voor telefoonnummer zie kopje ’contact’).

Medicatie

Als u weer thuis bent, gaat u verder met de volgende medicijnen:

Stap 1
  • 4 keer per dag 1000 mg Paracetamol (pijnstiller) (om 8.00 uur, om 12.00 uur, om 18.00 uur en om 22.00 uur)
Stap 2
  • 3 keer per dag 250 mg Naproxen (pijnstiller) (om 08.00 uur, om 14.00 uur en om 20.00 uur)
Stap 3
  • 2 keer per dag oxycontin (= langwerkende pijnstiller) (om 8.00 uur en om 20.00 uur)
  • Eventueel Oxynorm (=kortwerkende pijnstilling) maximaal 6 keer per dag.
  • Hoeveel pijnstilling hangt af van hoeveel wij u voorschrijven. Dit staat op het doosje van de apotheek.

Medicatie afbouwen

Als de pijn minder wordt, kunt u steeds minder pijnstillers gebruiken. Hoeveel pijnstillers u elke dag minder neemt, hangt af van uw pijnklachten. U bouwt eerst de pijnstillers van stap 3 af, daarna die van stap 2 en als laatste die van stap 1.

Afbouwen van de pijnstillers uit stap 3 (Oxycontin en Oxynorm):
  • Als u 2 x daags 10 mg Oxycontin gebruikt en geen Oxynorm meer nodig heeft, gaat u over op 2 x daags 5 mg Oxycontin.
  • Als het nodig is, gebruikt u daarbij Oxynorm.
  • Als u geen Oxynorm meer gebruikt en de pijn dragelijk is, stopt u ook met de Oxycontin.

Afbouwen van de pijnstiller uit stap 2 (Naproxen):
  • Als u de medicijnen uit stap 3 niet meer gebruikt en u heeft geen pijn meer, stopt u met de naproxen.
Afbouwen van de pijnstiller uit stap 1 (Paracetamol):
  • Eerst stopt u met het innemen van Paracetamol om 12.00 uur.
  • Daarna stopt u met het innemen van de tabletten om 18.00 uur.
  • Als derde stopt u met het innemen van de tabletten om 8.00 uur.
  • Als laatste stopt u ook met het innemen van de tabletten om 22.00 uur.

Leefregels

Na de operatie moet u zich aan de volgende "leefregels" houden:
  • U mag 48 uur na de operatie weer douchen (ook als u nog drains heeft). Als de wond is bedekt met wondfolie en/of papieren pleisters, kunt u deze gewoon laten zitten.
  • Papieren pleisters of steristrips laat u zitten tot uw eerstvolgende polibezoek.
  • U mag de eerste 4 tot 6 weken niet sporten, stofzuigen en zwaar tillen. U mag dus ook geen tassen en kinderen dragen.
  • Vanaf 6 weken na de operatie, als de wonden dicht zijn, mag u de littekens met crème masseren om ze soepel te houden.
  • De littekens mogen de eerste 6 maanden niet in de zon komen. U mag dus ook niet onder de zonnebank. Als na 6 maanden de littekens rood zijn of jeuken, blijft u langer uit de zon tot deze klachten weg zijn.

Naar huis met een drain

Het kan zijn dat u nog drains heeft als u naar huis gaat na de operatie. De verpleegkundige leert u hoe u met de drain moet omgaan. Als u de drains niet meer nodig heeft, kan een mamacare-consulent of verpleegkundige deze verwijderen.

Verzorging van de drain

Hieronder leest u hoe u het beste elke dag uw drain moet verzorgen.

Wondvocht
Elke dag kijkt u, op een vast tijdstip, hoeveel wondvocht de drain in de afgelopen 24 uur heeft opgevangen. Dit noteert u met een streepje en de datum op de drainpot. De 24-uurs hoeveelheid leest u af vanaf het vorige streepje met de datum van de dag ervoor.

Vacuüm
Het is belangrijk dat de drain vacuüm is (tenzij anders afgesproken). Dit is te zien aan het groene harmonicadopje op de drainpot (vacuümindicator). Als deze is ‘ingetrokken’, is de drain vacuüm.

Slangen
Als de slangen zijn afgeklemd of geknikt, kan het wondvocht en bloed niet goed weglopen. Controleer de slang dus regelmatig op knikken en afknellen. Soms lijkt de drainpot verstopt. Er zitten dan allemaal flubbertjes in het vocht. Dit kunt u controleren de drainpot omhoog en omlaag te bewegen. Als het wondvocht en bloed door de drains loopt, is de drain niet verstopt.

Insteekopening
Is de plek waar de drain uw lichaam in komt (insteekopening) rood, pijnlijk en zit er pus? Dan heeft u daar misschien een infectie. Controleer de insteekopening dus regelmatig. Als de insteekopening lekt, verbindt u deze met een gaas.

Problemen met de drain

Neem contact op met de mammacare-consulent bij de volgende dingen:
  • Als u een infectie heeft.
  • Als er na een week nog meer dan 30cc binnen 24 uur wegloopt door de drain.
Buiten kantooruren belt u met de kliniek (voor telefoonnummer zie het kopje ‘Contact’). Lees meer informatie over de drains in ‘Naar huis met een drain’.

Nazorg en controles

Na 2-3 weken
Ongeveer 2 weken na de operatie komt u naar de polikliniek voor een controle. Uw borst(en) en rug kunnen dan nog gezwollen zijn door vocht. Wij controleren en beoordelen de borst(en) op zwellingen. Ook verwijderen we de hechtingen als u deze heeft. Als u een vochtophoping (seroom) bij de wond heeft, prikken we een gaatje en zuigen we het vocht eruit.
Als we een expander-prothese in uw borst hebben geplaatst, starten we een paar weken na de operatie met het vullen om de huid om te rekken. De eerste keer vult de plastisch chirurg de expander-prothese. Hierna verzorgt de consulent mammacare de vullingen. Hoe vaak er gevuld moet worden, is per persoon verschillend (grootte van de borst en van de prothese).

Na 3 maanden
Ongeveer 3 maanden na de operatie heeft u een controleafspraak met uw plastisch chirurg. U krijgt informatie over mogelijke vervolgbehandelingen, zoals tepelreconstructie en tepelhoftatoeage.

Wanneer contact opnemen?

Het is belangrijk dat u direct contact opneemt bij de volgende klachten:
  • Lichaamstemperatuur van 38°C of meer.
  • Plotselinge of hevige pijn in het operatiegebied.
  • Roodheid van het operatiegebied.
  • Toegenomen warmte (gloeien) van het operatiegebied.
  • Toenemende zwelling van het operatiegebied.
  • Een algeheel malaisegevoel (slap, niet lekker voelen).

Contact

Heeft u nog vragen? U kunt dan contact opnemen met de arts of mammacare-consulent. We zijn bereikbaar tijdens kantooruren.

  • Polikliniek plastische chirurgie, maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 16.30 te bereiken.
    (010) 704 01 37
  • Verpleegkundig Consulent Mammacare (VCM). Telefoon: 06 – 333 24 918 (maandag t/m donderdag van 08.30- 09.30 uur en van 13.30 – 14.30 uur).
  • Op vrijdag en in het weekend belt u naar de kliniek waar u was opgenomen.