Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Plaatsen van een stent in de slokdarm

Download PDF

U heeft gehoord dat er bij u een stent in de slokdarm wordt geplaatst. In deze folder vindt u informatie over deze procedure. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stelt u deze gerust voorafgaand aan de procedure aan de arts of verpleegkundige.

Wat is een stentplaatsing?

Bij patiënten met een slokdarmvernauwing, bij wie geen operatie mogelijk is, kan een flexibel buisje, een zogenaamde stent in de slokdarm worden geplaatst om de doorgang naar de maag te herstellen. Het doel van een stent is om de voedsel- en speekselpassage door de slokdarm te verbeteren of te garanderen.

Voorbereiding thuis/in het ziekenhuis

Om er voor te zorgen dat er geen voedsel meer in uw slokdarm aanwezig is, mag u vanaf 24.00 uur de avond ervoor niets meer eten of drinken.

De procedure

Allereerst wordt er een infuusnaald door de arts of verpleegkundige in u hand of uw arm ingebracht. Via deze infuusnaald krijgt u medicijnen toegediend, waardoor u tijdens debehandeling meer ontspannen bent.

Vervolgens wordt een buigzame slang, de gastroscoop, via de mond in de slokdarm gebracht. Aan de punt van de gastroscoop zit een kijker, zo kan de arts de boven- en ondergrens van de tumor bepalen. Via de gastroscoop wordt een dunne voerdraad opgevoerd, over deze voerdraad wordt de stent geplaatst. Na plaatsing van de stent wordt er opnieuw in de slokdarm gekeken of de stent goed geplaatst is.

Na de procedure

Na de procedure wordt u wakker op de uitslaapkamer. Wanneer u goed wakker bent, mag u beginnen met het drinken van water. Als er geen verdere complicaties tijdens of na de procedure zijn opgelopen, mag u weer naar huis. Omdat u tijdens de procedure een roesje toegediend heeft gekregen, mag u niet zelf autorijden en ook niet alleen met het openbaar vervoer reizen. U moet zelf voor begeleiding en vervoer naar huis zorgen.

Mogelijke complicaties

Tijdens het plaatsen van een stent, vooral als de slokdarm opgerekt moet worden, kan er een klein scheurtje in de slokdarmwand ontstaan. Dit is meestal geen groot probleem omdat de ingebrachte stent een eventueel scheurtje in de slokdarm afdekt. Bij twijfel wordt u op de verpleegafdeling opgenomen en wordt er gedurende enkele dagen een sonde voor voeding achtergelaten en wordt er antibiotica toegediend. Meestal kan er na enkele dagen met deze behandeling gestopt worden. Soms zal echter chirurgische behandeling nodig zijn.

Ook is het mogelijk dat een kleine bloeding ontstaat ten gevolge van plaatsing van de stent. Deze complicatie dient soms behandeld te worden met een bloedtransfusie of met een éénmalige bestraling.Soms kunnen er na de stentplaatsing pijnklachten optreden achter het borstbeen. Bij de meeste patiënten verdwijnen deze pijnklachten na verloop van tijd spontaan. Soms zijn gedurende korte of langere tijd pijnstillers nodig.

Bijwerkingen

Na verloop van enkele maanden gebeurt het bij sommige patiënten dat er weefsel in de slokdarm over de bovenrand of onder de onderrand van de stent heen groeit. Dit kan opnieuw slikklachten geven, zodat het nodig kan zijn een tweede stent in de slokdarm te plaatsen, wat bij de meeste patiënten zonder problemen kan gebeuren.

Ook kan een stent zakken naar de maag, waardoor het effect van de behandeling op de slikklachten verloren gaat. Als dit gebeurt, zal bekeken worden of het plaatsen van een ander type stent een gunstig effect op de passageklachten kan hebben.

Tenslotte kan door plaatsing van een stent een verbinding tussen de slokdarm en de luchtwegen ontstaan. Dit heet een fistel. De klacht die hierbij ontstaat is dat u bij iedere hap of slok moet hoesten. Dit kan behandeld worden door het plaatsen van een nieuwe stent.

Voeding

Als het drinken goed gaat, kunt u dit uitbreiden met eten. Het is aan te raden om de eerste dag na het plaatsen van de stent zacht voedsel te gebruiken. Als dit goed gaat, kunt u inprincipe weer alles eten.

Er zijn wel een paar aandachtspunten:
  • Het voedsel dient twee keer zo lang als normaal gekauwd te worden. Dit omdat de slokdarm met daarin een stent een star aspect heeft. Probeer pitten, schillen, graten en botjes zorgvuldig te verwijderen. Pas op met draderige groenten, zoals zuurkool, asperges en selderij.
  • Eet bij voorkeur in een zittende houding.
  • Neem de tijd voor de maaltijden, eet in een rustig tempo.
  • Tijdens en vooral na het eten is het verstandig te drinken, bij voorkeur koolzuurhoudende dranken (cola). Door te drinken wordt het voedsel naar de maag getransporteerd. Bovendien hebben koolzuurhoudende dranken een licht reinigende werking en maken dat verstoppingen van de stent minder snel zal voorkomen.

Problemen die u thuis kunt verwachten na succesvolle plaatsing van een stent

  • Verstopping van de stent. U merkt een verstopping van de stent als u voedsel en speeksel moeilijk of niet doorgeslikt kan krijgen. Als dit gebeurt neemt u dan contact op met het ziekenhuis. De stent kan dan schoongemaakt worden door middel van een gastroscopie.
  • Zuurbranden. Soms komt zuurbranden (maagzuur) voor. Dit komt omdat de klepfunctie van het onderste gedeelte van de slokdarm niet meer functioneert. Daarom krijgen patiënten, bij wie de stent door de klep van het onderste deel van de slokdarm ligt, een zuurremmend medicijn voorgeschreven. Het probleem is vaak verder nog te verhelpen door een lichte verhoging onder het hoofdeinde van het bed aan te brengen. Soms helpt het ook om de laatste twee uur voor het slapen gaan niet meer te eten. Als dit niet helpt, neemt u dan contact op met het ziekenhuis. Er kan dan bekeken worden wat de beste behandeling is.
  • Pijn. Door de ziekte zelf kunt u ook pijn hebben of krijgen. Pijn kan verschillende oorzaken hebben. De huisarts kan de oorzaak van de eventuele pijn vaststellen en behandelen. Vraag daarom bij pijn altijd het advies van uw huisarts.

Heeft u nog vragen of zijn er andere problemen met de stent, dan kunt u ons altijd bellen.

Controle

Nadat de stent in de slokdarm is geplaatst, is het niet nodig dat u voor controle van het resultaat van de behandeling naar het ziekenhuis komt. Indien u daar behoefte aan hebt, kunnen wij wel altijd een afspraak regelen. Ook zal uw huisarts op de hoogte worden gesteld van het feit dat bij u een stent is geplaatst, zodat u ook met hem eventuele problemen kunt bespreken.

Vragen?

Mocht u na het lezen nog vragen hebben, belt u dan gerust, (010) 704 02 66.

Helaas kunnen zich bij endoscopische onderzoeken en behandelingen soms complicaties voordoen. Vaak wordt dit duidelijk tijdens het onderzoek of vlak daarna maar soms ontstaan problemen pas nadat u uit het ziekenhuis ontslagen bent. Mochten dit bij u het geval zijn, dan kunt u 24 uur per dag en 7 dagen per week contact met ons opnemen op telefoonnummer
(010) 703 07 82. U krijgt dan de dienstdoende arts-assistent maag-, darm-, en leverziekten aan de lijn. Hij of zij kan dan met u zo nodig verdere afspraken maken of u van advies dienen.