Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Scolioseoperatie

Spondylodese voor adolescenten (10-18 jaar)

Scoliose is een verkromming van de rug. Hierdoor zitten er één of meer bochten in de rug. Je krijgt een operatie om de verkromming in je rug zoveel mogelijk recht te zetten. Dit noemen we een spondylodese. Hier lees je alles over de operatie.

Download PDF

Over scoliose

Wat is scoliose?

Scoliose is een kromming van de rug waarbij de ruggengraat krom en gedraaid is. Als je van achteren naar je rug kijkt, zie je dat deze een bocht maakt. Scoliose ontstaat als deze bocht groter is dan 10 graden.

De bocht kan op verschillende plekken zitten:
  • Lumbale scoliose: in de onderrug.
  • Thoracale scoliose: in de bovenrug.
  • Thoraco-lumbale scoliose: tussen de onderrug en bovenrug.
  • Gecombineerde scoliose: twee bochten, in de onderrug en bovenrug.
afb
Scoliose kan een bult op je rug vormen, dit noemen we een gibbus.

Wat merk je van scoliose?

Soms geeft scoliose geen klachten, maar je kunt het merken door:
  • een kromme rug
  • ongelijke schouders
  • kleren die scheef hangen
  • verschil in de vorm van de taille
Bij klachten kan het gaan om:
  • rugpijn
  • moeite met lang rechtop staan
  • vermoeidheid
  • beperkte bewegingsvrijheid
  • kortademigheid
Ernstige kromming kan druk op de longen en het hart geven, wat ademhalings- en hartproblemen kan veroorzaken. Scoliose kan ook psychologische klachten geven.
Voor meer informatie over scoliose kijk op ‘scoliose’.

Over de operatie

Wat gaan we doen?

Tijdens deze operatie zetten we je rug zoveel mogelijk recht. Dit noemen we een spondylodese. We doen dit door twee staven aan beide zijden van de rug vast te maken met schroeven en haken die in je rug zitten.

Wat is het doel?

Als de kromming van je rug groter is dan 45 tot 50 graden, is de kans groot dat de scoliose erger wordt als je uitgegroeid bent. Je kan je er dan te veel klachten van krijgen. Je kunt bijvoorbeeld veel pijn krijgen en organen kunnen in de knel komen te zitten. Dit kan zorgen dat je moeilijker kunt ademhalen of moeilijker kunt slikken. Door de rug zoveel mogelijk recht te zetten halen we de bocht weg en worden de klachten minder. De scoliose kan dan later ook niet meer toenemen. Daarnaast kan een operatie ervoor zorgen dat je op latere leeftijd minder last hebt van rugklachten.

Voor de operatie

Gesprek met de orthopeed en de verpleegkundig specialist

Denken we dat je een operatie nodig hebt? Dan ga je eerst op gesprek bij de orthopeed en de verpleegkundig specialist. De orthopeed is de arts die jou gaat opereren. Hij of zij bespreekt de operatie met je en legt je uit wat er tijdens de operatie gebeurt. De verpleegkundig specialist legt je alles uit over de opname in het ziekenhuis en over de behandeling, herstel en revalidatie na de operatie.

Pre-operatief onderzoek

Over het pre-operatieve onderzoek

Voor de operatie moet je een dag naar het ziekenhuis. Tijdens deze dag heb je onderzoeken en afspraken. Dit is om je voor te bereiden op de operatie. Ook kijken we of je gezond genoeg bent om de operatie zonder problemen te krijgen.

Er komt veel op je af deze dag. Het is daarom goed als je ouders meegaan. Als je wil, kan je de gesprekken ook opnemen om op een later moment terug te luisteren. Vraag aan de artsen en verpleegkundigen of dit goed is. Ook is het goed om van tevoren al je vragen op te schrijven en deze vragen mee te nemen.

Polikliniek anesthesiologie: over de narcose

Tijdens de operatie ga je onder narcose. Dit betekent dat we je medicijnen geven, waardoor je de operatie niet meemaakt. Tijdens deze afspraak controleren we of je gezond genoeg bent voor de narcose. Daarom stellen we je wat vragen en doen we wat onderzoeken. Ook leggen we uit wat er gaat gebeuren. We leggen je uit:
  • hoe het gaat als je onder narcose gaat
  • hoe je narcose krijgt
  • welke medicijnen tegen de pijn je krijgt na de operatie
  • wat je kan helpen om je zo comfortabel mogelijk te laten voelen
Wil je meer weten over anesthesie en hoe dat werkt tijdens een operatie? Kijk dan op ‘Anesthesie en de begeleiding van uw kind’.

Röntgenfoto

We maken voor en na de operatie een röntgenfoto van je rug. Tijdens deze dag laat je de eerste foto maken. Bij het maken van de foto’s zullen we je vragen om je rug te buigen. Dit noemen we buigfoto’s. Hiermee kunnen we zien hoe soepel de bochten in je rug zijn.

Bloedprikken

Op deze dag moet je ook bloed laten prikken. Zo kunnen we controleren of alle bloedwaarden goed zijn voor de operatie. Ook kijken we welke bloedgroep en antistoffen je hebt. Zo weten we welk bloed we je kunnen geven, als dat nodig is. Je kunt bloed laten prikken in het Erasmus MC.

Tijdens de opname voor de operatie moet je nog een keer bloedprikken.

SSEP-onderzoek

Je gaat naar de afdeling klinische neurofysiologie voor een SSEP-onderzoek. Dit is een onderzoek van de gevoelszenuwen in je armen, benen, ruggenmerg en hersenen. Dit doen we om te kijken of je zenuwen en spieren goed werken. In ‘SSEP-onderzoek’ kan je meer lezen over het onderzoek.

Fysiotherapeut

Na de operatie zal de fysiotherapeut je helpen met bewegen. Je gaat zo snel mogelijk weer beginnen met rustig bewegen en lopen. De fysiotherapeut helpt je hierbij. Voor de operatie maak je alvast kennis met je fysiotherapeut. Hij of zij legt ook uit wat er na de operatie gaat gebeuren.

Medisch pedagogische zorg

De operatie kan heel heftig zijn. Daarom is er een medisch pedagogisch medewerker. Dit is iemand die je kan helpen met het verwerken van de operatie en het herstel. Op deze dag maak je kennis met deze medewerker.

Gesprek met de orthopedisch chirurg

Als laatste ga je nog een keer op gesprek met de orthopedisch chirurg. Tijdens deze afspraak kan je alle vragen stellen die je nog hebt. Tijdens dit gesprek controleren we de laatste dingen, zoals of je niet ziek bent of infecties hebt. We kijken naar de laatste foto en beslissen of de operatie definitief door kan gaan. Ook maken we een operatieplan.

Voorbereiding

Gesprek met school

Na de operatie kan je nog niet meteen naar school. Daarna kan je langzaam weer wat uren of een dagdeel naar school gaan. Ook op school moeten er wat afspraken gemaakt worden over bijvoorbeeld het wisselen van klaslokaal, tweede boekenpakket, gebruik van liften i.p.v. trappen, etc.

Daarom raden we je ouders aan om voor de operatie en gesprek aan te vragen met je mentor of conrector. Zo weet de school goed wat er aan de hand is.

Lees meer over de dingen waar je na de operatie rekening mee moet houden op school onder het kopje ‘Herstel’ en ‘naar school’.

Neuszalf en douchen met speciale zeep

Tijdens het gesprek met de verpleegkundig specialist krijg je een kweekset voor je neus mee naar huis. 2 weken voor de operatie moet je dit afnemen en opsturen. De verpleegkundig specialist heeft je uitgelegd hoe je dit moet doen.

Met deze test kijken we of je de s. aureus bacterie in je neus hebt. Dit is geen gevaarlijke bacterie. Maar als je deze bacterie hebt, is de kans op infecties en ontstekingen groter. Heb je deze bacterie? Dan moet je voor de operatie je neus insmeren met een zalf en je moet douchen met een speciale zeep. Dit zorgt ervoor dat je minder snel infecties krijgt. De orthopeed schrijft een recept voor je. Daarmee kan je de zalf en de zeep ophalen bij de ziekenhuisapotheek of bij jouw eigen apotheek.

Medicijnen

Er zijn een paar medicijnen die je (misschien) niet mag slikken voor de operatie:
  • (Kinder)asprine: dit medicijn verdunt het bloed. Daardoor wordt de kans op nabloedingen groter. Je mag daarom minstens 2 weken voor de operatie geen (kinder)asprine nemen.
  • Acetylsalicylzuur of carbasalaatcalcium: slik je een van deze medicijnen? Vraag dan aan de orthopedisch chirurg of je deze medicijnen mag blijven slikken.
  • Vaccinaties: je mag 2 dagen voor de operatie geen vaccinaties voor DKTP of meningokokken krijgen.

Nuchter zijn

Voor uw operatie moet u nuchter zijn. U mag dan niet eten, drinken of roken.
6 uur voordat u in het ziekenhuis moet zijn, mag u niet meer eten en roken. U mag dan nog wel heldere dranken drinken. Bijvoorbeeld water, thee en aanmaaklimonade. 2 uur voordat u in het ziekenhuis moet zijn, mag u ook niets meer drinken.

Ligt u de dag voor de operatie al in het ziekenhuis? Dan vertelt de verpleegkundige hoe laat u nuchter moet zijn.

Gebruikt u medicijnen? Bespreek dit altijd met uw arts. Sommige medicijnen mag u rond de operatie niet innemen. Moet u de medicijnen innemen? Dit mag altijd met een slokje water. Ook in de tijden dat u nuchter moet zijn.

Meer informatie over nuchter zijn bij een operatie leest u in de folder “Nuchter rondom een operatie

Meenemen

De meeste kinderen zijn ongeveer 3-4 dagen in het ziekenhuis voor deze operatie. Neem genoeg schone kleding en toiletspullen mee. Je ouders of verzorgers kunnen later ook nog nieuwe kleding van thuis meenemen. Dit is een lijstje van spullen om mee te nemen:
  • Persoonlijke documenten: identificatiebewijs (paspoort, ID-kaart of rijbewijs).
  • Verzekeringspapieren: zorgverzekeringpas.
  • Comfortabele kleding
  • Badjas en slippers.
  • Schoenen met goede grip: dit is goed voor als je over de afdeling mag gaan oefenen met lopen.
  • Toiletartikelen: tandpasta, tandenborstel, shampoo, douchegel, deodorant en haarborstel.
  • Medicijnen: zijn er medicijnen die je moet innemen? Neem die dan ook mee.
  • Telefoon en opladers.
  • Bril of contactlezen.
  • Andere dingen die je zelf fijn vindt om mee te nemen. Neem bijvoorbeeld je eigen films, podcasts, muziek of boeken mee. Zo kan je jezelf afleiden op moeilijke momenten.
  • Eten en drinken dat je lekker vindt. De eerste dagen na de operatie heb je misschien nog niet zoveel honger. Maar het is wel belangrijk dat je iets eet. Het is dan makkelijker om iets te eten wat je lekker vindt.

Overige voorbereiding

Er zijn nog een paar dingen waar je rekening mee moet houden voor de operatie:
  • Je mag geen bodylotion op hebben. Deodorant en gezicht crème mag wel.
  • Je mag geen sierraden om.
  • Je mag geen nagellak op hebben.
  • Je mag geen piercings in hebben.
  • Voor kinderen met lang haar: doe 2 vlechten in je haar, als dat lukt.

Opname

Opnamedatum

Je ouders worden ongeveer 6 weken voor de operatie gebeld. De verpleegkundige vertelt jullie dan op welke datum je geopereerd kunt worden.

Op de afdeling

De dag voor de operatie kom je samen met je vader, moeder of verzorger naar het ziekenhuis. Je wordt dan opgenomen op de kinderafdeling die we je hebben laten zien. Hier moet je dan een nacht blijven slapen. Je vader, moeder of verzorger mag hier ook blijven slapen. Dit noemen we ‘rooming-in’.

De operatie

Informatie over de operatie

Tijdens een operatie komt er veel op je af. Om je alvast een idee te geven wat je te wachten staat kan je deze video bekijken:




Als je alvast wil zien waar je terechtkomt, kun je kijken bij ‘het avontuur van Joep’. Hier kan je in 360 graden de verschillende kamers zien: de centrale hal, de ingang van de operatiekamer, de voorbereidingsruimte, de operatiekamer en de uitslaapkamer.

Voor de operatie

Op de afdeling

Op de afdeling krijg je eerst uitleg van de verpleegkundige. Hij/zij stelt je ook nog wat vragen. Daarna krijg je een operatiejas aan en een bandje om met je naam erop. We controleren ook je bloeddruk en temperatuur.

Op de operatiekamer krijg je infusen in je handen of in de binnenkant van je elleboog. Om ervoor te zorgen dat je dit minder voelt, krijg je op de afdeling een pleister op je handen of op de binnenkant van je elleboog. Op deze pleister zit een verdovend middel, waardoor je het minder voelt als we het infuus prikken. Als het tijd is voor de operatie, rijden we je op je bed naar de voorbereidingsruimte.

De voorbereidingsruimte

Voor de operatie ga je eerst naar de voorbereidingsruimte. Er mag een ouder of verzorger mee. Hier stellen we je nog wat vragen en geven we je nog wat informatie.

Ook meten we hier je temperatuur. Daarna plakken we stickers op je lichaam. Deze stickers verbinden we met apparaten in de operatiekamer. Zo kunnen we in de gaten houden of alles goed met je gaat tijdens de operatie.

De operatiekamer

Daarna ga je naar de operatiekamer. Je ouder of verzorger mag weer mee. Je mag dan op de operatietafel gaan liggen. We geven je eerst het infuus in je hand of aan de binnenkant van je elleboog. Daarna geven we je de narcose. Dit doen we via het infuus. Maar het kan ook zijn dat je een kapje op je mond krijgt. Nadat we je narcose hebben gegeven, val je in slaap. Daarna gaat je ouder of verzorger de operatiekamer uit.

Verloop van de operatie

Tijdens de operatie boren we gaatjes in de wervels van de rug. In die gaatjes plaatsen we schroeven. We gebruiken röntgenstraling om tijdens de operatie te zien of we goed zitten.

voor de operatie zij
voor de operatie zij
na de operatie voor
na de operatie zij
Voor de operatie (van de voorkant) Voor de operatie (van de zijkant) Na de operatie (van de voorkant) Na de operatie (van de zijkant)


Als de schroeven goed zitten, gaan we 2 staven plaatsen. Er komen twee staven aan de zijkanten van je ruggengraat. We meten eerst hoe lang de staven moeten zijn. Daarna knippen we de staven van CobaltChroom of Titanium in de juiste lengte. We buigen de staven in de juiste vorm voor jouw rug. Daarna zetten we de staven vast aan de schroeven die al in je rug zitten. Door de staaf vast te maken aan je rug met de schroeven, komt je rug weer recht te staan.

Daarna maken we de wond schoon en hechten we alles weer dicht.





Verwijzing naar video wordt gebruikt met toestemming van het Utrecht UMC.


Na de operatie

Op de uitslaapkamer

Je wordt wakker op de uitslaapkamer. Dit noemen we ook wel de ‘recovery’. Je vader, moeder of verzorger komt dan ook naar je toe. Het is belangrijk om hier goed aan te geven wat je allemaal voelt.

Na de operatie lig je recht op je rug. We controleren hier of je armen en benen goed werken. Daarom raken we ze aan en vragen we je of je alles goed voelt. Ook willen we weten of je je armen en benen kunt bewegen.

Naar de afdeling

Meestal ga je twee uur na de operatie van de uitslaapkamer naar de afdeling. De meeste kinderen blijven ongeveer 3-4 dagen op de afdeling. Als alles goed gaat, mag je daarna naar huis.

Controles

Als je naar de afdeling gaat, controleren we nog een keer of je armen en benen goed werken. Dit doen we de eerste dag elke 2 uur, dus ook in de nacht. Daarna zullen we dit elke dag doen terwijl je nog in het ziekenhuis ligt.

Ook controleren we elke dag je hartslag, ademhaling en je temperatuur.

Epiduraal of ruggenprik

Tijdens de operatie heeft de arts een of twee epiduraal geplaatst. We noemen dit ook wel een ruggenprik. Dit is een infuus dat je rug in loopt. Via dat infuus kunnen we pijnstilling geven. Meestal halen we dit infuus er op de 2e dag uit.

Pijnstillers

We geven je elke dag pijnstillers. Het is belangrijk dat je deze inneemt. Het is altijd belangrijk om ons te vertellen hoe je je voelt. Heb je pijn? Vertel dit ons. We kunnen dan samen kijken of je meer pijnstillers kan krijgen.

Katheter

Tijdens de operatie heeft de arts ook een katheter geplaatst. Dit is een buisje dat in je plasbuis zit en naar je blaas gaat. Door dit buisje loopt urine uit je blaas direct naar een zak. Zo hoef je niet naar de WC te gaan. De katheter mag eruit als je zelf weer genoeg kan bewegen om naar de WC te gaan en de epiduraal eruit is.


Drain

Na de operatie kan er vocht uit de wond lopen. Dit noemen we wondvocht. Soms plaatsen we een drain in je rug om ervoor te zorgen dat de wond niet gaat lekken. Dit is een slangetje waar het vocht door weg kan lopen. Meestal halen we 24 uur na de operatie halen we de drain weg.

Wond

Na de operatie hebben we verband over de wond op je rug gedaan. We controleren elke dag of het verband goed zit en of de wond niet is gaan bloeden. Na 5 dagen mag het verband eraf.

Eten

De dag na de operatie mag je voorzichtig wat proberen te eten. Ook geven we je kauwgom om op te kauwen. Dit doen we omdat dit de darmen helpt om op gang te komen. Direct na de operatie mag je weer normaal eten.

Douchen

Op de 4e dag na de operatie mag je weer douchen.

Pedagogische medewerker

Het kan heel goed dat het wat minder goed met je gaat. Je kan bijvoorbeeld verdrietig zijn. Het is dan goed om erover te praten met bijvoorbeeld je ouders of de verpleegkundige. Maar er is ook een pedagogisch medewerker waar je mee kan praten, als je dat wilt.

Bewegen

Na de operatie is het belangrijk om zo snel mogelijk te gaan zitten en te beginnen met bewegen. Dit is het beste voor je gezondheid. De verpleegkundige en de fysiotherapeut hebben hier een schema voor en komen je hiermee helpen.
Het is goed om te weten dat er niks mis kan gaan met je rug bij het uit bed gaan. Het is normaal dat je het spannend vindt. Voel je je niet goed bij het uit bed gaan? Laat dit dan aan ons weten. We kunnen je meer pijnstillers geven of het schema aanpassen.

Dag van de operatie

  • Middag: je moet nog op je rug blijven liggen.
  • Avond: een verpleegkundige komt je helpen. Je mag dan elke 2 uur even op je zij liggen. Ook zetten we ’s avonds je rugsteun om hoog zodat je kan zitten.

1e dag na de operatie

  • Ochtend: we zetten je rugsteun weer wat omhoog (60 graden) zodat je kan zitten.
  • Middag: de fysiotherapeut komt je helpen om op de rand van het bed te gaan zitten. Als dat lukt, mag je in een stoel gaan zitten.
  • Avond: je mag nog een keer op de rand van je bed zitten en op de stoel gaan zitten. Een verpleegkundige komt je hierbij helpen.


2e dag na de operatie

  • Ochtend: je mag wat langer gaan zitten. Een verpleegkundige komt je weer helpen om op de rand van het bed te zitten en om op een stoel te gaan zitten.
  • Middag: de fysiotherapeut komt je helpen met lopen. Je gaat eerst weer in de stoel zitten. Daarna loop je samen met de fysiotherapeut een paar keer heen en weer op de gang.
  • Avond: met de verpleegkundige ga je eerst in de stoel zitten en daarna een rondje lopen over de gang.

3e dag na de operatie

  • Ochtend: je mag wat langer zitten. Met de verpleegkundige ga je aan de rand van het bed zitten. Daarna mag je weer in de stoel zitten.
  • Middag: met de fysiotherapeut ga je een rondje lopen over de gang. Ook zal de fysiotherapeut je helpen met traplopen.
  • Avond: met de verpleegkundige ga je weer een rondje lopen over de gang.
Als alles goed gaat, mag je in de avond naar huis. Het kan ook zijn dat je nog een nachtje in het ziekenhuis moet blijven. Dan ga je op de 4e dag na de operatie naar huis.

Naar huis

Je mag naar huis als:
  • Alles op de röntgenfoto er goed uitziet. Voordat je naar huis gaat, maken we nog een foto van je rug.
  • Je niet te veel pijn hebt zonder de ruggenprik.
  • De wond er goed uitziet.
  • Als je kan lopen en traplopen
  • Het eten en drinken goed gaat en je windjes laat.
Voordat je naar huis gaat, heb je een ontslaggesprek. Tijdens dit gesprek vertellen we jou en jouw ouders of verzorgers hoe je de wond moet verzorgen en welke bewegingen je wel en niet mag doen.

Complicaties

Over complicaties

Complicaties zijn problemen tijdens of na de operatie. Het is goed om te weten dat de operatie bijna altijd goed gaat en erge complicaties bijna niet voorkomen. Ons team is gespecialiseerd en we doen er alles aan om de operatie goed te laten gaan.


Tijdens de operatie

  • Bloedtransfusie: tijdens de operatie kan het zijn dat je bloed nodig hebt. Je krijgt dan een transfusie met donorbloed.
  • Schade aan het ruggenmerg (1 op 500 tot 1000 operaties): we opereren vlak bij het ruggenmerg en de zenuwen van de rug. We doen dit op een zo veilig mogelijke manier. Maar toch kan het ruggenmerg soms beschadigen. Hierdoor kan je bovenlichaam of benen verlamd zijn of pijn doen. Tijdens de operatie controleren we het ruggenmerg samen met de afdeling klinische neurofysiologie. Na de operatie controleren we vaak of alles goed is gegaan. Toch is er een kleine kans dat het ruggenmerg beschadigd blijft.

Na de operatie

  • Infectie van de wond (1 op de 50 tot 100): een ontsteking aan de wond is zeldzaam. Als het gebeurt, kunnen we dit goed behandelen met antibiotica. Heel soms moeten we opnieuw opereren om de wond goed schoon te maken.
  • Dove huid: door de operatie kunnen we huidzenuwen beschadigen. Hierdoor heb je een doof gevoel op de huid rondom je litteken of op je bovenbeen. Dit gaat meestal vanzelf weer weg. Heel soms blijft het dove gevoel.
  • Pseudo-artrose: soms groeien wervels niet goed aan elkaar. Dit noemen we pseudo-artrose. Hierdoor kan de staaf afbreken of schroeven en haakjes loslaten. Het kan daardoor nodig zijn om een 2e operatie te doen.
  • Slijtage: als je ouder wordt, heb je een grotere kans op slijtage van je wervels die niet zijn geopereerd. Dit komt je wervels zwaarder belast worden met artrose.

Herstel

Wond en litteken

Na de operatie duurt het ongeveer 2 weken voordat de wond dicht is. Het duurt ongeveer 1 jaar voordat het litteken volledig gevormd is en niet meer verandert.

Als de wond nog open is:
  • De wondpleister die op de wond zit mag op de 5e dag weggehaald worden, als de wond droog is.
  • Op de wond zitten nog hechtpleisters. Deze vallen er vanzelf af binnen 2 weken.
  • Laat de wond uit zichzelf dichtgaan. Smeer geen zalf of crème op de open wond.
  • Ga niet in bad of in de sauna met een open wond.
Zodra de wond dicht is (dit is meestal na 2 weken):
  • Aan het uiteinde van de wond zitten knoopjes van de hechtingen. Heb je na 2 weken nog last van deze knoopjes? Dan mogen je ouders of verzorgers deze knoopjes afknippen.
  • Smeer het litteken in met een vette zalf.
  • Ga je de zon in? Smeer het litteken goed in met factor 50. Zo voorkom je dat het litteken verbrandt. Let hier vooral op in het eerste jaar na de operatie.

Pijnstilling

Je krijgt pijnstilling van het ziekenhuis mee voor thuis. Het is belangrijk dat je deze pijnstillers inneemt volgens het schema dat je meekrijgt van het POWER-team. Het POWER-team is het team dat jouw pijnstillers regelt en het schema maakt. Na 2 weken belt het POWER-team je op om te vragen hoe het gaat met de pijn.

Fysiotherapie

Tijdens je herstel kan het fijn zijn om hulp te krijgen van een fysiotherapeut. In de eerste 3 maanden na de operatie mag je nog niet oefenen met een fysiotherapeut. Na deze 3 maanden krijg je een afspraak bij een fysiotherapeut in het Erasmus MC. Hij of zij geeft je advies en helpt je met het zoeken naar een fysiotherapeut bij jou in de buurt. Onderaan deze folder vind je ook een website waarmee je een fysiotherapeut kunt vinden.

Lengte van het herstel

Na de scolioseoperatie duurt het ongeveer 2 tot 6 weken voordat je weer naar school kan. Meestal moet je dan nog wel rekening houden met je rug en je aan leefregels houden. Het duurt ongeveer 6 maanden voordat de wervels weer helemaal genezen zijn.

Controles

2 weken en 6 weken na de operatie bellen we om te horen hoe het met je gaat. 3 maanden, 1 jaar en 2 jaar na je operatie kom je op controle op de polikliniek. Tijdens deze controle maken we röntgenfoto’s. Met de röntgenfoto’s kunnen we zien of alles nog goed zit.

Leefregels

  • Buk niet te veel. Je mag wel hurken om iets van de grond af te rapen.
  • In de eerste paar weken kan het lastig zijn om je aan te kleden en schoenen aan te doen. Vraag bij het aankleden dan om hulp. Schoenen en sokken kan je aandoen door de voet van je ene been op het andere been te leggen.
  • Probeer draaibewegingen van je bovenlichaam niet te doen. Dit doe je meestal als je bijvoorbeeld iets wil vragen aan een klasgenootje die achter je zit. Het is beter om dan je stoel helemaal om te draaien. Beweeg je heupen en schouders altijd tegelijk.
De eerste 3 weken mag je nog geen zware dingen tillen.

Bewegen

Tijdens je herstel mag je langzaam steeds meer gaan bewegen. Hieronder staan richtlijnen voor wanneer je dingen ongeveer weer kan. Het kan zijn dat je herstel wat sneller gaat of juist wat langzamer. Dat is niet erg. Elk lichaam is anders. Bespreek met je fysiotherapeut wanneer het voor jou weer goed is om weer te sporten.
  • Wandelen: direct na de operatie mag je met de fysiotherapeut weer wandelen. Probeer steeds iets verder te wandelen als je thuis bent.
  • Fietsen: 3 maanden na de operatie.
  • Zwemmen: 3 maanden na de operatie.
  • Rustige sport: 3 tot 6 maanden na de operatie mag je langzaam weer gaan gymen, fitnessen, hardlopen of een rustige voetbaltraining doen.
  • Contactsport: na 6 maanden mag je weer contactsporten doen. Dit zijn hockeywedstrijden, voetbalwedstrijden of vechtsporten.
  • Schaatsen en skiën: 9 maanden na de operatie.
  • Pretpark: 9 maanden na de operatie.

Naar school

  • Je mag de eerste 3 maanden zelf nog niet fietsen naar school. En je mag zeker niet achterop bij iemand anders op de fiets zitten. Je vader, moeder of verzorger moet je met de auto naar school brengen en halen.
  • Bespreek met je ouders en je leraren hoe je naar school gaan langzaam kan opbouwen. In het begin is het beter om maar een paar uur naar school te gaan. Daarna kan je bijvoorbeeld een dagdeel naar school gaan.
  • Het is beter voor je rug als je kan wisselen van houding. Bespreek met je ouders en je leraren of het mogelijk is om te wisselen van zitten naar staan. Ook kan het fijn zijn om een plek te hebben om te kunnen liggen als je rug moe wordt.
  • Bespreek met je ouders en leraren of je meer tijd mag krijgen bij het wisselen van klas. Bijvoorbeeld als je ver moet lopen en als je moet traplopen. Ook mag je niet geduwd worden. Daarom is het soms handig om voor de drukte alvast te gaan lopen naar het volgende lokaal.
  • Bespreek met je ouders, leraren en klasgenootjes dat je niet geduwd mag worden.
  • Vraag een klasgenoot of die jouw schooltas wil dragen in de eerste paar weken.

Meer informatie

Wanneer contact opnemen?

Neem contact met ons op als er problemen zijn met de wond. Bijvoorbeeld wanneer:
  • De wond gaat lekken
  • De wond steeds roder en dikker wordt
  • De wond meer pijn gaat doen
  • Je meer dan 38,5 graden koorts hebt

Contact

Heb je nog vragen na het lezen van deze informatie? Je kunt de vragen opschrijven en meenemen naar je volgende afspraak. Als de vragen niet kunnen wachten, kun je contact opnemen met ons via:
  • Polikliniek orthopedie (010) 7036657
  • Verpleegkundig Specialist: vs.kinderorthopedie@erasmusmc.nl


Meer informatie

Naast het ziekenhuis zijn er veel organisaties, verenigingen en websites die je zouden kunnen helpen. Hieronder vind je een lijst van organisaties en verenigingen. Het boek ‘achter mijn rug’ van Deborah Herder. Via de polikliniek kan je een gratis exemplaar krijgen. In het boek geeft ze aandacht aan wat het bekent om scoliose te hebben.

Veel patiënten zeggen dat yoga of kinderyoga zou kunnen helpen. Het is niet voor iedereen, maar het is misschien het proberen waard. Lees je goed in in welke vorm van yoga voor jou het beste werkt.

Fysiotherapeuten