Over scoliose
Wat is scoliose?
Scoliose is een kromming van de rug waarbij de ruggengraat krom en gedraaid is. Als u van achteren naar uw rug kijkt, ziet u dat deze een bocht maakt. Scoliose ontstaat als deze bocht groter is dan 10 graden. Er zijn verschillende vormen:

Scoliose kan een bult op je rug vormen, dit noemen we een gibbus.
- C-vormige kromming: 1 bocht
- S-vormige kromming: 2 bochten
- Lumbale scoliose: in de onderrug.
- Thoracale scoliose: in de bovenrug.
- Thoraco-lumbale scoliose: tussen de onderrug en bovenrug.
- Gecombineerde scoliose: twee bochten, in de onderrug en bovenrug.

Scoliose kan een bult op je rug vormen, dit noemen we een gibbus.
Wat merkt u van scoliose?
Soms geeft scoliose geen klachten, maar u kunt het merken door:
Bij klachten kan het gaan om:
Voor meer informatie over scoliose kijk op ‘scoliose’.
- een kromme rug
- ongelijke schouders
- kleren die scheef hangen
- verschil in de vorm van de taille
Bij klachten kan het gaan om:
- rugpijn
- moeite met lang rechtop staan
- vermoeidheid
- beperkte bewegingsvrijheid
- kortademigheid
Voor meer informatie over scoliose kijk op ‘scoliose’.
Over de operatie
Wat gaan we doen?
Tijdens deze operatie zetten we uw rug zoveel mogelijk recht. Dit noemen we een spondylodese. We doen dit door twee staven aan beide zijden van de rug vast te maken met schroeven en haken.
Wat is het doel?
Als de kromming van uw rug groter is dan 45-50 graden, is de kans groot dat de scoliose later erger wordt. U kunt er dan te veel klachten van krijgen. U kunt bijvoorbeeld veel pijn krijgen en organen kunnen in de knel komen te zitten. Dit kan zorgen dat u moeilijker kunt ademhalen of moeilijker kunt slikken. Door de rug zoveel mogelijk recht te zetten, halen we de bocht weg en proberen we de klachten minder te maken. De operatie zorgt er ook voor dat de scoliose later niet erger wordt.
Voor de operatie
Over pre-operatieve onderzoeken
Voor de operatie heeft u meerdere afspraken in het ziekenhuis. Tijdens deze afspraken bespreken we de operatie met u en bereiden we u voor op de operatie. Ook kijken we of u gezond genoeg bent om de operatie zonder problemen te ondergaan.
Er komt veel op u af tijdens deze afspraken. Het is daarom goed om iemand mee te nemen. Als u wilt, kunt u de gesprekken ook opnemen om op een later moment terug te luisteren. Vraag aan de artsen en verpleegkundigen of dit goed is. Ook is het goed om van tevoren vragen op te schrijven en deze vragen mee te nemen.
Er komt veel op u af tijdens deze afspraken. Het is daarom goed om iemand mee te nemen. Als u wilt, kunt u de gesprekken ook opnemen om op een later moment terug te luisteren. Vraag aan de artsen en verpleegkundigen of dit goed is. Ook is het goed om van tevoren vragen op te schrijven en deze vragen mee te nemen.
Gesprek met de orthopeed
U heeft als eerste een gesprek met de orthopedisch chirurg. Hij of zij bespreekt de operatie met u en legt u uit wat er tijdens de operatie gebeurt. Samen besluiten jullie of u de operatie krijgt.
Dag 1 - Polikliniek anesthesie
Na uw gesprek met de orthopedisch chirurg wordt u doorverwezen naar de polikliniek anesthesie. Dit kan op dezelfde dag zijn, maar kan ook op een andere dag. Op de polikliniek anesthesie wordt alles rondom de narcose geregeld. Bij een narcose geven we u medicijnen, waardoor u niks van de operatie meemaakt. Tijdens deze afspraak controleren we of u gezond genoeg bent voor de narcose. Daarom stellen we u wat vragen en doen we wat onderzoeken. Ook leggen we uit wat er gaat gebeuren. We leggen u uit:
- hoe het gaat als u onder narcose gaat
- hoe u narcose krijgt
- welke medicijnen tegen de pijn u krijgt na de operatie
- wat u kan helpen om u zo comfortabel mogelijk te laten voelen
Dag 1 – Bloedprikken
Op dezelfde dag als dat u naar de anesthesie gaat, moet u ook bloed laten prikken in het Erasmus MC. Zo kunnen we controleren of alle bloedwaarden goed zijn voor de operatie. Ook kijken we welke bloedgroep en antistoffen u heeft. Zo weten we welk bloed we u kunnen geven, als dat nodig is.
Op de dag van de opname moet u nog een keer uw bloed laten prikken.
Op de dag van de opname moet u nog een keer uw bloed laten prikken.
Dag 2 – Gesprek met de zaalarts
Op een andere dag heeft u een afspraak bij de zaalarts. Hij of zij controleert nog een aantal zaken. En legt kort uit wat er gaat gebeuren tijdens de operatie. Tijdens deze afspraak kunt u alle vragen stellen die u nog heeft.
Dag 2 – röntgenfoto
Voor de operatie maken we een foto van uw rug. We kijken dan hoe soepel uw rug is. U laat deze foto maken voor of het bezoek aan de zaalarts. Hier kunt u meer lezen over hoe een röntgenfoto werkt.
Dag 2 - SSEP-onderzoek
Op dezelfde dag gaat u naar de afdeling klinische neurofysiologie voor een SSEP-onderzoek. Dit is een onderzoek van de zenuwen en de spieren in uw rug. Dit doen we om te kijken of de zenuwen en spieren goed werken. In ‘SSEP-onderzoek’ kunt u meer lezen over het onderzoek.
Voorbereiding
Neuszalf en douchen met speciale zeep
Als voorbereiding op de operatie moet u een kweektest van uw neus afnemen. Het planbureau neemt hiervoor contact met u op en legt u uit hoe dit werkt. U krijgt dan een kweeksetje opgestuurd naar uw huis. 2 weken voor de operatie moet u de kweek afnemen opsturen.
Met deze test kijken we of u de s. aureus bacterie heeft. Dit is geen gevaarlijke bacterie. Maar als u deze heeft, is de kans op infecties en ontstekingen groter. Heeft u dit? Dan moet u voor de operatie uw neus insmeren met een zalf en u moet douchen met een speciale zeep. Dit zorgt ervoor dat u minder snel infecties krijgt. De zaalarts schrijft dan een recept voor u. Daarmee kan je de zalf en de zeep ophalen bij de ziekenhuisapotheek of bij uw eigen apotheek.
Met deze test kijken we of u de s. aureus bacterie heeft. Dit is geen gevaarlijke bacterie. Maar als u deze heeft, is de kans op infecties en ontstekingen groter. Heeft u dit? Dan moet u voor de operatie uw neus insmeren met een zalf en u moet douchen met een speciale zeep. Dit zorgt ervoor dat u minder snel infecties krijgt. De zaalarts schrijft dan een recept voor u. Daarmee kan je de zalf en de zeep ophalen bij de ziekenhuisapotheek of bij uw eigen apotheek.
Medicijnen
Er zijn een paar medicijnen die u (misschien) niet mag slikken voor de operatie:
- Aspirine: dit medicijn verdunt het bloed. Daardoor wordt de kans op nabloedingen groter. U mag daarom minstens 2 weken voor de operatie geen asprine nemen.
- Acetylsalicylzuur of carbasalaatcalcium: slikt u een van deze medicijnen? Vraag dan aan de orthopedisch chirurg of u deze medicijnen mag blijven slikken.
- Vaccinaties: u mag 2 dagen voor de operatie geen vaccinaties voor DKTP of meningokokken krijgen.
Nuchter zijn
Voor uw operatie moet u nuchter zijn. U mag dan niet eten, drinken of roken.
6 uur voordat u in het ziekenhuis moet zijn, mag u niet meer eten en roken. U mag dan nog wel heldere dranken drinken. Bijvoorbeeld water, thee en aanmaaklimonade. 2 uur voordat u in het ziekenhuis moet zijn, mag u ook niets meer drinken.
Ligt u de dag voor de operatie al in het ziekenhuis? Dan vertelt de verpleegkundige hoe laat u nuchter moet zijn.
Gebruikt u medicijnen? Bespreek dit altijd met uw arts. Sommige medicijnen mag u rond de operatie niet innemen. Moet u de medicijnen innemen? Dit mag altijd met een slokje water. Ook in de tijden dat u nuchter moet zijn.
Meer informatie over nuchter zijn bij een operatie leest u in de folder “Nuchter rondom een operatie”
6 uur voordat u in het ziekenhuis moet zijn, mag u niet meer eten en roken. U mag dan nog wel heldere dranken drinken. Bijvoorbeeld water, thee en aanmaaklimonade. 2 uur voordat u in het ziekenhuis moet zijn, mag u ook niets meer drinken.
Ligt u de dag voor de operatie al in het ziekenhuis? Dan vertelt de verpleegkundige hoe laat u nuchter moet zijn.
Gebruikt u medicijnen? Bespreek dit altijd met uw arts. Sommige medicijnen mag u rond de operatie niet innemen. Moet u de medicijnen innemen? Dit mag altijd met een slokje water. Ook in de tijden dat u nuchter moet zijn.
Meer informatie over nuchter zijn bij een operatie leest u in de folder “Nuchter rondom een operatie”
Meenemen
De meeste mensen zijn ongeveer 4-5 dagen in het ziekenhuis voor deze operatie. Zorg dat u genoeg schone kleding en toiletspullen mee heeft. Bezoekers kunnen ook nog schone kleding of andere spullen komen brengen. Dit een lijstje van spullen om mee te nemen:
- Persoonlijke documenten: identificatiebewijs (paspoort, ID-kaart of rijbewijs).
- Verzekeringspapieren: zorgverzekeringpas.
- Comfortabele kleding
- Badjas en slippers.
- Schoenen met goede grip: voor als u op de gang kunt oefenen met lopen.
- Toiletartikelen: tandpasta, tandenborstel, shampoo, douchegel, deodorant en haarborstel.
- Medicijnen: zijn er medicijnen die u gebruikt? Neem deze dan mee.
- Telefoon en opladers.
- Bril of contactlezen.
- Andere dingen die u zelf fijn vindt om mee te nemen. Denk bijvoorbeeld aan films, podcasts, muziek of boeken.
- Eten en drinken dat u lekker vindt. De eerste dagen na de operatie heeft u misschien nog niet zoveel honger. Maar het is wel belangrijk dat u eet. Het kan dat makkelijker zijn om iets te eten wat u lekker vindt.
Overige voorbereiding
Er zijn nog een paar dingen waar u rekening mee moet houden voor de operatie:
- U mag geen bodylotion op hebben. Deodorant en gezicht crème mag wel.
- U mag geen sierraden om.
- U mag geen nagellak op hebben.
- U mag geen piercings in hebben.
- Voor mensen met lang haar: doe 2 vlechten in uw haar, als dat lukt.
Opname
Datum van de opname
Ongeveer 1 maand voor de operatie wordt u gebeld. De verpleegkundige vertelt u dan op welke datum u geopereerd kunt worden.
Op de afdeling
U wordt meestal op de dag van de operatie opgenomen op klinische afdeling NC-10 op een eenpersoonskamer. Er mag iemand bij u blijven slapen in het ziekenhuis. Dit noemen we ‘rooming-in’.
De operatie
Voor de operatie
Op de afdeling
Op de afdeling krijgt u eerst uitleg van de verpleegkundige. Hij/zij stelt u ook nog wat vragen. Daarna krijgt u een operatiejas aan en een bandje om met uw naam erop. Als het tijd is voor de operatie, rijden we u op uw bed naar de voorbereidingsruimte.De voorbereidingsruimte
Voor de operatie gaat u eerst naar de voorbereidingsruimte. Hier stellen we u nog wat vragen en geven we u nog wat informatie.We geven u hier een infuus in uw handen of de binnenkant van uw elleboog. Ook meten we hier uw temperatuur. Daarna plakken we stickers op uw lichaam. Deze stickers verbinden we met apparaten in de operatiekamer. Zo kunnen we in de gaten houden of alles goed met u gaat tijdens de operatie.
De operatiekamer
Daarna gaat u naar de operatiekamer. Voordat de operatie begint, doen we een time-out procedure. Hierbij controleren we samen met u nog een keer alle gegevens en informatie. Daarna geven we u de narcose. Dit doen we via het infuus dat u in uw hand hebt gekregen. Nadat we u de narcose hebben gegeven, valt u in slaap.Verloop van de operatie
Tijdens de operatie boren we gaatjes in de wervels van de rug. In die gaatjes plaatsen we schroeven. We gebruiken röntgenstraling om tijdens de operatie te zien of we goed zitten.Voor de operatie (van de voorkant) | Voor de operatie (van de zijkant) | Na de operatie (van de voorkant) | Na de operatie (van de zijkant) |
Als de schroeven goed zitten, gaan we 2 staven plaatsen. Er komen twee staven aan de zijkanten van uw ruggengraat. We meten eerst hoe lang de staven moeten zijn. Daarna knippen we de staven van titanium in de juiste lengte. We buigen de staven in de richting van uw rug. Daarna zetten we de staven vast aan de schroeven die al in uw rug zitten. Door de staaf vast te maken aan uw rug met de schroeven, komt uw rug weer recht te staan.
Daarna maken we de wond schoon en hechten we alles weer dicht.
Verwijzing naar video wordt gebruikt met toestemming van het UMC Utrecht.
Na de operatie
Op de uitslaapkamer
U wordt wakker op de Post Anesthesia Care Unit (PACU). Het is belangrijk om hier goed aan te geven wat u allemaal voelt.
Als u op de PACU ligt, bellen we een contactpersoon om uw naasten te laten weten dat de operatie klaar is.
Na de operatie ligt u recht op uw rug. We controleren hier of uw armen en benen goed werken. Daarom raken we ze aan en vragen we u of u alles goed voelt. Ook willen we weten of u uw armen en benen kunt bewegen.
U blijft een nacht op de PACU. Hier controleren we uw bloeddruk en de functie van uw armen en benen. Dit gebeurt ook in de nacht. Als alle controles goed zijn, mag u de dag na de operatie naar de afdeling. Indien alle controles goed zijn, mag u een dag na de operatie naar de klinische afdeling.
Als u op de PACU ligt, bellen we een contactpersoon om uw naasten te laten weten dat de operatie klaar is.
Na de operatie ligt u recht op uw rug. We controleren hier of uw armen en benen goed werken. Daarom raken we ze aan en vragen we u of u alles goed voelt. Ook willen we weten of u uw armen en benen kunt bewegen.
U blijft een nacht op de PACU. Hier controleren we uw bloeddruk en de functie van uw armen en benen. Dit gebeurt ook in de nacht. Als alle controles goed zijn, mag u de dag na de operatie naar de afdeling. Indien alle controles goed zijn, mag u een dag na de operatie naar de klinische afdeling.
Naar de afdeling
De meeste patiënten blijven ongeveer 4-5 dagen op de afdeling. Als alles goed gaat, mag u daarna naar huis.
Controles
Als u naar de afdeling gaat, controleren we nog een keer of uw armen en benen goed werken. Dit zullen we elke dag doen terwijl u nog in het ziekenhuis ligt.
Ook controleren we elke dag uw hartslag, ademhaling en uw temperatuur.
Ook controleren we elke dag uw hartslag, ademhaling en uw temperatuur.
Epiduraal of ruggenprik
Tijdens de operatie heeft de arts een epiduraal geplaatst. We noemen dit ook wel een ruggenprik. Dit is een infuus dat uw rug in loopt. Via dat infuus kunnen we pijnstilling geven. Meestal halen we dit infuus er op de 2e of 3e dag uit.
Pijnstillers
We geven u elke dag pijnstillers. Het is belangrijk dat u deze inneemt. Het is altijd belangrijk om ons te vertellen hoe u zich voelt. Heeft u pijn? Vertel dit ons. We kunnen dan samen kijken of u meer pijnstillers kunt krijgen.
Katheter
Tijdens de operatie heeft de arts ook een katheter geplaatst. Dit is een buisje dat in uw plasbuis zit en naar uw blaas gaat. Door dit buisje loopt urine uit uw blaas direct naar een zak. Zo hoeft u niet naar de WC te gaan. De katheter mag eruit als u zelf weer genoeg kunt bewegen om naar de WC te gaan en als de epiduraal eruit is gehaald.
Drain
Na de operatie kan er vocht uit de wond lopen. Dit noemen we wondvocht. Soms plaatsen we een drain in uw rug geplaatst om ervoor te zorgen dat de wond niet gaat lekken. Dit is een slangetje waar het vocht door weg kan lopen. Meestal halen we 24 uur na de operatie de drain weg.
Wond
Na de operatie hebben we verband over de wond op uw rug gedaan. We controleren elke dag of het verband goed zit en of de wond niet is gaan bloeden. Na 5 dagen mag het verband eraf. Soms doen we een nieuw verband op de wond.
Eten
Direct na de operatie mag u voorzichtig wat proberen te eten. De 2e dag na de operatie mag u weer normaal eten.
Douchen
Op de 4e dag na de operatie mag u weer douchen.
Bewegen
Na de operatie is het belangrijk om zo snel mogelijk te gaan zitten en te beginnen met bewegen. Dit is het beste voor uw gezondheid. De verpleegkundige en de fysiotherapeut hebben hier een schema voor en komen u hiermee helpen.
Het is goed om te weten dat er niets mis kan gaan met uw rug bij het uit bed gaan. Het is normaal dat u het spannend vindt. Voelt u zich niet goed bij het uit bed gaan? Laat dit dan aan ons weten. We kunnen u meer pijnstillers geven of het schema aanpassen.
U zult langzaam steeds meer gaan bewegen. We beginnen met rechtop zitten op uw bed. Uw rugsteun gaat dan steeds een stukje omhoog. Daarna helpt de fysiotherapeut u met op de rand van het bed zitten. Als dat goed gaat, kunt u in een stoel gaan zitten. U mag steeds wat langer gaan zitten. Daarna komt de fysiotherapeut u helpen met lopen. U loopt dan eerst een paar keer heen en weer op de gang. Als laatste stap helpt de fysiotherapeut u met traplopen.
Als alles goed gaat, mag u rond dag 4 of dag 5 naar huis.
Het is goed om te weten dat er niets mis kan gaan met uw rug bij het uit bed gaan. Het is normaal dat u het spannend vindt. Voelt u zich niet goed bij het uit bed gaan? Laat dit dan aan ons weten. We kunnen u meer pijnstillers geven of het schema aanpassen.
U zult langzaam steeds meer gaan bewegen. We beginnen met rechtop zitten op uw bed. Uw rugsteun gaat dan steeds een stukje omhoog. Daarna helpt de fysiotherapeut u met op de rand van het bed zitten. Als dat goed gaat, kunt u in een stoel gaan zitten. U mag steeds wat langer gaan zitten. Daarna komt de fysiotherapeut u helpen met lopen. U loopt dan eerst een paar keer heen en weer op de gang. Als laatste stap helpt de fysiotherapeut u met traplopen.
Als alles goed gaat, mag u rond dag 4 of dag 5 naar huis.
Naar huis
U mag naar huis als:
- Alles op de röntgenfoto er goed uitziet. Voordat u naar huis gaat, maken we nog een foto van uw rug.
- U niet te veel pijn hebt zonder de ruggenprik.
- De wond er goed uitziet.
Complicaties
Over complicaties
Complicaties zijn problemen tijdens of na de operatie. Het is goed om te weten dat de operatie bijna altijd goed gaat en erge complicaties bijna niet voorkomen. Ons team is gespecialiseerd en we doen er alles aan om de operatie goed te laten gaan.
Tijdens de operatie
- Bloedtransfusie: tijdens de operatie kan het zijn dat u bloed nodig hebt. U krijgt dan een transfusie met donorbloed.
- Schade aan het ruggenmerg (1 op 500 tot 1000 operaties): we opereren vlak bij het ruggenmerg en de zenuwen van de rug. We doen dit op een zo veilig mogelijke manier. Maar toch kan het ruggenmerg soms irriteren of beschadigen. Hierdoor kan uw bovenlichaam of benen verlamd zijn of pijn doen. Na de operatie controleren we vaak of alles goed is gegaan. Toch is er een kleine kans dat het ruggenmerg beschadigd blijft.
Na de operatie
- Infectie van de wond (1 op de 50 tot 100): een ontsteking aan de wond is zeldzaam. Als het gebeurt, kunnen we dit goed behandelen met antibiotica. Heel soms moeten we opnieuw opereren om de wond goed schoon te maken.
- Dove huid: door de operatie kunnen we huidzenuwen beschadigen. Hierdoor hebt u een doof gevoel op de huid rondom uw litteken of op uw bovenbeen. Dit gaat meestal vanzelf weer weg. Heel soms blijft het dove gevoel.
- Pseudo-artrose: soms groeien wervels niet goed aan elkaar. Dit noemen we pseudo-artrose. Hierdoor kan de staaf afbreken of schroeven en haakjes loslaten. Het kan daardoor nodig zijn om een tweede operatie te doen.
- Slijtage: als u ouder wordt, hebt u een grotere kans op slijtage van uw wervels. Dit komt doordat uw wervels zwaarder belast worden met artrose.
Herstel
Wond en litteken
Na de operatie duurt het ongeveer 2 weken voordat de wond dicht is. Het duurt ongeveer 1 jaar voordat het litteken volledig gevormd is en niet meer verandert.
Als de wond nog open is:
Als de wond nog open is:
- De wondpleister die op de wond zit mag op de 5e dag weggehaald worden, als de wond droog is.
- Op de wond zitten nog hechtpleisters. Deze vallen er vanzelf af binnen 2 weken.
- Laat de wond uit zichzelf dichtgaan. Smeer geen zalf of crème op de open wond.
- Ga niet in bad of in de sauna met een open wond.
- Aan het uiteinde van de wond zitten knoopjes van de hechtingen. Heeft u na 2 weken nog last van deze knoopjes? Dan mag een verzorger deze knoopjes afknippen.
- Smeer het litteken in met een vette zalf.
- Ga je de zon in? Smeer het litteken goed in met factor 50. Zo voorkom je dat het litteken verbrandt. Let hier vooral op in het eerste jaar na de operatie.
Pijnstilling
U krijgt pijnstilling van het ziekenhuis mee voor thuis. Het is belangrijk dat u deze pijnstillers inneemt volgens het schema van het pijnteam dat u meekrijgt van de apotheek.
U krijgt ook oxycodon mee naar huis. Dit is een verslavend middel. Ga hier voorzichtig mee om. U kunt niet direct stoppen met oxycodon. Dit moet u langzaam afbouwen. Houdt hier rekening mee.
U krijgt ook oxycodon mee naar huis. Dit is een verslavend middel. Ga hier voorzichtig mee om. U kunt niet direct stoppen met oxycodon. Dit moet u langzaam afbouwen. Houdt hier rekening mee.
Fysiotherapie
Tijdens uw opname krijgt u advies en leefregels van de fysiotherapeut voor thuis. In de eerste 3 maanden mag u nog niet oefenen met een fysiotherapeut. Na 3 maanden kunt u in overleg met uw arts kijken of het nodig is om met een fysiotherapeut bij u in de buurt te oefenen.
Lengte van het herstel
Een scolioseoperatie is een ingewikkelde operatie. Het duurt daarom ook lang voordat u weer hersteld bent. Het duurt zeker 6 maanden voordat uw wervels weer genezen zijn. Afhankelijk van uw conditie en uw leeftijd kan het ook langer duren voordat u weer genezen bent. Houdt er rekening mee dat de operatie tijdens uw herstel invloed heeft op uw dagelijks leven.
Thuiszorg
Tijdens uw herstel heeft u hulp nodig van vrienden, familie of een partner. Heeft u meer hulp nodig? Bespreek dit dan met uw zaalarts. Er kan mogelijk ook thuiszorg geregeld worden, als u daarvoor in aanmerking komt. Er komt dan iemand bij u thuis om u te helpen.
Leefregels
- Buk niet te veel. U mag wel door de knieën hurken om iets van de grond af te pakken.
- Schoenen en sokken kunt u aandoen door de voet van het ene been op het andere been te leggen.
- Probeer draaibewegingen van je bovenlichaam niet te doen. Dit doet u meestal als u iets wil vragen aan iemand die achter u zit. Het is dan beter om bijvoorbeeld uw hele lichaam of de hele stoel om te draaien. Beweeg uw heupen en schouders altijd tegelijk.
- De eerste maand mag u geen zware dingen tillen.
Seks
Het is niet gevaarlijk voor uw rug om seks te hebben. 6 weken na de operatie is dit weer veilig. Wel kan het anders zijn dan u gewend bent. Schrik hier niet van.
Controles
6 weken na de operatie bellen we u om te vragen hoe het met u gaat. 3 maanden, 1 jaar en 2 jaar na uw operatie komt u op controle op de polikliniek. Tijdens deze controle maken we röntgenfoto’s. Met de röntgenfoto’s kunnen we zien of alles nog goed zit.
Bewegen
Tijdens uw herstel mag u langzaam steeds meer gaan bewegen. Hieronder staan richtlijnen voor wanneer u dingen ongeveer weer kan doen. Het kan zijn dat uw herstel wat langer duurt. Dat is niet erg. Elk lichaam is anders. Bespreek met uw fysiotherapeut wanneer het voor u weer goed is om weer te sporten.
- Wandelen: direct na de operatie mag u met de fysiotherapeut weer wandelen. Probeer steeds iets verder te wandelen als u thuis bent.
- Fietsen: 3 maanden na de operatie.
- Zwemmen: 3 maanden na de operatie.
- Rustige sport: 3 tot 6 maanden na de operatie mag u langzaam weer gaan fitnessen, hardlopen of een rustige voetbaltraining doen.
- Contactsport: na 9 maanden mag u weer contactsporten doen. Dit zijn hockeywedstrijden, voetbalwedstrijden of vechtsporten.
- Schaatsen en skiën: 9 maanden na de operatie.
Naar werk
- Doet u fysiek zwaar werk? Dan kan het langer duren voordat u weer kunt werken. Bespreek met de fysiotherapeut, arts en uw werkgever wanneer u dit kunt gaan opbouwen.
- U kunt de eerste 3 maanden niet fietsen naar werk. Zorg ervoor dat u kunt rijden of door iemand gebracht kunt worden.
- Bespreek met uw werkgever of de Arbo-arts dat u werk langzaam weer moet opbouwen. In het begin lukt het waarschijnlijk niet om hele dagen te werken. Werk dan bijvoorbeeld een paar uur op een dag of een dagdeel.
- Het is beter voor uw rug om te wisselen van houding. Zorg bijvoorbeeld voor een bureau waar u aan kunt staan. Ook is het fijn als u een plek heeft om te gaan liggen als uw rug moe wordt.
- Moet u veel stil zitten op uw werk? Bespreek met uw werkgever of het mogelijk is om af en toe een rondje te lopen.
Meer informatie
Wanneer contact opnemen?
Neem contact met ons op als er problemen zijn met de wond. Bijvoorbeeld wanneer:
- De wond gaat lekken.
- De wond steeds roder en dikker wordt.
- De wond meer pijn gaat doen.
- U meer dan 38,5 graden koorts hebt.
Contact
Heeft u nog vragen na het lezen van deze informatie? U kunt de vragen opschrijven en meenemen naar uw volgende afspraak. Als de vragen niet kunnen wachten, kunt u contact opnemen met ons via:
- Polikliniek orthopedie (010) 704 01 36
Meer informatie
Naast het ziekenhuis zijn er veel organisaties, verenigingen en websites die u zouden kunnen helpen. Hieronder vindt u een lijst van organisaties en verenigingen:
- Vereniging van scoliosepatiënten: voor meer informatie, ervaringsverhalen en lotgenotencontact.
- Stichting I love my back – Een steuntje in de rug voor jongeren met scoliose: een vereniging van en voor jongeren en jongvolwassenen (t/m 30 jaar) met scoliose.
- Het boek ‘Achter mijn rug’ van Deborah Herder: via uw chirurg kunt u een gratis exemplaar krijgen. In het boek geeft ze aandacht aan wat het betekent om scoliose te hebben.
- Yoga: veel patiënten zeggen dat yoga zou kunnen helpen. Het is niet voor iedereen, maar het is misschien het proberen waard. Lees u goed in welke vorm van yoga voor u het beste werkt. Let op: laat uw rug eerst herstellen, voordat u aan yoga begint. Wacht hier dus een aantal maanden mee.
Fysiotherapeuten
- Via deze website kunt u fysiotherapeuten vinden die gespecialiseerd zijn in scoliose: www.schroth-therapeut.nl