Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Stethoscoop
Operatie

Myectomie en mitralisklep reparatie

Bij een hypertrofische obstructieve cardiomyopatie wordt er een stukje hartspier van het tussenschot van de hartkamers verwijderd. Dit wordt vaak gecombineerd met een reparatie van de mitralisklep

Over deze operatie

Wat we gaan doen

Wat is deze operatie?

Om de obstructie bij een hypertrofische obstructieve cardiomyopatie op te heffen wordt een deel van het hartspierweefsel dat zich tussen de twee hartkamers bevindt verwijderd. Zo kan het bloed weer ongehinderd naar de grote lichaamsslagader stromen. Om aan het hart te kunnen opereren maken we gebruik van een hart-longmachine. Dat is een machine die tijdens de operatie tijdelijk de functie van het hart en de longen overneemt. Zo kunnen we het hart even stil leggen en daardoor veilig opereren.

De klinisch perfusionist ziet er samen met de anesthesioloog op toe dat uw bloeddruk en zuurstofgehalte tijdens de operatie op peil blijven. De cardio-thoracaal chirurg zal na het aansluiten van de hart-longmachine de operatie uitvoeren. Vaak is het nodig dat tijdens deze operatie ook een van de hartkleppen (mitralisklep) gerepareerd wordt

Hoe gaan we te werk?

U wordt door de anesthesioloog onder volledige narcose gebracht, waarna de operatie zal plaatsvinden. De chirurg maakt een snee van ongeveer 25 cm over uw borstkas en het borstbeen wordt opengezaagd. De hart-long wordt aangesloten om vervolgens veilig de operatie te kunnen uitvoeren. De chirurg snijdt een stukje van de hartspier weg zodat het bloed zonder obstructie naar de grote lichaamsslagader kan stromen. Het borstbeen wordt na de operatie gesloten met staaldraden.

Wat is het doel?

Het doel van de operatie is om de uitstroomobstructie van de linker kamer op te heffen. Dit gebeurd door het verwijderen van een deel van het verdikte ventrikel-tussenschot. Vaak is dit in combinatie met een reparatie van de mitralisklep.

Bijwerkingen & complicaties

Tijdens de operatie

Complicaties die tijdens de operatie voor kunnen komen zijn: bloedingen, hartfunctiestoornissen, ritme en geleidingsstoornissen (pacemaker), zeer kleine kans op herseninfarct of operatiesterfte. 

Kort na de operatie

Ook kort na de operatie kunnen er complicaties ontstaan. Specifieke complicaties bij deze operaties zijn: hersenschade of een beroerte, verwardheid (delier), long- of blaasontstekingen of hartritmestoornissen. Vaak zijn de complicaties van voorbijgaande aard (bijvoorbeeld longontstekingen of nierfunctiestoornissen). Er kan er ook bijvoorbeeld een nabloeding of vochtophoging rond het hart zijn waarvoor de chirurg u opnieuw moet opereren.

Thuis

Als u ontslagen bent uit het ziekenhuis na een operatie kunnen zich nog complicaties voordoen. Enkele voorbeelden van (late) complicaties kunnen zijn: wondinfecties, niet goed genezend borstbeen, vochtophoping rond het hart (tamponade), trombose, hartritmestoornissen en ontstekingen (bijvoorbeeld longontsteking).

Resultaat

Direct na de operatie en na enkele (4 of 5) dagen  herstel op de afdeling zal er een echo van het hart worden gemaakt om het resultaat van de operatie te beoordelen. Vaak krijgt u deze uitslag de dag na het onderzoek te horen. Na ontslag zal u na ongeveer 2 weken gecontroleerd worden door de cardioloog.  Drie maanden lang na operatie zal U behandeld worden met bloedverdunners van de Thrombosedienst. Dit is om de wond aan de binnenkant van het hart goed te laten herstellen, zonder dat er bloedpropjes in de bloedbaan komen. Na drie maanden kan deze medicatie in overleg met de cardioloog worden gestopt bij een stabiel sinusritme.

Wanneer neemt u contact op?

U kunt na ontslag contact met het ziekenhuis opnemen bij klachten van : koorts, wondproblemen, toegenomen kortademigheid, duizeligheid, hartbonzen etcetra.

In de eerste 2 weken is het verstandig om direct met de afdeling Thoraxchirurgie te bellen met uw klachten en niet daarmee naar de huisarts te gaan.Bij acute problemen is het soms beter om direct naar de spoed eisende hulp te komen.

Na verloop van de tijd kunnen eventuele  klachten aan de huisarts gemeld worden.

Contact

Het algemene contactpunt is onze afdelingssecretaresse, deze kan u op basis van uw vraag door verbinden met de juiste persoon.

Met wie heeft u te maken?

Checklist

Komt u binnenkort bij ons voor een onderzoek, behandeling of operatie?

Wat kunt u verwachten? Wat neemt u mee? Alles wat u moet weten in een handig overzicht.
Bereid u voor