Een voorlichtingsgesprek over chemotherapie
Wat kunt u verwachten van het voorlichtingsgesprek?
De oncologieverpleegkundige zal u vragen wat u al weet over de behandeling en welke informatie u nog nodig heeft. Samen met de verpleegkundige stelt u vast welke onderwerpen in ieder geval worden besproken.De oncologieverpleegkundige vertelt u:
- welke behandeling u krijgt en hoe deze werkt
- over bijwerkingen die kunnen optreden als gevolg van de behandeling
- wat u kunt doen of wat het ziekenhuis kan doen aan de bijwerkingen
Wat neemt u mee naar het gesprek
- deze informatie (online op uw telefoon of op papier)
- de medicijnen die de internist-oncoloog heeft voorgeschreven
Tijdens het voorlichtingsgesprek
Wat er zeker wordt gesproken:- De naam van de kuur
- de werking van de therapie
- wijze van toedienen:
- via tabletten of
- via een infuus of
- een combinatie van beide
- Het toedieningsschema:
- aantal kuren
- duur van de kuur
- om de hoeveel weken u een kuur krijgt
- Als u medicijnen moet innemen:
- hoe vaak per dag u medicijnen moet innemen
- hoeveel dagen
- mogelijke rustperiode
- gebruik van medicijnen samen met voeding
- gebruik medicijnen samen met andere medicijnen
- wat te doen als u een dosering heeft gemist
- en/of hoe lang u de tabletten moet slikken
Kruis aan wat u zelf nog wilt bespreken:
Ziet u dit op een webpagina? Dan kunt u de folder uitprinten door op de 'download PDF' knop te klikken.- Medische informatie over de chemotherapie die ik krijg (bijvoorbeeld de werking in het lichaam).
- Het doel van de behandeling.
- De bijwerkingen die kunnen voorkomen bij deze behandeling.
- Hoe waarschijnlijk is het dat ik bepaalde bijwerkingen krijg.
- Wat kan de specialist of verpleegkundige doen om bijwerkingen te voorkomen of te verminderen.
- Wat kan ik zelf aan de bijwerkingen doen.
- Wanneer ik contact op moet nemen met het ziekenhuis.
- Hoe moet ik contact opnemen met het ziekenhuis.
- Wat zijn de praktische gevolgen van de behandeling voor mijn dagelijkse leven (bijvoorbeeld huishouden of hobby's).
- Welke gevoelens de behandeling kan losmaken (bijvoorbeeld angst, somberheid, hoop, sneller emotioneel).
- Hoe kan ik en mijn naasten (bijvoorbeeld partner, kinderen) met de ziekte en/of behandeling omgaan.
- Wat mijn naasten kunnen doen om mij te (onder)steunen.
- Wat de invloed is van de behandeling op seksualiteit.
- Hoe ik in contact kan komen met lotgenoten.
- Of ik thuis extra hulp nodig heb en hoe ik dat kan regelen.
- Ondersteuning van maatschappelijk werk of een psycholoog.
- De gang van zaken in het ziekenhuis.
- Wat er gebeurt als ik afzie van de behandeling (twijfel over keuze, vooruitzichten, verdere begeleiding).
Zo nodig kunt u nog opschrijven wat u precies wilt bespreken over de aangekruiste onderwerpen:
Contact
Wanneer u chemotherapie krijgt, zijn er situaties waarin het belangrijk is dat u contact opneemt met het ziekenhuis. De oncologieverpleegkundige vertelt u welke situaties dit zijn.
- bij niet-spoedeisende klachten 010-7041948 (maandag t/m vrijdag tijdens het telefonisch spreekuur van 8:00-16:00)
- bij spoedeisende klachten tijdens kantoortijden 010-7041948 (maandag t/m vrijdag van 8:00-16:00)
- bij spoedeisende klachten buiten kantoortijden 010-7041948 (maandag t/m vrijdag van 16:00-8:00, zaterdag, zondag en feestdagen)
Behandelschema voor cisplatin, 3 wekelijks
Deze kuur bestaat uit één medicijn. Ook kunt nog andere medicijnen krijgen. Deze andere medicijnen krijgt u als ondersteuning van de behandeling, bijvoorbeeld om uw bijwerkingen te beperken. Voor deze kuur wordt u opgenomen in het ziekenhuis, omdat we bij het toedienen van cisplatin veel vocht in het infuus meegeven.
De volgende kuur start in principe 3 weken na dag 1 als de bloeduitslagen goed zijn.
Bovenstaande inlooptijd is een richtlijn en kan, indien nodig, altijd worden aangepast door het behandelteam.
Cytostatica/medicijnen | Dag 1 | Dag 2 t/m 21 | Wijze van toediening |
Cisplatin | X | Rust | Infuus: inlooptijd, 3 uur |
De volgende kuur start in principe 3 weken na dag 1 als de bloeduitslagen goed zijn.
Bovenstaande inlooptijd is een richtlijn en kan, indien nodig, altijd worden aangepast door het behandelteam.
Medicatie tegen de misselijkheid
U krijgt bij de chemotherapie ook medicijnen voor de misselijkheid. Deze medicijnen helpen de misselijkheid voorkomen of te behandelen.
U moet deze medicatie altijd nemen, ook als u niet misselijk bent. Tijdens uw opname krijgt u de medicijnen van ons. Als u naar huis gaat krijgt u van de apotheek medicijnen voor thuis.
Indien u, ondanks de standaard medicatie toch misselijkheid blijft, krijgt u gedurende de opname olanzapine 2,5mg zo nodig 1-3x per dag of thuis metoclopramide 10 mg 1-3x per dag.
Neem de extra medicijnen in als u misselijk blijft.
U moet deze medicatie altijd nemen, ook als u niet misselijk bent. Tijdens uw opname krijgt u de medicijnen van ons. Als u naar huis gaat krijgt u van de apotheek medicijnen voor thuis.
Dag 1 (ZH) Voor start chemotherapie | Dag 2 (ZH) Na het ontbijt | Dag 3 (thuis) Na het ontbijt | Dag 4 (thuis) Na het ontbijt | Dag 5 en verder (thuis) | |
Aprepitant (Emend) | 125mg capsule (1 uur voor start chemotherapie) | 80mg capsule | 80mg capsule | - | - |
Dexamethason | 10mg infuus | 6 mg tablet | 6 mg tablet | 6 mg tablet | - |
Granisetron | 1 mg infuus | - | - | - | - |
Neem de extra medicijnen in als u misselijk blijft.
Dag 1 (ZH) Voor start chemotherapie | Dag 2 (ZH) Na het ontbijt | Dag 3 (thuis) Na het ontbijt | Dag 4 (thuis) Na het ontbijt | Dag 5 en verder (thuis) | |
Olanzapine of Metoclopramide | Zn 2x daags 2,5 mg tablet (max 3x per dag) | Zn tot 3 x daags 1 tablet | Zn tot 3 x daags 1 tablet | Zn tot 3 x daags 1 tablet | Zn tot 3 x daags 1 tablet |
Mogelijke bijwerkingen van de medicatie tegen misselijkheid
De medicijnen tegen de misselijkheid kunnen helaas soms bijwerkingen veroorzaken. De bijwerkingen zijn:- Aprepitant kan hoofdpijnklachten en de hik geven.
- Dexamethason kan de bloedsuikerspiegel verhogen. Als u diabetespatiënt bent, moeten uw glucosespiegels daardoor vaker gecontroleerd worden. Andere bijwerkingen zijn slapeloosheid, rusteloosheid en toegenomen eetlust.
- Granisetron kan obstipatie en soms hoofdpijn geven.
- Olanzapine kan wat slaperigheid geven.
- Metoclopramide kan slaperigheid geven. In zeldzame gevallen kan het medicijn ook spiertrekkingen, stijfheid of bewegingsonrust geven.
Bijwerkingen
De chemotherapie tast naast de kankercellen ook snel delende, gezonde cellen aan. Vooral snel delende cellen van het beenmerg, het bloed, het haar, de slijmvliezen van mond, keel en het maag- darmkanaal en de voorplantingsorganen zijn gevoelig voor chemotherapie. Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, terwijl anderen er weinig van merken. De ernst van de bijwerkingen heeft niets te maken met het resultaat van de behandeling.
De meeste bijwerkingen zijn tijdelijk en verminderen geleidelijk na het stoppen van de chemotherapie.
Vaak voorkomende bijwerkingen cisplatin kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met:
De meeste bijwerkingen zijn tijdelijk en verminderen geleidelijk na het stoppen van de chemotherapie.
Vaak voorkomende bijwerkingen cisplatin kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met:
- Gehoorafwijkingen, oorsuizen en gehoorverlies
- Haar(verlies) en haarveranderingen
- Misselijkheid en braken
- Nierfunctiestoornis
- Trombose
- Zenuwbeschadiging (neuropathie)
- Concentratie/geheugenproblemen
- Injectieplaats/insteekopening infuus
- Menstruatiestoornissen
- Psychische gevolgen
- Reuk- en smaakverandering
- Seksueel verlangen, verminderd
- Vermoeidheid
- Vruchtbaarheidsproblemen
- Zwangerschap, kans op aangeboren afwijkingen
Vaak voorkomende bijwerkingen en adviezen
Gehoorafwijkingen, oorsuizen en gehoorverlies
De behandeling kan ervoor zorgen dat u slechter hoort dan u gewend bent. Ook kunt u last krijgen van oorsuizingen. Met een audiogram (gehooronderzoek) kunnen de klachten onderzocht worden (gemeten).Advies
U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen. Oorsuizingen gaan meestal vanzelf over. Maar doofheid gaat niet vanzelf over. Heeft u klachten aan uw gehoor? Dan is het belangrijk om deze met uw behandelteam te bespreken.
Haarverlies
De kans dat u haar uitvalt is bij deze behandeling minder dan 10%Haarveranderingen
Uw behandeling kan ervoor zorgen dat uw haar verandert. Het hoofdhaar kan bijvoorbeeld dunner worden en/of gaan krullen. Maar ook op andere plekken op uw lichaam kunnen er haarveranderingen optreden. Zo kan er donshaar groeien in het gezicht. Soms gaan de haren van de wimpers of wenkbrauwen extreem groeien.Advies
Krijgt u door de behandeling dunner haar? Dan kunt u zelf tijdens de behandeling maatregelen nemen:
- Verzorg het haar voorzichtig.
- Gebruik een milde shampoo.
- Droog het haar voorzichtig, föhn niet te heet en niet te vaak.
- Laat geen permanent zetten.
- Verf het haar niet.
- Soms is het prettiger om het haar kort te laten knippen.
- Ga voor meer informatie naar de website www.lookgoodfeelbetter.nl.
Nierfunctiestoornis
Door de behandeling kan nierweefsel beschadigen, waardoor de functie van de nier achteruit gaat. Nierproblemen kunt u merken aan:
- Het vasthouden van vocht (dikke vingers, enkels of zwaarder worden).
- Weinig of niet meer kunnen plassen.
Advies
Het is zeer belangrijk dat u thuis genoeg drinkt, minstens 1½ tot 2 liter per dag. Dit zijn 16 kopjes of 14 bekers per dag. Heeft u een van de volgende klachten, neem dan contact op met uw behandelteam.
- Als u niet genoeg kunt drinken, minder dan 1½ tot 2 liter per dag.
- Als u last heeft van: een droge mond, droge huid, weinig of niet meer kunnen plassen en een donkere kleur urine. Dit kunnen tekenen zijn van uitdroging.
- Blijft u maar braken of diarree houden? Neem dan contact met ons op. De contactgegevens staan onder het kopje 'wanneer contact opnemen'.
Trombose
Door de behandeling en de ziekte zelf heeft u een verhoogde kans op trombose. Trombose is een bloedstolsel in een bloedvat. Het komt meestal voor in het been, maar er kan ook een bloedvat naar de longen verstopt zitten. Dit heet een longembolie.Bij trombose in het been komen de volgende klachten voor:
- Een pijnlijke gezwollen kuit die warm en gevoelig is bij aanraking.
- Een gezwollen enkel, voet of bovenbeen, soms met roodheid en uitgezette bloedvaten.
- Plotselinge pijn op de borst.
- Pijn bij in- of uitademen.
- Kortademigheid; benauwdheid.
Heeft u last van een van deze klachten, neemt u dan direct contact op met uw behandelteam.
Zenuwbeschadiging (neuropathie)
Door de behandeling kunnen uw zenuwcellen beschadigen. Hier kunt u klachten van krijgen. Deze klachten zijn in de meeste gevallen het ergst meteen na de behandeling, maar ze verminderen in de weken daarna. Het kan ook zijn dat de klachten pas enkele dagen tot weken na de behandeling beginnen. Ze verdwijnen meestal binnen enkele maanden, maar soms zijn ze blijvend.Klachten kunnen zijn:
- Minder gevoel of ‘doof’ gevoel in handen en/of voeten, vingers en/of tenen.
- Tintelingen in handen en/of voeten, vingers en/of tenen.
- Een branderig gevoel in handen en/of voeten, vingers en/of tenen. Minder kracht in armen of benen.
- Kramp.
- Pijnklachten van handen, voeten en huid bij koude omstandigheden.
- Verlies fijne motoriek, denk hierbij aan vastmaken van knopen, ketting.
- Let goed op wondjes, u kunt deze namelijk minder goed voelen.
- Let op vouwen in uw sokken, deze kunt u ook minder goed voelen.
- Meld klachten aan uw behandelteam. Als het nodig is, past het behandelteam de behandeling aan.
Algemene bijwerkingen/invloeden op
Concentratie/geheugenproblemen
We horen vaak van mensen dat ze last hebben van een slechter geheugen, dat ze zich minder goed kunnen concentreren en dat ze problemen hebben met plannen. We noemen dit cognitieve problemen. Deze problemen zijn bij de meeste mensen tijdelijk, ook al blijven ze soms langer aanwezig na de behandeling.Advies
- U kunt gebruik maken van een agenda of dagplanner.
- Zorg ervoor dat u orde en structuur in uw dag aanbrengt.
- Geef uw lichaam tijd om te herstellen.
- Zoek naar manieren om uw hoofd leeg te maken met ontspannende activiteiten.
- Ontspanningsoefeningen, yoga, mindfulness en haptotherapie kunnen helpen.
Injectieplaats/insteekopening infuus
Tijdens uw behandeling krijgt u medicijnen via een infuus. Hiervoor krijgt u een infuusnaald ingebracht in een ader van de hand of de arm. Soms gebeurt het dat het medicijn onbedoeld buiten de ader in het omliggend weefsel terecht komt. Dit zou mogelijk huidschade kunnen veroorzaken. Deze complicatie noemen we extravasatie. De verpleegkundigen die op de dagbehandeling en afdeling oncologie werken, zijn opgeleid om de medicijnen via een infuus toe te dienen en weten ook welke risico’s dit heeft. Zij zullen meerdere voorzorgsmaatregelen nemen om de kans op huidschade zoveel mogelijk te voorkomen en ze zullen controleren of het infuus in de ader zit.Om de kans op deze complicatie te voorkomen en om uw behandeling zo veilig mogelijk te laten verlopen, zijn onderstaande adviezen erg belangrijk.
Adviezen te nemen voorzorgsmaatregelen:
- Ga naar het toilet voordat de behandeling start.
- Draag bij elke toediening losse kleding, die geen problemen kan geven bij het inbrengen van een infuusnaald (geen strakke mouwen, of mouwen die opgerold moeten worden).
- Beweeg de arm waar het infuus in zit zo min mogelijk tijdens de toediening van het medicijn.
- Vraag eventueel om een kussen om uw arm op te leggen.
- Na toiletbezoek moet u altijd een verpleegkundige vragen of hij/zij het infuus wil controleren.
- Zorg ervoor dat u de arm/hand waarin de naald is ingebracht niet gebruikt als u op uw telefoon of iPad zit.
- pijn en/of jeuk bij de insteekplaats van het infuus
- pijn in de arm
- een verdikking bij de insteekplaats
- verkleuring van de huid
- het nat worden van de pleister
- verdikking op de plaats waar de PAC is aangesloten
- pijn en/of jeuk van de insteekplaats
- het nat worden van de pleister
- pijn in de borststreek
- pijn in bovenarm, borststreek of hals
- Heeft u tijdens de toediening van de chemotherapie last van bovengenoemde klachten? Meldt dit dan direct bij de verpleegkundige.
Bent u al thuis en krijgt u dan nog last van bovengenoemde klachten bij de insteekplaats?
- Koel de insteekplaats met een nat verband. Dit kan verlichting van de pijn geven.
- Gebruik paracetamol als dat nodig is.
- Bij koorts, toename van pijn en/of zwelling van uw hele arm, moet u contact opnemen met het telefoonnummer dat onder het kopje "contact" staat.
Menstruatiestoornissen
Door de behandeling kan uw menstruatie veranderen. U kunt bijvoorbeeld last krijgen van:- de menstruatie komt onregelmatig
- de menstruatie duurt langer of korter dan normaal
- u verliest minder of juist meer bloed dan normaal
- de menstruatie blijft weg
- als u veel bloed verliest, kan dit bloedarmoede geven
- Heeft u last van te veel bloedverlies? Overleg dat dan met uw behandelteam. Die kan medicijnen voorschrijven om de bloedingen te verminderen.
Psychische gevolgen
De diagnose kanker zorgt bij veel mensen voor gevoelens van angst en onzekerheid. Maar ook de medicijnen kunnen soms psychische reacties geven.Klachten kunnen zijn:
- verwardheid
- angst
- onrust
- depressieve gevoelens
- stemmingswisselingen
- snel geïrriteerd zijn
Loop vrijblijvend binnen bij de PATIO (Patientinformatiecentrum Oncologie). Dit is een plek in het Erasmus MC voor iedereen die met kanker te maken krijgt, voor zowel patiënten
als naasten.
Wat?
- Ontspannen: met een kopje koffie of thee. Bladeren door een tijdschrift aan de leestafel. Of meedoen aan een workshop, zoals bloemschikken of mozaïeken.
- Ontmoeten: lotgenoten ontmoeten of een praatje maken.
- Ontdekken: op zoek gaan naar betrouwbare informatie. Een gastvrouw kan u hierbij helpen. Aanwezig zijn bij een themabijeenkomst.
- Ontzorgen: de juiste zorg of ondersteuning vinden met hulp van een ondersteuningsconsulent.
Locatie: Erasmus MC, Zimmermanweg
Openingstijden: maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur – 17.00 uur. U kunt gewoon binnenlopen. Er zijn geen kosten aan verbonden.
PATIO aan bed: voor klinische patiënten
Muziektherapie of kunstzinnige therapie volgen. Meedoen aan creatieve activiteiten. Een laptop, spelcomputer, e-reader of tijdschrift lenen. Een praatje maken met een vrijwilliger.
Meer informatie
Kijk voor alle mogelijkheden en activiteiten op: www.erasmusmcpatio.nl
Meer informatie leest u ook in de patiëntenfolder van PATIO.
Advies
- Op het internet bestaan veel van pagina’s over kanker. Maar niet elke pagina heeft de juiste informatie. Ons advies is dan ook om zoveel mogelijk gebruik te maken van pagina’s van officiële instituten. Op deze pagina’s is de informatie het meest betrouwbaar.
- Meer informatie over patiëntenverenigingen, alternatieve geneeswijzen, vakantiemogelijkheden, voeding en klachtenmogelijkheden kunt u vinden bij de PATIO.
Reuk- en smaakveranderingen
Door de behandeling kan uw smaak veranderen. Wat u proeft of hoe iets smaakt verandert door verhoging of verlaging van de zogenoemde ‘smaakdrempels’:- De uitgesproken smaken zoals zoet, zout, zuur of bitter proeven anders.
- Een bittere smaak (‘metalig, gallig’) kan overheersen.
- Uw smaak kan ook verminderen Ook uw reuk kan veranderen:
- U kunt ongevoelig voor geuren worden. (u ruikt veel minder of niks)
- Of juist een overgevoeligheid voor geuren (u ruikt alles sterker).
- Beiden hoeven niet overeen te komen met de smaak.
Uw reuk- en smaakvermogen kan elke dag wisselen. Om toch met plezier te kunnen blijven eten, kunt u de volgende dingen doen:
- Het is mogelijk om een ‘proef’ middag bij te wonen. Vanuit het Erasmus MC wordt 2 keer per jaar een middag georganiseerd. Tijdens deze middag geven we u achtergrondinformatie over hoe u met een kleine aanpassingen, zoals het gebruiken van verschillende kruiden en specerijen, inspiratie kunt op doen om het eten lekkerder te maken. Voor informatie kunt u terecht bij de Patio; www.erasmusmcpatio.nl.
- Een goede mondhygiëne is belangrijk. Poets na iedere maaltijd uw tanden of maak uw gebitsprothese dagelijks schoon.
- Spoel voor en na de maaltijd uw mond met water.
- Kauwen op een snoepje of suikervrije kauwgom kan de vieze smaak verminderen.
- Soms verdwijnt een vieze smaak even door iets met een sterke of pikante smaak te eten, bijvoorbeeld basilicum, rozemarijn, oregano, dragon, munt, curry, citroen, nasi of bami. Een saus toevoegen kan ook (o.a. zoetzure saus).
- Drink minimaal 1,5 liter per dag. Drink water, bouillon, soep, melk, thee en vruchtensappen (geen citrus). Het is belangrijk om voor dranken te kiezen die u energie geven, zeker als u gewicht verliest.
- Producten waar u echt een afkeer van heeft gekregen, kunt u beter niet eten/drinken. Vaak zijn dat gerechten met een sterke geur zoals gebraden/gebakken vlees, koffie, gefrituurde gerechten, broccoli, bloemkool, ui en spruitjes. Vervang vlees door vis, (koude) kip, vleeswaren, kaas, een eiergerecht of vegetarische producten of verwerk vlees in sauzen, zoals spaghettisaus.
- Als klassieke warme maaltijden (aardappelen, groenten, vlees/vis) u niet meer smaken, kunt u de warme maaltijd vervangen door een broodmaaltijd met hartig beleg, melk en fruit.
- Als gekookte groenten u niet smaken, probeer dan een rauwkostsalade of drink een extra glas groente-of vruchtensap.
- Veel mensen krijgen een afkeer voor cosmetica, bloemen, tabaksrook en schoonmaakmiddelen.
- Zorg voor genoeg frisse lucht tijdens het koken als u last heeft van reukveranderingen.
- Kijk op: www.beleefjesmaak.nl voor tips bij reuk- en smaakveranderingen en recepten.
Seksueel verlangen
Door de behandeling kunt u minder zin hebben om te vrijen. Dat betekent niet automatisch dat u minder behoefte heeft aan intimiteit. Ook uw partner kan het soms moeilijk vinden om lichamelijk contact te hebben, bijvoorbeeld omdat hij/zij denkt dat u daar nog niet aan toe bent. Voor u beiden is het belangrijk dat er aandacht is voor de verschillende gevoelens en behoeften. Neem samen de tijd om weer vertrouwd te raken met uw lichaam en te verwerken wat er veranderd is door de ziekte en de behandeling. Het is een situatie waar u en uw partner zelf een oplossing voor kunnen zoeken, eventueel met behulp van een therapeut.Meer informatie over seksualiteit en intimiteit
Advies
- Door ziekte, vermoeidheid en angst kunt u minder zin krijgen in seks. Dit kan voor u en uw partner ongerustheid en spanningen veroorzaken. U zult beiden de veranderingen moeten leren accepteren. Een eerlijke en open communicatie is erg belangrijk. Praat met uw partner over uw gevoelens.
- Medicatie kan invloed hebben op de beleving van seksualiteit.
- Maak gebruik van een glijmiddel bij droge vaginale slijmvliezen.
- Speelt vermoeidheid voor u mee bij het vrijen? Probeer bijvoorbeeld het op een ander tijdstip, bijvoorbeeld ’s ochtends. Misschien heeft u er dan meer energie voor.
- Seksuele problemen zijn soms moeilijk bespreekbaar. Het is voor u goed om te weten dat het heel normaal is om seksuele klachten met uw behandelteam te bespreken.
- Als het nodig is, kan uw behandelteam u doorverwijzen naar een seksuoloog.
- Klik hier voor een seksuoloog bij u in de buurt.
Vermoeidheid
Door de behandeling kunt u vermoeid worden. De meest voorkomende klachten zijn:- voortdurend een gevoel van algemene zwakte en psychische uitputting
- concentratieproblemen
- lichamelijke en/of geestelijke inspanning kost meer moeite
- een (groot) gebrek aan energie, u denkt niets meer te kunnen
- prikkelbaarheid
- emotionele labiliteit, stemmingswisselingen
- gebrek aan aandacht voor de omgeving
- slaperigheid en lusteloosheid
- geheugenproblemen
Advies
- Beweeg zoveel mogelijk, want als u minder doet, gaat uw conditie achteruit.
- Overweeg te sporten met een fysiotherapeut die gespecialiseerd is in oncologie.
- Als u graag zwemt, overleg dat dan met uw behandelteam. Zij kunnen u vertellen of u mag gaan zwemmen of niet.
- Overweeg om gebruik te maken van mindfulness of yoga.
- Uw energie is kostbaar, ga er zorgvuldig mee om. Plan niet teveel activiteiten op één dag. Verdeel dingen die u wilt doen over de week.
- Bepaal zelf waaraan u energie wilt besteden. Wissel dingen die u móet doen af met leuke dingen waar u energie van krijgt.
- Wees duidelijk over wat u wel en niet kunt en wilt doen, stel daarin uw grenzen.
- Vraag zo nodig hulp van familie of vrienden of schakel de thuiszorg in.
- Zorg dat u genoeg uren kunt slapen, houd u aan vaste tijden om naar bed te gaan en op te staan. Probeer op vaste tijden op te staan en naar bed te gaan, ook in het weekend.
- Neem tijd voor leuke en ontspannende dingen.
- Eet gezond en eiwitrijk, dit is belangrijk voor een goede conditie.
- Drink liever geen alcohol.
Raadpleeg de Verwijsgids Kanker welke zorgverleners bij u in de buurt u kunnen helpen met klachten van vermoeidheid.
Fysiotherapeut (Oncologie-) - IKNL | Verwijsgids Kanker
Vruchtbaarheidsproblemen
Zowel bij mannen als bij vrouwen kan de behandeling (tijdelijk) verminderde vruchtbaarheid of onvruchtbaarheid veroorzaken. Of u onvruchtbaar wordt, hangt af van:- het soort medicijn
- de combinatie van medicijnen
- de hoeveelheid medicijnen
- de aard van de ziekte
- uw leeftijd
- Meestal is het belangrijk dat u of uw partner niet zwanger wordt tijdens de behandeling, bespreek dit met uw behandelteam.
- Vraag uw behandelteam wat uw vooruitzichten zijn.
- Bent u een man, bespreek dan met uw behandelteam de mogelijkheid van invriezen van sperma vóór het starten van de behandeling.
- Bent u een vrouw, bespreek dan met uw behandelend specialist de mogelijkheid van vruchtbaarheidsbehoud en laat u, als u dat wilt, doorverwijzen naar een gespecialiseerde gynaecoloog.
Zwangerschap, kans op aangeboren afwijkingen
De medicijnen die u krijgt kunnen schadelijk zijn voor het erfelijk materiaal (DNA) van voortplantingscellen (eicellen en sperma). Daarom moet u tijdens de behandeling een zwangerschap voorkomen. Overleg dit met uw behandelteam. Uw lichaam moet na de behandeling eerst goed herstellen, voordat u of uw partner weer zwanger wordt. Bij mannen kan het soms 4 tot 5 jaar duren voordat de aanmaak en kwaliteit van het sperma weer normaal is.Advies
- Meestal is het belangrijk dat u of uw partner niet zwanger wordt tijdens de behandeling, bespreek dit met uw behandelteam.
- Afhankelijk van uw diagnose, moet u ervoor zorgen dat u of uw partner 3 tot 12 maanden ná de behandeling ook niet zwanger wordt.
- Bespreek uw kinderwens met uw behandelteam.
- Mocht u onverhoopt toch zwanger raken, geef dit dan onmiddellijk door aan uw behandelteam. Dit is van groot belang voor het vaststellen/ aanpassen van de (vervolg)behandeling.
Extra info over veilig omgaan met uitscheidingsproducten
Wanneer u met een chemotherapiekuur of een ander middel wordt behandeld, dan zullen de chemische stoffen uit de medicijnen via excreta uit uw lichaam verdwijnen. Excreta is een medische term voor alles wat het lichaam uitscheidt: urine, ontlasting, wondvocht, bloed, traanvocht, transpiratie, braaksel en speeksel. Dit worden ook wel uitscheidingsproducten genoemd. Direct contact van de huid met middelen uit een chemokuur in uitscheidingsproducten kan schadelijk zijn voor uw eigen gezondheid en die van uw naasten. De chemische stoffen blijven tot een aantal dagen na de kuur schadelijk. Het verschilt per middel hoelang dit is. Het kan variëren van 1 dag tot 7 dagen.
De risico’s zijn voor u en uw omgeving klein. Toch is het goed om een aantal maatregelen te nemen. Zo kunt u de risico’s tot een minimum beperken. Lees hier meer over maatregelen voor patiënten die behandeld worden met chemotherapie:
/nl-nl/kankerinstituut/patientenfolders/chemotherapie-maatregelen-thuis-fldr-950n15252437501bom
U moet tijdens en gedurende een aantal dagen na de laatste toediening van de chemotherapie beschermende maatregelen treffen. Voor de medicijnen in deze kuur zijn dat:
De risico’s zijn voor u en uw omgeving klein. Toch is het goed om een aantal maatregelen te nemen. Zo kunt u de risico’s tot een minimum beperken. Lees hier meer over maatregelen voor patiënten die behandeld worden met chemotherapie:
/nl-nl/kankerinstituut/patientenfolders/chemotherapie-maatregelen-thuis-fldr-950n15252437501bom
U moet tijdens en gedurende een aantal dagen na de laatste toediening van de chemotherapie beschermende maatregelen treffen. Voor de medicijnen in deze kuur zijn dat:
- Cisplatin: 7 dagen
Praktische informatie
Rondom de toediening van de kuur
Medicijnen
Voeding en advies
Alcohol en chemotherapie
Andere zorgverleners
Autorijden
Vervoersregeling
Werken
Zwemmen en saunabezoek
Er zijn verschillende redenen waarom we u adviseren om niet naar de sauna of het zwembad te gaan:
- U kunt gewoon ontbijten op de ochtend dat u de kuur krijgt toegediend.
- We adviseren u om naar het toilet te gaan voordat de kuur wordt toegediend.
- Op de dagbehandeling is het de bedoeling dat u de gehele periode van de behandeling in de behandelstoel blijft zitten of op bed blijft liggen.
- Als u wordt opgenomen, dan mag u tijdens de toediening van de kuur wel rondlopen over de afdeling, maar alleen op de afdeling waar u bent opgenomen.
- Maak gebruik van anticonceptie, zie kopje ‘zwangerschap en kans op aangeboren afwijkingen’.
- Overleg met uw behandelend arts/ verpleegkundig specialist of dat de anticonceptiepil betrouwbaar is en gebruikt mag worden.
Medicijnen
- Geef aan uw behandelteam door welke medicijnen u gebruikt.
- Geef niet alleen eenvoudige medicijnen door die u gebruikt zoals aspirine, paracetamol, maar ook de door u gebruikte voedingssupplementen, visoliecapsules, vitamines of homeopathische- en kruidengeneesmiddelen.
- Geef toestemming aan uw eigen apotheek om uw medicijndossier open te zetten via het Landelijk Schakelpunt, zodat het dossier beschikbaar is. Zo kunnen we uw dossier inzien als dat nodig is voor uw behandeling.
Voeding en advies
- Soms is het eten of drinken van vette vis, grapefruit(sap) of grapefruitkruisingen (o.a. pomelo, mineola), niet toegestaan. Bespreek dit met uw behandelteam. https://www.voedingenkankerinfo.nl/mag-ik-vis-eten-en-visolie-gebruiken-bij-chemotherapie/
- Als u een bepaald dieet volgt of wilt volgen, is het belangrijk dat u in goede conditie bent en op gewicht blijft. Ook tijdens uw eventuele opname is het meestal mogelijk om het door u gewenste dieet te volgen (binnen de mogelijkheden van de keuken). U kunt dit bespreken met de verpleegkundige of zorgassistente.
Alcohol en chemotherapie
- Het drinken van alcohol tijdens een chemotherapiebehandeling is niet in alle situaties 'verboden'. Drink altijd met mate en houd er rekening mee dat alles wat u drinkt anders kan smaken en anders kan 'vallen'.
- Vraag uw behandelteam of er in uw situatie een reden is om helemaal geen alcohol te drinken.
Andere zorgverleners
- Uw huisarts wordt door uw behandelteam geïnformeerd. We adviseren u om ook zelf contact op te nemen met uw huisarts.
- Als u een oproep krijgt voor een griep/covid prik of andere vaccinatie, bv pneumococcen, adviseren we u om deze te gaan halen. We krijgen vaak de vraag wanneer de griep/covid prik gehaald moet worden tijdens de behandeling met chemotherapie of radiotherapie. Het is gebleken dat het niet uitmaakt op welk moment u tijdens de behandeling de vaccinatie krijgt.
- Patiënten die het afgelopen jaar een stamceltransplantatie hebben ondergaan moeten eerst met hun behandelend Hematoloog overleggen of ze gevaccineerd mogen worden.
- Patiënten die deelnemen aan een geneesmiddelen studie moeten ook eerst overleggen met hun behandelteam.
- Patiënten die volgens reisadvies het gele koorts vaccin moeten krijgen, moeten eerst overleggen met hun behandelteam.
- Zorg voor aanvang van uw behandeling dat uw gebit gecontroleerd is en dat eventuele behandelingen aan het gebit zijn gedaan.
Autorijden
- Sommige medicijnen kunnen uw rijvaardigheid beïnvloeden, bijvoorbeeld clemastine. Clemastine is een middel dat de rijvaardigheid beïnvloed. Het is een middel om een allergische reactie op medicatie te voorkomen of te bestrijden (antihistaminicum). Het gebruik van clemastine kan voor slaperigheid en/of duizeligheid zorgen en heeft een ernstige en gevaarlijke invloed op de rijvaardigheid. Daarom is het wettelijk verboden om de eerste 24 uur na toediening auto te rijden.
- Vraag bij twijfel om advies bij het behandelteam.
Vervoersregeling
- In de basisverzekering is een regeling opgenomen voor vergoeding van vervoer vanwege een chemotherapiebehandeling.
- Neem contact op met uw zorgverzekeraar om te vragen hoe u deze vergoeding aan kunt vragen.
- U kunt gebruik maken van eigen vervoer of taxivervoer.
Werken
- Blijft u doorwerken of stopt u (tijdelijk)? Het is belangrijk om goed met uw werkgever of opdrachtgevers te overleggen en in contact te blijven met collega’s.
- Neem contact op met de bedrijfsarts.
- Zie hiervoor de website: https://nfk.nl/kanker-en-werk/werken-met-of-na-kanker
Zwemmen en saunabezoek
Er zijn verschillende redenen waarom we u adviseren om niet naar de sauna of het zwembad te gaan:
- U kunt meer last kunt hebben van de warmte dan u gewend bent, waardoor uw bloeddruk zakt.
- Als uw afweer verminderd is, is het niet verstandig om naar het zwembad of de sauna te gaan, vanwege uw verlaagde weerstand.
- Als u nog rekening moet houden met uw uitscheidingsproducten mag u niet naar de sauna of naar het zwembad.
- Als u een centrale lijn heeft, bijvoorbeeld een Hickman of een PICC lijn, mag u ook niet naar het zwembad of de sauna.
Disclaimer
De informatie in deze folder is zorgvuldig samengesteld en is gebaseerd op de teksten die te vinden zijn op www.bijwerkingenbijkanker.nl. Middelen bij kwaadaardige aandoeningen zijn doorgaans sterk werkzame geneesmiddelen die veel bijwerkingen kunnen veroorzaken. Het optreden van bijwerkingen is onder andere afhankelijk van de dosering, de duur van de behandeling, de combinatie met andere geneesmiddelen, het onderliggend ziektebeeld en eventueel aanwezige orgaanfunctiestoornissen. Daarnaast is er een verschil in het optreden van bijwerkingen tussen verschillende patiënten. Bijwerkingen kunnen onmiddellijk na het toedienen, maar ook veel later optreden.
Ondanks de onvoorspelbaarheid van het optreden en de ernst van bijwerkingen hebben we ernaar gestreefd veel gerapporteerde bijwerkingen in het systeem op te nemen. Op de informatie voor de patiënt zijn slechts de bijwerkingen gemeld die bij meer dan 10% van de patiënten voorkomen.
Referenties naar deze website:
Ondanks de onvoorspelbaarheid van het optreden en de ernst van bijwerkingen hebben we ernaar gestreefd veel gerapporteerde bijwerkingen in het systeem op te nemen. Op de informatie voor de patiënt zijn slechts de bijwerkingen gemeld die bij meer dan 10% van de patiënten voorkomen.
Auteursrecht
De informatie op deze site mag worden gebruikt, op voorwaarde dat de bron vermeld wordt.Referenties naar deze website:
Wanneer contact opnemen?
Matige en niet-spoedeisende klachten | Ernstige en spoedeisende klachten |
Graag contact opnemen bij de volgende klachten:
Maandag t/m vrijdag tijdens telefonische spreekuren van 8.00-16.00 uur. 010 - 704 19 48 | Indien u acuut hulp nodig heeft belt u dan met spoednummer huisarts of 112 Graag contact opnemen bij de volgende klachten:
Binnen kantooruren (maandag t/m vrijdag van 8.00-16.00 uur). 010 - 704 19 48 Buiten kantooruren (16.00-8.00 uur) zaterdag, zondag en feestdagen. 06 - 33 34 20 86 |