Over de trombolyse-behandeling
Uw ader zit (voor een deel) verstopt door een bloedstolsel. Om dit stolsel op te lossen, krijgt u een bloedverdunner. Die bloedverdunner krijgt u direct via een ader. Hierdoor kan het stolsel oplossen.
Voorbereiding
Voordat de behandeling start, prikken we bloed bij u om de stolling te controleren, brengen we een urine-katheter in en krijgt u een infuus.
Tijdens de behandeling
Een interventie-radioloog voert bij u de behandeling uit. Hieronder leest u stap voor stap hoe de behandeling verloopt.
Als u een DTV in uw been heeft, krijgt u tijdens de behandeling 24 uur per dag een voetpomp om de voet. Deze voetpomp zit aan het been dat we moeten behandelen. De voetpomp zorgt dat het bloed in uw been goed blijft stromen.
Ook controleert de verpleegkundige tijdens uw opname regelmatig:
- We verdoven de plek waar we een hol buisje (sheath) bij u binnen brengen.
- We brengen de sheath op de verdoofde plek in en leggen dit buisje in de ader. Via dit buisje schuiven we een katheter (dun slangetje) naar binnen in de ader naar het stolsel.
- We laten beetje bij beetje de alteplase in uw ader druppelen door de katheter.
- U krijgt ook heparine. Deze bloedverdunner zorgt dat de sheath open blijft.
- U moet met gestrekt been/arm op uw rug blijven liggen. Of de arm als daar de sheath in zit.
- U mag niet uit bed.
Als u een DTV in uw been heeft, krijgt u tijdens de behandeling 24 uur per dag een voetpomp om de voet. Deze voetpomp zit aan het been dat we moeten behandelen. De voetpomp zorgt dat het bloed in uw been goed blijft stromen.
Ook controleert de verpleegkundige tijdens uw opname regelmatig:
- uw bloeddruk en hartslag
- of de katheter goed zit en niet bloedt
- de doorbloeding van de benen/armen
- uw bloedwaardes door elke 6 uur bloed bij u af te nemen
Bijwerkingen en complicaties
U kunt tijdens de behandeling last krijgen van de volgende bijwerkingen of complicaties:
- bloedingen
- allergische reactie
Na de behandeling
Als het stolsel (voor het grootste deel) is opgelost, haalt de arts de katheter en sheath uit uw ader. De arts legt een drukverband bij u aan.
Als u geen alteplase meer krijgt, krijgt u een echo-onderzoek om te kijken of de ader (en eventueel de stent) nog goed open is. Als dat niet zo is, kan de arts kiezen om de behandeling opnieuw te starten. Dit is maar heel weinig nodig.
Na de behandeling zwachtelen wij uw been en/of arm of u krijgt een steunkous. Het is erg belangrijk dat u veel uit bed komt en gaat lopen. Dit is nodig om de doorbloeding van het been goed te houden. De stent en/of ader kan daardoor minder snel opnieuw verstoppen.
We leren u om Fraxiparine (een anti-stolling medicijn) bij uzelf te spuiten. U moet dit medicijn gebruiken tot twee weken na uw ontslag uit het ziekenhuis gebruiken. Daarna krijgt u tabletten.
Heeft u een stent in uw bekken gekregen? U kunt dan pijnklachten krijgen in uw rug en soms in uw lies. Dit gaat vanzelf weer over en duurt meestal twee weken. U kunt paracetamol slikken tegen de pijn.
Als u geen alteplase meer krijgt, krijgt u een echo-onderzoek om te kijken of de ader (en eventueel de stent) nog goed open is. Als dat niet zo is, kan de arts kiezen om de behandeling opnieuw te starten. Dit is maar heel weinig nodig.
Na de behandeling zwachtelen wij uw been en/of arm of u krijgt een steunkous. Het is erg belangrijk dat u veel uit bed komt en gaat lopen. Dit is nodig om de doorbloeding van het been goed te houden. De stent en/of ader kan daardoor minder snel opnieuw verstoppen.
We leren u om Fraxiparine (een anti-stolling medicijn) bij uzelf te spuiten. U moet dit medicijn gebruiken tot twee weken na uw ontslag uit het ziekenhuis gebruiken. Daarna krijgt u tabletten.
Heeft u een stent in uw bekken gekregen? U kunt dan pijnklachten krijgen in uw rug en soms in uw lies. Dit gaat vanzelf weer over en duurt meestal twee weken. U kunt paracetamol slikken tegen de pijn.
Ontslag
Als u naar huis mag, krijgt u het volgende mee:
- Een ontslagbrief. Deze brief sturen wij ook naar uw huisarts.
- Een afspraak voor controle op de polikliniek Dermatologie. Hier krijgt u een echo van uw been (en de stent als u die heeft).
- Een recept voor medicijnen als u nieuwe medicatie heeft gekregen.
- Een overzicht met de medicijnen die u nu gebruikt.
Wanneer contact opnemen?
Als u één van de volgende klachten heeft, moet u contact met ons opnemen:
- een dik, gezwollen been/arm
- terugkerende pijn in uw been/arm
- als u uw been/arm minder goed kunt bewegen
Contact
Heeft u nog vragen? Deze kunt u stellen aan de arts of verpleegkundig specialist.
- Hart- en vaatcentrum: in de tijd voor de interventie en na de interventie vanaf uw eerste bezoek aan de polikliniek (010) 704 05 63
- Verpleegafdeling: in de tijd tussen uw interventie en uw eerste bezoek aan de polikliniek (010) 704 30 14
- Polikliniek Dermatologie: om uw afspraak te verplaatsen (010) 704 01 10